Besluit van 18 april 2017 tot wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening in verband met het aanwijzen van geliberaliseerde woningen voor middenhuur
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 27 februari 2017, nr. IENM/BSK-2017/38152, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 3.37, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 maart 2017, nr. W14.17.0056/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 11 april 2017, nr. IENM/BSK-2017/76133, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit ruimtelijke ordening wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1.1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
B
In artikel 3.1.2, eerste lid, wordt na «sociale huurwoningen,» ingevoegd: geliberaliseerde woningen voor middenhuur,.
C
In artikel 6.2.10, onder a, wordt na «sociale huurwoningen,» ingevoegd: geliberaliseerde woningen voor middenhuur,.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.