Wet van 14 februari 2018 tot wijziging van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Kieswet in verband met de introductie van kiescolleges voor de Eerste Kamer voor de Caribische openbare lichamen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Kieswet aan te passen aan de wijziging van de Grondwet strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor Caribische openbare lichamen en het regelen van een kiescollege voor de Eerste Kamer en in verband daarmee bepalingen vast te stellen over de instelling en samenstelling van een kiescollege voor de Eerste Kamer in ieder van de openbare lichamen, alsook over de verkiezing van de leden van de kiescolleges en de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer door de leden van de kiescolleges tezamen met de leden van provinciale staten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift van hoofdstuk III wordt «het eilandsbestuur» vervangen door: de organen van het openbaar lichaam.
B
In artikel 5 wordt «en een gezaghebber» vervangen door: , een gezaghebber en een kiescollege voor de Eerste Kamer.
C
De artikelen 7, 8 en 14, vierde lid, onderdeel d, en vijfde lid, vervallen, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van artikel 14, eerste lid, onderdeel c, door een punt.
D
In artikel 80, eerste lid, wordt onder verlettering van de onderdelen j tot en met n tot k tot en met o een onderdeel ingevoegd, luidende:
- lid van het kiescollege;
E
In hoofdstuk III wordt na afdeling IV een afdeling ingevoegd, luidende:
F
In artikel 99, eerste lid, wordt onder verlettering van de onderdelen k tot en met o tot l tot en met p een onderdeel ingevoegd, luidende:
- lid van het kiescollege;
G
In artikel 195 wordt onder verlettering van de onderdelen j tot en met s tot k tot en met t een onderdeel ingevoegd, luidende:
- lid van het kiescollege;
H
Artikel 233 komt te luiden:
Artikel 233
De gedragscode, bedoeld in artikel 16, derde lid, gelezen in samenhang met artikel 94d, wordt vastgesteld uiterlijk in de kalendermaand voorafgaande aan de eerstvolgende verkiezing van de leden van de Eerste Kamer na de inwerkingtreding van de wet 14 februari 2014 tot wijziging van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Kieswet in verband met de introductie van kiescolleges voor de Eerste Kamer voor de Caribische openbare lichamen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (Stb. 2018, 58).I
De artikelen 234 tot en met 238 vervallen.
Artikel 94a
Het aantal leden van het kiescollege is in het openbaar lichaam Bonaire, in het openbaar lichaam Sint Eustatius en in het openbaar lichaam Saba gelijk aan het aantal leden van de eilandsraad van dat openbaar lichaam, bedoeld in artikel 9.
Artikel 94b
De gezaghebber is voorzitter van het kiescollege.
Artikel 94c
Artikel 94d
Op het kiescollege en zijn leden zijn de artikelen 13, 14, eerste lid, aanhef en onder a tot en met h, j en k, 15, 16, derde lid, 17 tot en met 21, 22, eerste lid, 23 tot en met 31, 33, 34 en 88 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 15 in plaats van «de eilandsraad», «koseho insular» en «the island council» telkens wordt gelezen «het kiescollege», «kolegio elektoral», onderscheidenlijk «the electoral committee».
Artikel 94e
Artikel 94f
Artikel 233
De gedragscode, bedoeld in artikel 16, derde lid, gelezen in samenhang met artikel 94d, wordt vastgesteld uiterlijk in de kalendermaand voorafgaande aan de eerstvolgende verkiezing van de leden van de Eerste Kamer na de inwerkingtreding van de wet 14 februari 2014 tot wijziging van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Kieswet in verband met de introductie van kiescolleges voor de Eerste Kamer voor de Caribische openbare lichamen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (Stb. 2018, 58).
ARTIKEL II
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel R 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5.
Artikel H 4, achtste lid, is van toepassing.B
Aan artikel T 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Artikel J 27 is van toepassing, met dien verstande dat in plaats van «een kiezer» wordt gelezen: een statenlid.C
In het opschrift van Afdeling Va en het opschrift van hoofdstuk Ya wordt na «van de eilandsraden,» telkens ingevoegd: van de kiescolleges voor de Eerste Kamer,.
D
Artikel Ya 15 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Op de veertigste dag vóór de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van het kiescollege, brengt het centraal stembureau de door hem geregistreerde aanduidingen van politieke groeperingen, voor zover de registratie daarvan onherroepelijk is, alsmede de namen van de gemachtigden en hun plaatsvervangers ter openbare kennis op de in het openbaar lichaam gebruikelijke wijze.F
Artikel Ya 19 vervalt.
G
In hoofdstuk Ya worden na paragraaf 3 twee paragrafen ingevoegd, luidende:
H
In artikel Ya 42, eerste lid, wordt na «M 4, eerste lid,» ingevoegd: tegen een beschikking van het kiescollege als bedoeld in artikel X 4, derde lid,.
I
Artikel Ya 46 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel Ya 16
In de artikelen H 10, eerste lid, I 2, eerste lid, onderdeel e, en I 6, eerste lid, onderdeel c, wordt in plaats van «het Europese deel van Nederland» telkens gelezen «het openbaar lichaam waar hij zich kandidaat stelt» en in artikel H 10, eerste lid, wordt in plaats van «in één van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba» gelezen: in Nederland, maar niet in één van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Artikel Ya 22
De bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen betreffende de verkiezing van de leden van provinciale staten, betreffende het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van provinciale staten en betreffende de beëindiging van het lidmaatschap en tijdelijke vervanging als lid, zijn, voor zover deze paragraaf niet anders bepaalt, van toepassing op het kiescollege, met dien verstande dat telkens in die bepalingen wordt gelezen in plaats van:
Artikel Ya 23
Voor de verkiezing van de leden van het kiescollege vormt elk openbaar lichaam één kieskring.
Artikel Ya 24
De stembureaus, het hoofdstembureau en het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad zijn tevens de stembureaus, het hoofdstembureau onderscheidenlijk het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het kiescollege.
Artikel Ya 25
Artikel Ya 26
Artikel Ya 27
Het minimum aantal te overleggen verklaringen van ondersteuning, bedoeld in artikel H 4, eerste lid, bedraagt voor de kieskring bij de verkiezing van de leden van het kiescollege: tien.
Artikel Ya 28
De artikelen Ya 16 en Ya 17 zijn van toepassing.
Artikel Ya 29
Artikel O 1, tweede lid, is niet van toepassing.
Artikel Ya 30
Artikel Ya 31
De artikelen Ya 4, Ya 5, Ya 7 en Ya 8 zijn van toepassing, met dien verstande dat voor de toepassing van de artikelen Ya 4 en Ya 5 in plaats van «een gezaghebber» telkens wordt gelezen «de gezaghebber».
Artikel Ya 31a
Onverminderd artikel S 1, vierde en vijfde lid, kan degene die de lijst heeft ingeleverd tevens uiterlijk op de derde dag na de zitting van het centraal stembureau, het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen op het bestuurskantoor van negen tot zeventien uur. Artikel Ya 7 is van toepassing.
Artikel Ya 31b
Artikel Ya 31c
Artikel Ya 31d
ARTIKEL III
Na de eerste verkiezing van de leden van het kiescollege geschiedt in afwijking van artikel V 4 van de Kieswet het onderzoek van de geloofsbrieven van de benoemde leden van het kiescollege, bedoeld in dat artikel, door die leden.
ARTIKEL IV
Artikel I, onderdeel P, hoofdstuk Ya, paragraaf 4, en artikel III, tweede lid, van de wet van 17 mei 2010 tot wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Stb. 2010, 347) vervallen.
ARTIKEL V
In artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES wordt na «de eilandsraden» ingevoegd: en de kiescolleges voor de Eerste Kamer.
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.