Besluit van 19 mei 2017 tot wijziging van het Besluit detectie radioactief besmet schroot, het Besluit in-, uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen, het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen, het Besluit OM-afdoening, het Besluit registratie, splijtstoffen en ertsen, het Besluit stralingsbescherming, het Besluit van 18 december 2012 tot wijziging van het Besluit stralingsbescherming en enkele andere besluiten in verband met de vereenvoudiging van de wettelijke regels en de vermindering van administratieve lasten voor ondernemingen die met ioniserende straling werken en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten, het Besluit vergoedingen Kernenergiewet, het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen, het Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet en het Vrijstellingsbesluit defensie Kernenergiewet in verband met de Wet tot wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (Stb. 2016, 180) (Wijzigingsbesluit instelling Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Infrastructuur en Milieu en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gedaan mede namens Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst, van 10 januari 2017 nr. IenM/BSK-2016/308532, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 13, tweede lid, 14, tweede lid, 15c, derde lid, 16, eerste lid, 21, eerste, tweede en derde lid, 29, eerste lid, 31, eerste lid, 32, eerste lid, 34, eerste lid, 38a, eerste lid, 67, eerste lid, 68, 69, eerste, tweede en zesde lid, 73, 74 en 75, eerste lid, van de Kernenergiewet en artikel 257ba van het Wetboek van Strafvordering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 februari 2017, nr. W14.17.0006/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Ministers van Infrastructuur en Milieu en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 mei 2017, nr. IenM/BSK-2017/99077, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit detectie radioactief besmet schroot wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt «Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
B
In artikel 5, tweede lid, wordt «Onze Minister kan regels stellen» vervangen door: De Autoriteit kan bij verordening regels stellen.
C
In de artikelen 7, tweede en vierde lid, 8, tweede lid, en 9, eerste en tweede lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: de Autoriteit.
D
In artikel 9, derde lid, wordt «Onze Minister kan bij regeling bepalen» vervangen door: De Autoriteit kan bij verordening bepalen.
ARTIKEL II
Het Besluit in-, uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, vervalt «Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;».
B
De artikelen 3, eerste lid, 5, onderdeel b, 6, eerste lid, 7, 11, 12, eerste tot en met derde lid, 13, eerste, tweede en vierde lid, 14, 15, eerste tot en met derde lid, 16, eerste en tweede lid, 17, eerste tot en met vijfde lid, 18, eerste en tweede lid, 21, eerste en tweede lid, 22, eerste en tweede lid, 24, 26, eerste tot en met zesde lid, 27, eerste en tweede lid, 29, 30, tweede tot en met zevende lid, 31, eerste, tweede en vierde lid, 32, eerste en tweede lid, 33, eerste en tweede lid, 34, 36, 37, tweede tot en met zevende lid, 38, 39, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 40, eerste lid, 41, eerste tot en met derde lid, 42, eerste lid, 43, 46, 47, tweede tot en met zevende lid, 48, derde lid, 49, eerste lid, 50, eerste en tweede lid, en 51 worden als volgt gewijzigd:
C
In de artikelen 15, tweede lid, 22, tweede lid, 33, tweede lid, 41, tweede lid, en 50, tweede lid, wordt «hem» vervangen door: haar.
D
In de artikelen 16, eerste lid, 24, en 42, eerste lid, wordt «hij» vervangen door: zij.
E
In artikel 18, eerste en tweede lid, wordt «Hij» vervangen door: Zij.
F
Artikel 54 vervalt.
ARTIKEL III
Het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
B
De artikelen 3, zesde lid, 21, eerste lid, 27, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 29, eerste lid, 30, tweede lid, 30a, tweede lid, 30c, 30d, eerste lid, 30g, 35, eerste en tweede lid, 41a, eerste lid, onderdeel a, 42, derde lid, onderdelen d en e, en 44a, tweede lid, onderdeel a, worden als volgt gewijzigd:
C
In artikel 15 komen de onderdelen a en b te luiden:
- in gevallen waarin de beschikking een inrichting als bedoeld in artikel 6, 7 of 8 betreft: het college van gedeputeerde staten van de provincie en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de inrichting geheel of in hoofdzaak is of zal zijn gelegen, de colleges van gedeputeerde staten van de provincies en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten welker gebied is gelegen op minder dan tien kilometer van de plaats waar de inrichting gelegen is of zal zijn, alsmede de bestuursorganen die belast zijn met het waterkwaliteitsbeheer van oppervlaktewaterlichamen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet in samenhang met artikel 3.1 van de Waterregeling die gelegen zijn op minder dan tien kilometer van de plaats waar de inrichting gelegen is of zal zijn;
- in gevallen waarin de beschikking een inrichting als bedoeld in artikel 9 betreft: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente of gemeenten, waar de inrichting gelegen is of zal zijn.
D
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Met de keuring zijn belast de door de Autoriteit aangewezen instellingen.5.
De Autoriteit stelt bij verordening regels met betrekking tot het aanwijzen van instellingen.6.
De Autoriteit kan bij verordening regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de keuringen worden verricht.E
Artikel 22 komt te luiden:
Artikel 22
1.
Een referentiedreiging of wijziging daarvan wordt door Onze Minister vastgesteld.2.
Een referentiedreiging wordt na vaststelling medegedeeld aan de houders van een vergunning van een inrichting als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet.3.
De Autoriteit kan bij verordening regels stellen ten aanzien van de beveiliging van het voorhanden hebben en het zich ontdoen van de in de bijlage bij dit besluit genoemde splijtstoffen en ertsen en ten aanzien van de beveiliging van inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet.F
In artikel 30d, tweede lid, wordt «Onze Minister kan nadere regels stellen» vervangen door: De Autoriteit kan bij verordening regels stellen.
G
In artikel 30f, tweede lid, wordt «Onze Minister kan regels stellen» vervangen door: De Autoriteit kan bij verordening regels stellen.
H
In artikel 36, eerste lid, wordt «de in artikel 15b, eerste lid, van de wet, onder a, b, d of f bedoelde belangen» vervangen door: de in artikel 15b, eerste lid, onder a, b of e, van de wet, bedoelde belangen.
I
Hoofdstuk IV, paragraaf 4 vervalt.
J
In artikel 41a, tweede lid, wordt «Bij regeling van Onze Minister» vervangen door: Bij verordening van de Autoriteit.
K
In artikel 44b, eerste lid, wordt «door Onze Minister is goedgekeurd» vervangen door: door de Autoriteit is goedgekeurd.
Artikel 22
ARTIKEL IV
In artikel 4.2, onderdeel h, van het Besluit OM-afdoening wordt «de algemeen directeur van de directie Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu» vervangen door: de voorzitter van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de Kernenergiewet.
ARTIKEL V
Het Besluit registratie splijtstoffen en ertsen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt «Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken» vervangen door: Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu en vervalt de begripsomschrijving van «hoofd».
B
In de artikelen 2, tweede lid, en 10 wordt «Onze Minister stelt nadere regelen » vervangen door: De Autoriteit stelt bij verordening nadere regels.
C
In artikel 3, eerste tot en met vierde lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: De Autoriteit.
D
In de artikelen 5, 6, 7 en 8 wordt «het hoofd» vervangen door: de Autoriteit.
E
In artikel 9 wordt «Onze Minister» vervangen door: de Autoriteit.
ARTIKEL VI
Het Besluit stralingsbescherming wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
B
In de artikelen 3, eerste en tweede lid, 11, vierde lid, 20f, derde lid, 25, vijfde en zevende lid, 26, tweede lid, 29, derde lid, 40, tweede lid, 43, eerste lid, 44, tweede lid, 50, derde lid, 109, 110, tweede lid, 120, derde lid, 120a, tweede lid, en 121, vierde lid, wordt «Bij regeling van Onze Minister» vervangen door: Bij verordening van de Autoriteit.
C
Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:
1.
Een handeling is slechts toegestaan indien zij door de Autoriteit is gerechtvaardigd, dan wel behoort tot een categorie van handelingen die bij regeling van Onze Minister is gerechtvaardigd. De Autoriteit, respectievelijk Onze Minister, rechtvaardigt een handeling, respectievelijk een categorie van handelingen, slechts indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling of categorie van handelingen opwegen tegen de gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht.D
De artikelen 7, eerste lid, 7a, 7c, 7f, eerste lid, 8, eerste lid, 11, zesde lid, 12, derde lid, 14a, 14b, 20a, eerste en tweede lid, 20b, eerste lid, 20f, eerste lid, 20g, 23, eerste en tweede lid, 24, 25, eerste lid, 26, eerste lid, 35, eerste lid, 37, eerste, zevende en achtste lid, 38, eerste lid, 40, eerste lid, 44, eerste lid, 45, 47, derde lid, 102, eerste lid, 103, eerste lid, 104, 107, eerste lid, 108, eerste lid, en 120a, eerste lid, worden als volgt gewijzigd:
E
In artikel 7b, eerste lid, wordt «in een door een door Onze Ministers en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan te wijzen register als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de wet» vervangen door: in het register, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de wet.
F
In artikel 7d wordt «Onze Ministers schrijven» vervangen door: De Autoriteit schrijft.
G
Artikel 7e wordt als volgt gewijzigd:
H
In artikel 10, vijfde lid, wordt «Bij regeling van Onze Ministers» vervangen door: Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
I
In artikel 11a wordt «bedoeld in artikel 12» vervangen door: bedoeld in artikel 12, eerste, tweede of derde lid.
J
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Een ondernemer zorgt ervoor dat een stralingsbeschermingseenheid, waarin tevens de algemeen coördinerend deskundige werkzaam is, aanwezig is in een onderneming en op locaties indien in verschillende organisatie-onderdelen of op verschillende plaatsen door de ondernemer verschillende handelingen of werkzaamheden met in totaal meer dan 100 bronnen waarvoor een vergunning is vereist worden verricht.2.
Een ondernemer zorgt ervoor dat een stralingsbeschermingseenheid aanwezig is binnen inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet.3.
De vergunning van een andere soort ondernemer dan die een onderneming heeft als bedoeld in het eerste of tweede lid kan het voorschrift bevatten dat deze zorgt voor de aanwezigheid van een stralingsbeschermingseenheid, indien in zijn onderneming:- handelingen of werkzaamheden worden verricht die overeenkomen met die in de in het eerste of tweede lid bedoelde ondernemingen of op de in het eerste lid bedoelde locaties; en
- naar het oordeel van de Autoriteit in het belang van de bescherming tegen ioniserende straling een beheersysteem is vereist, dat vergelijkbaar is met dat in de ondernemingen, bedoeld in het eerste of tweede lid.
4.
Bij verordening van de Autoriteit worden regels gesteld over de werkwijze van een stralingsbeschermingseenheid.K
Artikel 12a, tweede lid, komt te luiden:
2.
De Autoriteit beheert het meldpunt.L
Artikel 18, eerste lid, komt te luiden:
1.
De Autoriteit kan bij verordening regels stellen met betrekking tot toestellen.M
Artikel 19, eerste lid, komt te luiden:
1.
De Autoriteit kan bij verordening regels stellen met betrekking tot ingekapselde bronnen.N
In artikel 20ca wordt «Onze Minister kan regels stellen» vervangen door: De Autoriteit kan bij verordening regels stellen.
O
In artikel 20d, tweede lid, onderdeel d, wordt «naar het oordeel van Onze Ministers» vervangen door: naar het oordeel van Onze Minister.
P
In de artikelen 21, eerste lid, en 22 wordt voor de punt aan het slot van deze bepalingen ingevoegd: aan de Autoriteit.
Q
In de artikelen 21, tweede lid, en 23, derde lid, wordt «een type dat door Onze Minister is goedgekeurd op grond van bij regeling van Onze Minister gestelde regels» vervangen door: een type dat door de Autoriteit is goedgekeurd op grond van bij verordening van de Autoriteit gestelde regels.
R
In de artikelen 25, derde en vierde lid, en 28, onderdelen d en e, wordt «bij regeling van Onze Minister» vervangen door: bij verordening van de Autoriteit.
S
In artikel 28, onderdeel f, wordt «door Onze Minister vastgestelde regels» vervangen door: door de Autoriteit bij verordening vastgestelde regels.
T
In artikel 37, zesde lid, wordt «Onze Ministers» vervangen door: de Autoriteit.
U
In artikel 38, eerste lid, wordt «deze Minister» vervangen door: de Autoriteit.
V
In de artikelen 81, eerste lid, en 88, eerste lid, wordt «bij mijnbouw, Onze Minister» vervangen door: bij mijnbouw, Onze Minister van Economische Zaken.
W
In artikel 81, tweede lid, wordt «bij mijnbouw aan Onze Minister» vervangen door: bij mijnbouw aan Onze Minister van Economische Zaken.
X
In artikel 93, tweede lid, wordt «indien het mijnbouw betreft, Onze Minister» vervangen door: indien het mijnbouw betreft, Onze Minister van Economische Zaken.
Y
In artikel 110, eerste lid, wordt «Bij regeling van Onze Minister» vervangen door «Bij verordening van de Autoriteit» en wordt «naar het oordeel van Onze Minister» vervangen door: naar het oordeel van de Autoriteit.
