Besluit houdende wijziging van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (vrijstelling voor windparken en hoogspanningsverbindingen op land)
Blijkens jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) leiden ook incidentele, niet-voorziene aanvaringen van dieren van beschermde diersoorten met windturbines of hoogspanningsleidingen tot overtreding van het verbod van de Flora- en faunawet om beschermde dieren te doden. Naar hun aard lenen niet-voorziene gevallen zich niet voor ontheffingverlening. Het besluit voorziet in een vrijstelling, waardoor alleen nog opzettelijk handelen tot overtreding van het verbod leidt en bij de ontheffingverlening en de onderliggend ecologische onderbouwing kan worden gefocust op diersoorten waarvan redelijkerwijs aanvaringsslachtoffers te verwachten zijn. De voorziening is complementair aan de regeling in de Wet wind op zee.
Besluit van 24 augustus 2015, houdende wijziging van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (vrijstelling windparken en hoogspanningsverbindingen op land)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 30 april 2015, nr. 15058315;
Gelet op artikel 75, eerste lid, van de Flora- en faunawet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 juli 2015, nr. W15.150153/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 17 augustus 2015, nr. DGAN-PDJNG/15101758;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Aan hoofdstuk 3 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten wordt na artikel 16g een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 16ga
Het verbod, bedoeld in artikel 9 van de wet, geldt niet ten aanzien van het niet-opzettelijk doden, verwonden, vangen of bemachtigen van dieren, behorende tot beschermde inheemse diersoorten als bedoeld in artikel 4 van de wet, indien die handelingen verband houden met de aanleg of exploitatie van:
- voorzieningen waarmee elektriciteit met behulp van wind wordt geproduceerd of
- hoogspanningsverbindingen.
Artikel 16ga
Het verbod, bedoeld in artikel 9 van de wet, geldt niet ten aanzien van het niet-opzettelijk doden, verwonden, vangen of bemachtigen van dieren, behorende tot beschermde inheemse diersoorten als bedoeld in artikel 4 van de wet, indien die handelingen verband houden met de aanleg of exploitatie van:
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Besluit van 12 november 2015 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit van 24 augustus 2015, houdende wijziging van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (vrijstelling windparken en hoogspanningsverbindingen op land) (Stb. 2015, 324)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 5 november 2015, nr. 15155272;
Gelet op artikel II van het besluit van 24 augustus 2015, houdende wijziging van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (vrijstelling windparken en hoogspanningsverbindingen op land) (Stb. 2015, 324);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
Het besluit van 24 augustus 2015, houdende wijziging van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (vrijstelling windparken en hoogspanningsverbindingen op land) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.