Part of Smart Yellow Suite

WGK007118
Wijziging van het Besluit kosten doorberekening ACM i.v.m. uitbreiding van de toezichtstaken van de ACM op een aantal bepalingen van de MIF-verordening ((EU) nr. 2015/751)

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Economische Zaken en Klimaat
Datum uitgave 14 juni 2017
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

Wijziging van het Besluit i.v.m. uitbreiding van de toezichtstaken van de ACM op een aantal bepalingen van de MIF-verordening ((EU) nr. 2015/751)

Documenten

stb-2017-165 (PDF)

Besluit van 7 april 2017, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het mogelijk maken van een verhoging van de fosfaatgebruiksnorm bij het treffen van de equivalente maatregel gewasopbrengstafhankelijke fosfaatgebruiksnormen op landbouwgrond met fosfaattoestand neutraal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 juli 2016, nr. WJZ / 16100994, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op de artikelen 11, derde lid, en 40, eerste lid, van de Meststoffenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 september 2016, nr. W15.16.0187/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 5 april 2017, nr. WJZ / 17040998, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet wordt gewijzigd als volgt:

A

Na artikel 21a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21aa
1.
De fosfaatgebruiksnorm voor meststoffen, bedoeld in artikel 21a, onderdeel b, wordt vermeerderd met de in bijlage III, tabel 1, opgenomen tabel vermelde hoeveelheid fosfaat per hectare bouwland per jaar van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond indien een bedrijf de in de tabel gemiddelde gewasopbrengst heeft van het totale areaal van een gewas als bedoeld in de tabel, gemeten over de drie aan het desbetreffende jaar voorafgaande jaren.
2.
De landbouwer die gebruik maakt van de verhoging van de fosfaatgebruiksnorm, bedoeld in het eerste lid:
  1. heeft, voor zover het suikerbieten, de in bijlage III, tabel 2, genoemde consumptieaardappelrassen, wintertarwe of zomergerst betreft, de afnemers, bedoeld in het derde lid, gemachtigd om desgevraagd gegevens over de afgenomen hoeveelheden van het desbetreffende gewas te verstrekken aan de minister;
  2. beschikt, voor zover het pootaardappelen, zaaiui, mais en andere consumptieaardappelrassen dan de in bijlage III, tabel 2, genoemde consumptieaardappelrassen betreft, over schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat het gewas aan een afnemer is geleverd en waaruit blijkt wat de gewasopbrengst is die aan een afnemer is geleverd. Onder schriftelijk bewijs wordt in ieder geval facturen en afleverbewijzen van de gewassen en historische financiële informatie verstaan;
  3. beschikt, voor zover het pootaardappelen, zaaiui, mais en andere consumptieaardappelrassen dan de in bijlage III, tabel 2, genoemde consumptieaardappelrassen betreft, over een samenstellingsverklaring van een accountant waaruit blijkt dat de gewasopbrengst die aan een afnemer zou zijn geleverd in overeenstemming is met het door de landbouwer verstrekte schriftelijk bewijs, bedoeld in onderdeel b;
  4. stelt Onze Minister uiterlijk op 1 juni van het kalenderjaar ervan in kennis dat het desbetreffende bedrijf gebruik maakt van de verhoging van de fosfaatgebruiksnorm;
  5. bewaart als onderdeel van de administratie, bedoeld in artikel 32, gegevens waaruit ter zake van elk van de drie aan het desbetreffende jaar voorafgaande jaren blijkt:
    1. welke gewassen en rassen op het bedrijf werden geteeld;
    2. het aantal hectaren grond dat met de desbetreffende gewassen en rassen was beteeld;
    3. de hoogte van de gewasopbrengst;
    4. welke mestsoorten zijn gebruikt op het bedrijf; en
    5. de afnemers van de desbetreffende gewassen;
  6. bereikt de verhoging van de gebruiksnorm door het gebruik van kunstmest, compost, champost, schuimaarde of vaste mest van graasdieren. Het gebruik van deze meststoffen blijkt uit de administratie van de landbouwer;
  7. verleent medewerking aan de monitoring door Onze Minister van de milieueffecten van de toegestane vermeerdering van de hoeveelheid fosfaat op grond van het eerste lid.
3.
Voor de bepaling van de gewasopbrengst, bedoeld in het eerste lid, wordt uitsluitend in aanmerking genomen de hoeveelheid die door de desbetreffende landbouwer rechtstreeks is afgeleverd aan afnemers.
4.
In afwijking van het eerste lid, wordt de gewasopbrengst:
  1. in 2017 bepaald aan de hand van het voorafgaande jaar;
  2. in 2018 bepaald aan de hand van de twee voorafgaande jaren.
5.
Het vierde lid en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2019.
B

Na artikel 78 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 78a
Artikel 21aa en Bijlage III kunnen komen te vervallen op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
C

Bijlage III komt te luiden:

Artikel 21aa

Artikel 78a

Artikel 21aa en Bijlage III kunnen komen te vervallen op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.