Part of Smart Yellow Suite

WGK006696
Wet accreditatie op maat

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum uitgave 6 september 2016
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Wet van 15 juni 2018 tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel (Wet accreditatie op maat)

Samenvatting

Het wetsvoorstel bevat een verwerking van de voorstellen van de stuurgroep Accreditatiestelsel 3.0 "Accreditatie op maat". Het gaat om het doorvoeren van een aantal verbeteringen in het bestaande stelsel met als doel vermindering van administratieve lasten. Bovendien is het hoofdstuk over accreditatie in de WHW opnieuw gestructureerd.

Documenten

stb-2018-209 (PDF)

Wet van 15 juni 2018 tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel (Wet accreditatie op maat)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is een aantal knelpunten in het accreditatiestelsel op te lossen, de ervaren lasten van het accreditatiestelsel te verminderen en in verband daarmee de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek aan te passen; dat het voorts wenselijk is de bepalingen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek die betrekking hebben op de kwaliteitszorg en het accreditatiestelsel te herschikken zodat die samen een meer overzichtelijk geheel vormen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 1.7a, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  1. hoofdstuk 5,.
C

Na artikel 1.17 wordt voor titel 3 een artikel ingevoegd, luidende:

1.17a. Kwaliteitszorg instellingen voor wetenschappelijk onderzoek
1.
Het instellingsbestuur van een instelling voor wetenschappelijk onderzoek als bedoeld in artikel 1.5 draagt er zorg voor dat wordt voorzien in een regelmatige beoordeling, mede door onafhankelijke deskundigen, van de kwaliteit van de werkzaamheden van de instelling. Voor zover die beoordeling mede geschiedt door onafhankelijke deskundigen worden de uitkomsten van dat deel van de beoordeling door het instellingsbestuur openbaar gemaakt.
2.
Onze Minister ziet toe op de uitvoering van het eerste lid. Hij kan onderzoek laten verrichten naar de kwaliteit van de werkzaamheden van de instellingen.
D

Artikel 1.18 komt te luiden:

Artikel 1.18. Algemene kwaliteitszorg
Het instellingsbestuur van een instelling voor hoger onderwijs draagt er zorg voor dat, zoveel mogelijk in samenwerking met andere instellingen, wordt voorzien in een regelmatige beoordeling, mede door onafhankelijke deskundigen, van de kwaliteit van de werkzaamheden van de instelling. De beoordeling geschiedt mede aan de hand van het oordeel van studenten over de kwaliteit van het onderwijs van de instelling. Het deel van de beoordeling dat is uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen wordt door het instellingsbestuur openbaar gemaakt. Bij de beoordeling worden de uitkomsten van eerdere beoordelingen betrokken.
E

Na hoofdstuk 4 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

F

Hoofdstuk 5a vervalt.

G

Artikel 6.2 wordt als volgt gewijzigd:

  1. het gezamenlijk verzorgen van een opleiding of afstudeerrichting als bedoeld in artikel 7.3c,.
5.
In geval Onze Minister instemt met het samenvoegen van bestaande opleidingen en het accreditatieorgaan heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een nieuwe opleiding:
  1. dient het instellingsbestuur van de samengevoegde opleiding de aanvraag voor accreditatie bestaande opleiding in, onderscheidenlijk legt het visitatierapport voor het eerst over, op de datum waarop ten behoeve van de opleidingen die worden samengevoegd als eerste de aanvraag accreditatie bestaande opleiding zou moeten worden ingediend, onderscheidenlijk als eerste het visitatierapport zou moeten worden overgelegd; en
  2. kan Onze Minister desgevraagd bepalen dat het instellingsbestuur uiterlijk bij de aanvang van het zesde studiejaar, nadat de samenvoeging heeft plaatsgevonden, deze ongedaan maakt zonder dat daarvoor instemming als bedoeld in het eerste lid noodzakelijk is. Alsdan legt het instellingsbestuur voor de afzonderlijke opleidingen het visitatierapport over op de datum waarop het instellingsbestuur van de samengevoegde opleiding het visitatierapport zou moeten overleggen.
6.
Onze Minister kan het instellingsbestuur maximaal twee jaar uitstel verlenen van de data, bedoeld in het vorige lid.
H

Artikel 6.5 wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 6.7b, vijfde lid, vervalt «, bedoeld in artikel 5a.8, eerste lid,».

