Besluit van 8 december 2016 tot wijziging van het Besluit toezicht accountantsorganisaties en enige andere besluiten ter implementatie van richtlijn nr. 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen (PbEU 2014, L 158) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang (PbEU 2014, L 158) (Implementatiebesluit wijzigingsrichtlijn en verordening wettelijke controles jaarrekeningen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 6 oktober 2016, 2016-0000161034, directie Financiële Markten, gedaan mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Gelet op de artikelen 8, 11, derde lid, 12e, derde lid, 18, derde lid, 18b, tweede lid, 19, vierde lid, 21, tweede lid, 21a, 22, 25a, vierde lid, 55, tweede lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties en artikel VI van de Implementatiewet wijzigingsrichtlijn en verordening wettelijke controles jaarrekeningen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 november 2016, nr. W06.16.0327/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 6 december 2016, 2016-0000217898, directie Financiële Markten, uitgebracht mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit toezicht accountantsorganisaties wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van hoofdstuk 2 komt te luiden:
B
Artikel 2b komt te luiden:
Artikel 2b
1.
Een aanvraag tot inschrijving in het register als bedoeld in artikel 12e, tweede lid, van de wet, wordt schriftelijk ingediend en bevat de volgende gegevens:- de datum van de aanvraag;
- de naam, het adres en de vestigingsplaats of de woonplaats van de aanvrager;
- de contactgegevens, de contactpersoon en, indien aanwezig, het internetadres van de aanvrager;
- de rechtsvorm van de aanvrager;
- de namen, adressen en vestigingsplaatsen van alle vestigingen van de aanvrager;
- de naam en het inschrijfnummer bij de beroepsorganisatie of bij een daarmee vergelijkbare organisatie in het buitenland van alle externe accountants die bij de aanvrager werkzaam zijn dan wel aan hem zijn verbonden en die de aanvrager doet inschrijven in het register als bedoeld in artikel 11 van de wet en de naam van die organisatie;
- de naam en het zakelijk adres van alle personen die als vennoot of anderszins aan het auditkantoor verbonden zijn;
- de naam en het zakelijk adres van alle natuurlijke personen die, door middel van middellijk of onmiddellijk aandeelhouderschap of op andere wijze, economisch middellijk of onmiddellijk eigenaar van de aanvrager zijn;
- de naam en het zakelijk adres en, voor zover van toepassing, het inschrijfnummer bij de beroepsorganisatie of bij een daarmee vergelijkbare organisatie in het buitenland van alle personen die het dagelijks beleid van de aanvrager bepalen of mede bepalen en de naam van die organisatie;
- indien de aanvrager deel uitmaakt van een netwerk:
- een beschrijving van de juridische en organisatorische structuur van het netwerk; en
- de namen, adressen en vestigingsplaatsen van de onderscheiden onderdelen van het netwerk, waaronder verbonden entiteiten; of
- een verwijzing naar de plaats waar de onder 2° bedoelde informatie voor het publiek toegankelijk is;
- de naam van de toezichthoudende instanties van de lidstaat waar het auditkantoor is toegelaten tot het verrichten van controles als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van de richtlijn en, indien van toepassing, het inschrijvingsnummer;
- indien de aanvrager is ingeschreven in de registers van toezichthoudende instanties in staten die geen lidstaat zijn: de naam van de toezichthoudende instanties en, indien van toepassing, het inschrijvingsnummer.
2.
Desgevraagd verstrekt de aanvrager aan de Autoriteit Financiële Markten tevens overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van de Autoriteit Financiële Markten nodig zijn in het belang van de beoordeling van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid.3.
Voor een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt gebruik gemaakt van door de Autoriteit Financiële Markten voorgeschreven formulieren.4.
Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt ondertekend door ten minste een van de personen die het dagelijks beleid van het auditkantoor bepalen.C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Een auditkantoor meldt een wijziging in de gegevens of bescheiden die hij heeft overgelegd op grond van artikel 2b, eerste lid, onderdelen b tot en met h en i, onder 2°, en j, onverwijld en wijzigingen in de overige in artikel 2b, eerste tot en met derde lid, bedoelde gegevens en bescheiden ten minste eenmaal per kwartaal schriftelijk aan de Autoriteit Financiële Markten.5.
Een melding als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid wordt ondertekend door ten minste een van de personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie, auditorganisatie van een derde land onderscheidenlijk het auditkantoor bepalen.D
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
onderscheidenlijk artikel 12e, tweede lid,.- de in artikel 2b, eerste lid, bedoelde gegevens; en.
E
Artikel 8 wordt vervangen door twee artikelen, luidende:
Artikel 8
1.
Een accountantsorganisatie voert een beleid ten aanzien van het stelsel van kwaliteitsbeheersing. Dit beleid wordt in elk geval uitgewerkt in het stelsel van kwaliteitsbeheersing, bedoeld in artikel 8a, Het beleid, bedoeld in artikel 18b van de wet, maakt in elk geval onderdeel uit van het beleid ten aanzien van het stelsel van kwaliteitsbeheersing en voldoet aan artikel 24bis, eerste lid, onderdeel j, van de richtlijn.2.
De accountantsorganisatie legt het beleid ten aanzien van het stelsel van kwaliteitsbeheersing schriftelijk vast.3.
De accountantsorganisatie deelt het beleid ten aanzien van het stelsel van kwaliteitsbeheersing mede aan haar medewerkers en maakt dit voor hen toegankelijk.4.
De accountantsorganisatie bewaart de schriftelijke vastlegging van het beleid ten aanzien van het stelsel van kwaliteitsbeheersing, bedoeld in het eerste lid, gedurende ten minste zeven jaren nadat het is vastgelegd of gewijzigd.Artikel 8a
1.
Het stelsel van kwaliteitsbeheersing bevat onder andere procedures, beschrijvingen en standaarden als bedoeld in de artikelen 11, tweede lid, en 16, die ten doel hebben de naleving door de accountantsorganisatie te waarborgen van de bij en krachtens de artikelen 14 tot en met 24b van de wet gestelde regels. Het stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet aan de in artikel 24bis, eerste lid, onderdelen b, c, e tot en met h, en tweede lid, van de richtlijn opgenomen eisen met betrekking tot de interne organisatie van de accountantsorganisatie.2.
De accountantsorganisatie legt het stelsel van kwaliteitsbeheersing schriftelijk vast.3.
De accountantsorganisatie informeert haar medewerkers over het stelsel van kwaliteitsbeheersing en maakt dit voor hen toegankelijk.4.
De accountantsorganisatie bewaart de schriftelijke vastlegging van het stelsel van kwaliteitsbeheersing, bedoeld in het eerste lid, gedurende ten minste zeven jaren nadat het is vastgelegd of gewijzigd.F
Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9a
1.
De accountantsorganisatie evalueert jaarlijks het stelsel van kwaliteitsbeheersing, bedoeld in artikel 8a, en voldoet daarbij aan artikel 24bis, eerste lid, onderdeel k, van de richtlijn opgenomen eisen met betrekking tot die evaluatie.2.
De accountantsorganisatie evalueert de procedures en gedragslijnen en het beleid, bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede volzin, en voldoet daarbij aan de in artikel 24bis, eerste lid, onderdeel k, van de richtlijn opgenomen eisen met betrekking tot die evaluatie.G
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
- de gegevens die worden vastgelegd ingevolge de artikelen 6 tot en met 8 van de verordening en de artikelen 12, tweede lid, 13, tweede lid, 15a, eerste en tweede lid, 17, tweede lid, en 37, tweede lid; en
- de overige relevante gegevens en bescheiden die van belang zijn voor het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet, de Wet op het accountantsberoep en de verordening gestelde regels.
H
Artikel 12 komt te luiden:
Artikel 12
1.
Alvorens een opdracht voor een wettelijke controle te aanvaarden of te continueren, beoordeelt een accountantsorganisatie:- of zij voldoet aan het gestelde bij en krachtens paragraaf 3.1.2 van de wet en, voor zover van toepassing, paragraaf 3.1.3 van de wet en de verordening;
- of er sprake is van bedreigingen voor haar onafhankelijkheid en wat er gedaan wordt om deze bedreigingen te beperken;
- of zij kan voldoen aan artikel 15; en
- de integriteit van de controlecliënt.
2.
De accountantsorganisatie legt de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, schriftelijk vast.3.
De accountantsorganisatie waarborgt dat haar medewerkers haar de informatie verstrekken die van belang is voor de beoordeling.I
Artikel 13, eerste lid, komt te luiden:
1.
Een accountantsorganisatie beëindigt een opdracht tot het verrichten van een wettelijke controle, indien na aanvaarding of continuering ervan:- informatie bekend wordt die, was zij haar bekend geweest op het moment van aanvaarding of continuering van de opdracht, ertoe zou hebben geleid dat de opdracht niet dan wel in gewijzigde vorm zou zijn aanvaard of gecontinueerd, tenzij deze in gewijzigde vorm kan worden voortgezet;
- de controlecliënt wordt overgenomen door, fuseert met of het eigendom verwerft van een andere entiteit en niet wordt voldaan of kan worden voldaan aan de in artikel 22, zesde lid, van de richtlijn opgenomen eisen met betrekking tot de identificatie en evaluatie van die belangen en de naar aanleiding daarvan te nemen maatregelen.
J
Artikel 14 komt te luiden:
Artikel 14
1.
Een accountantsorganisatie wijst voor de uitvoering van elke opdracht tot het verrichten van een wettelijke controle een externe accountant aan die bevoegd is tot het uitvoeren van die wettelijke controle.2.
Borging van de kwaliteit van de wettelijke controle, de onafhankelijkheid en de bekwaamheid is voor de accountantsorganisatie het belangrijkste criterium bij de selectie van de externe accountant, bedoeld in het eerste lid.K
In artikel 15 wordt «, middelen en personeel» vervangen door: en middelen en het benodigde gekwalificeerde.
L
Artikel 15a komt te luiden:
Artikel 15a
1.
Een accountantsorganisatie die een wettelijke controle verricht van een geconsolideerde jaarrekening van een groep ondernemingen of instellingen, zorgt ervoor dat de groepsaccountant op basis van adequate informatie:- een controleverklaring afgeeft die voldoet aan daarvoor in artikel 28 van de richtlijn opgenomen eisen en, indien de controlecliënt een organisatie van openbaar belang is, een controleverklaring afgeeft die eveneens voldoet aan de daar in artikel 10 van de verordening opgenomen eisen en daarnaast de in artikel 11 van de verordening bedoelde aanvullende verklaring aan de auditcommissie verstrekt;
- de controlewerkzaamheden evalueert in overeenstemming met daarvoor in artikel 27, eerste lid, van de richtlijn opgenomen eisen;
- in overeenstemming met artikel 27, eerste, onderdeel c, van de richtlijn beschikt over de in dat onderdeel genoemde informatie en documenten of, indien hij hieraan niet kan voldoen, passende maatregelen als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de richtlijn neemt en deze maatregelen meldt aan de Autoriteit Financiële Markten.
2.
Met het oog op de verstrekking van gegevens of inlichtingen aan de Autoriteit Financiële Markten in het kader van een kwaliteitsbeoordeling of een onderzoek naar de controle van een geconsolideerde jaarrekening, zorgt de accountantsorganisatie ervoor dat de groepsaccountant voldoet aan de daarvoor in artikel 27, derde lid, van de richtlijn opgenomen eisen.3.
De accountantsorganisatie stelt passende procedures vast om te kunnen voldoen aan het eerste en tweede lid.M
Artikel 16 vervalt.
N
Artikel 18 komt te luiden:
Artikel 18
Een accountantsorganisatie stelt toetsingscriteria op aan de hand waarvan zij vaststelt voor welke andere wettelijke controles dan die bij organisaties van openbaar belang een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling overeenkomstig artikel 8 van de verordening plaatsvindt.O
De artikelen 19 tot en met 21 vervallen.
P
In artikel 22 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
Q
In artikel 23, eerste lid, wordt «24 van de wet» vervangen door: 24b van de wet en bij de verordening.
R
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
- een overzicht van de overtredingen van de bij en krachtens de artikelen 13 tot en met 24b van de wet en de bij de verordening gestelde regels, voor zover deze bekend zijn bij de in artikel 23, eerste lid, bedoelde persoon of de personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen en hiervoor een boete kan worden opgelegd in de tweede of derde categorie dan wel sprake is van structurele overtredingen van dezelfde regel;
- een overzicht van de overtredingen van de bij of krachtens de artikelen 25 tot en met 31 van de Wta gestelde regels, voor zover deze bekend zijn bij de in artikel 23, eerste lid, bedoelde persoon of de personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen en voor zover deze bekend zijn bij de in artikel 23, eerste lid, bedoelde persoon of de personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen en deze overtredingen geen kleine inbreuk als bedoeld in artikel 24, ter, derde lid, van de richtlijn zijn;
- maatregelen die de accountantsorganisatie heeft genomen jegens de medewerkers die bij de in onderdeel a of b bedoelde overtredingen betrokken zijn geweest, met inbegrip van de daaraan ten grondslag liggende overwegingen; en.
S
In artikel 26, eerste lid, wordt na «desbetreffende externe accountant» ingevoegd: of, indien de externe accountant een wettelijke auditor als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet is, de naam en het inschrijvingsnummer bij de met de beroepsorganisatie vergelijkbare organisatie van de lidstaat waarin hij is toegelaten.
T
In het opschrift van hoofdstuk 6 wordt «derde lid» vervangen door: vierde lid.
U
Artikel 30 vervalt.
V
Voor artikel 31 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 30a
1.
Een accountantsorganisatie geniet of bezit geen materieel of financieel belang in een controlecliënt waarvan zij de wettelijke controle verricht en koopt of verkoopt geen financiële instrumenten die door die controlecliënt worden uitgegeven, gegarandeerd of anderzijds ondersteund.2.
Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing, indien sprake is van de in artikel 22, tweede lid, van de richtlijn genoemde uitzondering daarop.Artikel 30b
1.
Een accountantsorganisatie oefent geen invloed uit op de uitkomst van een wettelijke controle, indien:- zij financiële instrumenten van de controlecliënt bezit of financiële instrumenten als bedoeld in artikel 22, vierde lid, onderdeel b, van de richtlijn bezit van een entiteit die met die cliënt verbonden is;
- zij met de controlecliënt een dienstverband als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de wet onderhoudt dat of relatie als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de wet onderhoudt die de onafhankelijkheid beïnvloedt.
2.
Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien sprake is van de in artikel 22, vierde lid, onderdeel b, van de richtlijn genoemde uitzondering.Artikel 30c
Een accountantsorganisatie vraagt of accepteert geen geldelijke of andere geschenken van de controlecliënt of entiteiten die met de controlecliënt verbonden zijn, tenzij een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde partij de waarde daarvan als verwaarloosbaar of onbeduidend zou beschouwen.Artikel 30d
Een accountantsorganisatie zorgt ervoor dat haar werknemers en andere in artikel 22, tweede lid, van de richtlijn genoemde personen geen:- materieel of financieel belang bezitten in de zin van artikel 30a;
- invloed uitoefenen in de zin van 30b;
- geldelijke of andere geschenken vragen of accepteren in de zin van 30c;
- dienstverband bij de controlecliënt hebben of hebben gehad in de zin van artikel 22, vierde lid, onder c, van de richtlijn.
W
Aan artikel 32, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Gedragslijnen en procedures ter waarborging van de naleving van artikel 27 maken onderdeel uit van dit beleid.X
In het opschrift van hoofdstuk 8 wordt «derde lid» vervangen door: vierde lid.
Y
In artikel 35 wordt na «objectiviteit,» ingevoegd: professioneel-kritische instelling.
Z
Artikel 38a, eerste lid, onderdeel a, onder 8°, komt te luiden:
- aan de persoon die overeenkomstig artikel 8, tweede lid, van de verordening een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling verricht of de persoon, bedoeld in artikel 23, eerste lid;.
AA
Artikel 40 vervalt.
Artikel 2b
Artikel 8
Artikel 8a
Artikel 9a
Artikel 12
Artikel 14
Artikel 15a
Artikel 18
Een accountantsorganisatie stelt toetsingscriteria op aan de hand waarvan zij vaststelt voor welke andere wettelijke controles dan die bij organisaties van openbaar belang een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling overeenkomstig artikel 8 van de verordening plaatsvindt.
Artikel 30a
Artikel 30b
Artikel 30c
Een accountantsorganisatie vraagt of accepteert geen geldelijke of andere geschenken van de controlecliënt of entiteiten die met de controlecliënt verbonden zijn, tenzij een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde partij de waarde daarvan als verwaarloosbaar of onbeduidend zou beschouwen.
Artikel 30d
Een accountantsorganisatie zorgt ervoor dat haar werknemers en andere in artikel 22, tweede lid, van de richtlijn genoemde personen geen:
ARTIKEL II
Het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
19, tweede lid24, eerste en tweede lid24a, eerste tot en met derde lidB
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
8, derde lid8, vijfde lid910, eerste lid10, tweede lid1415a, eerste tot en met vijfde lid18, eerste lid18, tweede lid19, eerste tot en met vijfde lid20, eerste lid20, tweede lid20, derde lid2122, eerste lid22, tweede lid30, eerste lid30, tweede lid31C
In paragraaf 2 wordt na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 16a
Overtreding van een voorschrift, gesteld in een hierna genoemd artikel van verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang (PbEU 2014, L 158) is als volgt beboetbaar:Artikel 16a
Overtreding van een voorschrift, gesteld in een hierna genoemd artikel van verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang (PbEU 2014, L 158) is als volgt beboetbaar:
ARTIKEL III
Het Besluit van 26 juli 2008 tot uitvoering van artikel 41 van Richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen nr. 78/660/EEG en nr. 83/349/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen en houdende intrekking van Richtlijn nr. 84/253/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen (Stb. 2008, 323) wordt als volgt gewijzigd:
A
De artikelen 1 tot en met 3 komen te luiden:
Artikel 1
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:Artikel 2
1.
