Part of Smart Yellow Suite

WGK006271
Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Financiën
Datum uitgave 1 april 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 en van verordening nr. 600/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014)

Samenvatting

Het wetsvoorstel implementeert de herschikte richtlijn markten voor financiële instrumenten (MIFID II) in de Wet op het financieel toezicht (Wft). MiFID II bevat regels m.b.t. het verlenen van beleggingsdiensten en het verrichten van beleggingsactiviteiten waaronder begrepen regels voor het exploiteren van handelsplatformen waarop financiële instrumenten worden verhandeld alsmede regels voor het verlenen van datarapporteringsdiensten ten behoeve van de handel in financiële instrumenten.

Documenten

stb-2017-512 (PDF)

Wet van 20 december 2017 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 en van verordening nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om regels te stellen ter uitvoering van richtlijn nr. 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU (herschikking) (PbEU 2014, L 173) en verordening nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2014, L 173);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. optie, future, swap of ander derivatencontract dat betrekking heeft op grondstoffen, dat kan worden afgewikkeld door middel van materiële levering en wordt verhandeld op een georganiseerde handelsfaciliteit, gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit met uitzondering van een voor de groothandel bestemd energieproduct verhandeld op een georganiseerde handelsfaciliteit dat door middel van materiële levering moet worden afgewikkeld;.
  1. emissierecht bestaande uit een eenheid waarvan is vastgesteld dat deze in overeenstemming is met de vereisten van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 20013 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PbEU 2003, L 275);
  1. in de uitoefening van een beroep of bedrijf exploiteren van een georganiseerde handelsfaciliteit;
B

In artikel 1:2, eerste lid, wordt «en afdeling 5.4.2» vervangen door «en de afdelingen 5.4.2, 5.9.1, 5.9.2 en 5.9.3,» en wordt na «waaraan een of meer lidstaten deelnemen» ingevoegd: en die tot doel hebben middelen bijeen te brengen en financiële bijstand te verlenen ten behoeve van hun leden die te maken hebben met of bedreigd worden door ernstige financiële problemen.

C

Artikel 1:18 wordt als volgt gewijzigd:

  1. exploitanten met een verplichting tot naleving van de bij of krachtens Richtlijn nr. 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PbEU 2003, L 275) gestelde regels, die bij het handelen in emissierechten geen orders van cliënten uitvoeren en die uitsluitend handelen voor eigen rekening, tenzij zij een techniek van hoogfrequente algoritmische handel toepassen;
  2. het beleggingsactiviteiten betreft door personen die uitsluitend handelen voor eigen rekening in andere financiële instrumenten dan grondstoffenderivaten, emissierechten of van emissierechten afgeleide instrumenten, tenzij deze personen:
    1. marketmaker zijn;
    2. leden of deelnemers zijn van een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit dan wel directe elektronische toegang hebben tot een handelsplatform, met uitzondering van niet-financiële entiteiten die op een handelsplatform transacties verrichten waarvan objectief kan worden aangetoond dat zij risico’s verminderen die rechtstreeks verband houden met de commerciële bedrijvigheid of de activiteiten met betrekking tot het beheer van de kasmiddelen van de niet-financiële entiteiten of van de groepen waartoe zij behoren;
    3. een techniek van hoogfrequente algoritmische handel toepassen; of
    4. voor eigen rekening handelen, indien zij orders van cliënten uitvoeren;
  3. deze worden verleend of verricht door personen die handelen voor eigen rekening, met inbegrip van marketmakers, in grondstoffenderivaten, emissierechten of van emissierechten afgeleide instrumenten, met uitzondering van personen die handelen voor eigen rekening bij het uitvoeren van orders van cliënten, of door personen die beleggingsdiensten verlenen in grondstoffenderivaten, emissierechten of van emissierechten afgeleide instrumenten aan de cliënten of leveranciers van hun hoofdbedrijf, indien:
    1. op groepsbasis beschouwd dit handelen of deze dienst afzonderlijk en op geaggregeerde basis een nevenactiviteit van hun hoofdbedrijf is;
    2. het hoofdbedrijf van de groep niet bestaat uit het verlenen van beleggingsdiensten, het verrichten van beleggingsactiviteiten, het uitoefenen van het bedrijf van bank of het optreden als marketmaker met betrekking tot grondstoffenderivaten;
    3. geen techniek van hoogfrequente algoritmische handel wordt toegepast; en
    4. jaarlijks aan de Autoriteit Financiële Markten wordt gemeld dat van de in dit onderdeel opgenomen uitzondering gebruik wordt gemaakt.
D

Artikel 1:19 wordt als volgt gewijzigd:

2.
De artikelen 3:17, derde lid, 3:18, 3:53, eerste en derde lid, 3:57, eerste tot en met derde lid en vijfde tot en met zevende lid, 4:9, derde lid, 4:11, eerste en derde tot en met vijfde lid, 4:14, eerste en tweede lid, 4:16, 4:18a tot en met 4:18e, 4:19, 4:20, eerste tot en met derde en zesde lid, 4:22, eerste lid, 4:23, eerste, derde tot en met zesde lid, 4:24, 4:25, 4:87, 4:89, 4:90 en 4:91n, eerste tot en met derde en zesde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op het verrichten van een activiteit of het verlenen van een dienst als bedoeld in artikel 2:67a, tweede lid, door een beheerder van een beleggingsinstelling of op het verrichten van een activiteit of het verlenen van een dienst als bedoeld in artikel 2:69c, tweede lid, door een beheerder van een icbe.
E

In paragraaf 1.1.3.3 worden na artikel 1:19 drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 1:19a
1.
Deze wet, met uitzondering van de afdelingen 5.9.1, 5.9.2 en 5.9.3, is niet van toepassing op:
  1. transmissiesysteembeheerders als bedoeld in artikel 2, onderdeel 4, van richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PbEU 2009, L 211) of artikel 2, onderdeel 4, van Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PbEU 2009, L 211) bij de uitvoering van hun taken ingevolge:
    1. de in de aanhef genoemde richtlijnen;
    2. verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van de verordening (EG) nr. 1228/2003 (PbEU 2009, L 211);
    3. verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van de verordening (EG) nr. 1775/2005 (PbEU 2009, L 211); of
    4. de overeenkomstig de onder 2° en 3° bedoelde verordeningen vastgestelde netwerkcodes of richtsnoeren;
  2. personen die optreden in naam van transmissiesysteembeheerders teneinde de in onderdeel a bedoelde taken uit te voeren;
  3. exploitanten of beheerders van een mechanisme voor de balancering van de energiestromen dan wel van een pijpleidingnetwerk of van een systeem voor het in evenwicht houden van de energielevering en energieafname;
en, voor zover de in dit lid bedoelde personen beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten met betrekking tot grondstoffenderivaten ten behoeve van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op het exploiteren van een platform voor de secundaire handel in financiële transmissierechten.
Artikel 1:19b
1.
Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van beleggingsondernemingen is niet van toepassing op een centrale effectenbewaarinstelling als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel 1, van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van die verordening.
2.
In afwijking van het eerste lid is het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van beleggingsondernemingen, met uitzondering van afdeling 1.6.1, paragraaf 2.2.12.1, paragraaf 3.3.11.1 en de artikelen 4:9.0a en 4:83, van overeenkomstige toepassing op een centrale effectenbewaarinstelling als bedoeld in het eerste lid die naast het verlenen van diensten als bedoeld in de bijlage, afdelingen A en B, van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen beleggingsdiensten verleent of beleggingsactiviteiten verricht.
Artikel 1:19c
Deze wet, met uitzondering van de hoofdstukken 5.1 en 5.3 tot en met 5.8, is niet van toepassing op beleggingsondernemingen met zetel in een staat die geen lidstaat is, die:
  1. uitsluitend op initiatief van een cliënt met zetel of woonplaats in Nederland, beleggingsdiensten verlenen aan of beleggingsactiviteiten verrichten voor die cliënt; of
  2. beleggingsdiensten verlenen aan of beleggingsactiviteiten verrichten voor in aanmerking komende tegenpartijen of professionele beleggers als bedoeld in bijlage II, afdeling I, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014, voor zover zij zijn opgenomen in het register dat de Europese Autoriteit voor effecten en markten bijhoudt in overeenstemming met artikel 48 van de verordening markten voor financiële instrumenten.
F

In artikel 1:22 wordt «4:9, eerste tot en met vierde lid» vervangen door: 4:9, eerste, tweede, vierde en vijfde lid.

G

Artikel 1:51 wordt als volgt gewijzigd:

5.
Indien het verzoek betrekking heeft op een beheerder van een beleggingsinstelling, een beheerder van een icbe, een beleggingsinstelling of een icbe, kan de Autoriteit Financiële Markten tevens besluiten de verstrekking van gegevens of inlichtingen achterwege te laten, indien de verstrekking van de gegevens of inlichtingen zich niet zou verdragen met de Nederlandse soevereiniteit, de nationale veiligheid of de openbare orde.
H

In artikel 1:54a wordt «deelnemers of leden van de gereglementeerde markt» vervangen door «deelnemers of leden van het handelsplatform» en wordt «van de gereglementeerde markt» vervangen door: van het handelsplatform.

I

In artikel 1:55, eerste lid, aanhef, wordt «betaalinstelling, elektronischgeldinstelling» vervangen door: betaalinstelling, datarapporteringsdienstverlener, elektronischgeldinstelling.

J

In artikel 1:56, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, eerste volzin, wordt «betaaldienstverlener, elektronischgeldinstelling» telkens vervangen door: betaaldienstverlener, datarapporteringsdienstverlener, elektronischgeldinstelling.

K

Artikel 1:56b wordt als volgt gewijzigd:

2.
Indien het verzoek betrekking heeft op een beheerder van een beleggingsinstelling, beheerder van een icbe, beleggingsinstelling of icbe, kan de Autoriteit Financiële Markten tevens weigeren te voldoen aan een verzoek om samenwerking bij het verrichten van een onderzoek of aan een verzoek als bedoeld in artikel 1:56, indien het onderzoek of de verificatie van gegevens of inlichtingen zich niet zou verdragen met de Nederlandse soevereiniteit, de nationale veiligheid of de openbare orde.
L

In artikel 1:58c, tweede lid, wordt «een multilaterale handelsfaciliteit» vervangen door: een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit.

M

Artikel 1:60 wordt als volgt gewijzigd:

3.
De Autoriteit Financiële Markten raadpleegt de toezichthoudende instantie van de desbetreffende lidstaat alvorens een vergunning wordt verleend aan een marktexploitant die:
  1. een dochtermaatschappij is van een herverzekeraar, bank, levensverzekeraar of schadeverzekeraar waaraan in een andere lidstaat een vergunning is verleend;
  2. een dochtermaatschappij is van een moedermaatschappij van een herverzekeraar, bank, levensverzekeraar of schadeverzekeraar waaraan in een andere lidstaat een vergunning is verleend;
  3. onder zeggenschap staat van een persoon die tevens zeggenschap uitoefent over een bank, herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar waaraan in een andere lidstaat een vergunning is verleend.
N

Artikel 1:65, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. een instantie die in die staat is belast met het toezicht op personen die op markten voor emissierechten actief zijn teneinde zich een totaalbeeld van de financiële en contante markten te kunnen vormen;
  2. een instantie die in die staat is belast met het toezicht op personen die op markten voor landbouwgrondstoffenderivaten actief zijn teneinde zich een totaalbeeld van de financiële en spotmarkten te kunnen vormen.
O

Na artikel 1:76c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:76d
1.
De Autoriteit Financiële Markten kan aan een beleggingsonderneming die niet voldoet aan het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van beleggingsondernemingen, tijdelijk de bevoegdheid ontzeggen om deelnemer of lid te zijn van een handelsplatform.
2.
Een ontzegging als bedoeld in het eerste lid kan worden opgelegd voor de duur van ten hoogste een jaar en kan eenmaal met ten hoogste een jaar worden verlengd.
P

Na artikel 1:77c worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 1:77d
1.
De Autoriteit Financiële Markten kan degene die een handelsplatform exploiteert of een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling door middel van het geven van een aanwijzing verplichten om de handel in een financieel instrument op te schorten of te onderbreken, indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van de beleggers in dit financieel instrument of de ordelijke handel daarin.
2.
De Autoriteit Financiële Markten verplicht degene die een handelsplatform exploiteert of een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling door middel van het geven van een aanwijzing om de handel in een financieel instrument op te schorten of te onderbreken, indien:
  1. de handel in dat financieel instrument op een ander handelsplatform is opgeschort overeenkomstig artikel 4:91da, eerste lid, of artikel 5:32g, eerste lid, als gevolg van vermoedelijke overtreding van de verordening marktmisbruik of van een overnamebod, tenzij dit de bescherming van de belangen van de beleggers in dit financieel instrument of het ordelijk verloop van de handel daarin aanzienlijk zou kunnen schaden;
  2. zij door toezichthoudende instanties van een andere lidstaat in kennis wordt gesteld van een besluit tot opschorting of onderbreking van de handel in dat financieel instrument op een handelsplatform of door een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling in die lidstaat als gevolg van een vermoedelijke overtreding van de verordening marktmisbruik of van een overnamebod, tenzij dit de bescherming van de belangen van de beleggers in dit financieel instrument of het ordelijk verloop van de handel daarin aanzienlijk zou kunnen schaden.
3.
Indien de Autoriteit Financiële Markten op grond van het eerste of tweede lid een aanwijzing geeft tot het opschorten of onderbreken van de handel in een financieel instrument doet zij hetzelfde voor afgeleide financiële instrumenten als bedoeld in de onderdelen d tot en met j van de definitie van financieel instrument in artikel 1:1 die verband houden met dat financieel instrument of daarnaar verwijzen, indien dit noodzakelijk is ter ondersteuning van de doelstellingen van de opschorting of onderbreking van de handel in het onderliggende financieel instrument.
4.
In afwijking van artikel 1:97 maakt de Autoriteit Financiële Markten een besluit als bedoeld in het eerste lid onverwijld openbaar en stelt de toezichthoudende instanties van de overige lidstaten daarvan in kennis.
Artikel 1:77e
1.
De Autoriteit Financiële Markten kan de Rechtbank Rotterdam verzoeken om een financieel instrument uit te sluiten van de handel op een handelsplatform of door een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling nadat zij met betrekking tot dat financieel instrument een aanwijzing als bedoeld in artikel 1:77d, eerste of tweede lid, heeft gegeven.
2.
De Autoriteit Financiële Markten maakt de beslissing van de Rechtbank Rotterdam onverwijld openbaar en stelt de toezichthoudende instanties van de overige lidstaten daarvan in kennis.
Artikel 1:77f
De toezichthouder kan, overeenkomstig het bepaalde ingevolge artikel 42 van de verordening markten voor financiële instrumenten, indien is voldaan aan de voorwaarden van het tweede lid, eerste volzin, van dat artikel, een verbod of beperking opleggen om:
  1. een financieel instrument of een gestructureerde deposito als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 43, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 op de markt te brengen, te verspreiden of te verkopen; of
  2. een andere beleggingsdienst te verlenen, een andere beleggingsactiviteit te verrichten of diensten te verlenen ten aanzien van gestructureerde deposito’s.
Q

In artikel 1:87, eerste en derde lid, wordt «om bij een financiële onderneming» telkens vervangen door: om bij een datarapporteringsdienstverlener, financiële onderneming.

R

In artikel 1:93b, eerste lid, wordt «artikel 56, eerste lid, derde volzin, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten» vervangen door: artikel 79, eerste lid, vijfde volzin, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.

S

In artikel 1:102 wordt onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid een lid ingevoegd, luidende:

6.
In afwijking van het derde lid beslist de toezichthouder binnen zesentwintig weken op een aanvraag van een vergunning voor het verlenen van datarapporteringsdiensten. De aanvrager wordt geïnformeerd over een langere termijn dan dertien weken.
T

Artikel 1:104, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. de vergunninghouder een datarapporteringsdienstverlener is die de bij of krachtens de verordening markten voor financiële instrumenten gestelde regels op ernstige wijze en stelselmatig heeft overtreden.
U

Artikel 1:107 wordt als volgt gewijzigd:

  1. datarapporteringsdienstverleners waaraan een vergunning ingevolge deze wet is verleend;.
  1. multilaterale handelsfaciliteiten die overeenkomstig artikel 4:91ea, eerste lid, zijn geregistreerd als mkb-groeimarkt;
  2. de naam en woonplaats van de vertegenwoordiger van een beleggingsonderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is die in Nederland uitsluitend beleggingsdiensten verleent aan professionele beleggers als bedoeld in bijlage II, afdeling I, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 of in aanmerking komende tegenpartijen.
V

De artikelen 2:58, 2:63, 2:78, 2:83, 2:89 en 2:94 worden als volgt gewijzigd:

W

Artikel 2:97 wordt als volgt gewijzigd:

7.
Artikel 2:96 is niet van toepassing op marktexploitanten met zetel in Nederland waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 5:26, eerste lid, is verleend voor het exploiteren of beheren van een gereglementeerde markt die voornemens zijn een georganiseerde handelsfaciliteit of een multilaterale handelsfaciliteit te exploiteren indien is voldaan aan artikel 2:99, eerste lid, en het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan een georganiseerde handelsfaciliteit of een multilaterale handelsfaciliteit te exploiteren.
X