J

In artikel 6.9, vijfde lid, wordt «artikel 5a.12» vervangen door: artikel 5.21, derde lid,.

K

Artikel 6.13, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. of toepassing is gegeven aan artikel 5.9, tweede lid, artikel 5.17, tweede lid, respectievelijk artikel 5.18;.
  1. indien toepassing is gegeven aan artikel 5.31, derde lid, de termijn waarvoor accreditatie nieuwe opleiding wordt verlengd,.
L

Artikel 6.14 wordt als volgt gewijzigd:

2.
De aanvraag geschiedt onder vermelding van de gegevens, bedoeld in artikel 6.13, vierde lid. Bij de aanvraag voegt het instellingsbestuur het besluit, bedoeld in artikel 5.8, eerste lid, artikel 5.16, eerste lid, of artikel 5.22, tweede lid, en het besluit, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid. Het instellingsbestuur dat een aanvraag doet voor registratie van een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs voegt zo nodig het besluit, bedoeld in artikel 7.4a, vijfde lid, eerste volzin, toe. 3. Het vierde lid, tweede volzin, komt te luiden: Hij houdt daarbij rekening met de termijn, bedoeld in artikel 5.8, eerste lid, onderdelen a en b.
M

Artikel 6.15 wordt als volgt gewijzigd:

  1. de opleiding wordt beëindigd, na de termijn bedoeld in artikel 7.3, zesde lid,
  2. accreditatie bestaande opleiding wordt geweigerd of accreditatie wordt ingetrokken, op de datum, bedoeld in artikel 5.21, eerste lid, dan wel na de termijn, bedoeld in het derde lid,.
N

Artikel 7.3, zevende lid, vervalt.

O

In artikel 7.3c, eerste lid, wordt de zinsnede «de taken en bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5a.9, 5a.11, 6.2, 6.14, 7.4a, derde en achtste lid, 7.4b, derde lid, 7.8, 7.8b, 7.9, 7.10a, 7.11, 7.12a, 7.13, 7.17, 7.24 tot en met 7.30d, 7.32, 7.37, 7.42, 7.42a, 9.18, 10.3c en 11.11» vervangen door: de taken en bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5.6, 5.11, 6.2, 6.14, 7.4a, derde en achtste lid, 7.4b, derde lid, 7.8, 7.8b, 7.9, 7.10a, 7.11, 7.12a, 7.13, 7.17, 7.24 tot en met 7.30d, 7.32, 7.37, 7.42, 7.42a, 9.18, 10.3c en 11.11.

O1

In artikel 7.4b, negende lid, wordt «als bedoeld in het tweede lid» vervangen door: als bedoeld in het derde lid.

P

Artikel 7.10a wordt als volgt gewijzigd:

Q

In artikel 7.10b, eerste lid, vervalt de zinsnede «waarvoor een besluit als bedoeld in artikel 5a.13, derde lid, of een accreditatiebesluit als bedoeld in artikel 5a.9, vierde lid, is genomen».

R

Artikel 7.11, tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:

  1. wanneer aan de opleiding accreditatie nieuwe opleiding dan wel accreditatie bestaande opleiding is verleend en wanneer het behoud van accreditatie bestaande opleiding voor het laatst is bevestigd als bedoeld in artikel 5.16, derde lid, en.
S

Artikel 7.28 wordt als volgt gewijzigd:

S1

Aan artikel 7.48, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een student die aanspraak maakt op wettelijk collegegeld op grond van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 7.45a, tweede lid, voor een andere inschrijving niet wordt vrijgesteld van het betalen van collegegeld als bedoeld in dit lid.

T

In artikel 7.51b wordt «waaraan niet opnieuw accreditatie is verleend» vervangen door: die accreditatie bestaande opleiding is geweigerd als bedoeld in artikel 5.17, eerste lid, of waarvan accreditatie is ingetrokken als bedoeld in artikel 5.19 en artikel 5.20.

U

Artikel 9.18 wordt als volgt gewijzigd:

  1. instemmingsrecht ten aanzien van de onderwerpen in de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, tweede lid, onder a1, b, c, d, e, g en v.
  1. als taak het bespreken van het visitatierapport, bedoeld in artikel 5.13, vierde lid.
U1

In artikel 9.30a, tweede lid, onderdeel b, vervalt «, eerste lid,».

