Part of Smart Yellow Suite

WGK006861
Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018)

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Datum uitgave 20 december 2016
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen

Samenvatting

De regels over cliëntenraden in de zorg worden gewijzigd. Het instrumentarium van de cliëntenraad wordt versterkt teneinde cliëntenraden beter in staat te stellen om de belangen van de cliënt te behartigen. Een aantal belangrijke wijzigingen zijn: vervanging van het verzwaard adviesrecht door een instemmingsrecht, betere regeling van de financiering, wettelijke regeling van het enquêterecht, meer ruimte voor maatwerk en een verplichting voor zorgaanbieders in de langdurige zorg om individuele cliënten inspraak te geven in aangelegenheden die direct van invloed zijn op hun dagelijks leven. De verplichting tot het instellen van een cliëntenraad gaat gelden voor instellingen met meer dan tien medewerkers. De Inspectie Gezondheidszorg wordt belast met toezicht.

Documenten

stb-2019-215 (PDF)

Wet van 22 mei 2019, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen te versterken en daartoe een nieuwe Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Een instelling legt in haar statuten of, indien zij geen rechtspersoon is, anderszins schriftelijk vast dat de cliëntenraad in de gelegenheid wordt gesteld om een bindende voordracht te doen voor de benoeming van ten minste één lid van het toezichthoudende orgaan van de instelling.

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

De artikelen 4.2.4 tot en met 4.2.12 van de Jeugdwet worden vervangen door:

Artikel 4.2.4
1.
De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 is van overeenkomstige toepassing op jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen.
2.
De ingevolge het eerste lid in te stellen cliëntenraden dienen zowel de belangen van de jeugdigen als die van hun ouders te behartigen.
3.
Het eerste lid geldt niet voor een gecertificeerde instelling die tevens een door Onze Minister van Veiligheid en Justitie aanvaarde rechtspersoon is als bedoeld in de artikelen 256, eerste lid, en 302, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 4.2.5
1.
De pleegzorgaanbieder stelt een pleegouderraad in, die binnen het kader van zijn doelstelling de gemeenschappelijke belangen van de pleegouders behartigt. Een pleegzorgaanbieder kan deze verplichting ook nakomen door instelling van een pleegouderraad die voor meer dan één door hem in stand gehouden zorgeenheid werkzaam is.
2.
De artikelen 1 en 3 tot en met 15 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor «cliëntenraad» wordt gelezen «pleegouderraad».

Artikel 4.2.4

Artikel 4.2.5

Artikel 17

Indien de Wet van 13 juli 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (Stb. 2016, 288) in werking treedt voor verzoekprocedures, wordt in artikel 14, achtste lid, tweede zin, van deze wet «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.

Artikel 18

Artikel 2b, tweede lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten komt als volgt te luiden:

2.
Voordat de zorgaanbieder een Wzd-arts aanwijst, vraagt de zorgaanbieder hierover advies aan de cliëntenraad, bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018. De artikelen 7, vijfde en zesde lid, en 6, eerste lid, eerste volzin, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 zijn van toepassing.

Artikel 19

Indien het bij koninklijke boodschap van 30 juni 2009 ingediende voorstel van wet houdende Regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten; Kamerstukken II 2008/09, 31 996, nrs. 1–3 e.v.) tot wet is of wordt verheven en artikel 2b van die wet later in werking treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treden als deze wet, wordt artikel 2b, tweede lid, van die wet vervangen door:

2.
Voordat de zorgaanbieder een Wzd-arts aanwijst, vraagt de zorgaanbieder hierover advies aan de cliëntenraad, bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018. De artikelen 7, vijfde en zesde lid, en 6, eerste lid, eerste volzin, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 zijn van toepassing.

Artikel 20

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2:2, derde lid, komt als volgt te luiden:

2.
Voordat de zorgaanbieder het beleidsplan vaststelt, vraagt de zorgaanbieder hierover advies aan de cliëntenraad, bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018. De artikelen 7, vijfde en zesde lid, en 6, eerste lid, eerste volzin, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 zijn van toepassing.
B

Artikel 2:3, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1.
Voordat de zorgaanbieder de geneesheer-directeur aanwijst, vraagt de zorgaanbieder hierover advies aan de cliëntenraad, bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018. De artikelen 7, vijfde en zesde lid, en 6, eerste lid, eerste volzin, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 zijn van toepassing.

Artikel 21

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2010 ingediende voorstel van wet houdende Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg; Kamerstukken II 2009/10, 32 399, nrs. 1–3 e.v.) tot wet is of wordt verheven en de artikelen 2:2 en 2:3 van die wet later in werking treden dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treden als deze wet, worden de artikelen 2:2 en 2:3 van die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2:2, derde lid, komt als volgt te luiden:

2.
Voordat de zorgaanbieder het beleidsplan vaststelt, vraagt de zorgaanbieder hierover advies aan de cliëntenraad, bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018. De artikelen 7, vijfde en zesde lid, en 6, eerste lid, eerste volzin, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 zijn van toepassing.
B

Artikel 2:3, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1.
Voordat de zorgaanbieder de geneesheer-directeur aanwijst, vraagt de zorgaanbieder hierover advies aan de cliëntenraad, bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018. De artikelen 7, vijfde en zesde lid, en 6, eerste lid, eerste volzin, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 zijn van toepassing.

Artikel 22

Artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van de Wet toetreding zorgaanbieders komt als volgt te luiden:

  1. de bij artikel 3, eerste lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 gestelde eis.

Artikel 23

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 september 2017 ingediende voorstel van wet houdende Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders; Kamerstukken II 2016/17, 34 767, nrs. 1–3 e.v.) tot wet is of wordt verheven en artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van die wet later in werking treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, komt artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van die wet als volgt te luiden:

  1. de bij artikel 3, eerste lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 gestelde eis.

Artikel 24

De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen wordt ingetrokken.

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Onze Minister voor Medische Zorg zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 28

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 29

Deze wet wordt aangehaald als: Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.