Part of Smart Yellow Suite

WGK006386
Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (implementatie richtlijn 2013 59)

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Waterstaat
Datum uitgave 12 oktober 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming

Samenvatting

In verband met de implementatie van Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling (uiterste implementatiedatum is 6 februari 2018) is een nieuw Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (amvb) opgesteld. Dat besluit vervangt het Besluit stralingsbescherming.

Documenten

stb-2017-404 (PDF)

Besluit van 23 oktober 2017, houdende vaststelling van regels ter bescherming van personen tegen de gevaren van blootstelling aan ioniserende straling (Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, gedaan mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 31 mei 2017, nr. IenM/BSK-2017/135624, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom (PbEG L 13/1) en gelet op Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (PbEU 2011, L199);

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 15c, 16, eerste lid, 17, derde lid, 17a, 18a, derde lid, 21, eerste tot en met derde lid, 28, 29, eerste lid, 31, eerste lid en vierde lid jo. artikel 18a, derde lid, de artikelen 32, eerste, derde en vierde lid, 34, eerste, tweede en derde lid jo. de artikelen 16, eerste lid en 17, en achtste lid, de artikelen 37, eerste lid, 38a, eerste lid, 67, eerste lid, 68, 69, eerste, vijfde en zesde lid, 73, 74 en 75 van de Kernenergiewet;

Gelet op artikel 16 van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 37, tweede lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Gelet op de artikelen 8.40, 8.41, 8.42, 8.42a en 19.3, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 september 2017, nr. W14.17.0180/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, uitgebracht mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 oktober 2017, nr. IenM/BSK-2017/232823, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1.1 (doelomschrijving; werkingssfeer)

Artikel 1.2 (begripsomschrijvingen; begripsbepalingen)

De bijlagen 1 en 2 bevatten de begrippen met begripsomschrijvingen, respectievelijk de begripsomschrijvingen van grootheden en eenheden, voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen.

Artikel 2.1 (schakelbepaling)

Artikel 2.2 (rechtvaardiging, algemeen)

Artikel 2.3 (wijze van rechtvaardiging)

Artikel 2.4 (rechtvaardiging, meervoudige en medische blootstelling)

Artikel 2.5 (rechtvaardiging handeling bij kennisgeving of autorisatie)

Artikel 2.6 (optimalisatie, algemeen)

Artikel 2.7 (optimalisatie, dosisbeperkingen algemeen)

Artikel 2.8 (optimalisatie, referentieniveaus algemeen)

Artikel 2.9 (dosislimitering, algemeen)

In geplande blootstellingsituaties die beroepsmatige blootstelling of blootstelling van leden van de bevolking met zich brengen of kunnen brengen, bedraagt de som van de doses voor één persoon niet meer dan een in artikel 7.3, 7.34, 7.35, 7.36 of 9.1 opgenomen dosislimiet.

Artikel 3.1 (algemene verboden)

Artikel 3.2 (handelingen met van nature voorkomend radioactief materiaal)

Artikel 3.3 (toepasselijkheid controlestelsel)

Artikel 3.4 (algemeen)

Artikel 3.5 (vergunningplicht)

Artikel 3.6 (aanvraag)

Artikel 3.7 (weigeringsgronden)

Een vergunning wordt geweigerd indien:

Artikel 3.8 (categorieën van vergunningplichtige handelingen)

Artikel 3.9 (registratie)

Artikel 3.10 (categorieën van registratieplichtige handelingen)

Artikel 3.11 (kennisgeving)

Artikel 3.12 (wijze van kennisgeving)

Artikel 3.13 (categorieën van kennisgevingsplichtige blootstellingsituaties, handelingen en maatregelen)

Onder de kennisgevingsplicht in gevallen waarin geen vergunning of registratie is vereist, vallen de blootstellingsituaties, handelingen en maatregelen, behorend tot een onder a, b of c genoemde categorie:

Artikel 3.14 (monitoring van radioactieve lozingen, vergunningen)

Artikel 3.15 (voorschriften of beperkingen vergunning hoogactieve bron)

Artikel 3.16 (vergunning hoogactieve bronnen, vervolg)

Artikel 3.17 (vrijstelling radioactieve materialen)

Artikel 3.18 (vrijstelling, algemeen; toestellen en ingekapselde bronnen)

Artikel 3.19 (vrijstelling specifieke handelingen of bronnen)

Artikel 3.20 (vrijgave, radioactieve materialen)

Artikel 3.21 (specifieke vrijgave radioactieve materialen)

Artikel 3.22 (vrijgave radioactieve materialen, vervolg)

Artikel 3.23 (vrijgave, verdunning of mengen)

Artikel 3.24 (vrijgestelde en vrijgegeven bronnen en handelingen)

Artikel 3.25 (aanwijzing vrijgestelde of vrijgegeven bronnen en handelingen)

Artikel 3.4, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van bronnen of handelingen behorend tot een bij of krachtens afdeling 3.3 vrijgestelde of vrijgegeven categorie.

Artikel 4.1 (waarschuwingssignalering)

Artikel 4.2 (administratie en dossiers bronnen)

Artikel 4.3 (administratie industriële radiografie)

Artikel 4.4 (algemene verplichtingen ondernemer)

Artikel 4.5 (verplichtingen ondernemer toestellen en versnellers)

De ondernemer zorgt ervoor dat met betrekking tot toestellen en versnellers waarvoor hij verantwoordelijk is voldaan wordt aan de bij verordening van de Autoriteit gestelde regels met betrekking tot:

Artikel 4.6 (bergplaats radioactieve stoffen)

Artikel 4.7 (beveiliging radioactieve stoffen)

Artikel 4.8 (algemene eisen ingekapselde bronnen)

Artikel 4.9 (kennisgeving overdracht hoogactieve bronnen en overige ingekapselde bronnen)

Artikel 4.10 (codering en markering hoogactieve bronnen)

Artikel 4.11 (codering en markering bronhouder)

Artikel 4.12 (verplichtingen ondernemer codering en markering)

Artikel 4.10, tweede, zesde en zevende lid, onderdelen a en c, en artikel 4.11, eerste tot en met derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de ondernemer die een handeling verricht met een hoogactieve bron, met dien verstande dat voor «fabrikant» en «leverancier» steeds wordt gelezen: ondernemer.

Artikel 4.13 (controle en beheer hoogactieve bronnen)

Artikel 4.14 (voorlichting en instructie)

Artikel 4.15 (financiële zekerheid hoogactieve bronnen)

Artikel 4.16 (financiële zekerheid hoogactieve bronnen, vervolg)

De financiële zekerheid wordt in stand gehouden tot het moment waarop de hoogactieve bron waarvoor de financiële zekerheid wordt gesteld, door de ondernemer:

Artikel 4.17 (informatie en financiële zekerheid hoogactieve bron)

Artikel 4.18 (hoogactieve bronnen, bijhouden dossier door de ondernemer)

Artikel 4.19 (hoogactieve bronnen, register)

Artikel 4.20 (besmettingscontrole ruimten; handelingen met open bronnen)

Artikel 4.21 (regels m.b.t. handelingen met van nature voorkomend radioactief materiaal)

Artikel 4.22 (consumentenproducten, gegevensverstrekking)

Artikel 4.23 (verbod toevoeging radionucliden – aanwijsinstrumenten)

In afwijking van het in artikel 3.5, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, derde lid, onder c, bedoelde verbod, op het zonder of in strijd met een vergunning toevoegen van radioactieve stoffen aan consumentenproducten, is het verboden:

Artikel 4.24 (specifieke vrijstelling van verbod – aanwijsinstrumenten)

Artikel 4.25 (verbod voorhanden hebben aanwijsinstrumenten; ontheffing Defensie)

Artikel 4.26 (handelingen ten behoeve van niet-medische beeldvorming)

Artikel 4.27 (handelingen ten behoeve van niet-medische beeldvorming, vervolg)

Artikel 4.28 (handelingen ten behoeve van niet-medische beeldvorming, vervolg)

Bij regeling van Onze Minister kunnen specifieke diagnostische referentieniveaus voor de in artikel 4.27 bedoelde handelingen worden vastgesteld.

Artikel 4.29 (meet- en rekenmethoden)

Artikel 5.1 (transparantie)

Artikel 5.2 (informatie over apparaten en toestellen)

Artikel 5.3 (informatie radon in woningen en andere gebouwen)

Artikel 5.4 (stralingsbeschermingsdeskundige)

Artikel 5.5 (erkenning stralingsbeschermingsdeskundige)

Artikel 5.6 (inschrijving persoon als stralingsbeschermingsdeskundige bij voldoen aan erkende EU-beroepskwalificaties)

Artikel 5.7 (toezichthoudend medewerker stralingsbescherming)

Artikel 5.8 (vereisten toezichthoudend medewerker stralingsbescherming)

De ingevolge dit besluit door een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming te verrichten taken worden uitsluitend uitgevoerd door een persoon die beschikt over een diploma, certificaat of een ander getuigschrift ter afsluiting van een opleiding op het gebied van stralingsbescherming, specifiek voor de toepassing, behaald bij:

Artikel 5.9 (stralingsbeschermingseenheid)

Artikel 5.10 (middelen en faciliteiten)

De ondernemer stelt financiële middelen en faciliteiten voor een passende bescherming tegen ioniserende straling ter beschikking aan de stralingsbeschermingsdeskundige, de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming en de stralingsbeschermingseenheid, die met de uitvoering van die stralingsbescherming zijn belast.

Artikel 5.11 (erkende instellingen)

Artikel 5.12 (informatie, advies en bijstand in verband met weesbronnen)

Artikel 5.13 (voorlichting en opleiding van hulpverleners)

Artikel 5.14 (opleiding, training en voorlichting op het gebied van medische blootstelling)

Artikel 6.1 (meldplicht stralingsincidenten, ongevallen en radiologische noodsituaties)

De ondernemer meldt elk stralingsincident, ongeval of radiologische noodsituatie onmiddellijk aan de Autoriteit.

Artikel 6.2 (uitvoering meldingen en maatregelen)

Artikel 6.3 (meldingen bronnen)

Artikel 6.4 (radiologische noodsituaties)

Artikel 6.5 (ongevallenbestrijding en nationale crisisplannen)

Artikel 6.6 (internationale samenwerking)

Artikel 6.7 (bedrijfsnoodplannen)

Artikel 6.8 (interventies ondernemer)

Artikel 6.9 (individuele monitoring)

Bij een ongeval of radiologische noodsituatie binnen zijn locatie zorgt de ondernemer ervoor dat, indien een lid van de bevolking binnen of buiten die locatie, ten gevolge daarvan is of kan worden blootgesteld, individuele monitoring wordt uitgevoerd of dat de effectieve of equivalente doses die door de betrokken persoon zijn ontvangen op een andere passende wijze worden bepaald.

Artikel 6.10 (regels met betrekking tot interventies en beschermingsmaatregelen)

Artikel 6.11 (uitvoering interventie)

Artikel 6.12 (voorzieningen interventie)

Onze Ministers die het aangaat als bedoeld in artikel 6.10, eerste lid, zorgen ervoor dat er voorzieningen voor technische en medische interventie en voor het verwijderen van radioactieve besmetting beschikbaar zijn.

