Besluit van 7 juli 2016, houdende wijziging van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten in verband met het stellen van regels over de omzetgerelateerde boete
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 april 2016, kenmerk 954316-145243-VGP;
Gelet op artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 juni 2016, nr. W13.16.0091/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 juli 2016, kenmerk 882319-145243-VGP;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De omzetgerelateerde boete bedoeld in het eerste lid is gelijk aan één procent van de jaaromzet in het boekjaar voorafgaande aan de overtreding met een maximum gelijk aan het bedrag van een geldboete van de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht indien de in de overtreding genoemde gedraging opzettelijk is verricht dan wel een half procent indien de in de overtreding genoemde gedraging met grove schuld is verricht.3.
De berekening van de omzet, bedoeld in het eerste lid, geschiedt op voet van het bepaalde voor de netto-omzet in artikel 377, zesde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
3.
In afwijking van het eerste en tweede lid kan de in kolom III opgenomen omzetgerelateerde boete worden opgelegd aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon met een omzet van ten minste tien miljoen euro in het boekjaar voorafgaande aan de overtreding.C
De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd: