Wet van 22 februari 2017 tot wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en om de overgangsbepalingen voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland te verlengen en aanpassing van de Wet studiefinanciering BES om die in overeenstemming te brengen met de uitvoeringspraktijk
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het nodig is een aantal bepalingen in de onderwijswetgeving aan te passen om deze wetgeving beter te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en dat het wenselijk is de Wet studiefinanciering BES op een aantal punten in overeenstemming te brengen met de ontstane uitvoeringspraktijk en tevens diverse technische en redactionele verbeteringen door te voeren, de Wet primair onderwijs BES, de Wet voortgezet onderwijs BES en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES aan te passen met het oog op het overgangsrecht voor de voorziening in de onderwijshuisvesting en de Wet studiefinanciering 2000 te wijzigen om een technische verbetering door te voeren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 komt onderdeel c van de definitie van «het bevoegd gezag» als volgt te luiden:
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 11e, eerste lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
D
In artikel 17a, dertiende lid, wordt «adviescommissie overeenkomstig artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht» vervangen door «adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht» en wordt «beslissingen» vervangen door: besluiten.
E
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
F
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Op bezwaarschriften tegen beslissingen over toelating of verwijdering van leerlingen, beslist het bevoegd gezag, voor zover het een bevoegd gezag van een openbare school betreft in afwijking van artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht, binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift, doch niet eerder dan nadat de leerling en, indien deze jonger is dan 18 jaar, ook diens ouders, voogden of verzorgers, in de gelegenheid is, respectievelijk zijn gesteld, te worden gehoord en kennis heeft, respectievelijk hebben kunnen nemen van de op die beslissingen betrekking hebbende adviezen of rapporten.G
Aan artikel 27a wordt een lid toegevoegd, luidend:
8.
Indien het bevoegd gezag de mededelingen, bedoeld in het vijfde lid, heeft gedaan, kan de leerling binnen 6 weken na ontvangst van de gegevens, bedoeld in het zevende lid, bij het bevoegd gezag schriftelijk bedenkingen uiten tegen die mededelingen.H
Artikel 29, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:
I
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
J
Artikel 48a vervalt.
K
In artikel 56, derde lid, vervalt de tweede volzin.
L
Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:
M
Artikel 58, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
N
In artikel 66, derde lid, vervalt de tweede volzin.
O
Artikel 74, tweede volzin, komt te luiden:
Bij de toepassing van dit artikel zijn de artikelen 4, 5, 9 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies van toepassing.P
Artikel 85a wordt als volgt gewijzigd:
Q
Artikel 89, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
R
Artikel 96g, vijfde lid, vervalt.
S
Artikel 96k, derde lid, vervalt.
T
Artikel 106, vierde lid, vervalt.
U
Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL II. WIJZIGING WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS
De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, eerste volzin, zevende lid, eerste en tweede volzin, achtste lid, negende lid, eerste volzin, tiende lid en elfde lid, eerste volzin, wordt «bekostiging» vervangen door: vergoeding.
B
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 18a, twaalfde lid, wordt «adviescommissie overeenkomstig artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht» vervangen door «adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht» en wordt «beslissingen» vervangen door: besluiten.
D
Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:
E
In artikel 40c, tweede lid, wordt «Het besluit» vervangen door: De beslissing.
F
Artikel 70, tweede volzin, komt te luiden:
Bij de toepassing van dit artikel zijn de artikelen 4, 5, 9 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies van toepassing.G
Artikel 72a vervalt.
H
Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:
I
Artikel 76 wordt als volgt gewijzigd:
J
In artikel 77, eerste lid, wordt «het verzoek» vervangen door: de aanvraag.
K
Artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:
L
In artikel 80, eerste lid, wordt «verzoek» vervangen door «aanvraag» en wordt «verzoekers» vervangen door: aanvragers.
M
In artikel 81, tweede lid, tweede volzin, wordt «het verzoek» vervangen door: de aanvraag.
N
Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:
O
Artikel 83 wordt als volgt gewijzigd:
P
Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:
Q
Artikel 84a wordt als volgt gewijzigd:
R
Artikel 85a wordt als volgt gewijzigd:
S
In artikel 87, eerste lid, onderdeel a, wordt «het verzoek» vervangen door: de aanvraag.
