Part of Smart Yellow Suite

WGK007049
Wijziging Reglement rijbewijzen in verband met enkele aanpassingen betreffende de implementatie van richtlijn 2006/126/EG

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Waterstaat
Datum uitgave 3 mei 2017
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

ontwerpbesluit tot wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met enkele aanpassingen betreffende de implementatie van richtlijn 2006/126/EG

Samenvatting

Op een aantal punten betreffende de implementatie van de richtlijn 2006/126/EG heeft de Commissie Nederland ingebrekegesteld. In het ontwerpbesluit zijn aanpassingen opgenomen om aan de bezwaren van de Commissie tegemoet te komen.

Documenten

stb-2017-298 (PDF)

Besluit van 27 juni 2017 tot wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met enkele aanpassingen betreffende de implementatie van richtlijn 2006/126/EG

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 27 maart 2017, nr. IenM/BSK-2017/67162, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEG L 403) en de artikelen 111, eerste lid, onderdeel b, 113, eerste lid, 116, eerste lid, 118, tweede lid, 120, eerste lid, 122, 126, vijfde lid, en 127, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 juni 2017, no. W14.17.0108-IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 21 juni 2017, nr. IenM/BSK-2017/156639, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Reglement rijbewijzen wordt als volgt gewijzigd.

A

Aan artikel 2, vierde lid, onderdeel a, subonderdeel I, wordt na de tekst onder 2° ingevoegd:

  1. of, indien de bestuurder niet beschikt over een rijbewijs voor de categorie A2, een niet langer dan een jaar en zes maanden tevoren afgegeven verklaring dat de bestuurder is geslaagd voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie A.
B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In afwijking van onderdelen d en e geldt voor bestuurders van driewielige motorrijtuigen van de rijbewijscategorie A de leeftijd van eenentwintig jaren;.
C

Aan artikel 7, tweede lid, onderdeel g, subonderdeel I, wordt na 2° ingevoegd:

  1. of, indien de bestuurder niet beschikt over een rijbewijs voor de categorie A1 of A2, een niet langer dan een jaar en zes maanden tevoren afgegeven verklaring dat de bestuurder is geslaagd voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie A.
D

In de artikelen 1, onderdelen t en w, 9, vierde lid, 28, onderdelen b, c en d, 31, 38, tweede lid, 40, derde lid, 41, tweede lid, 42, achtste lid, onderdelen b en c, 44, zesde lid, onderdeel a, 46, eerste lid, aanhef, en zevende lid, onderdeel a, 47, eerste lid, onderdelen b en c, aanhef en onder III, tweede lid, en derde lid, onderdelen a en b, 48, eerste lid, onderdelen b en c, aanhef en onder III, tweede lid, derde lid, onderdelen a en b, 48b, onderdeel c, onder i en onder iii, 48c, onderdeel a, onder ii en onder iv, 49, tweede lid, 107, 111, 112, 113, 115, 116, 118, 152, eerste lid, onderdeel e, onder i, 155, eerste en tweede lid, 155a, eerste lid, aanhef, 156a, tweede, derde en vierde lid, 156t, eerste lid, 156ac, en 185 wordt «Europese Gemeenschap» telkens vervangen door: Europese Unie.

E

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

7.
In afwijking van het eerste lid, onderdelen b, c en d, kan in Nederland met het in deze onderdelen bedoelde rijbewijs een motorrijtuig van de desbetreffende categorie worden bestuurd waaraan een aanhangwagen is gekoppeld. Met het in de eerste volzin bedoelde rijbewijs wordt gelijkgesteld een rijbewijs dat geldig is voor een of meer van de rijbewijscategorieën A1, A2 of A, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland.
F

Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a
1.
Aan de aanvrager van een rijbewijs A die op het tijdstip van de aanvraag de leeftijd van ten minste eenentwintig jaren, maar nog niet de leeftijd van vierentwintig jaren heeft bereikt, en op het tijdstip van de aanvraag nog niet beschikte over een rijbewijs voor de categorie A1 of A2, dan wel op dat tijdstip korter dan twee jaar beschikte over een rijbewijs voor de categorie A2, wordt een rijbewijs A afgegeven dat tot het bereiken van de leeftijd van vierentwintig jaren slechts geldig is voor het besturen van driewielige motorrijtuigen van die categorie. In het rijbewijs is deze beperking aangeduid met een bij ministeriële regeling vastgestelde codering.
2.
De houder van het in het eerste lid bedoelde rijbewijs A die op het tijdstip van het besluit tot afgifte van het in het eerste lid bedoelde rijbewijs A al beschikte over een rijbewijs voor de categorie A2 kan twee jaar na de datum van het besluit van afgifte van dat rijbewijs voor de categorie A2 een aanvraag indienen voor afgifte van een rijbewijs A zonder deze beperkende codering.
3.
De houder van het in het eerste lid bedoelde rijbewijs A die op het tijdstip van het besluit tot afgifte van dat rijbewijs A nog niet beschikte over een rijbewijs voor de categorie A2 kan twee jaar na de datum van het besluit van afgifte van het in het eerste lid bedoelde rijbewijs voor de categorie A een aanvraag indienen voor afgifte van een rijbewijs A zonder deze beperkende codering.
G

In artikel 22, eerste lid, vervalt: en, indien de aanvrager in het bezit is van een rijbewijs D1, voor het voortbewegen van een aanhangwagen indien deze wordt voortbewogen door een motorrijtuig voor het besturen waarvan een rijbewijs D1 is vereist.

H

Na artikel 25a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 25b
1.
Een vervangend rijbewijs als bedoeld in artikel 120 van de wet wordt afgegeven voor de resterende geldigheidsduur van de betreffende categorie of categorieën.
2.
Onverminderd artikel 25a en in afwijking van het eerste lid wordt, indien het te vervangen rijbewijs een rijbewijs betreft, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland, voor een of meer van de categorieën AM, A1, A2, A, B of BE:
  1. een vervangend rijbewijs afgegeven voor de resterende geldigheidsduur, indien die resterende geldigheidsduur niet langer is dan tien jaar, of
  2. een vervangend rijbewijs afgegeven met een geldigheidsduur van tien jaren, indien het te vervangen rijbewijs een resterende geldigheidsduur heeft van meer dan tien jaren.
3.
Onverminderd artikel 25a en in afwijking van het eerste lid wordt, indien het te vervangen rijbewijs een rijbewijs betreft, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland, voor een of meer van de categorieën C1, C1E, D1, D1E, C, CE, D of DE:
  1. een vervangend rijbewijs afgegeven voor de resterende geldigheidsduur, indien die resterende geldigheidsduur niet langer is dan vijf jaar, of
  2. een vervangend rijbewijs afgegeven met een geldigheidsduur van vijf jaren, indien het te vervangen rijbewijs een resterende geldigheidsduur heeft van meer dan vijf jaren.
I

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Onverminderd het tweede en derde lid dient de aanvrager, indien de aanvraag betrekking heeft op:
  1. de afgifte van een rijbewijs aan een aanvrager aan wie nog niet eerder een rijbewijs is afgegeven voor de rijbewijscategorie waarop de aanvraag betrekking heeft,
  2. de afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor een categorie of categorieën waarvoor een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs in verband met een gevorderd onderzoek naar diens rijvaardigheid tot het besturen van motorrijtuigen ongeldig is verklaard,
  3. de afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor een categorie of categorieën waarvoor een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs op het tijdstip waarop de in artikel 123b, eerste lid, van de wet bedoelde uitspraak onherroepelijk is geworden, geldig was, dan wel
  4. de afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor een categorie of categorieën waarvoor een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs ongeldig is verklaard op grond van artikel 124, eerste lid, onderdeel a, b of c, van de wet,
op het moment van de aanvraag in Nederland woonachtig te zijn en tevens hetzij in de onmiddellijk aan de aanvraag voorafgaande periode van één jaar ten minste 184 dagen in Nederland woonachtig te zijn geweest, hetzij gedurende een periode van ten minste zes maanden te zijn ingeschreven aan een in Nederland gevestigde universiteit, school voor middelbaar, voortgezet of hoger beroepsonderwijs of andere school voor middelbaar, voortgezet of hoger onderwijs.
3.
Indien de aanvrager van een rijbewijs op het tijdstip van de aanvraag in verband met zijn studie is ingeschreven aan een buiten Nederland gevestigde universiteit, school voor middelbaar, voortgezet of hoger beroepsonderwijs of een andere school voor middelbaar, voortgezet of hoger onderwijs en in dat kader verblijft in die andere staat, wordt hij geacht in Nederland woonachtig te zijn op voorwaarde dat hij tot de aanvang van zijn studie zijn gewone verblijfplaats in Nederland had.
J

Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het eerste lid, onderdeel b, geldt niet indien de aanvraag betrekking heeft op afgifte van een vervangend rijbewijs tegen overlegging van een rijbewijs, aan de aanvrager afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland.
K

In artikel 53, vierde lid, onderdelen b, aanhef, en c, wordt «24 jaar» telkens vervangen door: eenentwintig jaar.

L

Artikel 67c wordt als volgt gewijzigd:

M

In artikel 103, achtste lid, wordt «artikel 25a, eerste en tweede lid,» vervangen door: de artikelen 25a, eerste en tweede lid, en 25b.

N

Artikel 105a, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1.
Overeenkomstig artikel 120 van de wet wordt een vervangend rijbewijs afgegeven in de volgende gevallen:
  1. aan de aanvrager aan wie eerder een rijbewijs is afgegeven dat verloren is geraakt of teniet is gegaan dan wel versleten of geheel of ten dele onleesbaar is, indien:
    1. het te vervangen rijbewijs mede is afgegeven voor een der rijbewijscategorieën C, C1, D, D1, CE, C1E , DE of D1E;
    2. de geldigheidsduur van het te vervangen rijbewijs verstrijkt op of na de dag waarop de aanvrager de leeftijd van 75 jaren bereikt;
    3. het te vervangen rijbewijs geldig is tot de dag waarop de in het rijbewijzenregister geregistreerde termijn waarvoor de houder naar verwachting geschikt zal zijn voor het besturen van motorrijtuigen verstrijkt;
    4. uit een aantekening in het rijbewijzenregister blijkt dat de houder bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs dient aan te tonen dat hij beschikt over de lichamelijke en geestelijke geschiktheid die is vereist voor het besturen van motorrijtuigen van de categorie of categorieën waarop de aanvraag betrekking heeft;
    5. de aanvrager een vreemdeling is in de zin van de Vreemdelingenwet 2000, en geen onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, en hij niet rechtmatig in Nederland verblijft als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met d en l, van die wet;
    6. het in artikel 35, vierde lid, bedoelde geval;
  2. indien het overgelegde rijbewijs een rijbewijs betreft dat aan de aanvrager is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland en het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 45, tweede lid.
O

Aan artikel 152, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma een onderdeel ingevoegd, luidende:

  1. de noodzaak om in geval van afgifte van een rijbewijs op grond van artikel 45, tweede lid, tegen overlegging van een rijbewijs met een afwijkende geldigheidsduur ten behoeve van een toekomstige rijbewijsaanvraag de registratie van een verklaring van geschiktheid aan te vragen bij het CBR.

Artikel 16a

Artikel 25b

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 13 oktober 2016 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met aanvullende implementatie van richtlijn 2006/126/EG (Kamerstukken II 2016/17, 34 574, nrs. 1–3), nadien gewijzigd in voorstel van wet tot Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met aanvullende implementatie van richtlijn 2006/126/EG en enkele aanpassingen van redactionele aard en in verband met aangepaste termijnen inzake het opleggen van beschikkingen naar aanleiding van gedragingen die op kenteken zijn geconstateerd, tot wet is of wordt verheven, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.