Aan artikel 2:98 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.
Artikel 2:96 is niet van toepassing op beheerders van beleggingsinstellingen met zetel in een andere lidstaat die hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, indien is voldaan aan artikel 2:103b.
Y

Artikel 2:99 wordt als volgt gewijzigd:

  1. artikel 4.9.0a, eerste lid, met betrekking tot de samenstelling en het functioneren van het bestuur en het orgaan dat is belast met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;.
  1. artikel 4:14, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.
Z

Na artikel 2:99 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2:99a
1.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning aan een beleggingsonderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is en die voornemens is om in Nederland beleggingsdiensten te verlenen aan niet-professionele beleggers of professionele beleggers als bedoeld in bijlage II, afdeling II, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014, indien de beleggingsonderneming:
  1. in Nederland een bijkantoor vestigt;
  2. aantoont dat met betrekking tot het bijkantoor zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
    1. artikel 3:53, eerste en derde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
    2. artikel 4:9, eerste lid, met betrekking tot de geschiktheid van de in dat artikel genoemde personen;
    3. artikel 4.9.0a, eerste lid, met betrekking tot de samenstelling en het functioneren van het bestuur van het bijkantoor;
    4. artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen;
    5. artikel 4:11, eerste en derde lid, met betrekking tot het beleid inzake de integere bedrijfsvoering;
    6. artikel 4:14, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
    7. artikel 4:83, eerste lid, met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt;
    8. artikel 4:84, tweede lid, met betrekking tot de plaats van waaruit de personen, bedoeld onder 7°, hun werkzaamheden verrichten;
    9. artikel 4:87 met betrekking tot het treffen van adequate maatregelen ter bescherming van de rechten van cliënten;
    10. artikel 4:88 met betrekking tot het voeren van een adequaat beleid ter zake van het voorkomen van de in dat artikel bedoelde belangenconflicten,
    met dien verstande dat voor de toepassing van de onder 1° tot en met 7° en 9° en 10° genoemde artikelen voor «een beleggingsonderneming» telkens moet worden gelezen: het in Nederland gelegen bijkantoor van een beleggingsonderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is;
  3. in de staat waar zij haar zetel heeft bevoegd is de beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten, en bevoegd is een bijkantoor in Nederland te openen;
  4. is aangesloten bij een beleggerscompensatiestelsel als bedoeld in Richtlijn nr. 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PbEU 1997 L 84).
2.
De Autoriteit Financiële Markten verleent alleen een vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien:
  1. de staat waar de beleggingsonderneming haar zetel heeft, niet op de lijst staat van niet-coöperatieve landen en gebieden van de Financial Action Task Force of diens opvolger;
  2. de Autoriteit Financiële Markten en de toezichthoudende instantie van de staat waar de beleggingsonderneming haar zetel heeft een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten die ten minste een efficiënte uitwisseling van informatie waarborgt en die de Autoriteit Financiële Markten in staat stelt haar toezichthoudende taken op grond van deze wet uit te voeren; en
  3. de staat waar de beleggingsonderneming haar zetel heeft een overeenkomst heeft met Nederland die volledig voldoet aan de normen van artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake dubbele belasting.
3.
De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
Artikel 2:99b
1.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning aan een beleggingsonderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is die in Nederland uitsluitend beleggingsdiensten verleent aan professionele beleggers als bedoeld in bijlage II, afdeling I, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 of in aanmerking komende tegenpartijen, indien de beleggingsonderneming voldoet aan het bepaalde ingevolge artikel 2:99, eerste lid, eerste volzin, onderdelen a, c, d, e en g tot en met j en l, en zij tevens een persoon met adres in Nederland als haar vertegenwoordiger aanstelt:
  1. via wie de toezichthouder gegevens en inlichtingen kan uitwisselen met de beleggingsonderneming;
  2. waaraan rechtsgeldig mededelingen kunnen worden gedaan.
2.
De beleggingsonderneming overlegt op verzoek van de toezichthouder een verslag over de door haar in Nederland verleende beleggingsdiensten.
3.
Artikel 2:99a, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot:
  1. de wijze waarop de vertegenwoordiger het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, naleeft; en
  2. de vorm en inhoud van het verslag, bedoeld in het tweede lid.
AA

Artikel 2:100 wordt als volgt gewijzigd:

AB

Na artikel 2:102 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:102a
De artikelen 2:100, eerste en tweede lid, en 2:102, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op beleggingsondernemingen met zetel in een staat waarvan de wetgeving en het toezicht als gelijkwaardig zijn erkend door de Europese Commissie in overeenstemming met artikel 47, eerste lid, van de verordening markten voor financiële instrumenten en met bijkantoor gelegen in een andere lidstaat waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 39 van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 is verleend door de toezichthoudende instantie van die lidstaat, die voornemens zijn voor de eerste maal vanuit dat bijkantoor door middel van het verrichten van diensten naar Nederland beleggingsdiensten te verlenen aan of beleggingsactiviteiten te verrichten voor in aanmerking komende tegenpartijen of professionele beleggers in de zin van bijlage II, afdeling I, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.
AC

Artikel 2:103a wordt als volgt gewijzigd:

AD

In paragraaf 2.2.12.2. wordt na artikel 2:103a een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:103b
Een beheerder van een beleggingsinstelling met zetel in een andere lidstaat kan overgaan tot het vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland verrichten of verlenen van de in artikel 6, vierde lid, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen bedoelde activiteiten of diensten, nadat de Autoriteit Financiële Markten overeenkomstig de procedure van artikel 33 van die richtlijn in kennis is gesteld van het voornemen van de beheerder van een beleggingsinstelling deze activiteiten of diensten in Nederland te verrichten of te verlenen.
AE

Na afdeling 2.2.12 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

AF

Aan artikel 2:104 wordt een lid, toegevoegd, luidende:

3.
Bij ministeriële regeling kan geheel of gedeeltelijk vrijstelling worden verleend van de in artikel 2:99a, eerste lid, bedoelde voorschriften. Aan de gehele of gedeeltelijke vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden.
AG

Na het opschrift van paragraaf 2.3.8.1. wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:126a
1.
Een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling als bedoeld in onderdeel a van de definitie van Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling in artikel 1:1 met een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 waaraan het ingevolge artikel 2:67a, tweede lid, is toegestaan de in dat lid bedoelde activiteiten te verrichten of diensten te verlenen, meldt het voornemen om deze activiteiten of diensten voor de eerste maal in een andere lidstaat te verrichten of te verlenen door middel van het verrichten van diensten of vanuit een in de andere lidstaat gelegen bijkantoor aan de Autoriteit Financiële Markten. De beheerder verstrekt hierbij de volgende gegevens:
  1. de naam van de andere lidstaat; en
  2. een programma van werkzaamheden waarin in ieder geval is vermeld welke activiteiten of diensten als bedoeld in artikel 2:67a, tweede lid, hij voornemens is te verrichten of te verlenen in de andere lidstaat.
2.
Artikel 2:121d, tweede tot en met negende lid, is van overeenkomstige toepassing.
AH

Artikel 2:127 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Een beleggingsonderneming met zetel in Nederland die een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 heeft en een beheerder van een icbe die een vergunning als bedoeld in artikel 2:69b, eerste lid, aanhef en onderdeel a, heeft en voornemens is vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten, gaat daartoe slechts over indien de Autoriteit Financiële Markten met het voornemen heeft ingestemd.
4.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op een beleggingsonderneming met zetel in Nederland die een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 heeft en die voornemens is beleggingsdiensten te verlenen door middel van een verbonden agent die is gevestigd in een andere lidstaat waar zij geen bijkantoor heeft.
AI

Artikel 2:128 wordt als volgt gewijzigd:

AJ

Na artikel 2:128 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:128a
1.
Een bank met zetel in Nederland die voor het uitoefenen van het bedrijf van bank een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning heeft, ingevolge waarvan zij beleggingsdiensten kan verlenen, en die voornemens is in een andere lidstaat beleggingsdiensten te verlenen door middel van een in een andere lidstaat gevestigde verbonden agent, gaat daartoe slechts over indien de Autoriteit Financiële Markten met het voornemen heeft ingestemd.
2.
De aanvraag van instemming geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3.
De Autoriteit Financiële Markten stemt in met een voornemen als bedoeld in het eerste lid, tenzij, gelet op het voornemen van de bank, haar bedrijfsvoering of financiële positie niet toereikend is. Alvorens te beslissen, vraagt de Autoriteit Financiële Markten daarover advies aan de Nederlandsche Bank.
4.
De Autoriteit Financiële Markten doet van haar besluit, alsmede van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag mededeling aan de toezichthoudende instantie, die in de desbetreffende lidstaat als contactpersoon als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de richtlijn markten in financiële instrumenten 2014 is aangewezen. De Autoriteit Financiële Markten zendt een afschrift van de mededeling aan de bank en de Nederlandsche Bank.
5.
De Autoriteit Financiële Markten deelt binnen twee maanden na de mededeling, bedoeld in het vierde lid, de bank de voorwaarden mede die de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat heeft verbonden aan het uitvoeren van de werkzaamheden in de betrokken lidstaat.
6.
De bank meldt wijzigingen met betrekking tot onderwerpen waarover bij of krachtens het tweede lid opgave van gegevens is voorgeschreven aan de Autoriteit Financiële Markten. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt, onder vermelding van de te volgen procedures, bepaald welke wijzigingen worden gemeld, welke gegevens daarbij worden verstrekt en, indien van toepassing, onder welke voorwaarden de wijzigingen ten uitvoer mogen worden gelegd.
AK

