Part of Smart Yellow Suite

WGK006529
Wijziging Handelsregisterbesluit 2008 ivm evaluatie Handelsregisterwet 2007

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Economische Zaken
Datum uitgave 17 november 2020
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

Dit besluit betreft een wijziging van het Handelsregisterbesluit in verband met onder meer het bestuursverbodenregister, de autorisatielijst voor het zoeken op natuurlijke personen en de afscherming van het bezoekadres van eenmanszaken.

Documenten

stb-2024-210 (PDF)

Besluit van 28 juni 2024, houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008 ter uitvoering van de registratie van bestuursverboden, de autorisatielijst voor het verstrekken van overzichten gerangschikt naar natuurlijke personen en enkele andere wijzigingen voortvloeiende uit de Datavisie Handelsregister

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 7 februari 2024, nr. WJZ / 44506464;

Gelet op de artikelen 18, zesde lid, 28, vierde lid, 29, derde en vierde lid, en 39, onderdeel f, van de Handelsregisterwet 2007;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 maart 2024, nr. W18.24.00026/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 26 juni 2024, nr. WJZ / 58986967;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Handelsregisterbesluit 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 15, tweede lid, onderdeel b, 31, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdeel b, en vierde lid, onder c, en 35, onderdeel a, vervalt telkens «het faxnummer,».

B

Na artikel 41 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 41a
1.
Over een persoon ten aanzien van wie krachtens een uitspraak als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de wet of artikel 106b, derde lid, van de Faillissementswet, een bestuursverbod geldt, worden bij het handelsregister de volgende gegevens opgenomen:
  1. het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, indien dat is toegekend;
  2. de naam;
  3. de geboortedatum;
  4. de geboorteplaats en het geboorteland;
  5. het adres;
  6. de datum van aanvang en beëindiging van het bestuursverbod;
  7. het gegeven, genoemd in artikel 9, onderdeel a, of artikel 13, onderdeel a, van de wet en het gegeven, genoemd in artikel 12, onderdeel b, van de wet over de in de uitspraak genoemde rechtspersoon of rechtspersonen; en
  8. de datum, het zaaknummer en de vindplaats van de uitspraak, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de wet en artikel 106b, derde lid, van de Faillissementswet.
2.
Tot het doen van een opgave ter inschrijving van de beschikbare gegevens, bedoeld in het eerste lid, is verplicht de griffier, bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de wet en artikel 106b, derde lid, van de Faillissementswet. De artikelen 3, 4 en 5 zijn van overeenkomstige toepassing.
3.
De in het eerste lid, onderdelen b, d, f en h, genoemde gegevens en het geboortejaar kunnen door eenieder worden ingezien door publicatie in een openbaar raadpleegbaar register, zolang het bestuursverbod geldt.
C

Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Het bezoekadres van een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de wet wordt op verzoek van degene aan wie de onderneming toebehoort, afgeschermd tegen inzage, indien die onderneming beschikt over een openbaar postadres.
4.
Het telefoonnummer van een onderneming, een rechtspersoon en een vestiging kan niet worden ingezien.
7.
Het eerste, derde, vierde, vijfde en zesde lid zijn niet van toepassing op de inzage door bestuursorganen als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht, advocaten, deurwaarders, notarissen en de instanties, genoemd in artikel 53.
D

Artikel 53 komt te luiden:

Artikel 53
Als bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 28, vierde lid, van de wet wordt aangewezen:
  1. Onze Minister van Justitie en Veiligheid ten behoeve van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet controle op rechtspersonen of ten behoeve van de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000;
  2. een officier van justitie ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten;
  3. de rijksbelastingdienst voor de uitvoering van zijn wettelijke taken;
  4. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de Sociale verzekeringsbank, bedoeld in de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, of Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de uitvoering van aan hen bij of krachtens wet opgedragen taken;
  5. het college van burgemeester en wethouders voor de uitvoering van de Wet gemeentelijke schulphulpverlening, de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
  6. het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur ten behoeve van het geven van een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur en een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van die wet, in het geval waarin hij bevoegd is tot toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
  7. de Autoriteit Consument en Markt voor de uitvoering van haar wettelijke taken;
  8. de raad van bestuur van de Autoriteit Financiële Markten voor de uitvoering van zijn wettelijke taken;
  9. Onze verantwoordelijke Minister, bedoeld in de Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe investeringen, indien deze op grond van artikel 4, tweede lid, onderdeel a, van die wet gebruik maakt van gegevens uit het handelsregister;
  10. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de colleges van burgemeester en wethouders voor hun taak, bedoeld in artikel 1.47a van de Wet kinderopvang;
  11. de Nederlandse Zorgautoriteit voor de uitvoering van haar wettelijke taken;
  12. de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd voor de uitvoering van haar wettelijke taken;
  13. de Kansspelautoriteit voor de uitvoering van haar taken bij de uitoefening van het verlenen van en het houden van toezicht op vergunningen voor kansspelen en de handhaving daarvan, bedoeld in artikel 33b van de Wet op de kansspelen;
  14. het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen voor de uitvoering van zijn taken, bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage;
  15. de Nederlandsche Bank voor de uitvoering van zijn wettelijke taken;
  16. Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor de uitvoering van zijn taken op grond van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies in samenhang met artikel 9, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad;
  17. de notaris voor de uitoefening van de wettelijke werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op het notarisambt.
E

Na artikel 53 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 53a
Als bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 29, vierde lid, van de wet wordt aangewezen:
  1. Onze Minister van Justitie en Veiligheid ten behoeve van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet controle op rechtspersonen;
  2. de rijksbelastingdienst voor de uitvoering van zijn wettelijke taken;
  3. een officier van justitie ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten;
  4. de raad van bestuur van de Autoriteit Financiële Markten voor de uitvoering van zijn wettelijke taken;
  5. de Autoriteit Consument en Markt voor de uitvoering van haar wettelijke taken;
  6. de Nederlandsche Bank voor de uitvoering van zijn wettelijke taken;
  7. het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur ten behoeve van het geven van een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 41a

Artikel 53

Als bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 28, vierde lid, van de wet wordt aangewezen:

Artikel 53a

Als bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 29, vierde lid, van de wet wordt aangewezen:

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

stb-2024-251 (PDF)

Besluit van 9 september 2024 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdelen J, subonderdeel 2, en K, van de Wet van 26 juni 2019 tot wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister gerelateerde onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de Kamer van Koophandel (Stb. 2019, 280) en van het Besluit van 28 juni 2024, houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008 ter uitvoering van de registratie van bestuursverboden, de autorisatielijst voor het verstrekken van overzichten gerangschikt naar natuurlijke personen en enkele andere wijzigingen voortvloeiende uit de Datavisie Handelsregister (Stb. 2024, 210)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 3 september 2024, nr. WJZ / 86368728;

Gelet op artikel VII van de Wet van 26 juni 2019 tot wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister gerelateerde onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de Kamer van Koophandel (Stb. 2019, 280) en artikel II van het Besluit van 28 juni 2024, houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008 ter uitvoering van de registratie van bestuursverboden, de autorisatielijst voor het verstrekken van overzichten gerangschikt naar natuurlijke personen en enkele andere wijzigingen voortvloeiende uit de Datavisie Handelsregister (Stb. 2024, 210);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.