T
In artikel 110, achtste lid, tweede volzin, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
U
Artikel 123 wordt als volgt gewijzigd:
V
Artikel 135 wordt als volgt gewijzigd:
Een aanvraag.W
Artikel 138 wordt als volgt gewijzigd:
X
Artikel 140, vijfde lid, vervalt.
Y
Artikel 155 wordt als volgt gewijzigd:
Z
Artikel 157a wordt als volgt gewijzigd:
AA
Artikel 183, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
BB
Artikel 184 wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL III. WIJZIGING WET OP DE EXPERTISECENTRA
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, eerste volzin, zesde lid, zevende lid, achtste lid, eerste volzin, en negende lid wordt «bekostiging» vervangen door: vergoeding.
B
In artikel 12, tweede lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
C
In artikel 16, eerste volzin, wordt «op verzoek van het bevoegd gezag toestaan» vervangen door: op aanvraag van het bevoegd gezag besluiten toe te staan.
D
In artikel 39, tweede lid, wordt «toestaan» vervangen door: besluiten toe te staan.
E
Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:
F
In artikel 40a, tweede lid, wordt «Het besluit» vervangen door: De beslissing.
G
In artikel 42 wordt in het tweede en derde lid «de beslissing» gewijzigd in: het besluit.
H
In artikel 46, tweede lid, eerste volzin, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
I
Artikel 71, tweede volzin, komt te luiden:
Bij de toepassing van dit artikel zijn de artikelen 4, 5, 9 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies van toepassing.J
Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:
K
In artikel 76a, eerste lid, wordt «hebbend verzoek» vervangen door: hebbende aanvraag.
L
In artikel 76b, eerste lid, wordt «hebbend verzoek» vervangen door: hebbende aanvraag.
M
In artikel 79, tweede lid, onderdeel a, wordt «verzoek heeft gevraagd» vervangen door «aanvraag heeft verzocht» en in onderdeel b wordt «een nieuw verzoek» vervangen door: een nieuwe aanvraag.
N
In artikel 80, eerste lid, onderdeel a, en in het vierde lid wordt «verzoeken» telkens vervangen door: aanvragen.
O
Artikel 81 wordt als volgt gewijzigd:
P
In artikel 83, vierde lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
Q
Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:
R
In artikel 86, tweede lid, eerste en vierde volzin, wordt «verzoeken» vervangen door «aanvragen» en in de vierde volzin «het verzoek om» door: de aanvraag tot.
S
In artikel 87, tweede lid, wordt «het verzoek» vervangen door: de aanvraag.
T
Artikel 120 wordt als volgt gewijzigd:
U
Artikel 129 wordt als volgt gewijzigd:
V
Artikel 132, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:
W
Artikel 134, vijfde lid, vervalt.
X
Artikel 147 wordt als volgt gewijzigd:
Y
Artikel 169, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
Z
Artikel 170 wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL IV. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS
De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.4.1, tweede lid, tweede volzin, vervalt.
B
Artikel 1.4a.1, vijfde lid, tweede volzin, vervalt.
C
Artikel 1.6.1, tweede lid, tweede volzin, vervalt.
D
Artikel 2.7, tweede volzin, komt te luiden:
Bij de toepassing van dit artikel zijn de artikelen 4, 5, 9 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies van toepassing.E
In artikel 2.8.1, vierde lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
F
Artikel 7.3.4, derde lid, derde volzin, vervalt.
G
Artikel 7.4.11, vierde lid, derde volzin, vervalt.
H
In artikel 8.1.1a, derde lid, wordt «het besluit tot inschrijving» vervangen door: de beslissing tot inschrijving.
I
Artikel 8.1.1c wordt als volgt gewijzigd:
J
In artikel 8.1.7, achtste lid, vervalt: van een bijzondere instelling.
K
Artikel 8a.2.2 wordt als volgt gewijzigd:
L
In artikel 8a.2.2a wordt in de aanhef «besluit» vervangen door «beslissing» en in onderdeel d «het besluit» door: de beslissing.
M
In artikel 8a.4.2, onder a en c, wordt «besluit» vervangen door: beslissing.
