Part of Smart Yellow Suite

WGK006310
Besluit verbeterde premieregeling

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Datum uitgave 8 april 2016
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere besluiten in verband met de Wet verbeterde premieregeling

Samenvatting

Het besluit bevat wijzigingen van een aantal pensioenbesluiten in verband met de Wet verbeterde premieregeling

Documenten

stb-2016-278 (PDF)

Besluit van 7 juli 2016 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere besluiten in verband met de Wet verbeterde premieregeling

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 april 2016, nr. 2016-0000110426;

Gelet op de artikelen 44, derde lid, 44a, tweede lid, 52, zevende lid, 52a, zesde lid, 63a, negende lid, 63b, zesde lid, 102a, vierde lid, 151, zevende lid en 179, eerste lid, van de Pensioenwet en de artikelen 55, derde lid, 55a, tweede lid, 63, zevende lid, 63a, zesde lid, 75a, negende lid, 75b, zesde lid, 109a, vierde lid, 146, zevende lid en 176, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 mei 2016, No.W12.16.0113/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 juli 2016, nr. 2016-0000157048;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van hoofdstuk 2 wordt «44, derde lid, 45» vervangen door «44, derde lid, 44a, tweede lid, 45», wordt «en 51, tiende lid» vervangen door «51, tiende lid, en 63b, zesde lid», wordt «55, derde lid, 56» vervangen door «55, derde lid, 55a, tweede lid, 56» en wordt «en 62, tiende lid» vervangen door «62, tiende lid, en 75b, zesde lid».

B

Na artikel 7a worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 7b. Jaarlijkse informatieverstrekking aan pensioengerechtigden
De opgave van zijn pensioenrecht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, onderdeel a, van de Pensioenwet dan wel artikel 55, eerste lid, onderdeel a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling heeft bij een variabele uitkering betrekking op:
  1. de uitkering over het afgelopen jaar; en
  2. de uitkering voor het komende jaar.
Artikel 7c. Informatieverstrekking over uitkeringen
1.
Bij de informatie die wordt verstrekt over een variabele uitkering, bedoeld in de artikelen 44a, eerste lid, of 63b, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 55a, eerste lid, of 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, geldt het volgende:
  1. een uitvoerder die één uniform beleggingsprofiel hanteert, vermeldt dit;
  2. een uitvoerder die meerdere beleggingsprofielen hanteert, baseert de opgave van de hoogte van de variabele uitkeringen op het beleggingsprofiel dat passend is gezien het risicoprofiel van de deelnemer of gewezen deelnemer.
2.
De uitvoerder die geen vastgestelde uitkeringen uitvoert, geeft bij de opgave van de hoogte van de vastgestelde uitkeringen, bedoeld in artikel 44a, eerste lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 55a, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, aan dat een vastgestelde uitkering naar verwachting lager is dan een variabele uitkering maar met minder of geen kans op afwijking.
3.
Bij de opgave van de hoogte van de variabele uitkeringen voorafgaand aan de eerste toetreding tot de toedelingskring, bedoeld in artikel 63b, vijfde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 75b, vijfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling is artikel 9 van toepassing.
Artikel 7d. Standaardmodellen
1.
Bij de informatieverstrekking, bedoeld in de artikelen 44a en 63b van de Pensioenwet dan wel de artikelen 55a en 75b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt gebruikt gemaakt van standaardmodellen.
2.
Op voordracht van de uitvoerders en na advies van de Autoriteit Financiële Markten stelt Onze Minister de standaardmodellen vast. De modellen worden beschikbaar gesteld op de website van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars.
C

In artikel 10 wordt «38 tot en met 45» vervangen door «38 tot en met 44, 45», wordt «en 46a, tweede lid, onderdeel d,»vervangen door «, 46a, tweede lid, onderdeel d, en 63b,», wordt «48 tot en met 56» vervangen door «48 tot en met 55, 56», wordt «en 57a, tweede lid, onderdeel d» vervangen door «57a, tweede lid, onderdeel d, en 75b» en wordt «artikel 9, eerste en achtste lid» vervangen door «artikel 9, eerste en achtste lid, en artikel 14d, vijfde lid».

