Part of Smart Yellow Suite

WGK006269
Wijzigingsbesluit financiële markten 2016

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Financiën
Datum uitgave 21 mei 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Samenvatting

Het Wijzigingsbesluit financiële markten 2016 bevat als onderdeel van de jaarlijkse wijzigingscyclus van nationale regelgeving op het terrein van de financiële markten een aantal wijzigingen van algemene maatregelen van bestuur die hun grondslag hebben in o.a. de Wet op het financieel toezicht (Wft), de Wet financiële markten BES (Wfm BES) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).

Documenten

stb-2016-98 (PDF)

Besluit van 18 februari 2016 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en enige andere besluiten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingsbesluit financiële markten 2016)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 15 september 2015, FM/2015/1319 M, directie Financiële Markten;

Gelet op de artikelen 1:80, tweede lid, 1:81, 2:3.0d, derde lid, 2:3.0i, derde lid, 2:3.0m, derde lid, 2:3b, tweede lid, 2:3c, eerste lid, 2:5, tweede lid, 2:7, tweede lid, 2:10b, tweede lid, 2:10c, eerste lid, 2:12, vierde lid, 2:17, tweede lid, 2:21, tweede lid, 2:26b, derde lid, 2:26e, tweede lid, 2:26f, tweede lid, 2:31, derde lid, 2:37, tweede lid, 2:41, tweede lid, 2:45, tweede lid, 2:49, tweede lid, 2:51, tweede lid, 2:54b, derde lid, 2:54e, tweede lid, 2:54h, derde lid, 2:54j, tweede lid, 2:54m, tweede lid, 2:58, tweede lid, 2:63, tweede lid, 2:69d, vierde lid, 2:78, tweede lid, 2:83, tweede lid, 2:89, tweede lid, 2:94, tweede lid, 2:97, achtste lid, 2:99, derde lid, 2:115, tweede lid, 2:120, tweede lid, 2:121, tweede lid, 3:5, vierde lid, 3:9, derde lid, 4:3, vierde lid, 4:9, 4:10, derde lid, 4:25a, 4:37o, 4:37p van de Wet op het financieel toezicht en artikel 3:5 van de Wet financiële markten BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 december 2015, nr. W06.15.0327/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 16 februari 2016, 2016-0000010934, directie Financiële Markten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 wordt in alfabetische rangschikking een definitie ingevoegd, luidende:

B

Na artikel 2 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2a
1.
Het dagelijks beleid van de houder van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:3, vierde lid, van de wet voor het als tussenpersoon verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een publiekslening, wordt bepaald door personen die geschikt zijn in verband met de uitoefening van het bedrijf van de houder. Indien binnen de houder van de ontheffing een orgaan is belast met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de onderneming, wordt dit toezicht gehouden door personen die geschikt zijn voor de uitoefening van dit toezicht.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder publiekslening verstaan: het anders dan in de uitoefening van het bedrijf van bank en anders dan door het aanbieden van effecten aantrekken of ter beschikking krijgen van opvorderbare gelden van het publiek voor een specifiek bestedingsdoel dat voorafgaand aan het publiek is medegedeeld.
Artikel 2b
1.
De houder van een ontheffing, bedoeld in artikel 2a:
  1. voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt;
  2. is niet met personen verbonden in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur die in zodanige mate ondoorzichtig is dat deze een belemmering vormt of kan vormen voor het adequaat uitoefenen van toezicht op de houder;
  3. richt de bedrijfsvoering zodanig in dat deze een beheerste en integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt; en
  4. draagt zorg voor een adequate behandeling van klachten van personen, waarvoor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 4:3, eerste lid, van de wet worden verricht.
2.
Het beleid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a:
  1. is erop gericht dat wordt tegengegaan dat de houder of zijn werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de houder of in de financiële markten kunnen schaden; en
  2. waarborgt dat de betrouwbaarheid van de werknemers en andere natuurlijke personen die zich onder de verantwoordelijkheid van de houder rechtstreeks bezighouden met de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2a, eerste lid buiten twijfel staat, waarbij een persoon als betrouwbaar wordt gezien indien die persoon een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens kan overleggen, en hij niet failliet is verklaard, tenzij rehabilitatie als bedoeld in artikel 212 van de Faillissementswet heeft plaatsgevonden.
3.
Als onderdeel van de beheerste en integere uitoefening van zijn bedrijf, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, stelt de houder:
  1. de Autoriteit Financiële Markten onverwijld in kennis omtrent incidenten; en
  2. procedures en maatregelen vast met betrekking tot de omgang met en vastlegging van incidenten die in ieder geval waarborgen dat naar aanleiding van een incident passende maatregelen worden genomen die zijn gericht op het beheersen van de opgetreden risico’s en het voorkomen van herhaling.
4.
Als onderdeel van de adequate behandeling van klachten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, beschikt de houder over een interne klachtenprocedure, gericht op een spoedige en zorgvuldige behandeling van klachten.
Artikel 2c
De aanvrager van een ontheffing als bedoeld in artikel 2a toont aan dat zal worden voldaan aan de artikelen 2a en 2b. Artikel 38 van het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft is van overeenkomstige toepassing met uitzondering van het eerste lid, onderdelen e, h, voor zover betrekking hebbend op de vakbekwaamheid van de werknemers, i en m, het tweede lid, onderdeel b, het derde lid, vierde en zesde lid van dat artikel.
C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

  1. meldt, indien artikel 2a op de houder van toepassing is, aan de Autoriteit Financiële Markten binnen twee weken schriftelijk een wijziging in:
    1. zijn naam en adres;
    2. zijn rechtsvorm;
    3. indien hij een rechtspersoon is: zijn statutaire zetel, statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen;
    4. indien hij is ingeschreven in het handelsregister: het nummer van de inschrijving.
D

In artikel 10 wordt in tabel 2 «Betalingsbeschermers indien gecombineerd met een levensverzekering» vervangen door: Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen of werkloosheidsverzekeringen indien gecombineerd met vermogen.

E

Het eerste en tweede lid van artikel 11 komen te luiden:

1.
De houder van een diploma of erkenning als bedoeld in artikel 6, onderdeel b, is uitsluitend bevoegd werkzaamheden als bedoeld in artikel 7 te verrichten, indien hij in elke PE-periode, niet zijnde de PE-periode waarin het diploma of de erkenning is behaald, met goed gevolg een examen aflegt in het kader van permanente educatie. De eerste PE-periode loopt van 1 april 2017 tot en met 31 maart 2019. De daaropvolgende PE-perioden bedragen telkens drie jaar, waarvan de eerstvolgende PE-periode aanvangt op 1 april 2019.
2.
In afwijking van het eerste lid behoeft de houder van een diploma of erkenning die beschikt over een door Onze Minister afgegeven certificaat waaruit blijkt dat hij gedurende een bepaalde PE-periode vakinhoudelijk betrokken is geweest bij de ontwikkeling van examenvragen met betrekking tot de voor zijn beroepskwalificatie relevante eindtermen en toetstermen ten behoeve van permanente educatie, in die PE-periode geen examen in het kader van permanente educatie af te leggen.
F

Artikel 11d, tweede lid, vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

G

In artikel 11e wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

3.
Het tweede lid is niet van toepassing indien de examinering van de examens van de modules plaatsvindt door middel van een EVC-procedure.
H

Artikel 11k wordt gewijzigd als volgt:

4.
De aanvrager van een erkenning als bedoeld in artikel 11a, eerste lid, is voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de erkenning van het exameninstituut of voor de aanmelding van een additionele examenlocatie een bij ministeriële regeling vastgesteld tarief verschuldigd.
5.
Bij ministeriële regeling kan een tarief worden gesteld voor de controle van een exameninstituut dat erkend is voor het uitvoeren van een EVC-procedure.
I

Aan artikel 58d wordt een lid toegevoegd, luidende:

