Part of Smart Yellow Suite

WGK006655
Wetsvoorstel wijziging WNT ivm wetsevaluatie

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Datum uitgave 18 mei 2016
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Wijziging van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector naar aanleiding van de wetsevaluatie (Evaluatiewet WNT)

Samenvatting

Wijziging van de Wet Normering Topinkomens naar aanleiding van de uitkomsten van de wetsevaluatie die in de tweede helft van 2015 is uitgevoerd.

Documenten

stb-2017-151 (PDF)

Wet van 22 maart 2017 tot wijziging van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector naar aanleiding van de wetsevaluatie (Evaluatiewet WNT)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben,dat het wenselijk is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector op enkele punten te verbeteren naar aanleiding van de eerste evaluatie van die wet, inzake ondermeer de administratieve lasten voor rechtspersonen en instellingen die onder de reikwijdte van de wet vallen, de normering van ontslagvergoedingen, het tegengaan van wetsontwijking en de instrumenten voor monitoring en evaluatie van de wet;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. degene die een functie als bedoeld onder 1° tot en met 5° voor een periode van ten minste twaalf kalendermaanden heeft vervuld en daarna bij dezelfde rechtspersoon of instelling een dienstverband behoudt, voor een periode van vier jaar vanaf het tijdstip dat niet langer de functie als bedoeld onder 1° tot en met 5° wordt vervuld, met uitzondering van bij regeling van Onze Minister aan te wijzen functies;
  1. ingeval een topfunctionaris de opgedragen taken vervult anders dan op grond van een dienstbetrekking, aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de topfunctionaris ter beschikking stelt, of
B

In artikel 1.2, tweede lid, wordt na «van toepassing op» een zinsnede toegevoegd, luidende: de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, en.

C

Artikel 1.3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

D

Na artikel 1.5 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1.5a
Deze wet is niet van toepassing op het deel van de werkzaamheden als arts, tandarts of apotheker als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, de werkzaamheden in een specialisme van die beroepen als bedoeld bij of krachtens artikel 14 van die wet alsmede de werkzaamheden als klinisch chemicus of als klinisch fysicus van degene die bij of krachtens artikel 34 van die wet gerechtigd is die titel te voeren.
E

Artikel 1.6, derde lid, komt te luiden:

3.
Indien een onverschuldigde betaling niet ongedaan is gemaakt voor 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarin de onverschuldigde betaling heeft plaatsgevonden, wordt over de onverschuldigde betaling rente in rekening gebracht. Deze rente is gelijk aan de ingevolge artikel 120, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wettelijke rente, bedoeld in artikel 119 van Boek 6 van dat wetboek, met dien verstande dat die ten minste vier procent bedraagt. Deze rente wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt op 1 januari van het jaar nadat de onverschuldigde betaling heeft plaatsgevonden en eindigt op de dag voorafgaand aan die van ongedaanmaking.
F

Na artikel 1.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.6a
1.
Indien een topfunctionaris met verschillende rechtspersonen of instellingen waarop paragraaf 2 of 3 van toepassing is een dienstbetrekking aangaat als topfunctionaris, niet zijnde als lid, onderscheidenlijk voorzitter van de hoogste toezichthoudende organen van die rechtspersonen of instellingen, bedraagt de som van de bezoldigingen niet meer dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, dan wel een voor een van de dienstbetrekkingen van toepassing zijnd hogere bezoldigingsmaximum.
2.
Voor zover partijen een hogere bezoldiging overeenkomen dan op grond van het eerste lid is toegestaan, is het deel van de betalingen dat dit maximum overschrijdt ten aanzien van de meest recent overeengekomen bezoldiging onverschuldigd betaald.
3.
Indien het eerste lid van toepassing is informeert de topfunctionaris onverwijld de rechtspersoon of instelling waarbij hij reeds een dienstbetrekking heeft, alsmede de rechtspersoon of instelling met waarmee hij een dienstbetrekking aangaat.
G

Artikel 1.7 wordt als volgt gewijzigd:

H

In artikel 1.9, tweede lid, wordt «Onverminderd de artikelen 2.11 en 3.8 kunnen bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur kunnen.

I

Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

J

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien de functie van lid, onderscheidenlijk voorzitter van de hoogste toezichthoudende organen wordt vervuld anders dan op grond van een dienstbetrekking.
K

In artikel 2.3, tweede lid, wordt «aangepast» vervangen door «gewijzigd» en wordt «afgerond» vervangen door: naar boven afgerond.