Artikel 6.13 (uitvoering interventies)

De artikelen 7.12, 7.13, 7.14, 7.16, 7.19, 7.20 en 7.21 zijn van toepassing met betrekking tot de leden van interventieteams, met dien verstande dat de daar bedoelde verplichtingen rusten op degene onder wiens verantwoordelijkheid de interventie wordt verricht.

Artikel 6.14 (interventie bij langdurige blootstelling)

Artikel 6.15 (inventarisatie bestaande blootstellingsituaties)

Artikel 6.16 (beoordeling bestaande blootstellingsituaties)

Artikel 6.17 (bestaande blootstellingsituaties waarop regels geplande blootstellingsituatie van toepassing zijn)

Artikel 6.18 (strategie voor overige bestaande blootstellingsituaties)

Artikel 6.19 (uitvoering strategie)

Artikel 6.20 (nationaal actieprogramma radon)

Artikel 6.21 (gammastraling van bouwmaterialen)

Artikel 6.22 (besmette gebieden)

Artikel 6.23 (besmette gebieden, vervolg)

Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister die het mede aangaat zorgt er in overleg met bewoners en andere belanghebbenden voor dat in besmette gebieden waarvoor bewoning en sociale en economische activiteiten weer worden toegestaan, voor zover nodig voorzieningen worden getroffen voor een zodanige en voortgaande beheersing van de blootstelling dat normale leefomstandigheden mogelijk worden, met inbegrip van:

Artikel 6.24 (milieumonitoring)

Artikel 7.1 (toezicht door en raadpleging van de stralingsbeschermingsdeskundige)

Artikel 7.2 (uitvoering taken en toezicht door de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming)

Artikel 7.3 (blootstelling werknemers, algemeen)

Artikel 7.4 (blootstelling jeugdige werknemers)

De ondernemer zorgt ervoor dat voor werknemers die jonger zijn dan 18 jaar geen arbeid krijgen toegewezen of verrichten waarbij de mogelijkheid bestaat dat de dosislimieten, genoemd in artikel 7.3, worden overschreden, tenzij artikel 7.35, eerste lid, van toepassing is.

Artikel 7.5 (vliegtuigbemanning)

Artikel 7.6 (nadere eisen risico-inventarisatie en -evaluatie)

Artikel 7.7 (zones)

Artikel 7.8 (gecontroleerde zone)

Artikel 7.9 (bewaakte zone)

Artikel 7.10 (metingen in zones)

Artikel 7.11 (indeling blootgestelde werknemers in categorie A en B)

Artikel 7.12 (persoonlijk dosiscontrolemiddel (PDC))

Artikel 7.13 (ontheffing PDC)

Artikel 7.14 (overmatige blootstelling, een stralingsincident, of een radiologische noodsituatie)

Artikel 7.15 (dosimetrische dienst)

Artikel 7.16 (gegevens dosisregistratie)

Artikel 7.17 (registratie gegevens)

Artikel 7.18 (stralingsbeschermingseenheid)

De artikelen 6.13 en 6.14 zijn van overeenkomstige toepassing voor de stralingsbeschermingseenheid, bedoeld in artikel 5.9, met dien verstande dat de daar bedoelde verplichtingen rusten op degene onder wiens verantwoordelijkheid de interventie wordt verricht.

Artikel 7.19 (aanvullende voorschriften individuele monitoring en registratie)

Artikel 7.20 (verstrekking gegevens individuele monitoring)

Artikel 7.21 (gezondheidskundig toezicht arbodienst en stralingsarts)

Artikel 7.22 (stralingsarts)

Artikel 7.23 (inschrijving persoon als stralingsarts bij voldoen aan erkende EU-beroepskwalificaties)

Artikel 7.24 (indeling A-werknemers op basis van gezondheidskundig onderzoek)

Artikel 7.25 (geschiktheid A-werknemer)

Een werknemer wordt niet in een specifieke functie als A-werknemer tewerkgesteld indien hij blijkens de uitslag van het gezondheidskundig onderzoek, bedoeld in artikel 7.24, eerste lid, ongeschikt is voor die functie.

Artikel 7.26 (medisch dossier)

Artikel 7.27 (externe werknemer)

Artikel 7.28 (voorlichting en instructies)

Artikel 7.29 (voorlichting vrouwelijke werknemers)

Artikel 7.30 (voorlichting en opleiding van werknemers die aan weesbronnen kunnen worden blootgesteld)

De exploitant van een inrichting of andere installaties waarvan het aannemelijk is dat er weesbronnen worden aangetroffen of verwerkt, draagt er zoveel mogelijk zorg voor dat, wanneer in zijn inrichting of installatie een werknemer kan worden blootgesteld aan een weesbron, deze werknemer, onverminderd artikel 5.12:

Artikel 7.31 (ontheffing dosislimieten uitzonderlijke omstandigheden)

Artikel 7.32 (verrichten arbeid na ontheffing)

Artikel 7.33 (dosisbeperkingen werknemers)

Artikel 7.34 (dosislimieten blootgestelde werknemer)

Artikel 7.35 (dosislimieten leerlingen en studerenden)

Artikel 7.36 (zwangere en borstvoedinggevende werknemers)

Artikel 7.37 (beroepsmatige blootstelling in radiologische noodsituaties)

Artikel 7.38 (radon op het werk)

Artikel 8.1 (delegatiebepalingen)

Bij regeling van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van:

Artikel 8.2 (rechtvaardiging medische blootstelling)

Artikel 8.3 (optimalisatie medische blootstelling)

Artikel 8.4 (verantwoordelijkheid)

Artikel 8.5 (rechtvaardiging bij individuele medische blootstellingen)

