Besluit van 24 oktober 2017, houdende wijziging van enkele besluiten op het gebied van afvalstoffen (gescheiden aangeleverd afval gescheiden houden door inzamelaar en enkele andere verbeteringen en reparaties)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 22 juni 2017, nr. IenM/BSK-2016/289614, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 80 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, de artikelen 7.2, eerste en vierde lid, 9.2.2.6a, 9.5.2, eerste lid, 10.2, tweede lid, 10.46, eerste lid, en 10.47, eerste lid, van de Wet milieubeheer en artikel 2.30, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 augustus 2017, nr. W14.17.0178/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 16 oktober 2017, nr. IENM/BSK-2017/232572, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In artikel 3.83, vijfde lid, onderdeel b, van het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt «op- of neerwaartse bespuiting» vervangen door: op- of zijwaartse bespuiting.
ARTIKEL II
Het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 3.0 wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 3.1 wordt «artikel 6 van richtlijn 1999/32/EG» vervangen door: artikel 13 van richtlijn (EU) 2016/802.
D
De titel van paragraaf 3.1 komt te luiden: Uitvoering van richtlijn (EU) 2016/802 betreffende het zwavelgehalte van brandstoffen bestemd voor de zeescheepvaart
E
De titel van paragraaf 3.2 komt te luiden: Uitvoering van richtlijn (EU) 2016/802 betreffende het zwavelgehalte van zware stookolie en gasolie
F
Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:
G
Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:
H
In artikel 5.2, tweede lid, wordt «richtlijn 1999/32/EG» vervangen door: richtlijn (EU) 2016/802.
ARTIKEL III
Het Besluit inzamelen afvalstoffen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
- in een hoeveelheid van ten hoogste 200 liter per afgifte in verpakking: afgewerkte olie, indien:
- het gehalte aan polychloorbifenylen kleiner is dan of gelijk is aan 0,5 mg/kg (as received) per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180;
- het gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor kleiner is dan of gelijk is aan 1.000 mg/kg (as received);
- de olie na het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd niet vermengd is met andere stoffen, en
- de olie na het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd, separaat is verzameld en opgeslagen.
B
Na artikel 1 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
C
De artikelen 5 en 7 vervallen.
D
Artikel 9, onderdeel a, komt te luiden:
- afgewerkte olie die voldoet aan de vereisten van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, het eerste tot en met vierde streepje, met uitzondering van afgewerkte olie afkomstig van schepen.
E
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
F
De bijlage behorende bij de artikelen 1 en 9 van het Besluit inzamelen afvalstoffen vervalt.
Artikel 1a
Deze paragraaf berust op artikel 10.47, eerste lid, van de Wet milieubeheer.
Artikel 1b
Bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen die behoren tot een categorie van afvalstoffen als bedoeld in bijlage 11 van de Activiteitenregeling milieubeheer en die gescheiden worden afgegeven, worden afzonderlijk ingezameld, tenzij in een vergunning, afgeven krachtens artikel 10.48, eerste lid, van de Wet milieubeheer anders is bepaald.
ARTIKEL IV
Het begrip en de begripsomschrijving van «gevoelig gebied» in onderdeel A van de bijlage, behorende bij het Besluit milieueffectrapportage komt te luiden:
gevoelig gebied:- een gebied dat krachtens artikel 2.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming is aangewezen als Natura 2000-gebied;
- een kerngebied, begrensd natuurontwikkelingsgebied of begrensde verbindingszone, dat deel uitmaakt van de ecologische hoofdstructuur, zoals die structuur is vastgelegd in een geldend bestemmingsplan of, bij het ontbreken daarvan, in een geldende structuurvisie als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening, of, bij het ontbreken daarvan, zoals die structuur voorkomt op de kaart Ecologische Hoofdstructuur, behorend bij deel 4 van het Structuurschema Groene Ruimte (LNV-kenmerk GRR-95194);
- een gebied met behoud en herstel van de bestaande landschapskwaliteit, zoals dat gebied is vastgelegd in een geldend bestemmingsplan of, bij het ontbreken daarvan, in een geldende structuurvisie als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening, of, bij het ontbreken daarvan, zoals dat gebied voorkomt op de kaart Landschap, behorend bij deel 4 van het Structuurschema Groene Ruimte;
- een krachtens artikel 1.2, tweede lid, onder a, van de wet bij provinciale verordening aangewezen gebied met uitzondering van de zones waar het met het oog op de bescherming van het diepe grondwater is verboden te boren;
- een gebied dat krachtens artikel 3.1 van de Erfgoedwet is aangewezen als rijksmonument;
- een Belvedere-gebied als bedoeld in de bijlage «Gebieden» bij de nota «Belvedere, beleidsnota over de relatie tussen cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting» (Kamerstukken II 1998/99, 26 663, nr. 2) voorzover dat is vastgelegd in een geldende structuurvisie als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening of geldend bestemmingsplan;
ARTIKEL V
Het Besluit omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5.10 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Binnen een jaar nadat het afvalbeheerplan, bedoeld in artikel 10.3 van de Wet milieubeheer is gaan gelden:- toetst het bevoegd gezag of de vergunning voldoet aan de minimale hoogwaardigheid van verwerking van afzonderlijke afvalstoffen of categorieën afvalstoffen zoals beschreven in het afvalbeheerplan, en
- actualiseert het bevoegd gezag, indien noodzakelijk, de vergunningvoorschriften.
4.
Indien het afvalbeheerplan, bedoeld in het tweede lid, voor de periode 2017–2029 is gaan gelden voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel, vangt voor dat afvalbeheerplan de termijn van een jaar, bedoeld in dat lid, aan op de dag na inwerkingtreding van dit artikel.B
Aan artikel 8.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4.
Artikel 5.10, vierde lid, vervalt met ingang van de eerste dag waarop twee jaar zijn verstreken na de datum van inwerkingtreding van dat artikel.ARTIKEL VI
Het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
- het betreft meststoffen waarvan het gebruik is toegestaan op grond van het Besluit gebruik meststoffen.
4.
Het eerste lid, onder b, is niet van toepassing op bouw- en sloopafval dat niet is verwerkt tot granulaat of dat niet uitsluitend bestaat uit natuursteen of beton.C
De bijlage behorende bij artikel 1 vervalt.
ARTIKEL VII
Artikel 1, onderdeel a, van het Besluit beheer autowrakken komt te luiden:
- voertuig:
- bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen met een maximum gewicht van ten hoogste 3500 kilogram;
- bromfiets als bedoeld in artikel 1.1. van de Regeling voertuigen, niet zijnde een voertuig op twee wielen, of
- personenauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen.
ARTIKEL VIII
Een beschikking tot vermelding op de lijst van inzamelaars, bedoeld in artikel 10.45, eerste lid, onderdeel a, van de Wet milieubeheer, die is afgegeven binnen vijf jaar voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, wordt wat betreft de geldigheidsduur ervan gelijkgesteld met een beschikking tot vermelding op de lijst van inzamelaars die heeft plaatsgevonden na inwerkingtreding van dit besluit.
ARTIKEL IX
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.