N
Artikel 8a.4.3 wordt als volgt gewijzigd:
O
In artikel 9.1.4, zevende lid, wordt «besluit» vervangen door: beslissing.
ARTIKEL V. WIJZIGING LEERPLICHTWET 1969
De Leerplichtwet 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1a1 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Indien Onze Minister naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 14 van de Wet op het onderwijstoezicht besluit dat een school niet langer voldoet aan de criteria die gelden voor een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, dan volgen burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de school is gevestigd dit besluit en oordelen zij dat de school niet langer een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3.B
Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:
4.
Burgemeester en wethouders besluiten binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag.C
Artikel 3b wordt als volgt gewijzigd:
5.
Burgemeester en wethouders besluiten binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag.D
In artikel 3c, eerste lid, aanhef, wordt «het verzoek» vervangen door: de aanvraag.
E
In artikel 10, aanhef, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
F
In artikel 11a, tweede lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
G
In artikel 13a, eerste lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
H
In artikel 14, eerste lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
ARTIKEL VI. WIJZIGING WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5a.9 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 5a.10 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Gelijktijdig met de bekendmaking publiceert het accreditatieorgaan het accreditatierapport op een voor iedereen kenbare wijze.C
Artikel 5a.13d wordt als volgt gewijzigd:
D
In artikel 6.10, eerste lid, wordt «artikel 1.12, tweede en derde lid» vervangen door: artikel 1.12, tweede of derde lid.
E
Artikel 6.14 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het instellingsbestuur kan een aanvraag doen tot registratie van een opleiding waaraan accreditatie is verleend. Het instellingsbestuur kan een aanvraag doen tot registratie van een opleiding die de instelling voornemens is te verzorgen, nadat die opleiding de toets nieuwe opleiding met positief gevolg heeft ondergaan. Het instellingsbestuur kan een aanvraag doen tot registratie van een Ad-programma, nadat dat Ad-programma de toets nieuw Ad-programma met positief gevolg heeft ondergaan. Indien er sprake is van het ongedaan maken van een samenvoeging als bedoeld in artikel 6.2, vijfde lid, doet het instellingsbestuur een nieuwe aanvraag tot registratie van de oorspronkelijke opleidingen.F
In artikel 7.3 wordt het vijfde lid, luidende «5. Het instellingsbestuur kan de naam van een opleiding wijzigen in het kader van het verlenen van accreditatie of tussentijds als daarmee wordt bereikt dat de naam beter aansluit bij wat binnen de visitatiegroep of de sector gebruikelijk is. Tussentijdse wijziging kan slechts plaatsvinden na instemming door het accreditatieorgaan. Het accreditatieorgaan stemt in als wordt voldaan aan de criteria, bedoeld in artikel 5a.2, lid 2a, onder b.» vernummerd tot zevende lid en als zevende lid na het zesde lid geplaatst.
G
In artikel 7.25b, eerste lid, onder b, wordt na «bedoeld in artikel 7.4.11, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs» ingevoegd: of artikel 7.4.13, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES,.
H
Artikel 9.15, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- de uitvoering van artikel 7.30c,.
- de uitvoering van de artikelen 6.7a en 7.9b, en
- het vaststellen van de procedures en criteria met betrekking tot erkenning van verworven competenties.
I
In artikel 10.20, eerste lid, onderdeel e, wordt «a tot en met g en w» vervangen door: a tot en met g en v.
ARTIKEL VII. WIJZIGING WET VOORTGEZET ONDERWIJS BES
De Wet voortgezet onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
B
In artikel 61, eerste volzin, wordt «toestaan» vervangen door: besluiten toe te staan.
C
Artikel 64, zesde lid, komt te luiden:
6.
Op een bezwaarschrift ter zake van de toelating of verwijdering van leerlingen, beslist het bevoegd gezag, voor zover het een bevoegd gezag van een openbare school betreft in afwijking van artikel 69, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES, binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift, doch niet eerder dan nadat de kandidaat-leerling, respectievelijk de leerling en, indien deze nog niet meerderjarig is, ook diens ouders, in de gelegenheid is, respectievelijk zijn gesteld, te worden gehoord en kennis heeft respectievelijk hebben kunnen nemen van de op die besluiten betrekking hebbende adviezen of rapporten.D
In artikel 72, zevende lid, eerste volzin, wordt «toestaan» vervangen door: besluiten toe te staan.
E
Artikel 80 wordt als volgt gewijzigd:
F
Artikel 113 wordt als volgt gewijzigd:
G
In artikel 114, derde lid, eerste volzin, wordt «toestaan» vervangen door: besluiten toe te staan.
H
In artikel 125 komt de laatste volzin te luiden:
Bij de toepassing van dit artikel zijn de titels 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4, 5, 9 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies van toepassing.I
In artikel 160 vervalt het vijfde lid en worden het zesde en zevende lid vernummerd tot vijfde en zesde lid.
J
In artikel 162, tweede lid, wordt «tweede tot en met zevende lid» vervangen door: tweede tot en met zesde lid.
K
In artikel 165 vervalt het vierde lid.
L
In artikel 189, vierde lid, eerste volzin, wordt «verzoek van het bevoegd gezag voor een door hem te bepalen tijd toestaan» vervangen door: aanvraag van het bevoegd gezag besluiten voor een door hem te bepalen tijd toe te staan.
M
Artikel 208 wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL VIII. WIJZIGING WET PRIMAIR ONDERWIJS BES
De Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5, vijfde lid, wordt «bekostiging» vervangen door: vergoeding.
B
In artikel 11, achtste lid, wordt «op verzoek van het bevoegd gezag toestaan» vervangen door: op aanvraag van het bevoegd gezag besluiten toe te staan.
C
In artikel 12, achtste lid, wordt «op verzoek van het bevoegd gezag toestaan» vervangen door: op aanvraag van het bevoegd gezag besluiten toe te staan.
D
In artikel 44, vijfde lid, wordt «het besluit» vervangen door «de beslissing» en wordt «dat besluit» vervangen door: die beslissing.
E
In artikel 67 komt de tweede volzin te luiden:
Bij de toepassing van dit artikel zijn de titels 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4, 5, 9 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies van toepassing.F
In artikel 94, negende lid, tweede volzin, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
G
In artikel 103, tweede lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
H
Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:
I
Artikel 123 wordt als volgt gewijzigd:
J
In artikel 167a, opschrift, eerste en tweede lid, wordt «voor de jaren 2011 tot en met 2017» telkens vervangen door: voor het jaar 2011 tot en met een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
ARTIKEL IX. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS BES
De Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.4.1, derde volzin, komt te luiden:
Bij de toepassing van dit artikel zijn de titels 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4, 5, 9 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies van toepassing.B
Artikel 8.1.1b wordt gewijzigd als volgt:
C
In artikel 8.1.7, achtste lid, vervalt «van een bijzondere instelling».
D
In artikel 8.1.7a, derde lid, wordt «Leerplichtwet 1969» vervangen door: Leerplichtwet BES.
E
In artikel 11.1b, opschrift, eerste en tweede lid, wordt «voor de jaren 2011 tot en met 2017» telkens vervangen door: voor het jaar 2011 tot en met een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
ARTIKEL X. WIJZIGING LEERPLICHTWET BES
De Leerplichtwet BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Indien Onze Minister naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 14 van de Wet op het onderwijstoezicht besluit dat een school niet langer voldoet aan de criteria die gelden voor een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, dan volgt het bestuurscollege van het openbaar lichaam waarin de school is gevestigd dit besluit en oordeelt het dat de school niet langer een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3.B
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
C
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
D
In artikel 19, aanhef, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
E
In artikel 21, tweede lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
F
In artikel 24, eerste lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
G
In artikel 26, eerste lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
ARTIKEL XI. WIJZIGING VAN DE WET OP HET ONDERWIJSTOEZICHT
In artikel 11b, zevende lid, van de Wet op het onderwijstoezicht wordt «brengt de inspectie zo spoedig mogelijk na de aanvang van het onderwijs advies uit aan burgemeester en wethouders over de vraag of deze onderwijsvoorziening een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, van de Leerplichtwet 1969» vervangen door: besluit de inspectie zo spoedig mogelijk na de aanvang van het onderwijs of deze onderwijsvoorziening een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, van de Leerplichtwet 1969.
ARTIKEL XII. WIJZIGING VAN DE WET OP DE ERKENDE ONDERWIJSINSTELLINGEN
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 19, derde lid, wordt «verzoek» vervangen door: aanvraag.
D
In artikel 26, tweede lid, wordt «een verzoek om» vervangen door: een aanvraag tot.
ARTIKEL XIIa. WIJZIGING WET STUDIEFINANCIERING BES
De Wet studiefinanciering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
- op grond van artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES erkende beroepsopleiding, en.
B
Artikel 1.3, onderdeel c, komt te luiden:
- onderwijssoort als bedoeld in paragraaf 2.5.
C
Artikel 1.4 komt te luiden:
Artikel 1.4. Nationaliteit en woonplaats
Voor studiefinanciering BES en een opstarttoelage kan een studerende in aanmerking komen die in de periode van drie maanden voorafgaand aan het studiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft woonplaats had in een openbaar lichaam en:- de Nederlandse nationaliteit bezit; of
- voorafgaand aan dat studiejaar ten minste tien jaar, al dan niet aaneengesloten, in een openbaar lichaam heeft gewoond.
D
Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Voor de opstarttoelage kan in aanmerking komen degene die aanspraak heeft op studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de WSF 2000.E
Artikel 1.6 komt te luiden:
Artikel 1.6. Inspecteur bepaalt inkomen of loon
Op verzoek van Onze Minister bepaalt de inspecteur, bedoeld in artikel 1.3 van de Belastingwet BES, het belastbaar inkomen, bedoeld in artikel 3 van de Wet inkomstenbelasting BES, van de debiteur.F
In artikel 2.2 wordt in tabel 1, tweede kolom, telkens na «Verenigde Staten van Amerika» toegevoegd: en Canada.
G
Artikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:
- een document of documenten waarmee aannemelijk wordt gemaakt welke opleiding de studerende zal gaan volgen.
2.
De aanvraag voor een opstarttoelage wordt ingediend voorafgaand aan de maand waarin de opleiding begint.H
Artikel 2.5, derde lid, komt te luiden:
3.
De opstarttoelage wordt slechts toegekend indien zij betrekking heeft op een nog niet aangevangen opleiding.I
Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:
J
Artikel 2.9, tweede lid, komt te luiden:
2.
Voor een opstarttoelage kan in aanmerking komen degene die aannemelijk kan maken dat hij in het Europese deel van Nederland een opleiding niveau 3 of 4 als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de WSF 2000 of hoger onderwijs gaat volgen.K
Artikel 2.10, tweede lid, komt te luiden:
2.
De aanspraak op de opstarttoelage vervalt indien de studerende niet binnen een termijn van 2 maanden na aanvang van de betreffende opleiding is ingeschreven voor het volgen van het onderwijs, bedoeld in artikel 2.9, tweede lid.L
Artikel 2.12 komt te luiden:
Artikel 2.12. Aanspraak bij einde studie beroepsonderwijs
1.
De aanspraak op studiefinanciering BES eindigt met ingang van de maand die volgt op de dag waarop de deelnemer het afrondende studiejaar van een opleiding met goed gevolg heeft afgesloten.2.
Indien de deelnemer aansluitend aan het afrondende studiejaar, opnieuw begint aan dat afrondende studiejaar zonder dat dat studiejaar met goed gevolg was afgesloten, ontstaat aanspraak op studiefinanciering BES voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar.3.
Indien de deelnemer na zijn uitschrijving in juli per 1 september daaropvolgend hoger onderwijs in de zin van deze wet gaat volgen, blijft op zijn aanvraag de aanspraak op studiefinanciering in de maand augustus bestaan. Hij wordt in die periode aangemerkt als deelnemer aan de eerste opleiding. In afwijking van artikel 2.5, tweede lid, kan de aanvraag in het daarop volgende studiejaar worden ingediend.M
In artikel 3.1, eerste lid, wordt «een beroepsopleiding niveau 3 of 4» vervangen door: een opleiding niveau 3 of 4.
N
Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:
O
Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:
P
Artikel 4.4, derde lid, komt te luiden:
3.
