Besluit van 8 september 2017, houdende aanpassing van het Besluit fondsen en spaarregelingen ten einde private financiering van cao-aanvullingen na de WW en op de WGA-uitkering mogelijk te maken in verband met de introductie van het derde WW-jaar en houdende aanpassing van het Besluit SUWI in verband met gegevenslevering aan uitvoerders van cao-regelingen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 mei 2017, nr. 2017-0000081558, gedaan mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Gelet op de artikelen 631, derde lid, onderdeel c, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en 73, vijfde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 juli 2017, no. W12.17.0133/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 september 2017, nr. 2017-0000143583, uitgebracht mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit fondsen en spaarregelingen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
Artikel 1
1.
Een fonds als bedoeld in artikel 631, derde lid, onder c, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.2.
Indien het een fonds betreft ter behartiging van algemene belangen van werknemers of werkgevers in een bedrijfstak gezamenlijk, voldoen de statuten en reglementen aan de voorschriften gesteld in titel 2.3.
Indien het een overkoepelend fonds betreft ter behartiging van algemene belangen van werknemers of werkgevers in een of meer bedrijfstakken of in een of meer ondernemingen gezamenlijk, voldoen de statuten en reglementen aan de voorschriften gesteld in titel 2, met dien verstande dat in de artikelen 1c tot en met 1g in plaats van «het fonds» telkens wordt gelezen: het overkoepelende fonds.4.
Betreft het een ander fonds dan bedoeld in het tweede of derde lid, dan voldoen de statuten en reglementen aan de voorschriften gesteld in titel 3.B
Het opschrift van titel 2 komt te luiden: Titel 2. Fondsen ter behartiging van algemene belangen van werknemers of werkgevers.
C
Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:
2.
Uit de in het eerste lid bedoelde bepaling blijkt tevens:- welk bedrag ten behoeve van een fonds als bedoeld in artikel 1, tweede lid, door de werkgever op het loon van de werknemers mag worden ingehouden; of
- welk percentage maximaal ten behoeve van een overkoepelend fonds als bedoeld in artikel 1, derde lid, door de werkgever op het loon van de werknemers mag worden ingehouden.
3.
Het bestuur van een overkoepelend fonds informeert de werkgever telkens vóór 1 november van het lopende jaar over het besluit inzake het voor het daarop volgende jaar vastgestelde percentage, bedoeld in het tweede lid, onder b. De werkgever meldt dit percentage vóór 1 december van het lopende jaar schriftelijk of elektronisch aan de werknemers. Bij die mededeling wordt het besluit van het bestuur gevoegd.4.
Nieuwe werknemers ontvangen de in het derde lid genoemde informatie uiterlijk op de dag van indiensttreding schriftelijk of elektronisch.D
Artikel 1b komt te luiden:
Artikel 1b
De statuten of reglementen van een fonds als bedoeld in artikel 1, tweede of derde lid, houden de doelstellingen in, met een nauwkeurige aanduiding van de belangen die het fonds behartigt en de deelnemende bedrijfstak of bedrijfstakken dan wel de deelnemende onderneming of ondernemingen.Artikel 1
Artikel 1b
De statuten of reglementen van een fonds als bedoeld in artikel 1, tweede of derde lid, houden de doelstellingen in, met een nauwkeurige aanduiding van de belangen die het fonds behartigt en de deelnemende bedrijfstak of bedrijfstakken dan wel de deelnemende onderneming of ondernemingen.
ARTIKEL II
Artikel 5.12 van het Besluit SUWI wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.