D

Na artikel 14 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

E

Na artikel 17 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

F

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd :

G

Artikel 51a wordt als volgt gewijzigd:

H

Artikel 54 komt te luiden:

Artikel 54. Tijdelijke regeling informatieverstrekking
1.
Tot het tijdstip, bedoeld in artikel IV van de Wet verbeterde premieregeling, wordt bij de informatie, die op grond van de artikelen 44a en 63b van de Pensioenwet dan wel de artikelen 55a en 75b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt, tevens het risico ten aanzien van de hoogte van de variabele uitkering weergegeven op basis van drie rendementen.
2.
De opgave van de hoogte van de variabele uitkeringen en het risico heeft betrekking op de pensioendatum en tien jaar na de pensioendatum.
3.
De Nederlandsche Bank stelt de scenario’s voor de vaststelling van de drie rendementen beschikbaar.
I

Artikel 55 komt te luiden:

Artikel 55. Overgangsrecht Wet verbeterde premieregeling
1.
De standaardmodellen, bedoeld in artikel 7d, worden gebruikt vanaf 1 januari 2018.
2.
Een verzekeraar of premiepensioeninstelling voldoet uiterlijk 1 januari 2018 aan artikel 14b en artikel 14d, eerste en tweede lid.
3.
De bevoegdheid van De Nederlandsche Bank, bedoeld in artikel 14d, derde lid, vierde zin, is tot 1 januari 2018 niet van toepassing ten aanzien van op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet verbeterde premieregeling bestaande pensioenregelingen.
4.
Een uitvoerder voldoet uiterlijk 1 januari 2018 aan artikel 14d, vierde en vijfde lid.

Artikel 7b. Jaarlijkse informatieverstrekking aan pensioengerechtigden

De opgave van zijn pensioenrecht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, onderdeel a, van de Pensioenwet dan wel artikel 55, eerste lid, onderdeel a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling heeft bij een variabele uitkering betrekking op:

Artikel 7c. Informatieverstrekking over uitkeringen

Artikel 7d. Standaardmodellen

Artikel 14a. Eisen ten aanzien van beleggingen

Artikel 14b. Beleggingsbeleid

Artikel 14c. Verantwoordelijkheid beleggingen deelnemer

Artikel 14d. Verantwoordelijkheid beleggingen uitvoerder

Artikel 14e. Inwinnen van informatie door pensioenuitvoerder

Artikel 17a. Vaste daling

Artikel 17b. Risicovrije rente bij projectierente en vaste daling

De risicovrije rente, bedoeld in artikel 63a, derde, zevende en achtste lid, van de Pensioenwet, artikel 75a, derde, zevende en achtste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, en artikel 17a, eerste lid, is de risicovrije rente voor fondsen.

Artikel 17c. Collectief toedelingsmechanisme

Artikel 17d. Parameter aandelenrendement

De parameter voor aandelenrendement, bedoeld in artikel 63a, derde lid, van de Pensioenwet, artikel 75a, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en artikel 17a, eerste lid, is gelijk aan de parameter, bedoeld in artikel 23a, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.

Artikel 54. Tijdelijke regeling informatieverstrekking

Artikel 55. Overgangsrecht Wet verbeterde premieregeling

ARTIKEL II

Het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:

3.
Voor een premieovereenkomst, premieregeling of een variabele uitkering komt de risicohouding van het fonds tot uitdrukking in de door het fonds gekozen maximaal aanvaardbare afwijking van het pensioen in een pessimistisch scenario ten opzichte van het verwachte pensioen in een verwacht scenario. In de opbouwfase gaat het hierbij om het verwachte pensioen op pensioendatum; in de uitkeringsfase om afwijking van het pensioen van jaar op jaar. De risicohouding van het fonds voldoet aan de prudent person regel. De risicohouding wordt per toedelingskring vastgelegd.
B

Na artikel 36a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 36b. Overgangsrecht risicohouding
1.
Tot het tijdstip, bedoeld in artikel IV van de Wet verbeterde premieregeling, wordt bij de weergave van de risicohouding, bedoeld in artikel 1a, derde lid, in plaats van een pessimistisch en verwacht scenario de maximaal aanvaardbare afwijking van het pensioen weergegeven op basis van twee rendementen.
2.
De opgave van de hoogte van de uitkeringen en het risico heeft betrekking op de pensioendatum en tien jaar na de pensioendatum.
3.
De Nederlandsche Bank stelt de scenario’s voor de vaststelling van de twee rendementen beschikbaar.

Artikel 36b. Overgangsrecht risicohouding

ARTIKEL III

In het Besluit van 24 juni 2015 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de Wet pensioencommunicatie (Stb. 2015, 259) wordt in artikel I, onderdeel G, artikel 7b vernummerd tot artikel 7e en komt artikel 7e, eerste lid, (nieuw) als volgt te luiden:

1.
Voor de weergave op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario, bedoeld in de artikelen 44a, eerste lid, 45, tweede lid, 46, eerste en derde lid, 51, eerste lid, en 63b, tweede lid, van de Pensioenwet, de artikelen 55a, eerste lid, 56, tweede lid, 57, eerste en derde lid, 62, eerste lid en 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en, voor zover het betreft weergave op basis van een pessimistisch en verwacht scenario, artikel 1a van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, wordt gebruik gemaakt van de scenariosets, bedoeld in artikel 23b van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en de rekenmethodiek die omschreven is op de website van De Nederlandsche Bank.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet verbeterde premieregeling in werking treedt.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.