Bij de berekening van de rente, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt voor elk kalenderjaar het rentepercentage gehanteerd dat in het voorafgaande jaar op grond van artikel 4.3 is vastgesteld.Q
Artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De terugbetalingsperiode van de opstarttoelage vangt aan op 1 januari van het jaar volgend op het tijdstip van beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering op grond van de WSF 2000.R
Artikel 4.8 wordt als volgt gewijzigd:
S
In het eerste en vijfde lid van artikel 4.11 wordt «in het tweede jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de draagkracht wordt vastgesteld» telkens vervangen door: in het peiljaar.
T
In artikel 4.13, tweede lid, wordt telkens na «studiefinanciering BES» ingevoegd «of studiefinanciering op grond van de WSF 2000» en vervalt de zinsnede: van een studerende.
U
Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:
- op basis van onjuiste of onjuist verwerkte gegevens anders dan bedoeld onder a te veel of te weinig studiefinanciering BES is toegekend, wel of geen opstarttoelage is toegekend, de vorm van de studiefinanciering BES onjuist is vastgelegd, de termijn te hoog of te laag is vastgesteld, de draagkracht van de debiteur te hoog of te laag is vastgesteld,.
3.
Behoudens in het geval van bedrog kan een herziening als bedoeld in het tweede lid, onderdelen a en b, voor zover het betreft de vorm van de studiefinanciering BES slechts geschieden binnen 5 jaren na:- het einde van het desbetreffende studiefinancieringstijdvak;
- het kalenderjaar waarvoor de termijn is vastgesteld; of
- het kalenderjaar waarvoor de draagkracht van de debiteur is vastgesteld.
4.
Behoudens in geval van bedrog, kan een herziening anders dan bedoeld in het derde lid, slechts geschieden binnen 18 maanden na:- het einde van het desbetreffende studiefinancieringstijdvak;
- het tijdstip van beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 voor zover het de opstarttoelage betreft;
- het kalenderjaar waarvoor de termijn is vastgesteld; of
- het kalenderjaar waarvoor de draagkracht van de debiteur is vastgesteld.
V
Artikel 6.1 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De uitbetaling van de opstarttoelage vindt in één keer plaats.5.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de studiefinanciering BES in een ander betaalritme dan per maand wordt uitbetaald indien dat wenselijk is gelet op de situatie in het land waar de opleiding wordt gevolgd.W
In artikel 7.1, derde lid, wordt na «minder studiefinanciering BES» ingevoegd: , tot afwijzing van de opstarttoelage.
X
Artikel 7.4 wordt als volgt gewijzigd:
Y
Artikel 9.1 vervalt.
Z
Na artikel 9.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9.3. Persoonsgebonden nummer BES buiten toepassing
Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip blijven de begripsomschrijving van «persoonsgebonden nummer BES» in artikel 1.1, eerste lid, en de artikelen, 1.7 en 2.3, eerste lid, onderdeel b, buiten toepassing.Artikel 1.4. Nationaliteit en woonplaats
Voor studiefinanciering BES en een opstarttoelage kan een studerende in aanmerking komen die in de periode van drie maanden voorafgaand aan het studiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft woonplaats had in een openbaar lichaam en:
Artikel 1.6. Inspecteur bepaalt inkomen of loon
Op verzoek van Onze Minister bepaalt de inspecteur, bedoeld in artikel 1.3 van de Belastingwet BES, het belastbaar inkomen, bedoeld in artikel 3 van de Wet inkomstenbelasting BES, van de debiteur.
Artikel 2.12. Aanspraak bij einde studie beroepsonderwijs
Artikel 9.3. Persoonsgebonden nummer BES buiten toepassing
Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip blijven de begripsomschrijving van «persoonsgebonden nummer BES» in artikel 1.1, eerste lid, en de artikelen, 1.7 en 2.3, eerste lid, onderdeel b, buiten toepassing.
ARTIKEL XIIb. WIJZIGING WET STUDIEFINANCIERING 2000
Artikel 5.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet studiefinanciering 2000 komt te luiden:
- voor een opleiding in het hoger beroepsonderwijs gedurende:
- de periode waarop de studielast van een bacheloropleiding op grond van artikel 7.4b, eerste lid, van de WHW is gebaseerd; of
- één jaar voor een masteropleiding genoemd in artikel 7.4b, tweede tot en met zevende lid, van de WHW; of.