L

Artikel 2.4 komt te luiden:

Artikel 2.4
1.
Onze Minister wie het aangaat en Onze Minister kunnen in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad gezamenlijk besluiten dat partijen een bij dat besluit vast te stellen bezoldiging mogen overeenkomen die hoger is dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3.
2.
Een verzoek tot het nemen van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend bij Onze Minister wie het aangaat.
3.
Onze Minister wie het aangaat kan zelfstandig besluiten tot afwijzing van een verzoek als bedoeld in het tweede lid.
4.
Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
M

In artikel 2.5 wordt «de maximumbezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT» vervangen door: 130 procent van de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid.

N

In artikel 2.6, eerste lid, wordt «gehoord Onze Minister» vervangen door «in overeenstemming met Onze Minister» en wordt voor «in de maand november» ingevoegd: uiterlijk.

O

Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:

P

Artikel 2.10 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Het derde lid is niet van toepassing indien de topfunctionaris, in de periode vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband, geen taken meer vervult op grond van een algemene bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst, een van toepassing zijnde collectieve regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers of ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden, of een wettelijk voorschrift.
5.
In afwijking van het eerste lid komen partijen met betrekking tot leden, onderscheidenlijk voorzitters, van de hoogst toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen f, g en h, en artikel 1.3 geen uitkeringen wegens beëindiging van een dienstverband overeen die meer bedragen dan tien, onderscheidenlijk vijftien procent van de op grond van het eerste lid geldende maximale uitkeringen.
Q

Artikel 2.11 vervalt.

R

Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

7.
Het tweede tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien voor partijen op grond van artikel 3.4 een van artikel 3.1 afwijkend bedrag is vastgesteld.
S

Artikel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien de functie van lid, onderscheidenlijk voorzitter van de hoogste toezichthoudende organen wordt vervuld anders dan op grond van een dienstbetrekking.
T

In de artikel 3.3 wordt «gehoord Onze Minister» vervangen door «in overeenstemming met Onze Minister» en wordt voor «in de maand november» ingevoegd: uiterlijk.

U

Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

V

Artikel 3.7 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Het derde lid is niet van toepassing indien de topfunctionaris, in de periode vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband, geen taken meer vervult op grond van een algemene bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst, van een van toepassing zijnde collectieve regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers of ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden, of een wettelijk voorschrift.
5.
In afwijking van het eerste lid komen partijen met betrekking tot leden, onderscheidenlijk voorzitters, van de hoogst toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen f, g en h, en artikel 1.3 geen uitkeringen wegens beëindiging van een dienstverband overeen die meer bedragen dan tien, onderscheidenlijk vijftien procent van de op grond van het eerste lid geldende maximale uitkeringen.
W

Artikel 3.8 vervalt.

X

Paragraaf 4 komt te luiden:

Y

Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

De accountant, bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, meldt een onverschuldigde betaling aan Onze Minister indien een vordering uit onverschuldigde betaling op een topfunctionaris, en in de gevallen waarin een topfunctionaris de opgedragen taken vervult anders dan op grond van een dienstbetrekking, op de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de topfunctionaris ter beschikking stelt:.
2.
Indien het financieel verslaggevingsdocument bedoeld in artikel 4.1, niet de juiste voorgeschreven gegevens bevat, meldt de accountant de ontbrekende gegevens aan Onze Minister.
Z

In artikel 5.3 wordt «Belastingdienst» vervangen door: «Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, de Kamer van Koophandel» en vervalt de zinsnede: ten behoeve van een topfunctionaris.

AA

In artikel 5.4 wordt «de paragrafen 2 en 3» vervangen door: deze wet.

AB

Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:

AC

In artikel 5.6, eerste lid, wordt «op grond van de artikelen 4.1 en 4.2» vervangen door: op grond van artikel 4.1.

AD

Paragraaf 6 vervalt.

AE

Artikel 7.1 komt te luiden:

Artikel 7.1
1.
Onze Minister zendt jaarlijks voor 31 december aan de Staten-Generaal een overzicht van de geconstateerde overtredingen en de getroffen handhavingsmaatregelen.
2.
Ten behoeve van het overzicht, bedoeld in het eerste lid, verstrekken Onze Ministers wie het aangaan aan Onze Minister alle gegevens van de geconstateerde overtredingen en de getroffen handhavingsmaatregelen.
AF

Artikel 7.2 komt te luiden:

Artikel 7.2
Onze Minister zendt in 2020, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
AG

Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:

AH

In artikel 7.3a, eerste en tweede lid, wordt «artikel 7.3, negende lid» telkens vervangen door: artikel 7.3, achtste lid.