Z
Artikel 113, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
- indien het mijnbouw, of een lozing in oppervlaktewater of in lucht betreft, Onze Minister van Economische Zaken;.
AA
Artikel 122 wordt als volgt gewijzigd:
- indien het een inrichting betreft, waarvoor een vergunning krachtens artikel 15, onder b, van de wet is verleend, door de Autoriteit;.
3.
Nadere eisen die geen betrekking hebben op de bescherming van werknemers tegen ioniserende straling ten gevolge van handelingen worden gesteld:- door de Autoriteit, of
- voor zover het de onder hem ressorterende belangen betreft: door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, of
- indien het mijnbouw op het continentaal plat betreft: door Onze Minister van Economische Zaken.
AB
Artikel 123, eerste lid, komt te luiden:
In bijzondere gevallen kan ontheffing worden verleend van de voorschriften in de hoofdstukken 3, 5, 6, 7, 8 en 10 van dit besluit. De ontheffing wordt verleend door:- Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, indien het de bescherming van werknemers betreft, tenzij het de bescherming betreft van werknemers in inrichtingen waarvoor een vergunning krachtens artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet is verleend;
- Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, indien het de bescherming van patiënten betreft;
- Onze Minister van Defensie indien het de krijgsmacht betreft;
- Onze Minister van Economische Zaken indien het mijnbouw betreft;
- de Autoriteit in de overige gevallen.
ARTIKEL VII
Artikel I, onderdeel AA, eerste en derde onderdeel, van het Besluit van 18 december 2012 tot wijziging van het Besluit stralingsbescherming en enkele andere besluiten in verband met de vereenvoudiging van de wettelijke regels en de vermindering van administratieve lasten voor ondernemingen die met ioniserende straling werken en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten (Stb. 2013, 33) vervalt.
ARTIKEL VIII
Het Besluit vergoedingen Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervalt «Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;».
B
In artikel 8, tweede lid, wordt «verslag als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Regeling implementatie richtlijn nr. 2009/71/Euratom inzake nucleaire veiligheid» vervangen door: document waarin de houder van een vergunning op grond van artikel 15, onder b, van de wet ten minste eens in de tien jaar aan de Autoriteit verslag doet inzake de nucleaire veiligheid van de onder zijn beheer zijnde kerninstallatie.
C
Artikel 12, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
D
In artikel 13, derde lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: de Autoriteit.
E
Artikel 14, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
- een document waarin de houder van een vergunning op grond van artikel 15, onder b, van de wet ten minste eens in de tien jaar aan de Minister verslag doet inzake de nucleaire veiligheid van de onder zijn beheer zijnde kerninstallatie dat voor 1 januari 2014 door Onze Minister van Economische Zaken is ontvangen.
ARTIKEL IX
Het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt «Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
B
In de artikelen 1a, 1b, 2, eerste lid, 4c, vierde en vijfde lid, 23, eerste lid, 27, tweede en derde lid, en 32, derde en vierde lid, wordt «tabel 2.2.7.7.2.1 van bijlage 1 bij de VSG» vervangen door: tabel 2.2.7.2.2.1 van bijlage 1 bij de VSG.
C
In artikel 1b komt onderdeel d te vervallen en worden de onderdelen e en f geletterd d en e.
D
In artikel 1d wordt «Onze Minister kan regels stellen» vervangen door: De Autoriteit kan bij verordening regels stellen.
E
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
F
In de artikelen 3, eerste lid, onderdeel i, 4c, eerste lid, 4d, derde en vierde lid, 5, eerste lid, 6, onderdeel b, 7, tweede lid, onderdeel d, 8, eerste lid, 10, eerste en tweede lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, onderdelen b en c, 15, 16, eerste lid, onderdelen b en c, 18, tweede lid, onderdeel a, 19, eerste lid, onderdeel a, 20, 22, eerste lid, 27, eerste lid, 32, eerste lid, onderdeel b, en 32a, derde lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: de Autoriteit.
G
In artikel 8, derde lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: De Autoriteit.
ARTIKEL X
Het Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
B
In artikel 2, derde lid, onderdeel b, wordt «Onze Ministers en, ingeval deze volgens het vierde lid niet daartoe behoort, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door: Onze Ministers en, ingeval deze volgens het vierde lid niet daartoe behoort, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en de Autoriteit.
ARTIKEL XI
In artikel 9 van het Vrijstellingsbesluit defensie Kernenergiewet wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: de Autoriteit.
ARTIKEL XII
ARTIKEL XIII
De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL XIV
Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit instelling Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming.