Part of Smart Yellow Suite

WGK006059
Wijziging besluit Participatiewet in verband met aanpassingen aan het verdeelmodel en een nieuw definitief vangnet

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Datum uitgave 11 augustus 2016
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Documenten

stb-2016-355 (PDF)

Besluit van 5 oktober 2016 tot aanpassing van het Besluit Participatiewet in verband met wijzigingen van het verdeelmodel en vaststelling van een nieuw vangnet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 juli 2016, nr. 2016-0000161631;

Gelet op artikel 69, derde lid, artikel 73, tweede lid, en artikel 74, zesde lid, van de Participatiewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 augustus 2016, No.W12.16.0214/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 september 2016, nr, 2016-0000211667;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2. Vaststelling aantal inwoners
1.
Voor de vaststelling van het aantal inwoners in dit besluit geldt als peildatum 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de uitkering wordt vastgesteld.
2.
Het aantal inwoners wordt ontleend aan de statistiek «Demografische kerncijfers per gemeente» van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Berekening uitkering gemeente
1.
De uitkering voor een gemeente wordt bepaald aan de hand van de volgende formule:U = BO + BL + BDT + BVWaarbij:
  1. U de Uitkering is;
  2. BO het deel van de uitkering is dat objectief wordt vastgesteld;
  3. BL het deel van de uitkering dat is bepaald op basis van de historische lasten;
  4. BDT het deel van de uitkering is dat wordt verstrekt ten behoeve van uitkeringen aan dak- en thuislozen; en
  5. BV het deel van de uitkering is dat wordt verstrekt ten behoeve van de uitkeringen aan vergunninghouders die in de periode januari tot en met juli 2016 in een gemeente zijn gehuisvest.
2.
Het deel van het budget dat objectief wordt vastgesteld, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt berekend aan de hand van de volgende formule:BO = [(m * O) / som (m*O)] * TBOWaarbij:
  1. m op de volgende wijze wordt vastgesteld:
    1. bedraagt 1 voor een gemeente met 40.000 of meer inwoners.
    2. bedraagt 0 voor een gemeente met 15.000 of minder inwoners
    3. wordt berekend voor gemeenten met tussen de 15.000 en 40.000 inwoners door het aantal inwoners in de gemeente te verminderen met 15.000 en vervolgens te delen door 25.000.
  2. O staat voor de uitkomst van het objectieve verdeelmodel;
  3. (m*O) staat voor de objectieve grondslag voor de vaststelling van het objectief te verdelen deel van het beschikbare macrobudget;
  4. Som (m*O) de optelsom is van de objectieve grondslagen (m *O) van alle gemeenten; en
  5. TBO staat voor het objectief te verdelen deel van het beschikbare macrobudget.
3.
Het deel van het budget dat is bepaald op basis van de historische lasten, bedoeld in het eerst lid, wordt bepaald aan de hand van de volgende formule:BL = (1-m) * L/ TL * TBWaarbij:
  1. m op de volgende wijze wordt vastgesteld:
    1. bedraagt 1 voor een gemeente met 40.000 of meer inwoners.
    2. bedraagt 0 voor een gemeente met 15.000 of minder inwoners
    3. wordt berekend voor gemeenten met tussen de 15.000 en 40.000 inwoners door het aantal inwoners in de gemeente te verminderen met 15.000 en vervolgens te delen door 25.000.
  2. L staat voor de gemeentelijke lasten op grond van de PW, de gemeentelijke lasten op grond van de IOAW, de gemeentelijke lasten op grond van de IOAZ en de gemeentelijke lasten op grond van het Bbz 2004;
  3. TL het totaal van de gemeentelijke lasten op grond van de PW, de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 is voor alle gemeenten samen.
  4. TB het totale bedrag is dat beschikbaar is voor algemene bijstand en uitkeringen als bedoeld in artikel 69, eerste lid, onderdeel a, van de wet, waaronder begrepen het totale bedrag dat beschikbaar is gesteld voor algemene bijstand ten behoeve van startende ondernemers op grond van het Bbz 2004, en voor kosten van loonkostensubsidies als bedoeld in artikel 69, eerste lid, onderdeel b, van de wet, verminderd met de som van de gemeentelijke uitkeringen ten behoeve van uitkeringen aan vergunninghouders die in de periode januari tot en met juli 2016 bij een gemeente zijn gehuisvest.
4.
Het deel van het budget dat wordt verstrekt ten behoeve van de uitkering aan dak- en thuislozen, wordt bepaald aan de hand van de volgende formule:BDT = m * GU/TGU * TBWaarbij:
  1. m op de volgende wijze wordt vastgesteld:
    1. bedraagt 1 voor een gemeente met 40.000 of meer inwoners.
    2. bedraagt 0 voor een gemeente met 15.000 of minder inwoners
    3. wordt berekend voor gemeenten met tussen de 15.000 en 40.000 inwoners door het aantal inwoners in de gemeente te verminderen met 15.000 en vervolgens te delen door 25.000.
  2. GU staat voor de gemeentelijke netto uitgaven voor uitkeringen aan dak- en thuislozen;
  3. TGU staat voor de totale gemeentelijke netto uitgaven aan uitkeringen Pw, IOAW en IOAZ.
5.
Het deel van de uitkering dat wordt verstrekt ten behoeve van de uitkeringen aan vergunninghouders die in de periode januari tot en met juli 2016 in een gemeente zijn gehuisvest, wordt bepaald aan de hand van de volgende formule:BV = GV/TGV * TBVWaarbij:
  1. GV staat voor het aantal gehuisveste vergunninghouders in een gemeente in de periode januari tot en met juli 2016;
  2. TGV staat voor het totaal aantal gehuisveste vergunninghouders in heel Nederland in de periode januari tot en met juli 2016;
  3. TBV staat voor het in de bijlage bij dit besluit vastgestelde beschikbare budget voor de vergunninghouders die in heel Nederland in de periode januari tot en met juli 2016 zijn gehuisvest.
6.
Het macrobudget objectief (TBO), bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, bestaat uit het beschikbare macrobudget (TB), verminderd met de som van de historisch verdeelde delen van de gemeentelijke uitkeringen, bedoeld in het derde lid, en de som van de gemeentelijke uitkeringen ten behoeve van uitkeringen aan dak- en thuislozen, bedoeld in het vierde lid.
7.
Het deel van het beschikbare macrobudget dat wordt verdeeld op basis van historische lasten, bedoeld in het zesde lid, wordt berekend aan de hand van de volgende formule:SOM [(1-m) * L/TL ] * TB
8.
Het deel van het beschikbare macrobudget dat wordt verdeeld ten behoeve van dak- en thuislozen, bedoeld in het zesde lid, wordt berekend aan de hand van de volgende formule:SOM [m * GU/TGU] * TB
D

De artikelen 4 en 5 vervallen.

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het totale bedrag dat beschikbaar is voor de uitkering aan de gemeenten wordt aangeduid als de factor TB in de formule, bedoeld in artikel 3, derde, vierde, zevende en achtste lid.
3.
Jaarlijks worden bij ministeriële regeling voor alle indicatoren, zoals opgenomen in tabel 1 van de bijlage bij dit besluit de gewichten en de peildata vastgesteld.
5.
De minister kan de uitkering herzien indien wordt geconstateerd dat in de toepassing van de formule, bedoeld in artikel 3, eerste lid, of het objectief verdeelmodel, dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, fouten zijn gemaakt. De herziening vindt uiterlijk plaats op het moment van aanpassing van het totale bedrag, bedoeld in artikel 71 van de wet.
F

In artikel 7 wordt «voor de toepassing van de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, 4, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, onderdelen a, b, en c, en artikel 8a, eerste lid,» vervangen door: voor de toepassing van artikel 3, derde en zesde lid, en artikel 8a, eerste lid,.

G

In artikel 8, eerste lid, wordt «voor de toepassing van de artikelen 2, eerste lid, 3, en 4» vervangen door: voor de toepassing van artikel 3, derde en zevende lid, en artikel 8a, eerste lid.

H

Artikel 8a komt te luiden:

Artikel 8a. Overgangsrecht voor het jaar 2017
In afwijking van artikel 3 wordt de uitkering voor een gemeente in het jaar 2017 berekend aan de hand van de volgende formule:U = 0.25 * L/ TL * TB + 0,75 * (BO + BL + BDT) + BVWaarbij:
  1. L staat voor de gemeentelijke lasten op grond van de PW, de gemeentelijke lasten op grond van de IOAW, de gemeentelijke lasten op grond van de IOAZ en de gemeentelijke lasten op grond van het Bbz 2004;
  2. TL staat voor het totaal van de gemeentelijke lasten op grond van de PW, de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 is voor alle gemeenten samen; en
  3. BO, BL, BDT en BV worden berekend overeenkomstig artikel 3.
I

Paragraaf 3 komt te luiden:

J

Artikel 10 wordt met ingang van 1 januari 2019 als volgt gewijzigd:

  1. vijftig procent van het verschil tussen de in aanmerking komende netto lasten over het uitkeringsjaar en 107,5% van de verstrekte uitkering, voor zover de netto lasten de verstrekte uitkering met meer dan zeven-en-een-half maar niet meer dan twaalf-en-een-half procent overstijgen;
K

Artikel 10a komt met ingang van 1 januari 2019 te luiden:

Artikel 10a. Overgangsrecht vangnetuitkering 2017 en 2018
Op aanvragen om een vangnetuitkering over de uitkeringsjaren 2017 en 2018 blijft dit besluit van toepassing zoals het luidde op 31 december 2018.

Artikel 2. Vaststelling aantal inwoners

Artikel 3. Berekening uitkering gemeente

Artikel 8a. Overgangsrecht voor het jaar 2017

In afwijking van artikel 3 wordt de uitkering voor een gemeente in het jaar 2017 berekend aan de hand van de volgende formule:

U = 0.25 * L/ TL * TB + 0,75 * (BO + BL + BDT) + BV

Waarbij:

Artikel 9. Toetsingscommissie

Artikel 10. Vangnetuitkering

Artikel 10a. Overgangsrecht vangnetuitkering 2016 en 2017

Artikel 10a. Overgangsrecht vangnetuitkering 2017 en 2018

Op aanvragen om een vangnetuitkering over de uitkeringsjaren 2017 en 2018 blijft dit besluit van toepassing zoals het luidde op 31 december 2018.

ARTIKEL II

De bijlage behorende bij artikel 6 van het Besluit Participatiewet wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017, met uitzondering van artikel I, onderdelen J en K, dat met ingang van 1 januari 2019 in werking treedt.

stb-2017-355 (PDF)

Besluit van 8 september 2017 tot wijziging van het Besluit van 10 oktober 1985, tot instelling van de Joke Smit-prijs (Stb. 1985, 597) in verband met de uitbreiding van het toepassingsbereik van de prijs

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 september 2017, nr. DE/1226525, directie Emancipatie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit van 10 oktober 1985, tot instelling van de Joke Smit-prijs (Stb. 1985, 597) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

2.
De Joke Smitprijs bestaat uit de Joke Smit oeuvreprijs en de Joke Smit aanmoedigingsprijs.
B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1.
De Joke Smit oeuvreprijs kan eenmaal per twee jaar worden toegekend aan een persoon, een groep of een instelling die een fundamentele en langdurige bijdrage levert of heeft geleverd aan de verbetering van de positie van vrouwen en meisjes in de Nederlandse samenleving.
3.
De Joke Smit aanmoedigingsprijs kan eenmaal per twee jaar worden toegekend aan een persoon, een groep of een instelling die zich op inspirerende wijze inzet of recent heeft ingezet voor de verbetering van de positie van vrouwen en meisjes in de Nederlandse samenleving.
4.
De Joke Smit aanmoedigingsprijs bestaat uit een geldbedrag van € 1.000.
C

D

Het kopje «Artikel 4» vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.