Artikel 2:129 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Een beleggingsonderneming met zetel in Nederland die een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 heeft of een beheerder van een icbe die een vergunning als bedoeld in artikel 2:69b, eerste lid, aanhef en onderdeel a, heeft en die voornemens is voor de eerste maal door middel van het verrichten van diensten beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten naar een andere lidstaat of die in die lidstaat andere beleggingsdiensten wenst te verlenen of andere beleggingsactiviteiten wenst te verrichten dan waarvoor de in dit lid bedoelde kennisgeving is gedaan, gaat daartoe slechts over, indien:
  1. zij of hij kennis heeft gegeven van haar of zijn voornemen aan de Autoriteit Financiële Markten onder opgave van de volgende gegevens:
    1. naam, adres, telefoon- en faxnummer en emailadres van de beleggingsonderneming respectievelijk de beheerder van de icbe en de naam van de contactpersoon;
    2. de betrokken lidstaat;
    3. een programma van werkzaamheden waarin in ieder geval is opgenomen:
      1. beleggingsdiensten of nevendiensten die zij of hij voornemens is te verlenen of de beleggingsactiviteiten die zij of hij voornemens is te verrichten;
      2. de identiteit van de verbonden agent, indien de beleggingsonderneming voornemens is de beleggingsdiensten door middel van een verbonden agent te verlenen;
    4. indien van toepassing de gegevens, bedoeld in artikel 5 van de gedelegeerde verordening (EU) nr. 2017/1018 van de Commissie van 29 juni 2016 ter aanvulling van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad, houdende technische reguleringsnormen ter specificatie van informatie die door beleggingsondernemingen, marktexploitanten en kredietinstellingen moet worden verstrekt (PbEU 2017, L 155); en
  2. de Autoriteit Financiële Markten mededeling van het voornemen heeft gedaan aan de toezichthoudende instantie van de betrokken lidstaat.
5.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op banken met zetel in Nederland die op grond van een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning beleggingsdiensten mogen verlenen en die voornemens zijn door middel van een in Nederland gevestigde verbonden agent beleggingsdiensten te verlenen naar een andere lidstaat.
AL

Na artikel 2:129 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:129a
Artikel 2:129, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel 1, onder 3°, is van overeenkomstige toepassing op beleggingsondernemingen:
  1. met zetel in een staat waarvan de wetgeving en het toezicht als gelijkwaardig zijn erkend door de Europese Commissie in overeenstemming met artikel 47, eerste lid, van de verordening markten voor financiële instrumenten;
  2. waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 is verleend met inachtneming van de voorwaarden, bedoeld in artikel 2:99a, eerste tot en met derde lid; en
  3. die voornemens zijn vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor voor de eerste maal naar een andere lidstaat beleggingsdiensten te verlenen aan of beleggingsactiviteiten te verrichten voor in aanmerking komende tegenpartijen of professionele beleggers in de zin van bijlage II, afdeling I, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.
AM

In artikel 3:259, eerste lid, eerste volzin, wordt «richtlijn markten voor financiële instrumenten» vervangen door: richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.

AN

In artikel 3A:56, aanhef, wordt «de artikelen 4:4b en 5:32h» vervangen door: de artikelen 1:77d en 1:77e.

AO

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. datarapporteringsdienstverleners waaraan het ingevolge afdeling 2.2.12a is toegestaan in Nederland datarapporteringsdiensten te verlenen;.
2.
De artikelen 4:9, derde lid, 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 4:19, 4:20, eerste tot en met derde en zesde lid, 4:22, eerste lid, 4:23, 4:24, 4:89, 4:90, 4:90a, 4:90b, 4:90c, 4:90d en de artikelen 14 tot en met 26 van de verordening markten voor financiële instrumenten, alsmede de regels die bij of krachtens die artikelen zijn vastgesteld, zijn van toepassing op beleggingsondernemingen met een bijkantoor in Nederland waaraan het ingevolge paragraaf 2.2.12.2 is toegestaan in Nederland beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten, met uitzondering van beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel 2:102a.
7.
Het ingevolge dit deel bepaalde, met uitzondering van de artikelen 4:9, derde lid, 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 4:19, 4:20, eerste tot en met derde en zesde lid, 4:22, eerste lid, 4:23, 4:24, 4:89 en 4:90, is niet van toepassing op beheerders van een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 2:98, derde lid, die vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor activiteiten of diensten als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen verrichten of verlenen.
8.
Het ingevolge dit deel bepaalde is niet van toepassing op beheerders van beleggingsinstellingen met zetel in een andere lidstaat die via het verrichten van diensten in Nederland activiteiten of diensten als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen verrichten of verlenen.
AP

In afdeling 4.1.1 wordt na artikel 4:2d een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4:2e
De artikelen 4:9, derde lid, 4:11, eerste en derde tot en vijfde lid, 4:14, eerste en tweede lid, 4:16, 4:18a tot en met 4:18e, 4:19, 4:20, 4:22, eerste lid, 4:23, 4:24, 4:25, 4:88, 4:89 en 4:90 zijn van overeenkomstige toepassing op banken of beleggingsondernemingen die aan cliënten gestructureerde deposito’s als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 43, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 verkopen of aan hen advies verlenen met betrekking tot gestructureerde deposito’s.
AQ

Artikel 4:4b vervalt.

AR

Artikel 4:8 wordt als volgt gewijzigd:

AS

Artikel 4:9 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Een beleggingsonderneming draagt zorg voor de vakbekwaamheid van haar werknemers en van andere natuurlijke personen die onder haar verantwoordelijkheid cliënten informeren over financiële instrumenten, beleggingsdiensten of nevendiensten of zich rechtstreeks bezighouden met het adviseren van cliënten over financiële instrumenten.
AT

Artikel 4:9a wordt als volgt gewijzigd:

AU

Artikel 4:9b wordt ingevoegd na artikel 4:9 en vernummerd tot 4:9.0a.

AV

Artikel 4:9.0a (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

2.
De Autoriteit Financiële Markten kan leden van het bestuur van een beleggingsonderneming die significant is toestemming verlenen om een extra niet-uitvoerende bestuursfunctie te vervullen dan op grond van artikel 91, derde tot en met vijfde lid, van de richtlijn kapitaalvereisten is toegestaan.
AW

In artikel 4:9c, aanhef, wordt «Artikel 4:9, tweede tot en met vierde lid» vervangen door: Artikel 4:9, tweede, vierde en vijfde lid.

AX

Artikel 4:10 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt een datarapporteringsdienstverlener gelijkgesteld met een financiële onderneming.
AY

Artikel 4:11 wordt als volgt gewijzigd:

6.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt een datarapporteringsdienstverlener gelijkgesteld met een financiële onderneming.
AZ

Artikel 4:14 wordt als volgt gewijzigd:

6.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt een datarapporteringsdienstverlener gelijkgesteld met een financiële onderneming.
AAA

Artikel 4:15 wordt als volgt gewijzigd:

3.
In aanvulling op het ingevolge het tweede lid, aanhef en onderdeel b, bepaalde kunnen bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld met betrekking tot het tegengaan van belangenconflicten tussen de financiëledienstverlener en cliënten en tussen cliënten onderling voor zover het gaat om het adviseren of bemiddelen in een verzekering met een beleggingscomponent door een financiëledienstverlener.
5.
Het ingevolge het derde lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op financiëledienstverleners die het bedrijf van verzekeraar uitoefenen voor zover het gaat om het aanbieden van of adviseren over een verzekering met een beleggingscomponent.
AAB

In artikel 4:16, tweede lid, vervalt «beleggingsonderneming,».

AAC

Artikel 4:18b wordt als volgt gewijzigd:

AAD

Artikel 4:19, vierde lid, vervalt.

AAE

Artikel 4:23 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Indien een beleggingsonderneming een niet-professionele belegger adviseert, verstrekt zij de niet-professionele belegger gelijktijdig met het advies of in ieder geval voordat een transactie wordt verricht een geschiktheidsverklaring op een duurzame drager waarin het advies wordt gespecificeerd en waarin is opgenomen hoe het advies aan de voorkeuren, beleggingsdoelstellingen en andere kenmerken van de niet-professionele belegger beantwoordt.
4.
Indien sprake is van het beheren van een individueel vermogen verstrekt de beleggingsonderneming aan de niet-professionele belegger een periodieke geschiktheidsverklaring waarin wordt ingegaan op de manier waarop de belegging nog beantwoordt aan de voorkeuren, doelstellingen en andere kenmerken van de niet-professionele belegger.
5.
Indien sprake is van adviseren of beheren van een individueel vermogen in combinatie met een andere financiële dienst of financieel product, wordt bij de beoordeling van de geschiktheid nagegaan of de gehele dienstverlening of de combinatie van de financiële dienst en het financieel product geschikt is. Het eerste, tweede, en zesde lid (nieuw) is van overeenkomstige toepassing.
AAF

Artikel 4:24 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Indien sprake is van het verlenen van een beleggingsdienst als bedoeld in het eerste lid in combinatie met een andere financiële dienst of financieel product, dient bij de beoordeling van de passendheid te worden nagegaan of de gehele dienstverlening of de combinatie van de financiële dienst en het financieel product passend is.
5.
Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op het op initiatief van de cliënt verlenen van een beleggingsdienst als bedoeld in onderdeel a of b van de definitie van het verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1, voor zover niet tevens sprake is van een nevendienst als bedoeld in onderdeel b van de definitie van nevendienst in artikel 1:1, met betrekking tot:
  1. aandelen die tot de handel van een gereglementeerde markt of een met een gereglementeerde markt vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is dat door de Europese Commissie als gelijkwaardig is erkend in overeenstemming met artikel 25, vierde lid, onderdeel a, tweede, derde en vierde alinea, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 of een multilaterale handelsfaciliteit zijn toegelaten, voor zover het geen rechten van deelneming in beleggingsinstellingen of aandelen die een afgeleid instrument omvatten betreft;
  2. instrumenten die gewoonlijk op de geldmarkt worden verhandeld, met uitzondering van instrumenten die een afgeleid instrument behelzen of een structuur hebben die het moeilijk maakt voor de cliënt te begrijpen welk risico eraan verbonden is;
  3. obligaties of andere vormen van gesecuritiseerde schuld die op een gereglementeerde markt, een met een gereglementeerde markt vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is of op een multilaterale handelsfaciliteit zijn toegelaten, met uitzondering van die welke een afgeleid instrument behelzen of een structuur hebben die het moeilijk maakt voor de cliënt om te begrijpen welk risico eraan verbonden is;
  4. rechten van deelneming in een icbe, met uitzondering van de gestructureerde icbe’s, bedoeld in artikel 36, eerste lid, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 583/2010 van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website wordt verstrekt (PbEU 2010, L 176);
  5. gestructureerde deposito’s als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 43, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014, met uitzondering van deposito’s die het voor de cliënt moeilijk maken het rendementsrisico of de kosten van het vervroegd uitstappen in te schatten;
  6. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere financiële instrumenten, indien de financiële onderneming voorafgaand aan het verlenen van de beleggingsdienst de cliënt kenbaar maakt dat zij de geschiktheid van de financiële dienst of het financieel product voor de cliënt niet heeft beoordeeld.
AAG

Artikel 4:25c, aanhef en onderdeel a, komt te luiden:

AAH

In artikel 4:83, tweede lid, wordt «de belangen van haar cliënten te beschermen» vervangen door: een beheerste en integere bedrijfsvoering te waarborgen en de belangen van haar cliënten te beschermen.

AAI

[vervallen]

AAJ

Onder vernummering van artikel 4:89a tot 4:89b wordt na artikel 4:89 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4:89a
1.
Een beleggingsonderneming sluit geen financiëlezekerheidsovereenkomst tot overdracht als bedoeld in artikel 51, onderdeel b, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met als doel om huidige of toekomstige verplichtingen, al dan niet voorwaardelijk, van een niet-professionele belegger te waarborgen of af te dekken.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de voorwaarden waaronder het sluiten van een financiëlezekerheidsovereenkomst met een in aanmerking komende tegenpartij of professionele belegger is toegestaan.
AAK

[vervallen]

AAL

Artikel 4:90a wordt als volgt gewijzigd:

AAM

Artikel 4:90b wordt als volgt gewijzigd:

3.
Een beleggingsonderneming verstrekt haar cliënten deugdelijke informatie over haar orderuitvoeringsbeleid waarin op een duidelijke, voldoende nauwkeurige en voor cliënten gemakkelijk te begrijpen wijze wordt uitgelegd hoe de beleggingsonderneming orders voor cliënten zal uitvoeren. Wanneer het orderuitvoeringsbeleid voorziet in de mogelijkheid om orders anders dan op een handelsplatform uit te voeren, brengt de beleggingsonderneming haar cliënten van deze mogelijkheid op de hoogte. De beleggingsonderneming deelt een cliënt na uitvoering van een order voor diens rekening mee op welke plaats van uitvoering die order werd uitgevoerd.
7.
Een beleggingsonderneming stelt met inachtneming van de ingevolge artikel 27, tiende lid, onderdeel b, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels jaarlijks informatie over de kwaliteit van de uitvoering alsmede voor elke categorie financiële instrumenten een overzicht van de belangrijkste vijf plaatsen van uitvoering voor de beleggingsonderneming in termen van handelsvolumes over het voorgaande jaar algemeen verkrijgbaar.
8.
Een beleggingsonderneming ziet toe op de doeltreffendheid van haar regelingen en beleid voor orderuitvoering om tekortkomingen te achterhalen en te corrigeren. Bij een dergelijke beoordeling houdt de beleggingsonderneming in ieder geval rekening met de informatie die op grond van het zevende lid en artikel 4:90e algemeen verkrijgbaar is gesteld.
11.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder plaats van uitvoering verstaan: handelsplatform, beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling, marketmaker of andere liquiditeitsverschaffer of entiteit die in een staat die geen lidstaat is een soortgelijke taak verricht als die van een van de voornoemde partijen.
AAN

Artikel 4:90c vervalt.

AAO

Artikel 4:90d wordt als volgt gewijzigd:

AAP

Artikel 4:90e komt te luiden:

Artikel 4:90e
1.
Een plaats van uitvoering als bedoeld in artikel 4:90b, elfde lid, of, indien het een handelsplatform betreft, de exploitant daarvan, stelt met inachtneming van de ingevolge artikel 27, tiende lid, onderdeel a, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels ten minste jaarlijks kosteloos gegevens algemeen verkrijgbaar over de kwaliteit van de uitvoering van transacties op de betrokken plaats van uitvoering.
2.
Een marketmaker of andere liquiditeitsverschaffer of een entiteit die in een staat die geen lidstaat is daarmee vergelijkbare activiteiten verricht, stelt alleen gegevens algemeen verkrijgbaar ten aanzien van transacties in financiële instrumenten die niet onder de in artikel 23, eerste lid, of artikel 28, eerste lid, van de verordening markten voor financiële instrumenten opgenomen handelsverplichtingen vallen.
AAQ

Het opschrift van paragraaf 4.3.7.2. komt te luiden:

AAR

Na het opschrift van paragraaf 4.3.7.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4:91.0a
Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op een marktexploitant die een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit exploiteert.
AAS

Artikel 4:91a wordt als volgt gewijzigd:

5.
De beleggingsonderneming stelt op objectieve criteria gebaseerde transparante en niet-discriminerende regels voor toegang tot de georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit vast en handhaaft deze regels. De beleggingsonderneming maakt deze regels openbaar.
9.
De beleggingsonderneming geeft onmiddellijk gevolg aan een aanwijzing die de Autoriteit Financiële Markten op grond van artikel 1:77d geeft om de handel in een financieel instrument op te schorten of te onderbreken alsmede aan een op grond van artikel 1:77e gedane uitspraak van de Rechtbank Rotterdam om een financieel instrument van de handel uit te sluiten.
10.
De beleggingsonderneming verstrekt met inachtneming van de ingevolge artikel 18, elfde lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels de Autoriteit Financiële Markten en de Europese Autoriteit voor effecten en markten een beschrijving van de werking van de georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit alsmede een lijst van de deelnemers, leden of gebruikers van de georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit.
11.
De artikelen 5:30a tot en met 5:30d zijn van overeenkomstige toepassing op een beleggingsonderneming die een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit exploiteert.
AAT

Na artikel 4:91a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4:91aa
Een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit heeft ten minste drie daadwerkelijk actieve leden of gebruikers, die elk met betrekking tot de prijsvorming kunnen inwerken op de andere leden of gebruikers van de georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit.
Artikel 4:91ab
Een beleggingsonderneming die een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit exploiteert en haar deelnemers of leden synchroniseren de beursklokken die zij hanteren om de datum en tijd van aan te melden verrichtingen te registreren.
AAU

Artikel 4:91b wordt als volgt gewijzigd:

2.
De beleggingsonderneming ziet toe op de orders met inbegrip van verrichte transacties en annuleringen die de deelnemers, leden en gebruikers van de georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit via haar systemen verrichten opdat zij inbreuken op de regelingen en procedures, bedoeld in het eerste lid, handelsvoorwaarden die de ordelijke werking van de markt verstoren, gedragingen die op marktmisbruik kunnen wijzen of systeemstoringen in verband met een financieel instrument, kan vaststellen.
AAV

Artikel 4:91c komt te luiden:

Artikel 4:91c
1.
Een beleggingsonderneming die een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit exploiteert, kan de handel in een financieel instrument niet opschorten, niet onderbreken of een financieel instrument niet van de handel uitsluiten, indien het financieel instrument niet aan de regels van de handelsfaciliteit voldoet, indien een dergelijke maatregel de belangen van de beleggers of de ordelijke werking van de markt aanzienlijk zou kunnen schaden.
2.
De beleggingsonderneming die de handel in een financieel instrument opschort, onderbreekt of een financieel instrument van de handel uitsluit, doet hetzelfde voor afgeleide financiële instrumenten als bedoeld in de onderdelen d tot en met j van de definitie van financieel instrument in artikel 1:1 die verband houden met dat financieel instrument, indien dit noodzakelijk is ter ondersteuning van de doelstellingen van de opschorting, onderbreking of uitsluiting van de handel van het financieel instrument.
3.
De beleggingsonderneming die de handel in een financieel instrument en eventueel hiermee verband houdende afgeleide financiële instrumenten opschort, onderbreekt of van de handel uitsluit, maakt deze beslissing openbaar en stelt de Autoriteit Financiële Markten daarvan in kennis.
4.
Bij de toepassing van het eerste en tweede lid neemt de beleggingsonderneming de ingevolge artikel 32, tweede lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels in acht en bij de toepassing van het derde lid neemt de beleggingsonderneming de ingevolge artikel 32, derde lid, van die richtlijn gestelde regels in acht.
AAW

Artikel 4:91d komt te luiden:

Artikel 4:91d
1.
Een beleggingsonderneming die een multilaterale handelsfaciliteit exploiteert, stelt niet-discretionaire regels vast voor de uitvoering van orders en implementeert deze regels.
2.
De beleggingsonderneming die een multilaterale handelsfaciliteit exploiteert, voert geen orders van cliënten uit voor eigen rekening.
AAX

Na artikel 4:91d wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4:91da
1.
Een beleggingsonderneming die een georganiseerde handelsfaciliteit exploiteert treft regelingen om de uitvoering van orders van cliënten op de georganiseerde handelsfaciliteit voor eigen rekening, of met het kapitaal van een entiteit die tot dezelfde groep of rechtspersoon als de beleggingsonderneming behoort, te voorkomen.
2.
In afwijking van het eerste lid is het de beleggingsonderneming uitsluitend toegestaan voor eigen rekening te handelen, met uitzondering van matched principal trading, als het een order van een cliënt betreft in een staatsobligatie waarvoor geen liquide markt als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 25, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 bestaat.
3.
In afwijking van het eerste lid maakt de beleggingsonderneming uitsluitend gebruik van matched principal trading wanneer het gaat om gestructureerde financieringsproducten, emissierechten en bepaalde afgeleide financiële instrumenten en uitsluitend wanneer de cliënt hier mee heeft ingestemd.
4.
De beleggingsonderneming past geen matched principal trading toe ten aanzien van orders van cliënten met betrekking tot afgeleide financiële instrumenten die op grond van artikel 5 van Verordening nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201) aan de clearingverplichting onderworpen zijn.
5.
Het is niet toegestaan om de exploitatie van een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling en een georganiseerde handelsfaciliteit binnen dezelfde juridische entiteit te laten plaatsvinden.
6.
Een verbinding tussen een georganiseerde handelsfaciliteit en een andere georganiseerde handelsfaciliteit of beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling is zodanig dat interactie tussen een in een georganiseerde handelsfaciliteit ingevoerde order en een in een andere georganiseerde handelsfaciliteit of beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling ingevoerde order niet mogelijk is.
7.
Een beleggingsonderneming kan als marketmaker optreden op een door een andere beleggingsonderneming geëxploiteerde georganiseerde handelsfaciliteit, tenzij de beleggingsonderneming nauwe banden als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 35, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 heeft met die andere beleggingsonderneming.
8.
De beleggingsonderneming voert de orders op de door haar geëxploiteerde georganiseerde handelsfaciliteit op discretionaire basis uit en beschikt over discretionaire ruimte bij de beslissing:
  1. tot het plaatsen of intrekken van een order op de georganiseerde handelsfaciliteit;
  2. om een order van een cliënt niet te matchen met andere orders die beschikbaar zijn in de systemen van de georganiseerde handelsfaciliteit, mits zij handelt in overeenstemming met de instructies van de cliënt en het bepaalde ingevolge de artikelen 4:90a en 4:90b.
9.
De beleggingsonderneming bepaalt de wijze waarop orders in het systeem van de door haar geëxploiteerde georganiseerde handelsfaciliteit worden gematcht.
10.
De beleggingsonderneming kan, overeenkomstig het eerste en derde tot en met zevende lid en onverminderd het tweede lid, voor een systeem dat transacties in andere financiële instrumenten dan aandelen regelt onderhandelingen tussen cliënten faciliteren teneinde twee of meer potentieel met elkaar verenigbare handelsintenties in een transactie bij elkaar te brengen.
11.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder matched principal trading verstaan: matched principal trading als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 38, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.
AAY

Na paragraaf 4.3.7.2 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

AAZ

Artikel 4:91h vervalt.

AAAA

Na paragraaf 4.3.7.4. wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

AAAB

In artikel 5:3a, eerste lid, wordt «richtlijn markten voor financiële instrumenten» vervangen door: richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.

AAABa

In artikel 5:27, eerste lid, wordt onder verlettering van de onderdelen d en e tot e en f een onderdeel ingevoegd, luidende:

  1. de artikelen 5:30a tot en met 5:30e met betrekking tot de organisatorische eisen en regels om een ordelijke werking van en de continuïteit van de dienstverlening op de gereglementeerde markt te waarborgen;.
AAAC

Artikel 5:29, zevende lid, vervalt.

AAAD

Na artikel 5:29 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5:29a
1.
De samenstelling en het functioneren van het bestuur van een marktexploitant en, voor zover aanwezig, van het orgaan dat binnen de onderneming is belast met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken, voldoet aan het bepaalde ingevolge artikel 45, tweede tot en met zesde lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014, met dien verstande dat:
  1. het bepaalde in artikel 45, tweede lid, met uitzondering van de eerste alinea, van die richtlijn alleen toepassing vindt indien een marktexploitant significant is;
  2. de artikelen 132a, 142a, 242a en 252a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing zijn op significante marktexploitanten als bedoeld in onderdeel a; en
  3. voor de toepassing van het bepaalde in het tweede lid van artikel 45 van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 als uitvoerende bestuursfunctie worden aangemerkt de functies van bestuurder en van uitvoerend bestuurder, indien de bestuurstaken bij een rechtspersoon zijn verdeeld over uitvoerende bestuurders en niet-uitvoerende bestuurders, en als niet-uitvoerende bestuursfunctie worden aangemerkt de functies van commissaris en van niet-uitvoerende bestuurder, indien de bestuurstaken bij een rechtspersoon zijn verdeeld over uitvoerende bestuurders en niet-uitvoerende bestuurders.
2.
De Autoriteit Financiële Markten kan leden van het bestuur van een gereglementeerde markt toestemming verlenen om een extra aanvullende niet-uitvoerende bestuursfunctie te vervullen dan op grond van artikel 45, tweede lid, onderdeel a, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 is toegestaan.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wanneer een marktexploitant als bedoeld in het eerste lid, gezien zijn omvang, interne organisatie en aard, schaal en complexiteit van werkzaamheden, significant is en kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de geschiktheid van de personen, bedoeld in artikel 5:29, eerste lid, alsmede betreffende de samenstelling en het functioneren van het bestuur en van het orgaan belast met toezicht, bedoeld in het eerste lid.
AAAE

Artikel 5:30 wordt als volgt gewijzigd:

3.
De marktexploitant voert geen orders van cliënten uit voor eigen rekening op een door hem geëxploiteerde gereglementeerde markt.
AAAF