Een auditcommissie is voor de toepassing van dit artikel samengesteld uit leden van de raad van commissarissen of uit leden van het bestuur die niet belast zijn met het uitvoerend bestuur.2.
Een organisatie van openbaar belang stelt een auditcommissie in dat de volgende taken uitoefent:- het in kennis stellen van het bestuur of de raad van commissarissen van de rechtspersoon van het resultaat van de wettelijke controle, waarbij wordt toegelicht op welke wijze de wettelijke controle heeft bijgedragen aan de integriteit van de financiële verslaggeving en welke rol de auditcommissie in dat proces heeft gespeeld;
- het monitoren van het financiële-verslaggevingsproces en het doen van voorstellen om de integriteit van het proces te waarborgen;
- het monitoren van de doeltreffendheid van het interne beheersingssysteem, het eventuele interne auditsysteem en het risicomanagementsysteem met betrekking tot de financiële verslaggeving van de rechtspersoon;
- het monitoren van de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, in het bijzonder de uitvoering van de controle met inachtneming van de beoordeling van de Autoriteit Financiële Markten overeenkomstig artikel 26, zesde lid, van de EU-verordening;
- het beoordelen en monitoren van de onafhankelijkheid van de externe accountant bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toezicht accountantsorganisaties of de accountantsorganisatie dan wel het auditkantoor bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen a en c van die wet, waarbij met name wordt gelet op de verlening van nevendiensten aan de rechtspersoon;
- het vaststellen van de procedure voor de selectie van de externe accountant of de accountantsorganisatie dan wel het auditkantoor en de voordracht tot verlening van de opdracht tot het verrichten van de wettelijke controle overeenkomstig artikel 16 van de EU-verordening.
3.
Bij de samenstelling van de auditcommissie wordt rekening gehouden met de benodigde deskundigheid van de leden gezamenlijk die relevant is voor de sector waarin de rechtspersoon actief is. De meerderheid van de leden, waaronder de voorzitter, is onafhankelijk van de rechtspersoon. De voorzitter wordt benoemd door de raad van commissarissen of door de leden van het bestuur die niet belast zijn met het uitvoerend bestuur dan wel door de leden van de auditcommissie. Ten minste één lid is deskundig op het gebied van financiële verslaggeving of de controle van de jaarrekening.4.
In afwijking van het tweede lid kan een orgaan worden aangewezen dat de taken van de auditcommissie uitoefent. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing. In het bestuursverslag wordt opgave gedaan van het aangewezen orgaan en de samenstelling daarvan.Artikel 3
Dit besluit is niet van toepassing op:- een dochtermaatschappij als bedoeld in artikel 24a, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van een rechtspersoon die voldoet aan artikel 39 leden 1, 2 en 5 van de richtlijn en artikel 11, leden 1 en 2, en artikel 16, lid 5, van de EU-verordening;
- een bank waarop een vrijstelling als bedoeld in artikel 3:111, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is indien een centrale kredietinstelling de in artikel 2, tweede lid, genoemde taken heeft opgedragen aan een auditcommissie waarvan de samenstelling voldoet aan artikel 2, eerste en derde lid;
- een beleggingsinstelling of icbe als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht die is opgenomen in het register als bedoeld in artikel 1:107 van de Wet op het financieel toezicht;
- een entiteit voor securitisatiedoeleinden als bedoeld in artikel 1 van het Besluit prudentiële regels Wft, mits de onderneming aan het publiek bekend maakt waarom zij het niet dienstig acht een auditcommissie in te stellen, of een orgaan aan te wijzen in de zin van artikel 2, vierde lid.
B
Na artikel 5 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 6
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit instelling auditcommissie.Artikel 1
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 2
Artikel 3
Dit besluit is niet van toepassing op:
Artikel 6
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit instelling auditcommissie.
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
Dit besluit wordt aangehaald als: Implementatiebesluit wijzigingsrichtlijn en verordening wettelijke controles jaarrekeningen.