7.
Een beleggingsonderneming die een beleggingsdienst aanbiedt met betrekking tot een financieel instrument als bedoeld in de onderdelen d tot en met j van de definitie van financieel instrument in artikel 1:1 van de wet geeft, voor zover van toepassing, op voorhand aan of zij al dan niet optreedt als tussenpersoon in de zin van hoofdstuk 3b van de Wet giraal effectenverkeer, en wat daarvan de goederenrechtelijke gevolgen zijn voor de cliënt. De Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking tot de te verstrekken informatie.
J

Artikel 58f, zesde lid, komt te luiden:

6.
De artikelen 58c, zesde lid, en 58d, zevende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
K

Artikel 86c wordt gewijzigd als volgt:

  1. provisies die rechtstreeks worden verschaft door de bijdragende onderneming voor zover het een premiepensioenvordering betreft, tenzij de hoogte van deze provisies kennelijk onredelijk is gelet op de aard en reikwijdte van de dienstverlening;.
5.
Dit artikel is niet van toepassing op overeenkomsten inzake premiepensioenvorderingen die zijn afgesloten vóór 1 januari 2016, met dien verstande dat de niet-toepasselijkheid voor die overeenkomsten op 31 december 2020 eindigt.
L

Na artikel 86e wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 86ea
1.
Een verzekeraar ontvangt, rechtstreeks of middellijk, geen beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, van een beheerder van een beleggingsinstelling of een beheerder van een icbe voor het aanbieden van een levensverzekering waarvan de uitkering wordt uitgedrukt in rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op relatiegeschenken, voor zover de gezamenlijke waarde daarvan op jaarbasis niet meer bedraagt dan € 100.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op:
  1. overeenkomsten inzake een levensverzekering, niet zijnde een pensioenverzekering, die voor 1 juli 2016 zijn afgesloten;
  2. overeenkomsten inzake een pensioenverzekering die voor 1 juli 2016 zijn afgesloten, met dien verstande dat de niet-toepasselijkheid voor die overeenkomsten op 31 december 2020 eindigt.
M

Artikel 115m wordt gewijzigd als volgt:

N

In artikel 115v, vierde lid, wordt na «artikel 50, eerste» ingevoegd: lid, met uitzondering van onderdeel b,.

O

Artikel 115x wordt gewijzigd als volgt:

4.
Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van beleggingsinstellingen waarvan de rechten van deelneming verhandelbaar zijn en niet op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald.
P

In artikel 115y, achtste lid, wordt «het tweede, derde en zesde lid» vervangen door: het derde, vierde en zevende lid.

Q

In artikel 115bb, vijfde lid, wordt na «van overeenkomstige toepassing» ingevoegd: op de essentiële beleggersinformatie, bedoeld in dit artikel.

R

Artikel 168a wordt als volgt gewijzigd:

  1. provisies voor het verlenen van een beleggingsdienst als bedoeld in onderdeel a van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de wet, indien:
    1. de beleggingsdienst betrekking heeft op een effect als bedoeld in de onderdelen a of b van de definitie van effect in artikel 1:1 van de wet, niet zijnde een recht van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe, dat is uitgegeven in het kader van een publieksinvestering;
    2. het effect, bedoeld in onderdeel f, onder 1°, door een uitgevende instelling wordt aangeboden aan het publiek;
    3. wordt voldaan aan hetgeen is bepaald onder 1° en 2° van onderdeel c;
    4. er met betrekking tot het effect, bedoeld onder 1°, geen beleggingsdiensten worden verleend als bedoeld in de onderdelen b, c, en d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de wet; en
    5. de beleggingsonderneming de Autoriteit Financiële Markten in kennis heeft gesteld van het voornemen om beleggingsdiensten als bedoeld in dit onderdeel te verlenen.
3.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder publieksinvestering verstaan: het anders dan in de uitoefening van het bedrijf van bank aantrekken of ter beschikking krijgen van opvorderbare gelden van het publiek voor een specifiek bestedingsdoel dat voorafgaand aan het publiek is medegedeeld, waarbij:
  1. de gelden worden aangetrokken of ter beschikking worden gekregen in overeenstemming met het ingevolgde hoofdstuk 5.1 van de wet bepaalde; en
  2. het bestedingsdoel niet de financiering van lopende bedrijfsactiviteiten betreft indien de opvorderbare gelden worden aangetrokken door andere ondernemingen dan kleine en middelgrote ondernemingen als bedoeld in artikel 5:1, onderdeel f, van de wet.
S

In het eerste en derde lid van artikel 171 wordt «24 maanden» telkens vervangen door: 36 maanden.

T

Bijlage C wordt gewijzigd als volgt:

  1. financieren van terrorisme (artikel 421 van het WvSr);.
  1. financieren van terrorisme (artikel 421);.

Artikel 2a

Artikel 2b

Artikel 2c

De aanvrager van een ontheffing als bedoeld in artikel 2a toont aan dat zal worden voldaan aan de artikelen 2a en 2b. Artikel 38 van het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft is van overeenkomstige toepassing met uitzondering van het eerste lid, onderdelen e, h, voor zover betrekking hebbend op de vakbekwaamheid van de werknemers, i en m, het tweede lid, onderdeel b, het derde lid, vierde en zesde lid van dat artikel.

Artikel 86ea

ARTIKEL II

Artikel 10 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt gewijzigd als volgt:

2.
Overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1:28, tweede of derde lid, van de Wet op het financieel toezicht is beboetbaar met categorie 3.

ARTIKEL III

Het Besluit prudentiële regels Wft wordt gewijzigd als volgt:

A

De paragraaf met het opschrift «§4.4 Regels ter bevordering van de goede werking van het betalingsverkeer» wordt genummerd: 4.5.

B

Bijlage A wordt gewijzigd als volgt:

  1. financieren van terrorisme (artikel 421 van het WvSr);.
  1. financieren van terrorisme (artikel 421);.

ARTIKEL IV

De bijlage bij het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

A

In subonderdeel 1.1 wordt na «– witwassen (artikelen 420bis tot en met 420ter van het WvSr);» ingevoegd:

  1. financieren van terrorisme (artikel 421 van het WvSr);.
B

In subonderdeel 2.1 wordt onder de kop Wetboek van Strafrecht: na «– witwassen (artikelen 420bis tot en met 420quinquies);» ingevoegd:

  1. financieren van terrorisme (artikel 421);.

ARTIKEL V

Het Besluit reikwijdtebepalingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

A

In de artikelen 27, eerste lid, onderdeel a, en 34, eerste lid, onderdeel a, wordt «buiten besloten kring aantrekken, ter beschikking verkrijgen of ter beschikking hebben van opvorderbare gelden van anderen dan professionele marktpartijen» vervangen door: van het publiek opvorderbare gelden aan te trekken, ter beschikking te verkrijgen of ter beschikking te hebben.

B

De bijlage wordt gewijzigd als volgt:

  1. financieren van terrorisme (artikel 421 van het WvSr);.
  1. financieren van terrorisme (artikel 421);.

ARTIKEL VI

In artikel 3:4 van het Besluit financiële markten BES wordt «Deskundigheid» vervangen door «Geschiktheid» en wordt na «Onze Minister» ingevoegd: , zo nodig onder voorwaarden,.

ARTIKEL VII

In hoofdstuk 6 van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft wordt artikel 7a vernummerd tot artikel 7k.

ARTIKEL VIII

In artikel 2, eerste lid, van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt «n. voor verordening (EU) nr. 2015/35 (Solvabiliteit II): de Nederlandsche Bank» vervangen door:

  1. voor verordening (EU) nr. 2015/35 (Solvabiliteit II): de Nederlandsche Bank.

ARTIKEL IX

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2016, met uitzondering van artikel I, onderdeel S, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 januari 2016.

ARTIKEL X

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit financiële markten 2016.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.