Wet van 22 februari 2017 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat
het wenselijk is de positie van leraren en docenten in de school of instelling te verstevigen en hun beroepskwaliteit te verbeteren; dat het daarvoor noodzakelijk is een omschrijving van het beroep van leraar of docent, diens professionele ruimte en het onderhoud van zijn bekwaamheid door middel van een lerarenregister en een registervoorportaal wettelijk te verankeren; dat het daarvoor noodzakelijk is de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS
De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening in het derde tot en met achtste schooljaar kan in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, onder 1, behalve door degene die beschikt over een in dat onderdeel b, onder 1, bedoeld getuigschrift waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen voor het geven van lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs, uitsluitend worden gegeven door degene die beschikt over een in dat onderdeel b, onder 1, bedoeld getuigschrift waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen die zijn vastgesteld krachtens artikel 32a, eerste lid, en- in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of
- onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.
5.
Op de inzet van een leraar voor schoolonderwijs zijn de artikelen 31a, en 38b tot en met 38v van toepassing.C
Na artikel 31 wordt ingevoegd:
Artikel 31a. Het beroep van leraar
1.
Onder het beroep van leraar wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de school, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school.2.
Leraren komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen.3.
Leraren beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over:- de inhoud van de lesstof;
- de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt;
- de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de leerlingen en de contacten met de ouders;
- het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de leraren als onderdeel van het team.
4.
Het bevoegd gezag stelt in overleg met de leraren een professioneel statuut op waarin de afspraken zijn opgenomen over de wijze waarop de zeggenschap van leraren, bedoeld in het derde lid, wordt georganiseerd. Bij het opstellen van het professioneel statuut wordt de professionele standaard van de beroepsgroep in acht genomen.D
Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
12.
De periode waarvoor een leraar op grond van de dit artikel en artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3, tweede lid, aanhef en onderdeel b, en vierde lid, maximaal kan worden benoemd of kan worden tewerkgesteld zonder benoeming, vangt niet opnieuw aan door eenzelfde volgende benoeming of tewerkstelling zonder benoeming.13.
Na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming verstrekt het bevoegd gezag binnen een maand de basisgegevens van de leraar overeenkomstig de artikelen 38h, eerste lid, en 38r aan Onze Minister voor opname in het lerarenregister of het registervoorportaal.E
In artikel 32b wordt «waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld» vervangen door: waarvoor bekwaamheidseisen als bedoeld in artikel 32a, tweede en derde lid, zijn vastgesteld.
F
Na artikel 38a worden twee paragrafen ingevoegd:
Artikel 31a. Het beroep van leraar
Artikel 38b. Lerarenregister
Artikel 38c. Herregistratiecriteria
Artikel 38d. Verantwoordelijke
Onze Minister is voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 38e. Functionaris voor de gegevensbescherming
Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming, bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens, die belast is met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Artikel 38f. Autorisatie
Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels over de autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Artikel 38g. Gegevens in het lerarenregister
Artikel 38h. Levering gegevens door bevoegd gezag en leraar
Artikel 38i. Gegevens uit de basisregistratie personen
Artikel 38j. Opneming in het lerarenregister
Nadat een leraar de gegevens, bedoeld in artikel 38h, tweede of derde lid, heeft verstrekt, neemt Onze Minister het burgerservicenummer en de andere gegevens die zijn geleverd op grond van artikel 38h en verkregen op grond van artikel 38i of 38s, tweede lid, op in het lerarenregister, met dien verstande dat hij de basisgegevens slechts opneemt voor zover deze niet kunnen worden verkregen uit de basisadministratie personen.
Artikel 38k. Correctie op verzoek
Artikel 38l. Herregistratie
Artikel 38m. Gevolgen van niet-herregistreren
Indien uit het lerarenregister blijkt dat een leraar vier jaar na registratie of herregistratie niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, kan deze leraar voor dit onderwijs geen verantwoordelijkheden dragen als bedoeld in artikel 31a, eerste en tweede lid, totdat de betreffende leraar hieraan voldoet.
Artikel 38n. Verwijderen gegevens lerarenregister
Artikel 38o. Het verstrekken van gegevens
Artikel 38p. Registervoorportaal
Artikel 38q. Gegevens per leraar
Artikel 38r. Gegevenslevering registervoorportaal
Artikel 38s. Duur van de vermelding, overdracht, verwijderen en bewaren van gegevens
Artikel 38t. Het verstrekken van gegevens
Artikel 38u. Opname in registervoorportaal bij ontbreken benoemingsgrondslag
Indien bij of na de registratie in het lerarenregister of het registervoorportaal blijkt dat een leraar die is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoet aan de vereisten voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van het onderwijs dat hij geeft, wordt de leraar overeenkomstig deze paragraaf in het registervoorportaal geplaatst totdat hij voldoet aan de desbetreffende vereisten voor benoeming van dat onderwijs of dat een periode van vier jaar is verstreken.