Artikel 8.6 (rechtvaardiging medisch-radiologische procedure bij asymptomatische personen)

Een medisch-radiologische procedure bij een asymptomatische persoon die vroege opsporing van een ziekte tot doel heeft, vindt uitsluitend plaats nadat bijzondere aandacht is besteed aan de voorlichting van deze persoon en:

Artikel 8.7 (rechtvaardiging en blootstelling van verzorgers en van proefpersonen bij wetenschappelijk onderzoek)

Artikel 8.8 (klinisch fysicus)

Artikel 8.9 (optimalisatie in bijzondere omstandigheden)

Artikel 8.10 (dosisbeperking bij wetenschappelijk onderzoek)

Onverminderd artikel 8.7, derde lid, onderdeel b, en het bepaalde bij of krachtens de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen:

Artikel 8.11 (medische blootstelling van vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven)

Artikel 8.12 (toevallige of onbedoelde blootstellingen en significante gebeurtenissen)

Artikel 8.13 (individuele dosisschattingen)

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport draagt zorg voor de verdeling van individuele dosisschattingen als gevolg van medische blootstelling voor radiodiagnostiek en interventieradiologie. Indien nodig, wordt rekening gehouden met de leeftijdsverdeling en het geslacht van de blootgestelde populatie.

Artikel 8.14 (procedures)

Artikel 8.15 (apparatuur)

De ondernemer draagt ervoor zorg dat:

Artikel 8.16 (apparatuur in bijzondere gevallen)

Artikel 8.17 (verspreiding medisch-radiologische apparatuur)

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan regels stellen om onnodige verspreiding van medisch-radiologische apparatuur te voorkomen.

Artikel 9.1 (dosislimieten leden van de bevolking)

Artikel 9.2 (verplichtingen ondernemer, dosislimiet leden van de bevolking)

Artikel 9.3 (dosisbeperkingen geplande blootstelling leden van de bevolking, algemeen)

Dosisbeperkingen voor blootstelling van leden van de bevolking zijn in overeenstemming met de dosislimiet voor de som van de doses voor eenzelfde persoon uit alle ingevolge dit besluit toegestane handelingen.

Artikel 9.4 (optimalisatie, dosisbeperkingen buiten een locatie)

De ondernemer zorgt ervoor dat bij het verrichten van een handeling, behorend tot een categorie als genoemd in artikel 3.10, tweede lid, waarvoor een registratie is vereist, voor personen op enig punt buiten de locatie ten gevolge van die handelingen tezamen een dosisbeperking van 10 microsievert effectieve dosis in een kalenderjaar wordt gehanteerd.

Artikel 9.5 (blootstelling leden van de bevolking, dosisbeperkingen in specifieke gevallen)

Met het oog op blootstelling van leden van de bevolking kunnen bij regeling van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister die het mede aangaat voor specifieke gevallen dosisbeperkingen worden vastgesteld voor de individuele dosis die leden van de bevolking ontvangen uit het geplande gebruik van bij die regeling aangewezen stralingsbronnen.

Artikel 9.6 (algemene zorgplichten ondernemer t.a.v. de bevolking en het milieu en advisering door de stralingsbeschermingsdeskundige)

Een ondernemer zorgt voor:

Artikel 9.7 (raming van de door leden van de bevolking ontvangen doses)

Artikel 9.8 (referentieniveaus in een radiologische noodsituatie en in een transitie van een radiologische noodsituatie naar een bestaande blootstellingsituatie)

Artikel 9.9 (dosislimieten en referentieniveaus blootstelling hulpverleners, niet zijnde werknemers, bij interventie in een radiologische noodsituatie)

In geval van interventie in een radiologische noodsituatie is artikel 7.37 van overeenkomstige toepassing op hulpverleners, niet zijnde werknemers die als hulpverlener optreden als bedoeld in dat artikel.

Artikel 9.10 (referentieniveaus in bestaande blootstellingsituaties)

Artikel 10.1 (nationaal programma beheer radioactieve afvalstoffen)

Artikel 10.2 (zorgplicht ondernemer)

Artikel 10.3 (vrijstelling verbod lozingen)

Artikel 10.4 (vrijstelling verbod lozingen)

Artikel 10.5 (lozingsverbod bodem)

Artikel 10.6 (vrijstellingen verbod zich te ontdoen, overigens)

Artikel 10.7 (aanmerken radioactieve stof als afvalstof)

Artikel 10.8 (zich ontdoen van bronnen)

Artikel 10.9 (zich ontdoen van hoogactieve bronnen)

Artikel 10.10 (kosten beheer radioactieve afvalstoffen)

De vergunninghouder die op grond van artikel 10.6, zevende lid, door de Autoriteit is aangewezen, stelt de kosten, die hij in rekening brengt voor het in werking houden van een installatie en voor het beheer van radioactieve afvalstoffen, vast op een transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze. Tot de kosten behoren ook de kosten die de vergunninghouder maakt voor onderzoek en ontwikkeling voor het beheer van radioactieve afvalstoffen, zoals dit in het nationaal programma, bedoeld in artikel 10.1, is opgenomen.

Artikel 11.1 (voorbereidingsprocedure vergunningplichtige handelingen met versnellers)

Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer zijn van toepassing op de voorbereiding van een beschikking op een aanvraag om vergunning voor een handeling met een versneller, tenzij:

Artikel 11.2 (uitzonderingen voor bepaalde handelingen)

Artikel 11.3 (voorbereidingsprocedure)

Artikel 11.4 (registratie)

Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de voorbereiding van een beschikking op de aanvraag om een registratie.

Artikel 11.5 (geen positieve fictieve beschikking)

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning of registratie.