Na artikel 5:30 worden vijf artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 5:30a
1.
Een marktexploitant zorgt ervoor dat de door hem geëxploiteerde gereglementeerde markt beschikt over systemen, procedures en regelingen om:
  1. te waarborgen dat zijn handelssystemen voldoende capaciteit hebben om volumepieken in orders en orderberichten op te vangen, in staat zijn een ordelijke handel onder zeer gespannen marktomstandigheden te waarborgen, volledig zijn getest om te waarborgen dat aan deze voorwaarden wordt voldaan;
  2. de continuïteit van de bedrijfsuitoefening te waarborgen teneinde de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen in geval van een storing van zijn handelssystemen;
  3. orders af te wijzen die van tevoren vastgestelde volumedrempels en prijsdrempels overschrijden of duidelijk foutief zijn;
  4. deelnemers en leden te verplichten algoritmen te testen waarbij zij omgevingen aanbiedt om deze tests te faciliteren; en
  5. in uitzonderlijke gevallen een transactie te kunnen annuleren, wijzigen of corrigeren.
2.
De marktexploitant beschikt over parameters die ertoe kunnen leiden dat de handel tijdelijk wordt stilgelegd of beperkt, indien op de gereglementeerde markt of op een aanverwante markt gedurende een korte periode aanzienlijke koersbewegingen in een financieel instrument zijn. De marktexploitant stelt de Autoriteit Financiële Markten in kennis van elke materiële wijziging van deze parameters.
3.
De marktexploitant stelt de Autoriteit Financiële Markten in kennis van het stilleggen van de handel van een financieel instrument op de gereglementeerde markt, indien de gereglementeerde markt van essentieel belang is voor de liquiditeit van het financieel instrument.
4.
Bij de toepassing van dit artikel neemt de marktexploitant de ingevolge artikel 48, twaalfde lid, onderdelen a, b en g, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels in acht.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de systemen, procedures en regelingen, bedoeld in het eerste lid, de parameters, bedoeld in het tweede lid, en de kennisgeving aan de Autoriteit Financiële Markten, bedoeld in het tweede en derde lid.
Artikel 5:30b
1.
Een marktexploitant zorgt ervoor dat de door hem geëxploiteerde gereglementeerde markt:
  1. overeenkomsten sluit met beleggingsondernemingen die op de door hem geëxploiteerde gereglementeerde markt een marketmakingstrategie uitvoeren en over regelingen beschikt die waarborgen dat met een voldoende aantal beleggingsondernemingen overeenkomsten worden gesloten die hen verplicht om concurrerende biedprijzen en laatprijzen af te geven zodat de markt op regelmatige en frequente basis van liquiditeit wordt voorzien, indien dit vereiste geschikt is voor de aard en de omvang van de handel op de gereglementeerde markt;
  2. door middel van markeringen van deelnemers of leden kan aangeven welke orders het resultaat zijn van algoritmische handel, welke algoritmen voor de totstandkoming van de orders zijn gebruikt en welke personen de orders hebben geïnitieerd en verstrekt deze informatie op verzoek aan de Autoriteit Financiële Markten;
  3. beschikt over transparante, billijke en niet-discriminerende regels inzake co-locatiediensten;
  4. beschikt over transparante, billijke en niet-discriminerende vergoedingsstructuren, met inbegrip van uitvoeringsvergoedingen, nevenvergoedingen en eventuele kortingen, die geen stimulansen inhouden om orders te plaatsen, te wijzigen of te annuleren of transacties uit te voeren op een wijze die leiden tot onordelijke handelsomstandigheden of marktmisbruik; en
  5. verplichtingen tot marketmaking oplegt voor specifieke aandelen of een samenstelling van aandelen in ruil voor eventuele kortingen in de vergoedingsstructuur.
2.
Voor de toepassing van dit artikel wordt een beleggingsonderneming die zich bezighoudt met algoritmische handel en die als deelnemer aan of lid van een handelsplatform voor eigen rekening handelt, geacht een marketmakingstrategie uit te voeren, indien zij onder meer gelijktijdig op een of meerdere handelsplatformen concurrerende vaste biedprijzen en laatprijzen voor financiële instrumenten afgeeft teneinde de gehele markt op regelmatige en frequente basis te voorzien van liquiditeit.
3.
Bij de toepassing van dit artikel neemt de marktexploitant de ingevolge artikel 48, twaalfde lid, onderdelen d en f, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels in acht.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de vorm en inhoud van de op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten te verstrekken informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
Artikel 5:30c
1.
Een marktexploitant die op een door hem geëxploiteerde gereglementeerde markt directe elektronische toegang toestaat:
  1. beschikt over systemen, procedures en regelingen om te waarborgen dat directe elektronische toegang uitsluitend wordt verleend door deelnemers of leden van de gereglementeerde markt, waaraan door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank een vergunning is verleend voor het uitoefenen van het bedrijf van bank of beleggingsonderneming;
  2. stelt normen vast met betrekking tot risicocontroles en drempels voor de handel via directe elektronische toegang;
  3. is in staat om onderscheid te maken tussen orders of handelstransacties van een persoon die van directe elektronische toegang gebruik maakt en andere orders of handelstransacties van de betrokken deelnemer of het betrokken lid en, indien nodig, om eerstgenoemde orders of handelstransacties afzonderlijk stop te zetten; en
  4. beschikt over regels om de verlening van directe elektronische toegang op te schorten of te beëindigen, indien de persoon die gebruik maakt van directe elektronische toegang niet aan dit artikel voldoet.
2.
Een deelnemer of lid als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, die directe elektronische toegang verleent tot een gereglementeerde markt beschikt over interne procedures om de passendheid van directe elektronische toegang voor personen die hiervan gebruik willen maken te toetsen en draagt er zorg voor dat bij het uitvoeren van orders en handelstransacties via directe elektronische toegang de toepasselijke regels worden nageleefd.
3.
Bij de toepassing van dit artikel neemt de marktexploitant de ingevolge artikel 48, twaalfde lid, onderdeel c, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels in acht.
Artikel 5:30d
1.
Een marktexploitant past met inachtneming van de ingevolge artikel 49, derde en vierde lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels regelingen toe met betrekking tot de minimale verhandelingseenheid voor aandelen, representatieve certificaten, beursverhandelde rechten van deelneming in beleggingsinstellingen en icbe’s, certificaten en soortgelijke financiële instrumenten.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de regelingen, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 5:30e
1.
Een marktexploitant en deelnemers aan of leden van de door hem geëxploiteerde gereglementeerde markt synchroniseren de beursklokken die zij gebruiken om de datum en tijd van aan te melden verrichtingen te registreren.
2.
De marktexploitant en deelnemers aan of leden van de door hem geëxploiteerde gereglementeerde markt nemen bij de toepassing van dit artikel de ingevolge artikel 50, tweede lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels in acht.
AAAG

Artikel 5:32, tweede lid, komt te luiden:

2.
De marktexploitant ziet toe op de orders, met inbegrip van de verrichte transacties en annuleringen, die de deelnemers of leden via de gereglementeerde markt verrichten, opdat hij inbreuken op de regels en procedures, bedoeld in het eerste lid, handelsvoorwaarden die de ordelijke werking van de markt verstoren, gedragingen die op marktmisbruik kunnen wijzen of systeemstoringen met betrekking tot een financieel instrument, kan vaststellen.
AAAGa

Artikel 5:32a, eerste lid, aanhef, komt te luiden: Een marktexploitant stelt met inachtneming van de ingevolge artikel 51, zesde lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels duidelijke en transparante regels vast:.

AAAH

Artikel 5:32g komt te luiden:

Artikel 5:32g
1.
Een marktexploitant kan de handel op een door hem geëxploiteerde gereglementeerde markt in een financieel instrument niet opschorten, niet onderbreken of een financieel instrument niet van de handel uitsluiten, indien het financieel instrument niet aan de regels van de gereglementeerde markt voldoet, indien een dergelijke maatregel de belangen van de beleggers of de ordelijke werking van de gereglementeerde markt aanzienlijk zou kunnen schaden.
2.
De marktexploitant die de handel in een financieel instrument opschort, onderbreekt of een financieel instrument van de handel uitsluit, doet hetzelfde voor afgeleide financiële instrumenten als bedoeld in de onderdelen d tot en met j van de definitie van financieel instrument in artikel 1:1 die verband houden met dat financieel instrument, indien dit noodzakelijk is ter ondersteuning van de doelstellingen van de opschorting, onderbreking of uitsluiting van het onderliggende financieel instrument.
3.
De marktexploitant die de handel in een financieel instrument en eventueel hiermee verband houdende afgeleide financiële instrumenten opschort, onderbreekt of van de handel uitsluit, maakt deze beslissing openbaar en stelt de Autoriteit Financiële Markten daarvan in kennis.
4.
Bij de toepassing van het eerste en tweede lid neemt de marktexploitant de ingevolge artikel 52, tweede lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 gestelde regels in acht en bij de toepassing van het derde lid neemt de marktexploitant de ingevolge artikel 52, derde lid, van die richtlijn gestelde regels in acht.
AAAI

De artikelen 5:32h tot en met 5:32j vervallen.

AAAJ

In artikel 5:32l, eerste lid, aanhef en onderdeel c, wordt «onderdeel b» vervangen door: onderdelen a en b.

AAAK

Aan het Deel Gedragstoezicht financiële markten wordt een hoofdstuk toegevoegd, luidende:

AAAL

In artikel 6:3, tweede lid, wordt «of een in Nederland geëxploiteerde multilaterale handelsfaciliteit» vervangen door «, een in Nederland geëxploiteerde georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit» en wordt «de betrokken marktexploitant of de in artikel 4:4b bedoelde beleggingsonderneming» vervangen door: degene die het handelsplatform exploiteert of de in artikel 1:77d, eerste lid, bedoelde beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling.

AAAM

De bijlage behorend bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:

1:77d, eerste tot en met derde lid1:77f.2:103b2:103c, eerste lid.4:9b, eerste en derde lid.4:9.0a, eerste lid4:89a4:91aa4:91ab4:91c4:91d4:91da, eerste tot en met elfde lid4:91n, eerste tot en met vierde lid4:91o, eerste tot en met vierde en zesde lid4:91p.5:29a, eerste lid5:30a, eerste en vierde lid5:30b, eerste en derde lid5:30c5:30d, eerste lid5:30e5:89b, eerste lid5:89e, eerste lid5:89f, eerste, tweede en vierde lid5:89g5:89h.
AAAN

De bijlage behorend bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:

1:77d, eerste tot en met derde lid1:77f.2:103b2:103c, eerste lid.4:9b, eerste en derde lid.4:9.0a, eerste lid4:89a4:91aa4:91ab4:91c4:91d4:91da, eerste tot en met elfde lid4:91n, eerste tot en met vierde lid4:91o, eerste tot en met vierde lid en zesde lid4:91p.5:29a, eerste lid5:30a, eerste en vierde lid5:30b, eerste en derde lid5:30c5:30d, eerste lid5:30e5:89b, eerste lid5:89e, eerste lid5:89f, eerste, tweede en vierde lid5:89g5:89h.

Artikel 1:19a

Artikel 1:19b

Artikel 1:19c

Deze wet, met uitzondering van de hoofdstukken 5.1 en 5.3 tot en met 5.8, is niet van toepassing op beleggingsondernemingen met zetel in een staat die geen lidstaat is, die:

Artikel 1:76d

Artikel 1:77d

Artikel 1:77e

Artikel 1:77f

De toezichthouder kan, overeenkomstig het bepaalde ingevolge artikel 42 van de verordening markten voor financiële instrumenten, indien is voldaan aan de voorwaarden van het tweede lid, eerste volzin, van dat artikel, een verbod of beperking opleggen om:

Artikel 2:99a

Artikel 2:99b

Artikel 2:102a

De artikelen 2:100, eerste en tweede lid, en 2:102, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op beleggingsondernemingen met zetel in een staat waarvan de wetgeving en het toezicht als gelijkwaardig zijn erkend door de Europese Commissie in overeenstemming met artikel 47, eerste lid, van de verordening markten voor financiële instrumenten en met bijkantoor gelegen in een andere lidstaat waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 39 van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 is verleend door de toezichthoudende instantie van die lidstaat, die voornemens zijn voor de eerste maal vanuit dat bijkantoor door middel van het verrichten van diensten naar Nederland beleggingsdiensten te verlenen aan of beleggingsactiviteiten te verrichten voor in aanmerking komende tegenpartijen of professionele beleggers in de zin van bijlage II, afdeling I, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.

Artikel 2:103b

Een beheerder van een beleggingsinstelling met zetel in een andere lidstaat kan overgaan tot het vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland verrichten of verlenen van de in artikel 6, vierde lid, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen bedoelde activiteiten of diensten, nadat de Autoriteit Financiële Markten overeenkomstig de procedure van artikel 33 van die richtlijn in kennis is gesteld van het voornemen van de beheerder van een beleggingsinstelling deze activiteiten of diensten in Nederland te verrichten of te verlenen.

Artikel 2:103c

Artikel 2:103d

Artikel 2:103e

Artikel 2:103f

Artikel 2:103c, eerste lid, is niet van toepassing op:

Artikel 2:126a

Artikel 2:128a

Artikel 2:129a

Artikel 2:129, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel 1, onder 3°, is van overeenkomstige toepassing op beleggingsondernemingen:

Artikel 4:2e

De artikelen 4:9, derde lid, 4:11, eerste en derde tot en vijfde lid, 4:14, eerste en tweede lid, 4:16, 4:18a tot en met 4:18e, 4:19, 4:20, 4:22, eerste lid, 4:23, 4:24, 4:25, 4:88, 4:89 en 4:90 zijn van overeenkomstige toepassing op banken of beleggingsondernemingen die aan cliënten gestructureerde deposito’s als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 43, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 verkopen of aan hen advies verlenen met betrekking tot gestructureerde deposito’s.

Artikel 4:89a

Artikel 4:90e

Artikel 4:91.0a

Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op een marktexploitant die een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit exploiteert.

Artikel 4:91aa

Een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit heeft ten minste drie daadwerkelijk actieve leden of gebruikers, die elk met betrekking tot de prijsvorming kunnen inwerken op de andere leden of gebruikers van de georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit.

Artikel 4:91ab

Een beleggingsonderneming die een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit exploiteert en haar deelnemers of leden synchroniseren de beursklokken die zij hanteren om de datum en tijd van aan te melden verrichtingen te registreren.

Artikel 4:91c

Artikel 4:91d

Artikel 4:91da

Artikel 4:91ea

Artikel 4:91m

Deze paragraaf is van overeenkomstige toepassing op deelnemers of leden van een multilaterale handelsfaciliteit of gereglementeerde markt die op grond van de artikelen 1:15, 1:18, onderdelen c, f en h, niet vergunningplichtig zijn.

Artikel 4:91n

Artikel 4:91o

Artikel 4:91p

Artikel 5:29a

Artikel 5:30a

Artikel 5:30b

Artikel 5:30c

Artikel 5:30d

Artikel 5:30e

Artikel 5:32g

Artikel 5:89a

Artikel 5:89b

Artikel 5:89c

Artikel 5:89d

Artikel 5:89e

Artikel 5:89f

Artikel 5:89g

Artikel 5:89h

Een deelnemer of lid van een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit en een cliënt van een georganiseerde handelsfaciliteit rapporteert dagelijks aan de exploitant van het handelsplatform waarop hij in grondstoffenderivaten handelt de bijzonderheden van de posities die hij aanhoudt in op dat handelsplatform verhandelde grondstoffenderivaten alsmede van de posities in die financiële instrumenten van zijn cliënten, de cliënten van die cliënten tot aan de eindcliënt.

Artikel 5:89i

ARTIKEL II

Artikel 26 van de Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL III

In de artikelen 63j, eerste lid, onderdeel c, 164, eerste lid, onderdeel c, 274, eerste lid, onderdeel c en 407, tweede lid, onderdeel b, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt «een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is» vervangen door: een handelsplatform, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met een handelsplatform vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is.

ARTIKEL IV

De Wet bekostiging financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage I, onderdeel «Toezichthouder: AFM» wordt als volgt gewijzigd:

of een georganiseerde handelsfaciliteit.of een georganiseerde handelsfaciliteit.Wft.A1.11a.
B

Bijlage II, onderdeel «Toezichthouder: Autoriteit Financiële Markten» wordt als volgt gewijzigd:

  1. datarapporteringsdienstverlener waaraan een vergunning is verleend op grond van artikel 2:103c van de Wft.
C

Bijlage II, onderdeel «Toezichthouder: de Nederlandsche Bank», categorie Beheerders van beleggingsinstellingen en van icbe’s alsmede bewaarders alsmede beleggingsondernemingen» wordt als volgt gewijzigd:

  1. Marktexploitanten waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 5:26 van de Wft, die een MTF of een georganiseerde handelsfaciliteit exploiteren.

ARTIKEL V

De Wet giraal effectenverkeer wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL VI

In artikel 1.1, onderdeel e, onder 4°, van de Wet handhaving consumentenbescherming wordt «een multilaterale handelsfaciliteit waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 van de Wet op het financieel toezicht is verleend» vervangen door: een georganiseerde handelsfaciliteit of multilaterale handelsfaciliteit waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 van de Wet op het financieel toezicht is verleend.

ARTIKEL VII

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL VIII

Een beleggingsonderneming met een zetel in een staat die geen lidstaat is die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet beschikt over een vergunning om in Nederland beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten en geen bijkantoor in Nederland heeft, behoeft tot 1 januari 2019 niet te voldoen aan artikel 2:99a, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht.

ARTIKEL IX

De wet wordt aangehaald als: Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.

ARTIKEL X

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.