Part of Smart Yellow Suite

WGK008024
Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Financiën
Datum uitgave 15 december 2016
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 houdende aanvullende regels in verband met de automatische uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot landenrapporten (Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten)

Samenvatting

In de Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten is Richtlijn (EU) 2016/881 geïmplementeerd. In deze richtlijn is de verplichting tot het opstellen van een zogenoemd landenrapport en de automatische uitwisseling van de landenrapporten tussen de EU-lidstaten opgenomen (‘country-by-country reporting’). Richtlijn (EU) 2016/881 is tot stand gekomen in navolging van actiepunt 13 van het zogenoemde BEPS-project van de OESO. Op 1 januari 2016 zijn de betreffende OESO afspraken reeds in de Wet Vpb 1969 opgenomen. De Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten bevat daarom enkele aanvullende bepalingen in de Wet Vpb 1969 en in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen.

Documenten

stb-2017-215 (PDF)

Wet van 29 mei 2017 tot wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 houdende aanvullende regels in verband met de automatische uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot landenrapporten (Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voorzieningen te treffen ter implementatie van Richtlijn (EU) 2016/881 van de Raad van 25 mei 2016 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PbEU 2016, L 146);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 6d wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6e
1.
Onze Minister verstrekt op grond van Richtlijn 2011/16/EU automatisch het door een rapporterende entiteit die fiscaal inwoner is van Nederland aan de inspecteur verstrekte landenrapport, bedoeld in artikel 29e van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, aan de bevoegde autoriteit van elke lidstaat waarvan, blijkens de informatie in het landenrapport, een of meer groepsentiteiten van de multinationale groep van de rapporterende entiteit fiscaal inwoner zijn of waarin deze aan belasting zijn onderworpen met betrekking tot de activiteiten die via een vaste inrichting worden uitgeoefend.
2.
Onze Minister verstrekt het landenrapport, bedoeld in het eerste lid, binnen vijftien maanden na de laatste dag van het verslagjaar van de multinationale groep waarop het landenrapport betrekking heeft.
3.
Onze Minister stelt elke lidstaat in kennis van een bericht als bedoeld in artikel 29d, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
4.
Voor de toepassing van dit artikel worden de begrippen groepsentiteit, multinationale groep, rapporterende entiteit en verslagjaar opgevat in de zin van artikel 29b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
B

In artikel 14, vijfde lid, wordt «6c en 6d» vervangen door: 6c, 6d en 6e.

C

In artikel 19, derde lid, wordt «6c en 6d» vervangen door: 6c, 6d en 6e.

Artikel 6e

ARTIKEL II

In afwijking van artikel 6e, tweede lid, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen verstrekt Onze Minister van Financiën automatisch het landenrapport dat betrekking heeft op het eerste verslagjaar van de multinationale groep dat begint op of na 1 januari 2016 binnen achttien maanden na de laatste dag van dat verslagjaar.

ARTIKEL III

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 29c wordt als volgt gewijzigd:

Een groepsentiteit als bedoeld in het tweede of derde lid is niet verplicht de inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan zij een groepsentiteit is een landenrapport als bedoeld in artikel 29e te verstrekken indien die multinationale groep binnen die termijn een zodanig landenrapport beschikbaar stelt via een surrogaatmoederentiteit die dit rapport verstrekt aan de belastingautoriteiten van de staat waarvan zij fiscaal inwoner is. Indien de surrogaatmoederentiteit haar fiscale vestigingsplaats buiten de Europese Unie heeft, vindt de eerste volzin slechts toepassing indien:.
6.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de vorm en de inhoud van het bericht, bedoeld in het derde lid.
B

Artikel 29d wordt als volgt gewijzigd:

3.
Een groepsentiteit die fiscaal inwoner is van Nederland en op basis van artikel 29c, tweede lid, verplicht is de inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan zij een groepsentiteit is een landenrapport als bedoeld in artikel 29e te verstrekken dat betrekking heeft op dat verslagjaar, verzoekt haar uiteindelijkemoederentiteit om haar alle nodige informatie te verstrekken om te kunnen voldoen aan deze verplichting. Indien die groepsentiteit niet alle nodige informatie heeft ontvangen of verkregen om aan de in de vorige volzin bedoelde verplichting te kunnen voldoen, bericht die groepsentiteit de inspecteur hierover en verstrekt deze de inspecteur een landenrapport met alle informatie in haar bezit uiterlijk twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar ten aanzien waarvan de uiteindelijkemoederentiteit niet alle nodige informatie ter beschikking heeft gesteld.
4.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de vorm en de inhoud van het bericht, bedoeld in het eerste tot en met derde lid.
C

Artikel 29e wordt als volgt gewijzigd:

D

Artikel 29h wordt als volgt gewijzigd:

1.
Indien het aan opzet of grove schuld is te wijten dat niet, niet tijdig, niet volledig of niet juist is of wordt nagekomen:
  1. de verplichting, bedoeld in artikel 29c of artikel 29d, door de rapporterende entiteit;
  2. de verplichting, bedoeld in artikel 29d, tweede lid, door de groepsentiteit, bedoeld in artikel 29d, tweede lid;
vormt dit een vergrijp ter zake waarvan Onze Minister de rapporterende entiteit, onderscheidenlijk de groepsentiteit, bedoeld in artikel 29d, tweede lid, een bestuurlijke boete van ten hoogste het bedrag van de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, kan opleggen.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van 5 juni 2017 en vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot het eerste verslagjaar van de multinationale groep dat begint op of na 1 januari 2016, met dien verstande dat de wijziging ingevolge artikel III, onderdeel D, voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot vergrijpen die hebben plaatsgevonden op of na 5 juni 2017.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.