Artikel 11.6 (nadere eisen)

Artikel 11.7 (ontheffing)

Artikel 12.1 (intrekking)

Het Besluit stralingsbescherming wordt ingetrokken.

Artikel 12.2 (overgangsrecht hoofdstuk 2 Besluit stralingsbescherming)

Artikel 12.3 (overgangsrecht hoofdstuk 3 Besluit stralingsbescherming)

Artikel 12.4 (overgangsrecht hoofdstuk 3a Besluit stralingsbescherming)

Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit berust het programma, bedoeld in artikel 20h van het Besluit stralingsbescherming, voor zover op dat artikel berustend, op artikel 10.1.

Artikel 12.5 (overgangsrecht hoofdstuk 4 Besluit stralingsbescherming)

Artikel 12.6 (overgangsrecht hoofdstuk 6 Besluit stralingsbescherming)

Artikel 12.7 (overgangsrecht hoofdstuk 7 Besluit stralingsbescherming)

Artikel 12.8 (overgangsrecht hoofdstuk 8 Besluit stralingsbescherming)

Artikel 12.9 (overgangsrecht hoofdstuk 9 Besluit stralingsbescherming)

Artikel 12.10 (overgangsrecht hoofdstuk 10 Besluit stralingsbescherming)

Artikel 12.11 (overig overgangsrecht Besluit stralingsbescherming)

Artikel 13.1 (wijziging Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen)

Het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 3, derde lid, onderdelen e en f, wordt «artikel 4, tweede lid, van het Besluit stralingsbescherming» vervangen door: artikel 2.3 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

D

In artikel 5, eerste lid, onderdeel e, en tweede lid, onderdeel e, vervalt «werkzaamheden», wordt «meldingsplichtig of vergunningplichtig» vervangen door «kennisgevingsplichtig, registratieplichtig of vergunningplichtig» en wordt «Besluit stralingsbescherming» vervangen door: Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming.

E

In artikel 6, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geografische, geologische, klimatologische» ingevoegd: , demografische, hydrologische, ecologische.

F

In artikel 8, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geografische, geologische, klimatologische» ingevoegd: , demografische, hydrologische, ecologische.

G

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd;

  1. niet is voldaan aan de krachtens artikel 19 in samenhang met de hierna genoemde artikelen van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming gestelde voorwaarden betreffende:
    1. rechtvaardiging: de artikelen 2.1 tot en met 2.5;
    2. optimalisatie: de artikelen 2.1, 2.6, 2.7, 7.33, 9.3 en 9.5;
    3. dosislimieten: de artikelen 2.1, 2.9, 7.3, 7.4, 7.34, 7.35, 7.36, 9.1 en 9.2, eerste lid;
    4. deskundigheid: de artikelen 5.4 tot en met 5.9, 7.1 en 7.2.
  1. de handeling waarvoor de vergunning is aangevraagd behoort tot een categorie of soort, die in de krachtens artikel 19 in samenhang met de krachtens artikel 2.3 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgestelde regeling is gerechtvaardigd, maar het specifieke karakter van deze handeling op grond van het eerste of tweede lid van dat artikel niet gerechtvaardigd is.
H

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19
1.
Het bepaalde bij of krachtens de in het tweede lid genoemde hoofdstukken, paragrafen en artikelen van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming is van overeenkomstige toepassing.
2.
Hoofdstukken, paragrafen en artikelen als bedoeld in het eerste lid zijn:
  1. hoofdstuk 2;
  2. de artikelen 3.4, vierde en vijfde lid, en 3.14;
  3. hoofdstuk 4, met uitzondering van de artikelen 4.21 tot en met 4.28;
  4. hoofdstuk 5, met uitzondering van artikel 5.3;
  5. hoofdstuk 6, met uitzondering van artikel 6.21;
  6. hoofdstuk 7, met uitzondering van artikel 7.5;
  7. hoofdstuk 8, met uitzondering van de artikelen 8.14, eerste, derde en vierde lid, 8.15, 8.16 en 8.17;
  8. hoofdstuk 9;
  9. hoofdstuk 10, met uitzondering van de artikelen 10.1, 10.3, 10.4, 10.5, 10.6, 10.10;
  10. de artikelen 11.6 en 11.7;
  11. artikel 14.1, met dien verstande dat in plaats van «die van dit besluit afwijken» in dat artikel wordt gelezen: die van de van overeenkomstige toepassing verklaarde artikelen afwijken.
I

In artikel 30f, eerste lid, wordt «een krachtens artikel 37, achtste lid, van het Besluit stralingsbescherming» vervangen door: een krachtens artikel 10.6, zevende lid, van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming.

J

Na artikel 31 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 32
De houder van een vergunning voor een inrichting als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet, is verplicht de lozingen van radioactief materiaal te controleren en deze te rapporteren aan de Autoriteit overeenkomstig bij verordening van de Autoriteit gestelde regels.
K

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

  1. het toevoegen van splijtstoffen of ertsen aan consumentenproducten.
3.
Het bij of krachtens artikel 3.17, tweede, derde en zesde lid, van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming bepaalde is van overeenkomstige toepassing.
6.
In de gevallen, bedoeld in het vijfde lid, is een registratieplicht van toepassing. Artikel 3.9 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming is van overeenkomstige toepassing.
L

Artikel 41a komt te luiden:

Artikel 41a
Het in artikel 15, onder a, van de wet vervatte verbod geldt niet voor handelingen met apparaten die een ingekapselde bron bevatten waarbij de bij of krachtens artikel 3.17 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgestelde waarde voor de activiteit en de activiteitsconcentratie wordt overschreden, op voorwaarde dat:
  1. het apparaat behoort tot een bij verordening of beschikking van de Autoriteit goedgekeurd type;
  2. het apparaat onder normale bedrijfsomstandigheden op 0,1 m van enige bereikbare buitenzijde daarvan geen hoger omgevingsdosisequivalenttempo veroorzaakt dan 1 microsievert per uur, en
  3. de Autoriteit voorwaarden voor recycling of verwijdering heeft vastgesteld.
M

Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het bepaalde bij of krachtens artikel 3.17, tweede en zesde lid, van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming en artikel 41, vierde lid, van dit besluit is van overeenkomstige toepassing.
N

In artikel 43, eerste en tweede lid, wordt «de bijlage bij het Besluit stralingsbescherming» steeds vervangen door: bijlage 2 bij het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming.

Artikel 19

Artikel 32

De houder van een vergunning voor een inrichting als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet, is verplicht de lozingen van radioactief materiaal te controleren en deze te rapporteren aan de Autoriteit overeenkomstig bij verordening van de Autoriteit gestelde regels.

Artikel 41a

Het in artikel 15, onder a, van de wet vervatte verbod geldt niet voor handelingen met apparaten die een ingekapselde bron bevatten waarbij de bij of krachtens artikel 3.17 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgestelde waarde voor de activiteit en de activiteitsconcentratie wordt overschreden, op voorwaarde dat:

Artikel 13.2 (wijziging Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen)

Het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 1a, onderdeel e, wordt «natuurlijke bronnen waarmee werkzaamheden worden verricht» vervangen door: natuurlijke bronnen waarmee een handeling wordt verricht als bedoeld in de definitie van «handeling» in artikel 1, eerste lid, onderdeel 4.

C

Artikel 1b komt te luiden:

Artikel 1b
1.
Het bepaalde bij of krachtens de in het tweede lid genoemde hoofdstukken, paragrafen en artikelen van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming is, met uitzondering van hetgeen daarin is bepaald over toestellen, van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het derde lid.
2.
Hoofdstukken, paragrafen en artikelen als bedoeld in het eerste lid zijn:
  1. hoofdstuk 1, met uitzondering van artikel 1.1, derde lid;
  2. hoofdstuk 2;
  3. afdeling 3.1;
  4. de artikelen 4.13, derde lid, en 4.29;
  5. de artikelen 5.4, 5.5, 5.6 en 5.7;
  6. de artikelen 6.2, 6.7 en 6.8 tot en met 6.14;
  7. hoofdstuk 7, met uitzondering van de artikelen 7.5 en 7.38;
  8. de artikelen 9.1 tot en met 9.7 en 9.9;
  9. artikel 11.6, eerste lid;
  10. artikel 14.1.
3.
Bij de van overeenkomstige toepassing, bedoeld in het tweede lid:
  1. van de paragrafen 3.3.1 en 3.3.2, wordt in plaats van de tabellen, bedoeld in artikel 3.17, eerste lid, en 3.20, eerste lid, gelezen: tabel 2.2.7.2.2.1 van bijlage 1 bij de VSG;
  2. van artikel 4.4, heeft het tweede lid van dat artikel geen betrekking op bronnen;
  3. zijn de artikelen 6.13 en 6.14 alleen van overeenkomstige toepassing voor het geval een categorie B-ongeval wordt opgeschaald tot een categorie A-ongeval;
  4. van artikel 14.1, wordt in plaats van «die van dit besluit afwijken» gelezen: die van de van overeenkomstige toepassing verklaarde artikelen afwijken.
D

Artikel 1c wordt als volgt gewijzigd:

  1. niet is voldaan aan de krachtens artikel 19 in samenhang met de bij en krachtens de hierna genoemde artikelen van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming, gestelde voorwaarden betreffende:
    1. rechtvaardiging: de artikelen 2.1 tot en met 2.5;
    2. optimalisatie: de artikelen 2.1, 2.6, 2.7, 7.33;
    3. dosislimieten: de artikelen 2.1, 2.9, 7.3, 7.4, 7.34, 7.35, 7.36, 9.1, 9.2, 9.3, 9.4 en 9.5;
    4. deskundigheid: de artikelen 5.4 tot en met 5.8, 7.1, 7.2 of 9.6.
E

In artikel 1d wordt «artikel 20ca van het Besluit stralingsbescherming» vervangen door: artikel 4.7 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming.

F

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het in artikel 15, onder a, van de wet vervatte verbod geldt voorts niet voor het vervoeren en het voorhanden hebben bij opslag in verband met het vervoer van splijtstoffen die gebruikt worden als afschermingsmateriaal in een collo, mits er een kennisgeving is gedaan als bedoeld in artikel 4c, in geval van vervoer in Nederland, of artikel 32, in geval van het binnen of buiten Nederlands grondgebied doen brengen, en wordt voldaan aan de bij en krachtens de wet gestelde regels en voorschriften.Voor de toepassing van het eerste of tweede lid worden bestraalde splijtstoffen beoordeeld naar onbestraalde toestand.
G

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

H

Artikel 4c wordt als volgt gewijzigd:

2.
In afwijking van de in het eerste lid bedoelde verplichting tot kennisgeving geldt voor het vervoeren of het voorhanden hebben in verband met dat vervoer van radioactieve stoffen een verplichting tot het doen van een jaarkennisgeving indien de vervoerder ten genoegen van de Autoriteit kan aantonen:
  1. dat hij gelet op de aard van de te vervoeren stoffen, de specifieke toepassing van de te vervoeren stoffen of de bedrijfsvoering redelijkerwijs alleen een kennisgeving in de vorm van een jaarkennisgeving kan doen;
  2. een administratie bijhoudt waarin de gegevens, bedoeld in artikel 4d zijn opgenomen.
De Autoriteit kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van het bepaalde in de aanhef en onder a en de eerste volzin.
I

Artikel 4d wordt als volgt gewijzigd:

Indien een kennisgeving wordt gedaan voor vervoer en voorhanden hebben bij de opslag in verband met dat vervoer dat niet overeenkomstig artikel 1b, in samenhang met de krachtens artikel 2.3, eerste lid, van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgestelde regeling is gerechtvaardigd, omvat de kennisgeving tevens een verzoek om rechtvaardiging van dat vervoer en het voorhanden hebben bij de opslag in verband met dat vervoer.
J

Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.
Het in het eerste lid bedoeld verbod geldt tevens voor het vervoer en het voorhanden hebben bij opslag in verband met het vervoer van een hoogactieve bron.
K

In artikel 6, onderdeel a, wordt «handeling of werkzaamheid» vervangen door: handeling of handeling met een natuurlijke bron.

L

In artikel 13 wordt «melding» steeds vervangen door: kennisgeving.

M

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het in artikel 15, onder a, van de wet vervatte verbod geldt voorts niet voor het vervoeren en het voorhanden hebben bij opslag in verband met het vervoer van splijtstoffen die gebruikt worden als afschermingsmateriaal in een collo, mits er een kennisgeving is gedaan als bedoeld in artikel 4c, in geval van vervoer in Nederland, of artikel 32, in geval van het binnen of buiten Nederlands grondgebied doen brengen, en wordt voldaan aan de bij en krachtens de wet gestelde regels en voorschriften.
N

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

  1. indien een vergunning wordt aangevraagd voor een handeling die overeenkomstig artikel 1b, in samenhang met de krachtens artikel 2.3, eerste lid, van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgestelde regeling is gerechtvaardigd, een verwijzing naar die rechtvaardiging.
O

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

P

Na artikel 27 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 27a
Het in artikel 29, eerste lid, van de wet vervatte verbod om zonder vergunning van de Autoriteit radioactieve stoffen binnen of buiten Nederlands grondgebied te brengen geldt voorts voor het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen van een hoogactieve bron.
Q

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

  1. van dat vervoer reeds heeft kennisgegeven in de jaarkennisgeving, en.
R

Artikel 32a wordt als volgt gewijzigd:

  1. Indien een kennisgeving wordt gedaan voor een handeling of handeling met natuurlijke bronnen die niet is gerechtvaardigd of als niet-gerechtvaardigd is aangewezen overeenkomstig artikel 1b, in samenhang met de krachtens artikel 2.3, eerste lid, van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgestelde regeling, omvat de kennisgeving tevens een verzoek om rechtvaardiging van die handeling.
Indien een kennisgeving wordt gedaan voor een handeling die niet is gerechtvaardigd of als niet-gerechtvaardigd is aangewezen overeenkomstig artikel 1b, in samenhang met de krachtens artikel 2.3 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgestelde regeling, omvat de kennisgeving tevens een verzoek om rechtvaardiging van die handeling.

Artikel 1b

Artikel 27a

Het in artikel 29, eerste lid, van de wet vervatte verbod om zonder vergunning van de Autoriteit radioactieve stoffen binnen of buiten Nederlands grondgebied te brengen geldt voorts voor het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen van een hoogactieve bron.

Artikel 13.3 (wijziging Besluit in- uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen)

In artikel 1, eerste lid, van het Besluit in- uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen komt de begripsomschrijving behorend bij «ingekapselde bron» te luiden:

radioactieve stoffen of splijtstoffen die zijn ingebed in of gehecht aan vast dragermateriaal of zijn omgeven door een omhulling van materiaal met dien verstande dat hetzij het dragermateriaal hetzij de omhulling voldoende weerstand biedt om onder normale gebruiksomstandigheden elke verspreiding van radioactieve stoffen of splijtstoffen te voorkomen.

Artikel 13.4 (wijziging Vrijstellingsbesluit defensie Kernenergiewet)

Het Vrijstellingsbesluit defensie Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervallen de onderdelen c en d, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door een punt.

B

In artikel 4 wordt «zijn de artikelen 21 en 23 van het Besluit stralingsbescherming niet van toepassing» vervangen door: is afdeling 3.2 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming niet van toepassing.

Artikel 13.5 (wijziging Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen)

Artikel 11k van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen wordt als volgt gewijzigd:

2.
Dit besluit is, met uitzondering van paragraaf 1, van overeenkomstige toepassing op radioactieve afvalstoffen afkomstig van handelingen met natuurlijke bronnen waarvan de activiteitsconcentratie van de radionucliden in de betrokken natuurlijke bronnen gelijk is aan of hoger is dan de desbetreffende bij of krachtens artikel 3.20 of 3.21 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming vastgestelde vrijgavewaarde en lager is dan tien maal deze waarde.

Artikel 13.6 (wijziging Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet)

In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, van het Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet wordt «artikel 20ca van het Besluit stralingsbescherming» vervangen door: artikel 4.7, eerste lid, van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming.

Artikel 13.7 (wijziging Besluit vergoedingen Kernenergiewet)

Artikel 10 van het Besluit vergoedingen Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 13.8 (wijziging Besluit OM afdoening)

Bijlage II van het Besluit OM afdoening wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 13.9 (wijziging Besluit detectie radioactief besmet schroot)

Het Besluit detectie radioactief besmet schroot wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, wordt na «verwerkt» ingevoegd: gerecycled.

