Wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met aanpassing van de evenementenlijst
Besluit van 30 september 2015 houdende wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met aanpassing van de evenementenlijst
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 22 juni 2015, nr. WJZ/782114 (10516), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 5.1, eerste lid, en 5.2 van de Mediawet 2008;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 juli 2015, nr. W05.15.0196/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 september 2015, nr. WJZ/814386 (10516), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Mediabesluit 2008 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19, derde lid, komt te luiden:
3.
In afwijking van het eerste lid behoeven wedstrijden die deel uitmaken van de in dat lid bedoelde evenementen en die gelijktijdig plaatsvinden niet alle door middel van volledige rechtstreekse verslaggeving te worden verspreid, als ten minste een van deze wedstrijden wordt verspreid door middel van volledige rechtstreekse verslaggeving op een open televisiekanaal.B
De bijlage, bedoeld in artikel 18 van het Mediabesluit 2008, wordt als volgt gewijzigd:
- Tennis (dames en heren):Wimbledon en Roland Garros: de finales enkelspel.
ARTIKEL II
Onze Minister zendt binnen acht jaar na de inwerkingtreding van dit besluit aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de evenementenlijst in de praktijk.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
Wet van 5 oktober 2016, houdende wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in verband met de mogelijkheid tot herziening van pensioenfondsen voor het notariaat
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is onder meer de Wet op het notarisambt te wijzigen in verband met de mogelijkheid tot herziening van pensioenfondsen voor het notariaat;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het notarisambt wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel m, vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel l door een punt.
B
Titel IXa komt te luiden:
Artikel 113a
ARTIKEL II
De Pensioenwet wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1 wordt in de definitie van verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds het woord «en» vervangen door een komma, en wordt aan het slot toegevoegd: en artikel 113a, eerste lid, van de Wet op het notarisambt.
B
Artikel 70 wordt gewijzigd als volgt:
1.
Voor de toepassing van de artikelen 71 tot en met 92 wordt onder ontvangende pensioenuitvoerder mede verstaan een beroepspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.ARTIKEL III
Artikel 81 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt gewijzigd als volgt:
1.
Voor de toepassing van de artikelen 82 tot en met 100 wordt onder ontvangende pensioenuitvoerder mede verstaan een pensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.