Wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet
De Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (hierna: Experimentenwet) maakt het mogelijk om kiezers buiten Nederland te laten stemmen met een stembiljet dat per mail (aan de kiezer) kan worden gezonden en dat de kiezer zelf kan printen.
Het per mail kunnen versturen van het stembiljet levert tijdwinst op. Verder is het stembiljet door het kleine formaat makkelijker te tellen door de briefstembureaus.
Bij de EP-verkiezing in 2014 is voor het eerst met het nieuwe stembiljet geëxperimenteerd. Dat is succesvol verlopen (nagenoeg geen ongeldige stemmen). Ook bij de komende verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2017 wordt dit stembiljet weer gebruikt voor de kiezers in het buitenland.
De Experimentenwet is evenwel tijdelijk en verloopt op 1 januari 2018. Het is wenselijk in ieder geval nog één keer te experimenteren met een nieuw stembiljet voor kiezers buiten Nederland voordat kan worden besloten deze regels in de Kieswet op te nemen. Daartoe dient een verlenging van de Experimentenwet tot 1 januari 2021. Bij de eerstvolgende verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2019 hoeft dan niet te worden teruggevallen op de oude regeling in de Kieswet, waarbij kiezers de stembescheiden alleen per post toegestuurd kunnen krijgen en zij hetzelfde uitgebreide stembiljet krijgen toegestuurd als in het stemlokaal wordt gebruikt. Hetzelfde geldt voor een eventuele tussentijdse verkiezing van de leden van de Tweede Kamer die zich voordoet na 1 januari 2018.
Wet van 19 april 2017 tot wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de werkingsduur van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming te verlengen met 3 jaar;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5, eerste lid, wordt «drie maanden voor het einde van de werkingsduur van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 3, tweede lid,» vervangen door: voor 1 januari 2018.
B
In artikel 8, eerste en tweede lid, wordt «1 januari 2018» telkens vervangen door: 1 januari 2021.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Besluit van 22 mei 2017, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 19 april 2017 tot wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet (Stb. 2017, 180)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 mei 2017, nr. 2017-00000235945;
Gelet op artikel II van de wet van 19 april 2017 tot wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet (Stb. 2017, 180);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
De wet van 19 april 2017 tot wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet (Stb. 2017, 180) treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.