U2

In artikel 9.33, eerste lid, onderdeel b, vervalt «eerste lid,».

V

Artikel 9.40 wordt als volgt gewijzigd:

W

Artikel 10.3c wordt als volgt gewijzigd:

  1. instemmingsrecht ten aanzien van de onderwerpen in de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, tweede lid, onder a1, b, c, d, e, g en v,.
  1. als taak het bespreken van het visitatierapport, bedoeld in artikel 5.13, vierde lid.
W1

In artikel 10.16b, tweede lid, onderdeel b, vervalt «, eerste lid,».

W2

In artikel 10.20, eerste lid, onderdeel b, vervalt «eerste lid,».

X

In artikel 10.39, tweede lid, wordt «college van bestuur» telkens gewijzigd in: instellingsbestuur.

Y

Artikel 11.11 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 9.18, derde tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Z

Artikel 15.7, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1.
Het is verboden graden te verlenen, tenzij:
  1. aan de opleiding accreditatie is verleend, of
  2. toepassing is gegeven aan artikel 5.21, derde of zesde lid, of artikel 5.32, of
  3. de graad wordt verleend op grond van een buitenlandse wettelijke regeling en zowel bij het aantrekken van studenten als bij de graadverlening kenbaar is gemaakt tot welke graad de opleiding leidt en op grond van welke buitenlandse regeling de graad wordt verleend, of
  4. de graad wordt verleend op grond van artikel 7.18, eerste of zesde lid, of de uitzondering, bedoeld in artikel 1.22, tweede lid, van toepassing is.
Z1

In artikel 16.14, tweede lid, wordt «1.18, eerste lid, eerste en tweede volzin, en tweede lid,» vervangen door «1.18, eerste en tweede volzin,».

Z2

In artikel 18.2, eerste lid, vervalt «eerste lid,».

AA

Artikel 18.5 vervalt.

AA1

In artikel 18.29, eerste lid, vervalt «eerste lid,».

AA2

In artikel 18.30, eerste lid, vervalt «eerste lid,».

AB

In hoofdstuk 18 wordt na titel 15 een nieuwe titel ingevoegd, luidende

1.17a. Kwaliteitszorg instellingen voor wetenschappelijk onderzoek

Artikel 1.18. Algemene kwaliteitszorg

Het instellingsbestuur van een instelling voor hoger onderwijs draagt er zorg voor dat, zoveel mogelijk in samenwerking met andere instellingen, wordt voorzien in een regelmatige beoordeling, mede door onafhankelijke deskundigen, van de kwaliteit van de werkzaamheden van de instelling. De beoordeling geschiedt mede aan de hand van het oordeel van studenten over de kwaliteit van het onderwijs van de instelling. Het deel van de beoordeling dat is uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen wordt door het instellingsbestuur openbaar gemaakt. Bij de beoordeling worden de uitkomsten van eerdere beoordelingen betrokken.

Artikel 5.1. Reikwijdte

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de instellingen voor hoger onderwijs en op rechtspersonen die door het aanbieden van opleidingen rechtspersoon voor hoger onderwijs willen worden.

Artikel 5.2 Instelling en taken accreditatieorgaan

Artikel 5.3 Accreditatiekader

Artikel 5.4 Voordracht bestuursleden accreditatieorgaan

Artikel 5.5 Financiële middelen

Artikel 5.6 Aanvraag toets nieuwe opleiding

Artikel 5.7 Beoordeling kwaliteitsaspecten aanvraag toets nieuwe opleiding

Artikel 5.8 Verlening van accreditatie nieuwe opleiding

Artikel 5.9 Weigering accreditatie nieuwe opleiding en verlening accreditatie nieuwe opleiding onder voorwaarden

Artikel 5.10 Accreditatierapport

Artikel 5.11 Verkrijging van accreditatie bestaande opleiding

Artikel 5.12 Beoordeling kwaliteitsaspecten accreditatie bestaande opleiding

In het kader van een aanvraag voor accreditatie bestaande opleiding wordt de kwaliteit van de opleiding beoordeeld aan de hand van de volgende kwaliteitsaspecten:

