Wet van … tot wijziging van de Opiumwet in verband met het creëren van de mogelijkheid voor de burgemeester om een last onder bestuursdwang toe te passen indien in een pand voorwerpen of stoffen aanwezig zijn die bestemd zijn voor het telen of bereiden van drugs
Op grond van artikel 13b Opiumwet heeft de burgemeester de bevoegdheid om een pand te sluiten indien een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Die sluitingsbevoegdheid geldt niet als in een pand geen drugs worden aangetroffen, maar wel voorwerpen of stoffen die duidelijk bestemd zijn voor het telen of bereiden ervan. Het wetsvoorstel beoogt om de sluitingsbevoegdheid ook te laten gelden voor dergelijke (nu al strafbare) voorbereidingshandelingen.
Besluit van 19 december 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 12 december 2018 tot wijziging van de Opiumwet (verruiming sluitingsbevoegdheid) (Stb. 2018, 481)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 17 december 2018; directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2442897;
Gelet op artikel II van de Wet van 12 december 2018 tot wijziging van de Opiumwet (verruiming sluitingsbevoegdheid) (Stb. 2018, 481);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
De Wet van 12 december 2018 tot wijziging van de Opiumwet (verruiming sluitingsbevoegdheid) (Stb. 2018, 481) treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.