Besluit van 14 juni 2016, houdende wijziging van het Besluit bekostiging WPO en het Bekostigingsbesluit WVO in verband met het stellen van nadere voorwaarden aan de inrichting van orthopedagogisch-didactische centra in het primair onderwijs en het stellen van nadere voorwaarden aan het meetellen van onderwijstijd in het primair en voortgezet onderwijs
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 6 april 2016, nr. 914457 (6686), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;
Gelet op de artikelen 15, derde lid, en 18a, lid 10a, van de Wet op het primair onderwijs en op artikel 6h, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 4 mei 2016, nr. W05.16.0076/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 juni 2016, nr.WJZ/1000374(6686), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN HET BESLUIT BEKOSTIGING WPO
Het Besluit bekostiging WPO wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van Hoofdstuk IIIb wordt vervangen door:
B
Onder vernummering van artikel 34.10 tot artikel 34.12 worden twee artikelen na artikel 34.9 ingevoegd, luidende:
Artikel 34.10. Voorwaarden inrichting orthopedagogisch-didactische centra
1.
Indien het samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 1 van de wet, een of meer n orthopedagogisch-didactisch centra omvat, wordt dat vermeld in het ondersteuningsplan.2.
Een leerling, die is of wordt ingeschreven bij een school, kan gedurende ten hoogste een half jaar het onderwijsprogramma of een gedeelte daarvan volgen bij een orthopedagogisch-didactisch centrum. De termijn, genoemd in de eerste volzin, kan in bijzondere gevallen eenmalig worden verlengd met ten hoogste een half jaar.3.
Het onderwijs aan leerlingen die een programma volgen bij het orthopedagogisch-didactisch centrum wordt gegeven door leraren die voldoen aan de bevoegdheids- en bekwaamheidseisen zoals die zijn vastgesteld in de artikelen 3 en 32a van de wet.Artikel 34.11. Voorschriften aan meetellen onderwijstijd op andere school of instelling
1.
Voor de toepassing van artikel 15, eerste lid, van de wet is vereist dat tussen het bevoegd gezag van een school en het bevoegd gezag van een andere school, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, dan wel een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra een schriftelijke overeenkomst over de uitvoering daarvan wordt gesloten.2.
De overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, bevat in elk geval afspraken over:- de termijn waarvoor de overeenkomst is aangegaan;
- de onderwijsactiviteiten die de leerling ontvangt op de school of instelling;
- het aantal lesuren per week per onderwijsactiviteit dat ten minste wordt aangeboden; en
- de aanwezigheid van leraren, onderwijsondersteunend personeel en andere begeleiding van de leerling.
3.
Een leerling kan gedurende een termijn van ten hoogste drie maanden aaneengesloten het volledige onderwijsprogramma volgen op een school of instelling als bedoeld in het eerste lid. De overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, bevat dan in elk geval afspraken over:- de termijn waarvoor de overeenkomst is aangegaan;
- de aanwezigheid van leraren, onderwijsondersteunend personeel en andere begeleiding van de leerling; en
- het bedrag voor de personele en materiële kosten dat het bevoegd gezag van de school waar de leerling is ingeschreven betaalt aan het bevoegd gezag van de school of instelling waarmee de overeenkomst wordt gesloten.
4.
Onderdeel c is niet van toepassing op een overeenkomst met een school waaraan onderwijs wordt gegeven aan leerlingen die zijn opgenomen in een inrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen of een gesloten accommodatie als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.5.
Indien voor de toepassing van artikel 15, eerste lid, van de wet, scholen of instellingen binnen hetzelfde bevoegd gezag zijn betrokken, maakt dit bevoegd gezag afspraken met deze betrokken scholen of instellingen over de onderdelen, genoemd in het tweede of derde lid.Artikel 34.10. Voorwaarden inrichting orthopedagogisch-didactische centra
Artikel 34.11. Voorschriften aan meetellen onderwijstijd op andere school of instelling
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN HET BEKOSTIGINGSBESLUIT WVO
Het Bekostigingsbesluit WVO wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, eerste lid, wordt «onverminderd artikel 5 en artikel 7a» vervangen door: onverminderd de artikelen 5, 7a en 7c.
B
Na artikel 7b van het Bekostigingsbesluit WVO wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7c. Voorschriften aan meetellen onderwijstijd op andere school of instelling
1.
Voor de toepassing van artikel 6h, eerste lid, van de wet is vereist dat tussen het bevoegd gezag van een school of scholengemeenschap en het bevoegd gezag van een school voor voortgezet speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, dan wel van een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, een schriftelijke overeenkomst over de uitvoering daarvan wordt gesloten.2.
De overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, bevat in elk geval afspraken over:- de termijn waarvoor de overeenkomst is aangegaan;
- de vakken die de leerling zal ontvangen;
- het aantal lesuren per week per vak dat ten minste wordt aangeboden; en
- de aanwezigheid van leraren, onderwijsondersteunend personeel en andere begeleiding van de leerling.
3.
Een leerling kan gedurende een termijn van ten hoogste drie maanden aaneengesloten het volledige onderwijsprogramma volgen op een school of instelling als bedoeld in het eerste lid. De overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, bevat dan in elk geval afspraken over:- de termijn waarvoor de overeenkomst is aangegaan;
- de aanwezigheid van leraren, onderwijsondersteunend personeel en andere begeleiding van de leerling; en
- het bedrag voor de personele en materiële kosten dat het bevoegd gezag van de school of scholengemeenschap waar de leerling is ingeschreven betaalt aan het bevoegd gezag van de school dan wel van een instelling, bedoeld in het eerste lid, waarmee de overeenkomst wordt gesloten.
4.
Onderdeel c is niet van toepassing op een overeenkomst met een school waaraan onderwijs wordt gegeven aan leerlingen die zijn opgenomen in een inrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen of een gesloten accommodatie als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.5.
Indien voor de toepassing van artikel 6h, eerste lid, van de wet, scholen, scholengemeenschappen dan wel instellingen binnen hetzelfde bevoegd gezag zijn betrokken, maakt dit bevoegd gezag afspraken met deze betrokken scholen, scholengemeenschappen of instellingen over de onderdelen, genoemd in het tweede of derde lid.Artikel 7c. Voorschriften aan meetellen onderwijstijd op andere school of instelling
ARTIKEL III. INWERKINGTREDING
Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2016.