Artikel 38v. Schakelbepaling
De artikelen 38b, vierde lid, 38d tot en met 38f, 38i tot en met 38k, zijn van overeenkomstige toepassing op het registervoorportaal.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET OP DE EXPERTISECENTRA
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening in groepen bestemd voor leerlingen vanaf 7 jaar in het speciaal onderwijs kan in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, onder 1, uitsluitend worden gegeven door degene die beschikt over een in dat onderdeel b, onder 1, bedoeld getuigschrift waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen die zijn vastgesteld krachtens artikel 32a, eerste lid, en:- in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of
- onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.
9.
Op de inzet van een leraar voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn artikelen 31a, en 38b tot en met 38v van toepassing.C
Na artikel 31 wordt ingevoegd:
Artikel 31a. Het beroep van leraar
1.
Onder het beroep van leraar wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de school, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school.2.
Leraren komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen.3.
Leraren beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over:- de inhoud van de lesstof;
- de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt;
- de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de leerlingen en de contacten met de ouders;
- het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de leraren als onderdeel van het team.
4.
Het bevoegd gezag stelt in overleg met de leraren een professioneel statuut op waarin de afspraken zijn opgenomen over de wijze waarop de zeggenschap van leraren als bedoeld in het derde lid wordt georganiseerd. Bij het opstellen van het professioneel statuut wordt de professionele standaard van de beroepsgroep in acht genomen.D
Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
12.
De periode waarvoor een leraar op grond van dit artikel en artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3, tweede lid, aanhef en onderdeel b, vijfde lid of zesde lid, maximaal kan worden benoemd of kan worden tewerkgesteld zonder benoeming, vangt niet opnieuw aan door eenzelfde benoeming of tewerkstelling zonder benoeming.13.
Na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming verstrekt het bevoegd gezag binnen een maand de basisgegevens van de leraar overeenkomstig de artikelen 38h, eerste lid, en 38r aan Onze Minister voor opname in het lerarenregister of het registervoorportaal.E
In artikel 32b, wordt na «waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld» ingevoegd: als bedoeld in artikel 32a, tweede en derde lid.
F
Na artikel 38a worden twee paragrafen ingevoegd:
Artikel 31a. Het beroep van leraar
Artikel 38b. Lerarenregister
Artikel 38c. Herregistratiecriteria
Artikel 38d. Verantwoordelijke
Onze Minister is voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 38e. Functionaris voor de gegevensbescherming
Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming als bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens die belast is met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Artikel 38f. Autorisatie
Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels over de autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Artikel 38g. Gegevens in het lerarenregister
Artikel 38h. Levering gegevens door bevoegd gezag en leraar
Artikel 38i. Gegevens uit de basisregistratie personen
Artikel 38j. Opneming in het lerarenregister
Nadat een leraar de gegevens, bedoeld in artikel 38h, tweede en derde lid, heeft verstrekt, neemt Onze Minister het burgerservicenummer en de andere gegevens die zijn geleverd op grond van artikel 38h en verkregen op grond van artikel 38i of 38r, tweede lid, op in het lerarenregister, met dien verstande dat hij de basisgegevens slechts opneemt voor zover deze niet kunnen worden verkregen uit de basisadministratie personen.
Artikel 38k. Correctie op verzoek
Artikel 38l. Herregistratie
Artikel 38m. Gevolgen van niet-herregistreren
Indien uit het lerarenregister blijkt dat een leraar vier jaar na registratie of herregistratie niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, kan deze leraar voor dit onderwijs geen verantwoordelijkheden dragen als bedoeld in artikel 31a, eerste en tweede lid, totdat de betreffende leraar hieraan voldoet.
Artikel 38n. Verwijderen gegevens lerarenregister
Artikel 38o. Het verstrekken van gegevens
Artikel 38p. Registervoorportaal
Artikel 38q. Gegevens per leraar
Artikel 38r. Gegevenslevering registervoorportaal
Artikel 38s. Duur van de vermelding, overdracht, verwijderen en bewaren van gegevens
Artikel 38t. Het verstrekken van gegevens
Artikel 38u. Opname in registervoorportaal bij ontbreken benoemingsgrondslag
Indien bij of na de registratie in het lerarenregister of het registervoorportaal blijkt dat een leraar die is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoet aan de vereisten voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van het onderwijs dat hij geeft, wordt de leraar overeenkomstig deze paragraaf in het registervoorportaal geplaatst totdat hij voldoet aan de desbetreffende vereisten voor benoeming van dat onderwijs of dat een periode van vier jaar is verstreken.
