Part of Smart Yellow Suite

WGK007870
Wijziging Uitvoeringsbesluit WHW in verband met de Wet invoering associate degree-opleiding

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum uitgave 22 februari 2018
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW in verband met de Wet invoering associate degree-opleiding

Samenvatting

Met het besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 (UWHW) wordt de bekostiging van de asscociate degree-opleiding geregeld. Per inschrijving van een student voor een associate degree-opleiding is deze, samen met een eventuele door de student gevolgde bacheloropleiding, maximaal 4 jaar. Wanneer een student na het behalen van de graad Associate degree of de graad Bachelor een (tweede) associate degree-opleiding volgt op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg, ontvangt de instelling ook voor deze tweede opleiding bekostiging, gedurende maximaal 4 jaar. Er vindt geen bekostiging van afgegeven graden Associate degree plaats. Tevens worden enkele bepalingen in het UWHW die betrekking hebben op de soort collegegeld die een student verschuldigd is, van toepassing op een student die een associate degree-opleiding volgt. Studenten die na afronding van een opleiding - op een ander gebied dan onderwijs of gezondheidszorg - een tweede opleiding op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg gaan volgen, kunnen dat doen tegen wettelijk collegegeld. Een student die na het afronden van een opleiding een (tweede) associate degree-opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg volgt, kan dit eveneens tegen wettelijk collegegeld doen. Een student die voor de eerste keer een associate degree-opleiding, bacheloropleiding of masteropleiding volgt, kan zich tegelijkertijd voor dat wettelijk collegegeld inschrijven voor een of meer andere associate degree-opleidingen, bacheloropleidingen of masteropleidingen. Ook wordt de bepaling over persoonlijke omstandigheden bij het bindend studieadvies (bsa) aangepast. Een instelling die gebruik maakt van de wettelijke mogelijkheid om aan het eind van het eerste jaar van inschrijving aan een student een bsa te geven, krijgt de bevoegdheid om te regelen dat ook met andere persoonlijke omstandigheden dan die expliciet in het UWHW worden genoemd rekening te houden bij het afgeven van een bindend studieadvies, bijvoorbeeld het beoefenen van topsport. Ook wordt een hardheidsclausule ingevoerd voor omstandigheden die in het UWHW noch door de instelling worden aangemerkt als persoonlijke omstandigheid bij het afgeven van een bindend studieadvies, maar wel als zodanig zouden moeten gelden. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het regeerakkoord waarin staat dat er meer ruimte moet zijn om onderwijs en topsport te combineren.

Documenten

stb-2018-174 (PDF)

Besluit van 30 mei 2018 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008, het Besluit experiment vraagfinanciering hoger onderwijs en het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs in verband met de Wet invoering associate degree-opleiding

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 12 april 2018, nr. WJZ/1348518(7870), directie Wetgeving en Juridische Zaken,

Gelet op de artikelen 1.7a, 2.6, eerste en zevende lid, 6.13, derde lid, 7.8b, zevende lid, 7.9, derde lid, 7.45a, tweede lid, en 7.48, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 mei 2018, nr. W05.18.0093/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 mei 2018, nr. 1364261, directie Wetgeving en Juridische Zaken,

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I WIJZIGING UITVOERINGSBESLUIT WHW 2008

Het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;.
B

Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. andere in de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13 van de wet, op grond van artikel 7.13, tweede lid, onderdeel f, van de wet, vast te leggen persoonlijke omstandigheden,
  2. andere dan in de onderdelen a tot en met h bedoelde persoonlijke omstandigheden die, indien zij door het instellingsbestuur niet in de beoordeling zouden worden betrokken, zouden leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
C

Artikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Een persoon die zich volgens het basisregister onderwijs voor de eerste keer inschrijft voor een associate degree-opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg, nadat hij eerder een graad Associate degree, graad Bachelor of graad Master heeft behaald in verband met een opleiding op een ander gebied dan onderwijs of gezondheidszorg, is voor die opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg niet meer dan het wettelijk collegegeld verschuldigd, mits hij behoort tot één van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, of de Surinaamse nationaliteit bezit.
7.
Een student die op grond van het derde, vierde of vijfde lid aanspraak maakt op wettelijk collegegeld wordt voor een andere inschrijving niet vrijgesteld van het betalen van collegegeld als bedoeld in artikel 7.48, eerste lid, van de wet.
D

Artikel 2.3a wordt als volgt gewijzigd:

1.
Een persoon die blijkens het basisregister onderwijs sedert 1 september 1991 voor de eerste keer een opleiding volgt en zich voor het behalen van de aan die opleiding verbonden graad heeft ingeschreven voor een of meer andere opleidingen, is voor die andere opleiding of andere opleidingen wettelijk collegegeld verschuldigd, mits hij behoort tot één van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, of de Surinaamse nationaliteit bezit.
E

In artikel 3.6 vervalt de aanduiding «1.» voor het artikel en wordt in onderdeel b «een persoon aan wie een graad is verleend vervangen door «een persoon aan wie de graad Bachelor of de graad Master is verleend».

F

In het achtste lid van artikel 4.3 wordt «, zoals opgenomen in bijlage 1» vervangen door «als bedoeld in artikel 4.10, derde lid».

G

Artikel 4.4, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1.
De gegevens bedoeld in artikel 4.3, eerste, tweede, vierde en vijfde lid gaan eenmalig vergezeld van een verklaring van een accountant. De verklaring wordt uiterlijk 15 april voorafgaand aan het begrotingsjaar verstrekt.
H

Artikel 4.8 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Een in het basisregister onderwijs geregistreerde inschrijving voor een opleiding van eerste inschrijving van een student voor een associate degree-opleiding geldt als een bekostigde inschrijving op de peildatum, indien het totaal aantal eerder bekostigde inschrijvingen voor associate degree-opleidingen en bacheloropleidingen gezamenlijk kleiner is dan vier.
3.
Een in het basisregister onderwijs geregistreerde inschrijving voor een opleiding van eerste inschrijving van een student voor een masteropleiding geldt als een bekostigde inschrijving op de peildatum, indien het totaal aantal eerder bekostigde inschrijvingen voor masteropleidingen kleiner is dan de wettelijke studielast van de desbetreffende opleiding, gedeeld door 60.
I

Artikel 4.10 komt te luiden:

Artikel 4.10. Aantal bekostigde inschrijvingen en graden per opleiding
1.
Het aantal bekostigde inschrijvingen voor een opleiding is het product van de factor behorend bij het bekostigingsniveau van de desbetreffende opleiding, bedoeld in het derde lid, en de som van het aantal bekostigde inschrijvingen voor die opleiding.
2.
Het aantal bekostigde graden voor een bacheloropleiding of masteropleiding is het product van de factor behorend bij het bekostigingsniveau van de desbetreffende opleiding, bedoeld in het derde lid, en de som van het aantal bekostigde graden dat in die opleiding is verleend.
3.
De factoren behorend bij de bekostigingsniveaus van de opleidingen worden vastgesteld bij ministeriële regeling. Deze factoren kunnen verschillen voor opleidingen in het wetenschappelijk onderscheidenlijk het hoger beroepsonderwijs, en voor associate degree-opleidingen, bacheloropleidingen onderscheidenlijk masteropleidingen.
4.
Indien in het kader van een gezamenlijke opleiding of gezamenlijke afstudeerrichting als bedoeld in artikel 7.3c van de wet sprake is van registratie van bekostigde bachelorgraden of mastergraden bij verschillende Nederlandse instellingen, wordt het aantal bekostigde graden dat het betreft bij elk van deze instellingen gedeeld door het aantal Nederlandse instellingen dat bij de gezamenlijke opleiding of gezamenlijke afstudeerrichting betrokken is.
J

Artikel 4.12 wordt als volgt gewijzigd:

K

Artikel 4.20 wordt als volgt gewijzigd:

L

In artikel 4.21, eerste lid, wordt na «die hebben geleid tot een promotie» ingevoegd: «ten overstaan van het college voor promoties of de commissie bedoeld in artikel 7.18, vierde lid van de wet».