AI

Na artikel 7.3a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.3b
1.
Artikel 1.1, onderdeel b, onder 6°, is niet van toepassing op de functionaris met een dienstverband als topfunctionaris dat is aangegaan voor inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT.
2.
Indien een dienstverband waarop dit artikel van toepassing is wordt verlengd, blijft dit artikel na de verlenging buiten verdere toepassing.
AJ

Artikel 7.4 komt te luiden:

Artikel 7.4
1.
Indien op enig moment de bezoldiging van een minister ten minste € 500 hoger is dan het bedrag genoemd in artikel 2.3, eerste lid, kan dat bedrag bij regeling van Onze Minister worden gewijzigd in het bedrag van de bezoldiging van een minister, en wordt naar boven afgerond op een duizendvoud in euro’s.
2.
De ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de verhoging van de bezoldiging van een minister in werking is getreden. Indien de verhoging van de bezoldiging van een minister in enig jaar van kracht is geworden voor 1 december, wordt terugwerkende kracht verleend aan deze ministeriële regeling tot 1 januari van het desbetreffende jaar.
AK

Artikel 7.5 komt te luiden:

Artikel 7.5
Een verzoek tot het nemen van een besluit als bedoeld in de artikelen 2.4, eerste lid, 2.6, tweede lid, 2.7, derde en vierde lid, en 3.4, derde en vierde lid, wordt genomen binnen zestien weken na ontvangst van het verzoek.
AL

De artikelen 7.6 tot en met 7.8 vervallen.

AM

In artikel 7.10 wordt «Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector» vervangen door: Wet normering topinkomens.

AN

In de opschriften bij bijlage 1, 2, en 4 wordt «Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector» telkens vervangen door: Wet normering topinkomens

AO

Bijlage 1 bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
  1. In Nederland gevestigde rechtspersonen die een subsidie ontvangen krachtens de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken die in een kalenderjaar meer bedraagt dan € 500.000 en die tezamen met een andere vanwege de centrale overheid verstrekte subsidie meer dan 50% van de jaarlijkse opbrengsten van de rechtspersoon in dat kalenderjaar.
  2. De Stichting Radio Nederland Wereldomroep, bedoeld in artikel 2.72 van de Mediawet 2008.
AP

Bijlage 3 bij artikel 1.4, eerste lid, komt te luiden:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
  1. De zorgverzekeraars, bedoeld in de Zorgverzekeringswet.
  2. In afwijking van artikel 1.3, eerste lid, onderdeel a, de Wlz-uitvoerders, bedoeld in de Wet langdurige zorg.
AQ

In bijlage 4 bij artikel 1.5, eerste lid, vervalt de aanduiding «1».

AR

De tabel «Oud Nieuw» na bijlage 4 vervalt.

Artikel 1.5a

Deze wet is niet van toepassing op het deel van de werkzaamheden als arts, tandarts of apotheker als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, de werkzaamheden in een specialisme van die beroepen als bedoeld bij of krachtens artikel 14 van die wet alsmede de werkzaamheden als klinisch chemicus of als klinisch fysicus van degene die bij of krachtens artikel 34 van die wet gerechtigd is die titel te voeren.

Artikel 1.6a

Artikel 2.4

Artikel 4.1

Artikel 4.2

Rechtspersonen en instellingen die de op grond van artikel 4.1, eerste en tweede lid, vastgestelde gegevens inzake bezoldiging of uitkering wegens beëindiging van het dienstverband in het financieel verslaggevingsdocument opnemen, kunnen afzien van het opnemen in dat document van de verantwoording van bezoldigingsinformatie op grond van de artikel 383, eerste lid, en artikel 383c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor zover op hen van toepassing. Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld.

Artikel 7.1

Artikel 7.2

Onze Minister zendt in 2020, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 7.3b

Artikel 7.4

Artikel 7.5

Een verzoek tot het nemen van een besluit als bedoeld in de artikelen 2.4, eerste lid, 2.6, tweede lid, 2.7, derde en vierde lid, en 3.4, derde en vierde lid, wordt genomen binnen zestien weken na ontvangst van het verzoek.

ARTIKEL II

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Evaluatiewet WNT.

stb-2017-239 (PDF)

Besluit van 31 mei 2017, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de onderdelen van de Evaluatiewet WNT (Stb. 2017, 151)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 mei 2017, nr. 2017-0000233161;

Gelet op artikel II van de Wet normering topinkomens (Stb. 2017, 151);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.