Artikel 38v. Schakelbepaling
De artikelen 38b, vierde lid, 38d tot en met 38f, 38i tot en met 38k, zijn van overeenkomstige toepassing op het registervoorportaal.
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Na artikel 32d wordt ingevoegd:
Artikel 32e. Het beroep van leraar
1.
Onder het beroep van leraar wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de school, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school.2.
Leraren komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen.3.
Leraren beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over:- de inhoud van de lesstof;
- de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt;
- de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de leerlingen en de contacten met de ouders;
- het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de leraren als onderdeel van het team.
4.
Het bevoegd gezag stelt in overleg met de leraren een professioneel statuut op waarin de afspraken zijn opgenomen over de wijze waarop de zeggenschap van leraren als bedoeld in het derde lid wordt georganiseerd. Bij het opstellen van het professioneel statuut wordt de professionele standaard van de beroepsgroep in acht genomen.C
Aan artikel 33 worden twee leden toegevoegd:
17.
De periode waarvoor een leraar op grond van het eerste lid, onderdeel b, onder 3, derde, vierde, vijfde, negende of twaalfde lid, of artikel 35a, maximaal kan worden benoemd of kan worden tewerkgesteld zonder benoeming, vangt niet opnieuw aan door eenzelfde benoeming of tewerkstelling zonder benoeming.18.
Na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming verstrekt het bevoegd gezag binnen een maand de basisgegevens van de leraar overeenkomstig artikel 41g, eerste lid, of artikel 41q aan Onze Minister voor opname in het lerarenregister of het registervoorportaal.D
In artikel 37a wordt «waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld» vervangen door: waarvoor bekwaamheidseisen als bedoeld in artikel 36, tweede en derde lid, zijn vastgesteld.
E
Na artikel 41 worden twee paragrafen ingevoegd:
F
In het eerste lid van artikel 55 wordt «artikelen 33, leden 1a tot en met vijf en veertien tot en met zestien, en 33a» vervangen door: artikelen 32e, 33, leden 1a tot en met vijf en veertien tot en met zeventien, 33a, 41a tot en met 41u.
Artikel 32e. Het beroep van leraar
Artikel 41a. Lerarenregister
Artikel 41b. Herregistratiecriteria
Artikel 41c. Verantwoordelijke
Onze Minister is voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 41d. Functionaris voor de gegevensbescherming
Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming, bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens die belast is met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Artikel 41e. Autorisatie
Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels over de autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Artikel 41f. Gegevens in het lerarenregister
Artikel 41g. Levering gegevens door bevoegd gezag en leraar
Artikel 41h. Gegevens uit de basisregistratie personen
Artikel 41i. Opneming in het lerarenregister
Nadat een leraar de gegevens, bedoeld in artikel 41g, tweede en derde lid, heeft verstrekt, neemt Onze Minister het burgerservicenummer en de andere gegevens die zijn geleverd op grond van artikel 41g en verkregen op grond van artikel 41h of 41r, tweede lid, op in het lerarenregister, met dien verstande dat hij de basisgegevens slechts opneemt voor zover deze niet kunnen worden verkregen uit de basisadministratie personen.
Artikel 41j. Correctie op verzoek
Artikel 41k. Herregistratie
Artikel 41l. Gevolgen van niet-herregistreren
Indien uit het lerarenregister blijkt dat een leraar vier jaar na registratie of herregistratie niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, kan deze leraar voor dit onderwijs geen verantwoordelijkheden dragen als bedoeld in artikel 32e, eerste en tweede lid, totdat de betreffende leraar hieraan voldoet.
Artikel 41m. Verwijderen gegevens lerarenregister
Artikel 41n. Het verstrekken van gegevens
Artikel 41o. Registervoorportaal
Artikel 41p. Gegevens per leraar
Artikel 41q. Gegevenslevering registervoorportaal
Artikel 41r. Duur van de vermelding, overdracht, verwijderen en bewaren van gegevens
Artikel 41s. Het verstrekken van gegevens
Artikel 41t. Opname in registervoorportaal bij ontbreken benoemingsgrondslag
Indien bij of na de registratie in het lerarenregister of het registervoorportaal blijkt dat een leraar die is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoet aan de vereisten voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van het onderwijs dat hij geeft, wordt de leraar overeenkomstig deze paragraaf in het registervoorportaal geplaatst totdat hij voldoet aan de desbetreffende vereisten voor benoeming van dat onderwijs of dat een periode van vier jaar is verstreken.
Artikel 41u. Schakelbepaling
De artikelen 41a, vierde lid, 41c tot en met 41e, 41h tot en met 41j, zijn van overeenkomstige toepassing op het registervoorportaal.
ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS
De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Na hoofdstuk 4, titel 1, wordt een titel ingevoegd:
C
In artikel 4.2.1 worden twee leden toegevoegd:
7.
De periode waarvoor een docent op grond van het tweede lid, onder c, met uitzondering van de geschiktheidsverklaring afgegeven op grond van 4.2.4, eerste lid, onder b, of vijfde lid, maximaal kan worden benoemd of kan worden tewerkgesteld zonder benoeming, vangt niet opnieuw aan door eenzelfde benoeming of tewerkstelling zonder benoeming.8.
Na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming verstrekt het bevoegd gezag binnen een maand de basisgegevens van de docent overeenkomstig artikel 4.4.7, eerste lid, en 4.4.17 aan Onze Minister voor opname in het lerarenregister of het registervoorportaal.D
In artikel 4.2.3a wordt na «werkzaamheden verricht waarvoor bekwaamheidseisen» ingevoegd: als bedoeld in artikel 4.2.3, tweede lid,.
E
Na artikel 4.3.2 wordt een titel ingevoegd:
Artikel 4.1a.1. Het beroep van docent
Artikel 4.4.1. Lerarenregister
Artikel 4.4.2. Herregistratiecriteria
Artikel 4.4.3. Verantwoordelijke
Onze Minister is voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 4.4.4. Functionaris voor de gegevensbescherming
Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming als bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens die belast is met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Artikel 4.4.5. Autorisatie
Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels over de autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Artikel 4.4.6. Gegevens in het lerarenregister
Artikel 4.4.7. Levering gegevens door bevoegd gezag en leraar
Artikel 4.4.8. Gegevens uit de basisregistratie personen
Artikel 4.4.9. Opneming in het lerarenregister
Nadat een docent de gegevens, bedoeld in artikel 4.4.7, tweede en derde lid, heeft verstrekt, neemt Onze Minister het burgerservicenummer en de andere gegevens die zijn geleverd op grond van artikel 4.4.7 en verkregen op grond van artikel 4.4.8 of 4.4.18, tweede lid, op in het lerarenregister, met dien verstande dat hij de basisgegevens slechts opneemt voor zover deze niet kunnen worden verkregen uit de basisadministratie personen.
Artikel 4.4.10. Correctie op verzoek
Artikel 4.4.11. Herregistratie
Artikel 4.4.12. Gevolgen van niet-herregistreren
Indien uit het lerarenregister blijkt dat een docent vier jaar na registratie of herregistratie niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, kan deze docent voor dit onderwijs geen verantwoordelijkheden dragen als bedoeld in artikel 4.1a.1, eerste en tweede lid, totdat de betreffende docent hieraan voldoet.
Artikel 4.4.13. Verwijderen gegevens lerarenregister
Artikel 4.4.14. Het verstrekken van gegevens
Artikel 4.4.15. Registervoorportaal
Artikel 4.4.16. Gegevens per docent
Artikel 4.4.17. Gegevenslevering registervoorportaal
Artikel 4.4.18. Duur van de vermelding, overdracht, verwijderen en bewaren van gegevens
Artikel 4.4.19. Het verstrekken van gegevens
Artikel 4.4.20. Opname in registervoorportaal bij ontbreken benoemingsgrondslag
Artikel 4.4.21. Schakelbepaling
De artikelen, 4.4.1, vierde lid, 4.4.3 tot en met 4.4.5, 4.4.8 tot en met 4.4.10, zijn van overeenkomstige toepassing op het registervoorportaal.
ARTIKEL V. EVALUATIEBEPALING
Onze Minister zendt binnen zes jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
ARTIKEL VI. SAMENLOOP MET HET WETVOORSTEL VAN HET LID VAN NISPEN TOT WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS, DE WET OP DE EXPERTISECENTRA EN DE WET PRIMAIR ONDERWIJS BES TER INVOERING VAN REGELS OVER DE KWALIFICATIE VAN DOCENTEN EN HET VASTSTELLEN VAN EEN MINIMUM AANTAL UREN VOOR WAT BETREFT HET BEWEGINGSONDERWIJS (KAMERSTUKKEN II, 2015/16, 34 420, nr. 2)
2.
Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening wordt uitsluitend gegeven door degene die voldoet aan de in het eerste lid bedoelde eisen en,- in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of
- onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk laatste geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.
5.
Op de inzet van een leraar voor schoolonderwijs zijn de artikelen 31a, en 38b tot en met 38v van toepassing.2.
Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening wordt uitsluitend gegeven door degene die voldoet aan de in het eerste lid bedoelde eisen en,- in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of
- onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk laatste geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.
ARTIKEL VII. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.