M

Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Indien een persoon is ingeschreven voor een leraren- of gezondheidszorgopleiding, bedoeld in artikel 2.3 wordt in afwijking van artikel 1.1, in het onderdeel «student» het volgende gelezen:
3.
Indien het tweede lid van toepassing is en de student is reeds een graad Associate degree of een graad Bachelor voor een andere opleiding dan een leraren- of gezondheidszorgopleiding, blijven voor de toepassing van artikel 4.8 bij de inschrijving voor een associate degree-opleiding de bekostigde inschrijvingen voor een associate degree-opleiding en een bacheloropleiding voorafgaand aan het moment van de eerste graadverlening Associate degree en eerste graadverlening Bachelor voor een andere dan een leraren- of gezondheidszorgopleiding buiten beschouwing.
4.
Indien het tweede lid van toepassing is en de student is reeds een graad Bachelor voor een andere opleiding dan een leraren- of gezondheidszorgopleiding verleend, blijven voor de toepassing van artikel 4.8 bij de inschrijving voor een bacheloropleiding de bekostigde inschrijvingen voor een bacheloropleiding voorafgaande aan het moment van de eerste graadverlening Bachelor voor een andere opleiding dan een leraren- of gezondheidszorgopleiding en de bekostigde inschrijvingen voor een associate degree-opleiding voorafgaande aan het moment van de eerste graadverlening Associate degree buiten beschouwing.
6.
Met de in het derde en vierde lid genoemde inschrijvingen voor een associate degree-opleiding worden gelijkgesteld de inschrijvingen voor een associate degree-programma.
N

In artikel 6.6, onder 3°, vervalt «of Ad-programma».

O

Bijlage 1, behorend bij artikel 1.1. onderdeel v, vervalt.

P

In het opschrift van bijlage 7 wordt «Bijlage 7» vervangen door «Bijlage, behorend bij artikel 4.21, derde lid».

Artikel 4.10. Aantal bekostigde inschrijvingen en graden per opleiding

ARTIKEL II WIJZIGING BESLUIT EXPERIMENT VRAAGFINANCIERING HOGER ONDERWIJS

Het Besluit experiment vraagfinanciering hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 2, tweede lid vervalt «te».

C

In artikel 3, onderdeel d, vervalt «en deeltijdse of duale Ad-programma’s».

D

In artikel 7, tweede lid, vervalt «en Ad-programma’s».

E

In artikel 8 vervalt «of een toegelaten Ad-programma».

F

Artikel 9, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

G

In artikel 10, tweede lid, vervalt «en Ad-programma’s».

ARTIKEL III WIJZIGING BESLUIT EXPERIMENTEN FLEXIBEL HOGER ONDERWIJS

Het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 2, onderdeel b, vervalt «of Ad-programma’s».

C

In artikel 7, eerste lid, wordt «Ad-programma’s» vervangen door «associate degree-opleidingen».

D

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

E

In artikel 10, onderdeel a, wordt «Ad-programma’s» vervangen door «associate degree-opleidingen».

F

In artikel 12, derde lid, vervalt «of het desbetreffende Ad-programma».

G

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

H

In artikel 14, eerste lid, vervalt «, of een Ad-programma dat».

I

Artikel 17b, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1.
Een deelnemende instelling kan een student die is ingeschreven voor een voltijdse opleiding de mogelijkheid bieden die opleiding, of een deel daarvan, flexibel te volgen, waarbij
  1. de hoogte van het collegegeld wordt bepaald door de omvang van het onderwijs dat de student van plan is te volgen, en
  2. de student uitsluitend het onderwijs volgt waarvoor hij collegegeld betaalt.
J

In artikel 17o, derde lid, onderdeel a, wordt «bachelor- of masteropleidingen of de Ad-programma’s» vervangen door «opleidingen».

ARTIKEL IV INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2018.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.