Besluit van 5 april 2017, houdende regels inzake de opleiding, deskundigheid en tijdelijke zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen van de bachelor medisch hulpverlener (Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 mei 2016, kenmerk 968842-150439-WJZ;
Gelet op artikel 36a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 23 juni 2016, no. W13.16.0122/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 maart 2017, kenmerk 968832-150439-WJZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
De opleiding, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, heeft een studielast van 240 studiepunten, omvat zowel theoretisch als praktisch onderwijs, en is er op gericht dat de betrokkene competenties verwerft die betrekking hebben op het gebied van deskundigheid als bedoeld in artikel 6, ter zake van:
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Onze Minister zendt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van dit besluit aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dit besluit in de praktijk.
Artikel 10
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Artikel 11
Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener.