Part of Smart Yellow Suite

WGK006900
Wijziging BuWav GVVA, Hybride ondernemerschap en Regeling Internationale handelscontacten

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Datum uitgave 6 januari 2017
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

Wijziging van het Besluit uitvoering Wet Arbeid Vreemdelingen in verband met het flexibel mogelijk maken van tijdelijke mobiliteit van buitenlandse arbeidskrachten naar Nederland in het kader van het internationale handelsverkeer voor werkzaamheden die geen verdringing opleveren.

Documenten

stb-2017-134 (PDF)

Besluit van 27 maart 2017, houdende wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in verband met enige knelpunten in verband met de verlenging van de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid, het toestaan dat kennismigranten, houders van een Europese blauwe kaart, wetenschappelijk personeel en studenten naast hun hoofdbezigheden ook als zelfstandige mogen werken, en een nieuwe Regeling internationaal handelsverkeer naar aanleiding van de evaluatie van de Pilot Kennisindustrie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 januari 2017, nr. 2017000061, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Wet arbeid vreemdelingen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 februari 2017, No.W12.17.0002/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 maart 2017, nr. 2017-0000044594;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel n, vervalt onder verlettering van onderdeel o tot onderdeel n.

B

Artikel 1b wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen, is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling:
  1. die in afwachting is van de beslissing op een aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van de gecombineerde vergunning voor dezelfde werkzaamheden bij dezelfde werkgever;
  2. van wie de aanvraag is ontvangen uiterlijk op de dag voor de dag waarop de geldigheidsduur van de gecombineerde vergunning verstrijkt, dan wel, indien deze later is ontvangen, indien de termijnoverschrijding de vreemdeling niet kan worden toegerekend;
  3. die dezelfde werkzaamheden verricht bij dezelfde werkgever als waarvoor de vreemdeling reeds voor de verlengingsaanvraag in het bezit is gesteld van een gecombineerde vergunning; en
  4. die beschikt over een door Onze Minister van Veiligheid en Justitie afgegeven geldige sticker in het paspoort met de aantekening «TWV niet vereist voor specifieke arbeid, andere arbeid toegestaan mits TWV is verleend».
C

Artikel 1d wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen is eveneens niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die arbeid verricht als bedoeld in het eerste lid, onder a, b, c of d, en daarnaast arbeid als zelfstandige verricht.
D

Artikel 1f eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  1. beschikt over een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor studie als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000, en arbeid als zelfstandige verricht, of als stagiair wordt tewerkgesteld in het kader van zijn studie; of
E

In artikel 1i wordt onder vernummering van het tweede tot derde lid een lid ingevoegd, luidende:

2.
Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen is eveneens niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die arbeid verricht als bedoeld in het eerste lid, en daarnaast arbeid als zelfstandige verricht.
F

In artikel 1j wordt «artikel 3.4, eerste lid, onder n, van het Vreemdelingenbesluit 2000» vervangen door: artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000.

G

Artikel 1k komt te luiden:

Artikel 1k
1.
Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen is niet van toepassing met betrekking tot de vreemdeling die werkzaamheden verricht binnen een traject in het kader van het internationale handelsverkeer, waarbij de in Nederland gevestigde werkgever de werkzaamheden in opdracht van de in het buitenland gevestigde onderneming, werkgever, of opdrachtgever verricht, indien het gaat om werkzaamheden die de vreemdeling uitoefent in de hoedanigheid van:
  1. directeur-grootaandeelhouder van een in het buitenland gevestigde onderneming;
  2. opdrachtnemer van een in het buitenland gevestigde onderneming; of
  3. werknemer van een in het buitenland gevestigde werkgever.
2.
De werkgever die gebruik wil maken van dit artikel dient daartoe een schriftelijke aanvraag in bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Bij het verzoek worden het traject, de bijbehorende werkzaamheden, evenals de duur van het traject gemeld, en wordt door de werkgever aangetoond dat hij aan de voorwaarden van dit artikel voldoet.
3.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen beslist binnen vijf weken op het verzoek tot toelating van het traject, bedoeld in het tweede lid.
4.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verleent de toelating van het traject, bedoeld in het tweede lid, voor het traject voor de duur van maximaal drie jaar.
5.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de toelating van het traject, bedoeld in het tweede lid, weigeren:
  1. indien de activiteit naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen concurrentie oplevert met het prioriteitgenietend aanbod, waarbij wordt meegewogen:
    1. de aard van het traject;
    2. de aard van de werkzaamheden die de vreemdeling binnen het traject zal uitvoeren;
    3. de duur van het traject;
    4. de waarde van de te leveren of geleverde goederen en diensten;
    5. het verwachte aantal vreemdelingen dat werkzaamheden zal uitvoeren binnen het traject; en
    6. de waarde van het traject;
  2. indien de werkgever binnen een periode van vijf jaar direct voorafgaande aan de aanvraag een onherroepelijke bestuurlijke boete is opgelegd op grond van een overtreding als bedoeld in:
    1. artikel 10:1 van de Arbeidstijdenwet;
    2. artikel 33 van de Arbeidsomstandighedenwet;
    3. artikel 18b van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;
    4. artikel 18 van de Wet arbeid vreemdelingen; of
    5. artikel 16 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;
  3. indien de werkgever binnen een periode van vijf jaar direct voorafgaande aan de aanvraag is gestraft op grond van:
    1. artikel 273f, van het Wetboek van Strafrecht;
    2. artikel 11:3 van de Arbeidstijdenwet; of
    3. artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet;
  4. indien de werkgever in het kader van een vorig traject niet heeft voldaan aan de meldplicht, bedoeld in het zevende lid.
6.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de toelating van het traject, bedoeld in het tweede lid, intrekken:
  1. indien de voor verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken te zijn geweest, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
  2. indien de werkgever binnen een periode van vijf jaar direct voorafgaande aan het moment waarop de toelating van het traject wordt ingetrokken een onherroepelijke bestuurlijke boete is opgelegd op grond van een overtreding als bedoeld in:
    1. artikel 10:1 van de Arbeidstijdenwet;
    2. artikel 33 van de Arbeidsomstandighedenwet;
    3. artikel 18b van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;
    4. artikel 18 van de Wet arbeid vreemdelingen; of
    5. artikel 16 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;
  3. indien de werkgever binnen een periode van vijf jaar direct voorafgaande aan het moment waarop de toelating van het traject wordt ingetrokken is gestraft op grond van:
    1. artikel 273f, van het Wetboek van Strafrecht;
    2. artikel 11:3 van de Arbeidstijdenwet; of
    3. artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet.
7.
Beëindiging van het traject meldt de werkgever binnen drie maanden na afloop aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
H

In artikel 1m wordt «artikel 3.4, eerste lid, onder l, van het Vreemdelingenbesluit 2000» vervangen door: artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000.

I

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1k

ARTIKEL II

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.