B

Na artikel 6 worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 6a
1.
Het is verboden radioactief besmet schroot of schroot waarvan men redelijkerwijs kan vermoeden dat het radioactief besmet schroot betreft te gebruiken, in de handel te brengen of te verwijderen in strijd met een daarop betrekking hebbende mededeling van de Autoriteit.
2.
Bij verordening van de Autoriteit kunnen met het oog op een goede uitvoering nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid.
Artikel 6b
1.
Artikel 6.4 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming is van overeenkomstige toepassing.
2.
In gevallen, behorend tot een bij regeling van Onze Minister aangewezen categorie, dient degene die de inrichting drijft te beschikken over een bedrijfsnoodplan als bedoeld in artikel 6.7 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming. De aanwijzing staat in een passende verhouding tot de aard en zwaarte van de betrokken risico’s, overeenkomstig de graduele benadering, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het genoemde besluit

Artikel 6a

Artikel 6b

Artikel 13.10 (overgangsbepalingen Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen)

Indien een in afdeling 12.2 opgenomen overgangsrechtelijke bepaling een verwijzing bevat naar een bepaling van dit besluit waarnaar in artikel 13.1 wordt verwezen of die in dat artikel van toepassing of overeenkomstige toepassing wordt verklaard, is de desbetreffende overgangsrechtelijke bepaling van afdeling 12.2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13.11 (overgangsbepalingen Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen)

Artikel 13.12 (overgangsbepalingen Besluit in- uit- en doorvoer van radioactieve stoffen en bestraalde splijtstoffen)

Indien een in afdeling 12.2 opgenomen overgangsrechtelijke bepaling een verwijzing bevat naar een bepaling van dit besluit waarnaar in artikel 13.3 wordt verwezen of die in dat artikel van toepassing of overeenkomstige toepassing wordt verklaard, is de desbetreffende overgangsrechtelijke bepaling van afdeling 12.2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13.13 (overgangsbepalingen Vrijstellingsbesluit defensie Kernenergiewet)

Indien een in afdeling 12.2 opgenomen overgangsrechtelijke bepaling een verwijzing bevat naar een bepaling van dit besluit waarnaar in artikel 13.4 wordt verwezen of die in dat artikel van toepassing of overeenkomstige toepassing wordt verklaard, is de desbetreffende overgangsrechtelijke bepaling van afdeling 12.2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13.14 (overgangsbepalingen Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen)

Indien een in afdeling 12.2 opgenomen overgangsrechtelijke bepaling een verwijzing bevat naar een bepaling van dit besluit waarnaar in artikel 13.5 wordt verwezen of die in dat artikel van toepassing of van overeenkomstige toepassing wordt verklaard, is de desbetreffende overgangsrechtelijke bepaling van afdeling 12.2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13.15 (overgangsbepalingen Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet)

Indien een in afdeling 12.2 opgenomen overgangsrechtelijke bepaling een verwijzing bevat naar een bepaling van dit besluit waarnaar in artikel 13.6 wordt verwezen of die in dat artikel van toepassing of van overeenkomstige toepassing wordt verklaard, is de desbetreffende overgangsrechtelijke bepaling van afdeling 12.2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13.16 (overgangsbepalingen Besluit vergoedingen Kernenergiewet)

Indien een in afdeling 12.2 opgenomen overgangsrechtelijke bepaling een verwijzing bevat naar een bepaling van dit besluit waarnaar in artikel 13.7 wordt verwezen of die in dat artikel van toepassing of overeenkomstige toepassing wordt verklaard, is de desbetreffende overgangsrechtelijke bepaling van afdeling 12.2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13.17 (overgangsbepalingen Besluit OM afdoening)

Indien een in afdeling 12.2 opgenomen overgangsrechtelijke bepaling een verwijzing bevat naar een bepaling van dit besluit waarnaar in artikel 13.8 wordt verwezen of die in dat artikel van toepassing of overeenkomstige toepassing wordt verklaard, is de desbetreffende overgangsrechtelijke bepaling van afdeling 12.2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13.18 (overgangsbepalingen Besluit detectie radioactief besmet schroot)

Indien een in afdeling 12.2 opgenomen overgangsrechtelijke bepaling een verwijzing bevat naar een bepaling van dit besluit waarnaar in artikel 13.9 wordt verwezen of die in dat artikel van toepassing of overeenkomstige toepassing wordt verklaard, is de desbetreffende overgangsrechtelijke bepaling van afdeling 12.2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14.1 (tijdelijke regeling)

Indien dit in het belang van de bescherming tegen ioniserende straling naar het oordeel van Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dringend noodzakelijk is en naar hun oordeel een wijziging van dit besluit niet kan worden afgewacht, kunnen bij regeling van Onze genoemde Ministers regels worden gesteld, die van dit besluit afwijken maar met een strekking als bedoeld in dit besluit. Een zodanige regeling vervalt een jaar nadat zij in werking is getreden, of, indien binnen die termijn een wijziging van de betrokken bepaling van dit besluit in werking is getreden, op het tijdstip waarop die wijziging in werking treedt. Onze genoemde Ministers kunnen de termijn bij ministeriële regeling eenmaal met ten hoogste een jaar verlengen.

Artikel 14.2 (wijzigingsbepaling)

Een wijziging van richtlijn 2013/59/Euratom gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 14.3 (inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 14.4 (citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming.

stb-2018-7 (PDF)

Besluit van 15 januari 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 23 oktober 2017, houdende vaststelling van regels ter bescherming van personen tegen de gevaren van blootstelling aan ioniserende straling (Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming) (Stb 404)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 10 januari 2018, nr. IenM/BSK-2017/288943, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 14.3 van het Besluit van 23 oktober 2017, houdende vaststelling van regels ter bescherming van personen tegen de gevaren van blootstelling aan ioniserende straling (Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming) (Stb 404);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.