Wet van 12 oktober 2016, houdende bepalingen verband houdende met de vestiging in Nederland van de Kosovaarse Speciale Kamers en Speciale Aanklager met het oog op de berechting van ernstige misdrijven gepleegd in Kosovo tussen 1 januari 1998 en 31 december 2000 (Uitvoeringswet Speciale Kamers Kosovo)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is enige wettelijke voorzieningen te treffen teneinde uitvoering te geven aan het op 15 februari 2016 te Pristina gesloten Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo betreffende de vestiging van de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution in Nederland;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Artikel 2
De Nederlandse wet is niet van toepassing op vrijheidsontneming, ondergaan op last van de Speciale Kamers binnen aan de Speciale Kamers in Nederland ter beschikking gestelde ruimten.
Artikel 3
Op verzoek van de Speciale Kamers worden personen die zijn ontsnapt uit de vrijheidsontneming binnen in Nederland aan de Speciale Kamers ter beschikking gestelde ruimten of tijdens transport, overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 6 aan de Speciale Kamers overgeleverd.
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Na inwilliging van het verzoek om overlevering wordt de over te leveren persoon terstond ter beschikking van de Speciale Kamers gesteld. Een overeenkomstig artikel 27 van de Uitleveringswet bevolen vrijheidsbeneming kan tot dan toe worden voortgezet.
Artikel 7
Personen die zich in Nederland bevinden en wier medebrenging als getuige of deskundige door de Speciale Kamers is gelast, kunnen op last van de officier van justitie bij het arrondissementsparket Den Haag worden aangehouden en ter beschikking worden gesteld van de Speciale Kamers.
Artikel 8
Artikel 9
Personen die ingevolge de Instellingswet geen aanspraak kunnen maken op immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht van de Speciale Kamers, kunnen voor de toepassing van deze wet een dergelijke aanspraak evenmin maken ten aanzien van de rechtsmacht van de Nederlandse rechter en de uitvoerbaarheid van zijn beslissingen.
Artikel 10
Artikel 11
Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet Speciale Kamers Kosovo.
Artikel 12
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.