Besluit van 5 oktober 2016 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van de toetsingsinkomens, de verhoging van de toeslagpercentages in de eerste kindtabel en de maximale toeslagpercentages in de tweede kindtabel, de verhoging van de vaste voet, de verhoging en indexering van de maximum uurprijzen en het gedurende zes kalendermaanden behouden van aanspraak op kinderopvangtoeslag bij werkloos worden in het berekeningsjaar 2017
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 augustus 2016, nr. 177738, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op de artikelen 1.6, zevende lid, 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 september 2016, nr. W12.16.0226/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 september 2016, nr. 2016-0000211447;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit kinderopvangtoeslag wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, vierde lid, wordt «inspecteur» vervangen door «Belastingdienst/Toeslagen».
B
Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:
1.
De maximum uurprijs bedraagt voor:- dagopvang € 7,18;
- buitenschoolse opvang € 6,69; en
- gastouderopvang € 5,75.
C
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Indien het toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 6, € 99.999 of meer bedraagt, ontvangt de ouder voor de kosten van kinderopvang van het eerste kind, bedoeld in artikel 3, een kinderopvangtoeslag waarvan de hoogte 33,3 procent van die kosten betreft.D
Na artikel 8a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9
Indien een ouder of zijn partner in het berekeningsjaar 2017 werkloos wordt, behoudt hij in afwijking van artikel 1.6, vijfde lid, van de wet, gedurende zes kalendermaanden dezelfde aanspraak op een kinderopvangtoeslag indien sprake is van omstandigheden als bedoeld in artikel 1.6, vijfde lid, van de wet.E
Bijlage I, behorende bij het Besluit kinderopvangtoeslag, wordt vervangen door bijlage I behorende bij dit besluit.
Artikel 9
Indien een ouder of zijn partner in het berekeningsjaar 2017 werkloos wordt, behoudt hij in afwijking van artikel 1.6, vijfde lid, van de wet, gedurende zes kalendermaanden dezelfde aanspraak op een kinderopvangtoeslag indien sprake is van omstandigheden als bedoeld in artikel 1.6, vijfde lid, van de wet.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.