Part of Smart Yellow Suite

WGK007140
Wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het aanpassen van de gewichtenregeling

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum uitgave 9 mei 2018
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Besluit van 27 augustus 2018 tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het aanpassen van de groeiregeling en van het onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs

Samenvatting

Dit besluit heeft als doel een nieuwe systematiek in gebruik te nemen voor de toekenning van de onderwijsachterstandsmiddelen aan de schoolbesturen van basisscholen. Er bestaat dus nog maar één regeling voor de bekostiging van scholen voor onderwijsachterstandenbeleid: de gewichtenregeling en impulsregeling zijn hierin opgegaan. Net als in de oude regelingen geldt de bekostiging voor het achterstandenbeleid niet voor het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Uitgangspunt van de nieuwe systematiek is te komen tot een verdeling van de middelen die beter aansluit bij de onderwijsachterstandenproblematiek op basisscholen dan de oude gewichtenregeling en impulsregeling. Daarnaast heeft de nieuwe systematiek tot doel om de foutgevoeligheid en de uitvoeringslasten van de tot nu toe geldende regelingen voor scholen op te heffen.

Documenten

stb-2018-334 (PDF)

Besluit van 27 augustus 2018 tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het aanpassen van de groeiregeling en van het onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van 11 juli 2018, nr. WJZ/1381171 (7140), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 69, tweede lid, 120, derde lid, en 134, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 juli 2018, nr. W05.18.0204/l);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van 22 augustus 2018, nr. WJZ/1393408 (7140), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING BESLUIT BEKOSTIGING WPO

Het Besluit bekostiging WPO wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van de laatste begripsbepaling door een puntkomma, twee begripsbepalingen toegevoegd, luidende:

B

Artikel 11, tweede lid, komt te luiden:

2.
Het overzicht, bedoeld in het eerste lid, voor basisscholen is onderverdeeld in leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond met uitzondering van leerlingen van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit Suriname, de voormalige Nederlandse Antillen of Aruba en overige leerlingen.
C

Artikel 12a wordt gewijzigd als volgt:

D

In artikel 13, tweede lid, wordt «artikel 134, zesde lid, van de wet» vervangen door «artikel 134, achtste lid, van de wet».

E

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

2.
De factoren A, B en C van de formule, bedoeld in het eerste lid, worden als volgt berekend:A = 0,05 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 7 jaar op de datum, bedoeld in het derde lid;B = 0,0343 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 8 jaar en ouder op de datum, bedoeld in het derde lid;C = 1,5642 – (het aantal leerlingen op de datum, bedoeld in het derde lid, x 0,0115), met dien verstande dat C niet kleiner is dan nul.
F

In artikel 18, eerste lid, vervalt «, dan wel de leerlingen van wie opgave is gedaan aan Onze Minister overeenkomstig artikel 36a, vierde lid».

G

Artikel 27 komt te luiden:

Artikel 27. Achterstandsscore basisscholen
1.
Het Centraal bureau voor de statistiek berekent jaarlijks de achterstandsscore van elke basisschool op basis van de onderwijsscores van de leerlingen die op de teldatum zijn ingeschreven op een basisschool en van wie het persoonsgebonden nummer tezamen met de in artikel 178a, tweede lid, van de wet bedoelde gegevens uiterlijk op 1 december van het jaar voorafgaande aan het bekostigingsjaar zijn opgenomen in het basisregister onderwijs overeenkomstig artikel 178b van de wet.
2.
De achterstandsscore van een basisschool is de uitkomst van de formule A−B en wordt als volgt berekend:
3.
De achterstandsscore, bedoeld in het tweede lid, wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen. Indien de achterstandsscore negatief is, wordt deze gelijkgesteld aan nul.
4.
Het Centraal bureau voor de statistiek verstrekt jaarlijks aan Onze Minister de achterstandsscores van de basisscholen, berekend op grond van het tweede lid, in voorkomend geval uitgesplitst naar hoofdvestiging en nevenvestiging, en maakt deze zo spoedig mogelijk daarna openbaar.
5.
Indien een basisschool bestaat uit een hoofdvestiging en een of meer nevenvestigingen, bestaat de achterstandsscore van de basisschool uit de som van de rekenkundig afgeronde achterstandsscores die de afzonderlijke vestigingen zouden hebben, indien zij zelfstandige basisscholen zouden zijn.
6.
In geval van samenvoeging van scholen is artikel 121, derde lid, van de wet van overeenkomstige toepassing bij de bepaling van de leerlingen die op de teldatum zijn ingeschreven op de basisschool.
7.
In geval van verzelfstandiging van een vestiging wordt de achterstandsscore van het overblijvende deel van de basisschool, bedoeld in artikel 84a van de wet verminderd met de achterstandsscore van de nieuwe basisschool die op grond van artikel 84a van de wet voor bekostiging in aanmerking is gebracht. Indien de uitkomst negatief is, wordt deze gelijkgesteld aan nul.
8.
Bij de toepassing van dit artikel blijven scholen als bedoeld in artikel 185 van de wet en de leerlingen van die scholen buiten beschouwing.
H

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Aan een basisschool wordt aanvullende bekostiging voor personeelskosten toegekend voor de bestrijding van onderwijsachterstanden die bestaat uit een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag per eenheid achterstandsscore.
4.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt voor het schooljaar waarin een nieuwe speciale school voor basisonderwijs wordt geopend, het leeftijdsbedrag vermenigvuldigd met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van speciale scholen voor basisonderwijs op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar.
I

Artikel 28a vervalt.

J

Artikel 29 komt te luiden:

Artikel 29. Aanvullende bekostiging personeelskosten bij reguliere groei
1.
Aan het bevoegd gezag van één of meer basisscholen wordt aanvullende bekostiging voor personeelskosten voor groei van de aantallen leerlingen toegekend indien:
  1. de uitkomst van de formule X – Y dan wel, indien in dat schooljaar reeds aanvullende bekostiging voor personeelskosten voor groei van de aantallen leerlingen is toegekend, de uitkomst van de formule X – Z, groter is dan of gelijk is aan 13, waarbij de factoren X, Y en Z worden berekend overeenkomstig het tweede lid; en
  2. het persoonsgebonden nummer tezamen met de in artikel 178a, tweede lid, van de wet bedoelde gegevens van de leerlingen die op de eerste schooldag dan wel de eerste dag van de maand, bedoeld in de in het tweede lid genoemde factor X, op de school of scholen staan ingeschreven, uiterlijk 4 weken na die dag zijn opgenomen in het basisregister onderwijs overeenkomstig artikel 178b van de wet.
2.
De factoren X, Y en Z, bedoeld in het eerste lid, worden als volgt berekend:X = de som van de aantallen leerlingen van alle op 1 augustus van dat schooljaar onder dat bevoegd gezag ressorterende basisscholen, op de eerste schooldag van een schooljaar dan wel op de eerste dag van een maand in de periode van september tot en met april van dat schooljaar;Y= de som van 103% van de aantallen leerlingen van alle op 1 augustus van dat schooljaar onder dat bevoegd gezag ressorterende basisscholen, op 1 oktober van het schooljaar voorafgaande aan het schooljaar waarin de telling van X heeft plaatsgevonden, vermeerderd met de som van 103% van de aantallen leerlingen van alle op 1 augustus van dat schooljaar onder dat bevoegd gezag ressorterende basisscholen, bedoeld in artikel 121, tweede lid, van de wet, op 1 oktober van het schooljaar waarin de telling van X heeft plaatsgevonden;Z = de som van de aantallen leerlingen op grond waarvan de laatste maal in het schooljaar waarin de telling van X heeft plaatsgevonden aanvullende bekostiging voor personeelskosten in verband met groei van de aantallen leerlingen is toegekend
3.
Indien sprake is van een school die per 1 augustus van het schooljaar waarin de telling van X heeft plaatsgevonden, is ontstaan uit een samenvoeging, wordt bij de berekening van de in het tweede lid, genoemde factor Y 103% genomen van het aantal leerlingen van alle bij die samenvoeging betrokken scholen op 1 oktober van het schooljaar voorafgaande aan het schooljaar waarin de telling van X heeft plaatsgevonden.
4.
Bij de berekening van de in het tweede lid genoemde factor Y, wordt het aantal leerlingen op 1 oktober van het schooljaar voorafgaande aan het schooljaar waarin de telling van X heeft plaatsgevonden, berekend overeenkomstig artikel 121, vierde en vijfde lid, van de wet.
5.
Bij de berekening van 103% van de aantallen leerlingen, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt de uitkomst per school naar beneden afgerond op een geheel getal.
6.
De aanspraak op de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, ontstaat met ingang van de maand waarin de telling van X, bedoeld in het tweede lid, heeft plaatsgevonden. Indien de telling van X heeft plaatsgevonden op de eerste schooldag, en deze in de maand september valt, ontstaat de aanspraak op deze aanvullende bekostiging, in afwijking van de eerste volzin, met ingang van 1 augustus. De aanvullende bekostiging wordt per bevoegd gezag per groeidatum éénmalig toegekend.
7.
De in het eerste lid bedoelde aanvullende bekostiging wordt toegekend voor het aantal leerlingen dat X meer bedraagt dan Y, respectievelijk indien in dat schooljaar reeds aanvullende bekostiging voor personeelskosten voor groei van de aantallen leerlingen is toegekend, voor het aantal leerlingen dat X meer bedraagt dan Z, en bedraagt per leerling een basisbedrag, welk bedrag wordt verhoogd met een leeftijdsbedrag dat wordt vermenigvuldigd met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van basisscholen op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar.
8.
Het bedrag dat de uitkomst is van de toepassing van het zevende lid wordt vermenigvuldigd met het aantal maanden vanaf de maand van toekenning tot het einde van het schooljaar en vervolgens gedeeld door twaalf.
9.
Voor de berekening van het basisbedrag, bedoeld in het zevende lid, en het leeftijdsbedrag, bedoeld in het zevende lid, bedraagt de formatie per leerling 0,0487 formatieplaats.
K

In artikel 30, tweede lid, vervalt «, dan wel van deze leerlingen opgave is gedaan aan Onze Minister overeenkomstig artikel 36a, vierde lid.».

L

In artikel 34.1 vervalt «, met dien verstande dat deze correctie in elk geval betrekking heeft op leerlingen als bedoeld in artikel 27, eerste lid».

M

Na artikel 36 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 36a. Overgangsbekostiging onderwijsachterstandenbestrijding
1.
De aanvullende bekostiging voor een basisschool, berekend op grond van artikel 28, wordt voor de schooljaren 2019–2020, 2020–2021 en 2021–2022 per schooljaar vermeerderd met een bedrag berekend volgens de formule, genoemd in het tweede lid, als de uitkomst van die berekening positief is, en verminderd met een bedrag berekend volgens die formule als de uitkomst daarvan negatief is.
2.
Het bedrag van de vermeerdering of vermindering, bedoeld in het eerste lid, is de uitkomst van de formule (A – B) x C en wordt als volgt berekend:
3.
De factor A, bedoeld in het tweede lid, wordt aangepast met een jaarlijks bij ministeriële regeling vast te stellen percentage, dat wordt gebaseerd op de ontwikkeling van de som van de bekostiging voor alle basisscholen bedoeld in artikel 28.

Artikel 27. Achterstandsscore basisscholen

Artikel 29. Aanvullende bekostiging personeelskosten bij reguliere groei

Artikel 36a. Overgangsbekostiging onderwijsachterstandenbestrijding

ARTIKEL II.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

stb-2019-87 (PDF)

Besluit van 15 februari 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 27 augustus 2018 tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het aanpassen van de groeiregeling en van het onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs (Stb. 2018, 334)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 12 februari 2019, nr. 1477255 (7140), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel III, van het Besluit van 27 augustus 2018 tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het aanpassen van de groeiregeling en van het onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs (Stb. 2018, 334);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het Besluit van 27 augustus 2018 tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het aanpassen van de groeiregeling en van het onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs (Stb. 2018, 334) treedt in werking met ingang van 15 maart 2019.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.