Wet van 17 mei 2017 tot wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet IenM 2017)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet luchtvaart, de Wet milieubeheer en de Spoorwegwet wijzigingen, bijstellingen en technische verbeteringen aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.13, vierde lid, wordt «Onze Minister van Verkeer en Waterstaat» telkens vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
B
Artikel 3.23 wordt als volgt gewijzigd:
- de eisen waaraan de aanvrager van een bewijs van luchtwaardigheid of geluidscertificaat moet voldoen alsmede de wijze, waarop hij kan doen blijken, dat hij aan die eisen voldoet;
C
Artikel 4.4 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan voorts ontheffing verlenen van de bij of krachtens dit hoofdstuk gestelde regels met betrekking tot onbemande luchtvaartuigen, wanneer door bijzondere omstandigheden die regels in redelijkheid geen toepassing kunnen vinden en de veiligheid van het luchtverkeer met het verlenen van de ontheffing niet in gevaar wordt gebracht.D
In artikel 5.10, derde lid, vervalt: , gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
E
In artikel 5.30 wordt «de Minister van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
F
Na artikel 6.51 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6.51a
1.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan instanties erkennen die belast zijn met de door hem aan te geven, in het kader van de krachtens artikel 6.51, tweede lid, vastgestelde regels te verrichten taken. De taken kunnen mede betrekking hebben op het keuren en certificeren van verpakkingen of drukhouders.2.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan regels stellen met betrekking tot de voorwaarden om voor erkenning in aanmerking te komen, de werkwijze van de erkende instanties, de periodieke verslaglegging over de verrichte werkzaamheden, alsmede de uitoefening van het toezicht op de erkende instanties.3.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan aan de erkenning voorschriften of beperkingen verbinden. De voorschriften kunnen mede betrekking hebben op de door de erkende instantie in rekening te brengen tarieven.4.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan de erkenning schorsen dan wel intrekken indien de betrokken instantie niet meer voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels.G
In artikel 6.54, vierde lid, wordt «eerste of tweede lid» vervangen door: eerste, tweede of derde lid.
H
In artikel 6.55, eerste lid, vervalt: te vervoeren,.
I
In de artikelen 8.9, derde lid, 8.23, eerste en vijfde lid, 8.23a, eerste, vijfde, zevende, en negende lid, en 8.72, tweede lid, vervalt: , in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,.
J
In de artikelen 8.26, 8.32 en 8.70, zesde lid, vervalt: in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
K
In artikel 8.29, eerste lid, vervalt: en aan Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
L
In artikel 8.40 wordt «het ministerie van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
M
Artikel 8.64 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Gedeputeerde staten stellen bij besluit een luchthavenregeling vast voor een luchthaven.N
Artikel 8a.4 komt te luiden:
Artikel 8a.4
1.
Een veiligheidscertificaat wordt afgegeven voor onbepaalde tijd. Een veiligheidscertificaat is niet overdraagbaar.2.
Bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu worden nadere regels gegeven omtrent de aanvraag tot het verlenen of het wijzigen van een veiligheidscertificaat.3.
De kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van de aanvraag en de afgifte van het certificaat of een wijziging daarvan, worden ten laste gebracht van de aanvrager.4.
De bedragen ter vergoeding van de kosten worden vastgesteld bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.O
Artikel 8a.44, eerste lid, komt te luiden:
1.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu publiceert vóór 30 juni 2015 en vervolgens elke vijf jaar vóór 30 juni in de Staatscourant welke burgerluchthavens zijn aangeduid als belangrijke luchthavens.P
In artikel 8a.48, eerste lid, wordt «en daarnaast tenminste elke vijf jaar na de vaststelling» gewijzigd in: en daarnaast vóór 18 mei 2013 en vervolgens tenminste elke vijf jaar na 18 juli 2013.
Q
Aan artikel 8a.50 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5.
Bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kunnen regels worden gesteld omtrent het terrein niet zijnde een luchthaven waarvan de luchtvaartuigen bedoeld in het eerste lid opstijgen dan wel waarop zij landen en omtrent de wijze waarop dit terrein wordt gebruikt.R
In artikel 11.9, eerste lid, onderdeel b, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
- 8a.50, vijfde lid;.
Artikel 6.51a
Artikel 8a.4
ARTIKEL II
In artikel 9.2.2.3, derde lid, van de Wet milieubeheer wordt «tweede lid, aanhef en onder b, of het zesde lid, aanhef en onder b» vervangen door: tweede lid, aanhef en onder c, of het zesde lid, aanhef en onder c.
ARTIKEL III
De Spoorwegwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 2, tweede lid, onder b, wordt na «spoorweg» toegevoegd: dan wel een beheerder een recht van gebruik, huur of pacht heeft.
B
In artikel 9, vierde lid, wordt «negende lid» vervangen door: achtste lid.
C
In artikel 32 wordt voor de tekst van het tweede vijfde lid de aanduiding «5» vervangen door: 6.
D
In artikel 36a, zevende lid, wordt na de eerste volzin toegevoegd: Onze Minister past bij intrekking van de vergunning of de aanvullende vergunning voor indienststelling, bedoeld in artikel 36, derde of vijfde lid, de procedure toe, bedoeld in artikel 10, vijfde lid, van richtlijn 2004/49/EG.
E
In artikel 38 wordt in het eerste tot en met het derde lid en in het vijfde lid, onderdeel a, «de artikelen 36, zesde lid, en 36b, derde lid» vervangen door: bedoeld in de artikelen 36, zesde lid, en 36b, derde lid.
F
In artikel 93, eerste lid, onderdeel b, wordt «artikel 36b, achtste lid» vervangen door: artikel 36b, negende lid.
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL VI
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet IenM 2017.