Artikel 5.13 Visitatie van opleidingen in het kader van accreditatie bestaande opleiding

Artikel 5.14 Commissie van deskundigen en instemming

Artikel 5.15 Beoordeling aanvraag accreditatie bestaande opleiding

Artikel 5.16 Verlening en behoud van accreditatie bestaande opleiding

Artikel 5.17 Weigering accreditatie bestaande opleiding en verlening accreditatie bestaande opleiding onder voorwaarden

Artikel 5.18 Behoud accreditatie bestaande opleiding onder voorwaarden

Onverminderd artikel 5.16, derde lid, kan het accreditatieorgaan besluiten dat de opleiding accreditatie bestaande opleiding behoudt, ingeval de opleiding bij een herbeoordeling als bedoeld in artikel 5.16, eerste lid, door het accreditatieorgaan op een of meer van de kwaliteitsaspecten genoemd in artikel 5.12 negatief wordt beoordeeld maar de tekortkomingen naar zijn oordeel binnen afzienbare tijd kunnen worden weggenomen. Artikel 5.9, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5.19 Intrekking van accreditatie

Artikel 5.20 Tussentijdse intrekking van accreditatie

Artikel 5.21 Gevolgen weigering of intrekking van accreditatie

Artikel 5.22 Aanvraag en beoordeling toets nieuw Ad-programma

Artikel 5.23 Aanvraag en beoordeling instellingstoets kwaliteitszorg

Artikel 5.24 Verlening erkenning ITK

Indien de kwaliteitszorg door het accreditatieorgaan op de aspecten, genoemd in artikel 5.23, derde lid, positief wordt beoordeeld, wordt de erkenning ITK verleend voor de duur van zes jaar.

Artikel 5.25 Gevolgen erkenning ITK

Artikel 5.26 Verlenging erkenning ITK

Artikel 5.27 Weigering erkenning ITK en erkenning ITK onder voorwaarden

Artikel 5.28 ITK-Rapport

Artikel 5.29 Intrekking van de erkenning ITK

Artikel 5.30 Gevolgen weigering verlenging of intrekking van de erkenning ITK

Artikel 5.31 Wijziging in visitatiegroep, naam of toevoeging graad

Artikel 5.32 Gevolgen vernietiging van besluiten

Onze Minister kan bij toepassing van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, bepalen dat een instelling gedurende een door Onze Minister te bepalen termijn aanspraak behoudt op bekostiging, dat aan de examens een graad blijft verbonden en dat de registratie in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13, niet wordt beëindigd.

Artikel 18.87. Overgangsbepaling visitatie

In afwijking van artikel 5.13 en artikel 9.18, worden visitaties die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet accreditatie op maat zijn gestart, door een commissie van deskundigen, van wie het accreditatieorgaan heeft ingestemd met de samenstelling overeenkomstig artikel 5a.2, tweede lid, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet accreditatie op maat, afgerond overeenkomstig artikel 1.18, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet accreditatie op maat.

Artikel 18.88. Overgangsbepaling werkzaamheden commissie van deskundigen

In afwijking van artikel 5.14, eerste lid, onderdeel c, richt de commissie van deskundigen, van wie het accreditatieorgaan heeft ingestemd met de samenstelling overeenkomstig artikel 5a.2, tweede lid, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van de Wet accreditatie op maat, zijn werkzaamheden in overeenkomstig artikel 1.18, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet accreditatie op maat.

Artikel 18.89. Overgangsbepaling lopende besluiten toets nieuwe opleiding, accreditatiebesluiten en besluiten toets nieuw Ad-programma

Artikel 18.90. Overgangsbepaling beoordelingen aanvragen instellingstoets kwaliteitszorg en opleidingen van een instelling met een instellingstoets kwaliteitszorg

In afwijking van artikel 5.23, derde lid, worden aanvragen voor een instellingstoets kwaliteitszorg, ingediend voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet accreditatie op maat, beoordeeld overeenkomstig de kwaliteitsaspecten, genoemd in artikel 5a.13b, tweede lid, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet accreditatie op maat.

ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE WET OP HET ONDERWIJSTOEZICHT

In artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 4°, wordt «bedoeld in artikel 1.1, onderdelen q, r en s,» vervangen door: bedoeld in hoofdstuk 5.

ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

In artikel 118t, zevende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt «hoofdstuk 5a» vervangen door: hoofdstuk 5.

ARTIKEL IV WIJZIGING VAN DE WET TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE EN SCHOOLKOSTEN

De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt gewijzigd:

0A

In artikel 1.1, eerste lid, wordt in de alfabetische rangschikking een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

A

Artikel 2.11 komt te luiden:

Artikel 2.11. Lerarenopleidingen bekostigde en niet bekostigde instellingen hoger onderwijs
1.
Voor tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.1 kan een student in aanmerking komen die is ingeschreven voor het volgen van een bacheloropleiding of masteropleiding voor het beroep van leraar bij een bekostigde universiteit of hogeschool, genoemd in de bijlage van de WHW, dan wel bij een rechtspersoon voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel aa, van de WHW, voor zover aan die opleiding accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de WHW is verleend.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing gedurende de termijn, bedoeld in de artikelen 5.21, tweede en zesde lid, 5.33 en 6.5, tweede lid, van de WHW.
A1

Aan artikel 2.19 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4.
Het derde lid is niet van toepassing op personen die op grond van artikel 2.12, onder b, c of d, van de Wet studiefinanciering 2000 het levenlanglerenkrediet, bedoeld in de Wet studiefinanciering 2000, ontvangen.
A2

In artikel 2.21, eerste en tweede lid, wordt «studiefinanciering in de zin van de Wet studiefinanciering 2000» vervangen door: reguliere studiefinanciering.

A3

In artikel 5.1 wordt «studiefinanciering ingevolge de Wet studiefinanciering 2000» vervangen door: reguliere studiefinanciering.

A4

In artikel 5.7 wordt «studiefinanciering ingevolge de Wet studiefinanciering 2000» vervangen door: reguliere studiefinanciering.

A5

In artikel 6.2, eerste en tweede lid, wordt «studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000» vervangen door: reguliere studiefinanciering.

B

Artikel 12.3a wordt komt te luiden:

Artikel 12.3a. Afwijking van artikel 2.11
1.
In afwijking van artikel 2.11, komt tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip voor tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.1 mede in aanmerking een student die is ingeschreven voor het volgen van een voltijdse opleiding als bedoeld in artikel 18.64 van de WHW, voor zover aan die opleiding accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de WHW is verleend.
2.
In afwijking van artikel 2.11 komt tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip voor tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.1 mede in aanmerking een student die is ingeschreven voor het volgen voor het volgen van een bacheloropleiding of masteropleiding voor het beroep van leraar aan een aangewezen instelling als bedoeld in de artikelen 6.9 of 16.14 van de WHW, zoals die artikelen luidden op 31 augustus 2010.

Artikel 2.11. Lerarenopleidingen bekostigde en niet bekostigde instellingen hoger onderwijs

Artikel 12.3a. Afwijking van artikel 2.11

ARTIKEL V WIJZIGING VAN DE WET STUDIEFINANCIERING 2000

De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 2.8, tweede lid, komt te luiden:

2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing gedurende de termijn, bedoeld in de artikelen 5.21, tweede en zesde lid, 5.33 en 6.5, tweede lid, van de WHW.
C

Artikel 2.9 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing gedurende de termijn, bedoeld in de artikelen 5.21, tweede en zesde lid, 5.32 en 6.5, tweede lid, van de WHW.
C1

Artikel 2.12 komt te luiden:

Artikel 2.12. Opleidingen levenlanglerenkrediet
Een student kan in aanmerking komen voor levenlanglerenkrediet, indien hij is ingeschreven voor het volgen van:
  1. een opleiding als bedoeld in de artikelen 2.8 tot en met 2.11;
  2. een postinitiële masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3b, onderdeel a, van de WHW;
  3. een deeltijdse opleiding in het hoger onderwijs, bedoeld in artikel 7.7, eerste lid, van de WHW, waaraan accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de WHW is verleend; of
  4. een of meer onderwijseenheden als bedoeld in artikel 7.3, tweede lid, van de WHW, van een opleiding waaraan accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de WHW is verleend, aan:
    1. de Open Universiteit;
    2. een rechtspersoon voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.1 van de WHW; of
    3. een bekostigde instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8, eerste lid, van de WHW, met uitzondering van de Open Universiteit, in bij ministeriële regeling te bepalen gevallen, waarin bij wijze van experiment op grond van artikel 1.7a van de WHW, in afwijking van artikel 7.32, derde lid, van de WHW, inschrijving voor een onderwijseenheid is toegestaan.
C2

Artikel 3.16d wordt als volgt gewijzigd:

2.
In afwijking van het eerste lid kan aan bij ministeriële regeling vast te stellen groepen studerenden een hoger bedrag per maand worden toegekend, waarbij het totale levenlanglerenkrediet voor een periode van twaalf maanden niet meer bedraagt dan twaalf maal het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, b of c.
C3

In artikel 3.16e wordt na «toekenning» ingevoegd: , berekening.

D

In artikel 5.7, tweede lid, wordt de zinsnede «of een voltijdse masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3b van de WHW die is geaccrediteerd als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel s, van de WHW aanvangt» vervangen door: of een voltijdse postinitiële masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3b van de WHW aanvangt waaraan accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de WHW is verleend.

E

Artikel 12.1b wordt als volgt gewijzigd:

F

In artikel 12.15, tweede lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «hij heeft zich ingeschreven voor een geaccrediteerde opleiding in het hoger onderwijs in Nederland als bedoeld in artikel 7.3a van de WHW» vervangen door: hij heeft zich ingeschreven voor een bacheloropleiding of een masteropleiding in Nederland.

Artikel 2.12. Opleidingen levenlanglerenkrediet

Een student kan in aanmerking komen voor levenlanglerenkrediet, indien hij is ingeschreven voor het volgen van:

ARTIKEL VI WIJZIGING VAN DE WET STUDIEFINANCIERING BES

Artikel 1.1 van de Wet studiefinanciering BES wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL VII WIJZIGING VAN DE WET OP HET ACCOUNTANTSBEROEP

In artikel 49, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op het accountantsberoep wordt «voor zover deze opleidingen niet zijn geaccrediteerd overeenkomstig artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of niet de toets nieuwe opleiding overeenkomstig artikel 5a.11 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met positief gevolg hebben ondergaan» vervangen door: voor zover aan deze opleidingen geen accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is verleend.

ARTIKEL VIII WIJZIGING VAN DE WET TOEZICHT ACCOUNTANTSORGANISATIES

Artikel 83 van de Wet toezicht accountantsorganisaties vervalt.

ARTIKEL VIIIA WIJZIGING VAN DE POLITIEWET 2012

In artikel 102, eerste lid, van de Politiewet 2012 vervalt «eerste lid,».

ARTIKEL IX SAMENLOOPBEPALINGEN

A

Indien het bij koninklijke boodschap van 13 februari 2017 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enkele andere wetten met het oog op het omvormen van het Associate degree-programma tot zelfstandige opleiding en het toevoegen van het niet-bekostigd onderwijs aan het diplomaregister (Wet invoering associate degree-opleiding) (Kamerstukken II 2016/17, 34 678) tot wet is of wordt verheven, en:

  1. het gezamenlijk verzorgen van een opleiding of afstudeerrichting als bedoeld in artikel 7.3c,.
  1. het gezamenlijk verzorgen van een opleiding of afstudeerrichting als bedoeld in artikel 7.3c,.
B

Indien het bij koninklijke boodschap van 3 december 2015 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met een verbeterde regeling voor het gezamenlijk verzorgen van hoger onderwijs door Nederlandse en buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs alsmede vanwege enkele andere wijzigingen ter bevordering van de internationalisering van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (bevordering internationalisering hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek) (Kamerstukken II 2015/16, 34 355) tot wet is of wordt verheven, en artikel I, onderdeel D, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als artikel I, onderdeel O, van deze wet wordt in artikel I, onderdeel O, «artikel 7.3c» vervangen door: artikel 7.3d.

ARTIKEL X INWERKINGTREDING

ARTIKEL XI CITEERTITEL

Deze wet kan worden aangehaald als Wet accreditatie op maat.

stb-2018-313 (PDF)

Besluit van 27 augustus 2018, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele bepalingen van de Wet accreditatie op maat

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 augustus 2018, nr.WJZ/1393814(6696), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel X, eerste lid, van de Wet accreditatie op maat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.