Part of Smart Yellow Suite

WGK006000
Besluit tot wijziging van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen en het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid in verband met recht op ziekengeld na bereiken AOW-gerechtigde leeftijd, het niet in acht nemen van de rechtens geldende opzegtermijn en enkele technische aanpassingen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Datum uitgave 5 januari 2016
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

Het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen (hierna: Dagloonbesluit) wordt door middel van dit wijzigingsbesluit aangepast vanwege meerdere redenen. Een tweetal wijzigingen vloeit voort uit voorgestelde wijzingen van de Werkloosheidswet (hierna: WW) opgenomen in de Verzamelwet SZW 2016. Ten eerste gaat het om de wijziging opgenomen in artikel X, onderdelen Aa en Ab, van de Verzamelwet SZW 2016. Hierin wordt geregeld dat het recht op een WW-uitkering niet eerder kan ontstaan dan nadat de rechtens geldende opzegtermijn is verstreken . Ten tweede wordt door middel van artikel X, onderdelen G en H, van de Verzamelwet SZW 2016 hoofdstuk IV van de WW aangepast. Hierdoor hoeft er geen dagloon vastgesteld te worden voor de werknemer die recht heeft op een uitkering op grond van artikel 61 van de WW (faillissement, surseance van betaling of schuldsanering). Dit heeft tot gevolg dat de speciale dagloonregels voor deze uitkering niet meer nodig zijn. Daarnaast wordt het Dagloonbesluit (tijdelijk) aangepast vanwege het wetsvoorstel werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Onderdeel hiervan is dat de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, recht kan krijgen op een uitkering op grond van de Ziektewet (hierna: ZW). Omdat de relevante loongegevens pas vanaf januari 2016 in de polisadministratie worden opgenomen en voor het vaststellen van het dagloon de loongegevens over één jaar nodig kunnen zijn, worden tijdelijk enkele bepalingen opgenomen. Er is dus sprake van een overgangssituatie. Tenslotte worden enkele technische en redactionele wijzigingen in het Dagloonbesluit en het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid doorgevoerd.

Documenten

stb-2015-533 (PDF)

Besluit van 15 december 2015 tot wijziging van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen en het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid in verband met het recht op ziekengeld na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, het niet in acht nemen van de rechtens geldende opzegtermijn en enkele technische aanpassingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 november 2015, nr. 2015-0000264675,

Gelet op de artikelen 1b, zesde lid, 19, tiende lid, van de Werkloosheidswet, 15, tweede lid, van de Ziektewet, 13, derde lid, 58, derde lid van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 14, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en 3:13, vierde lid, van de Wet arbeid en zorg;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 december 2015, nr. W12.15.0412/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 december 2015, nr. 2015-0000301695;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

6.
In afwijking van het vijfde lid, eindigt de referteperiode op de dag voorafgaand aan het arbeidsurenverlies, indien de desbetreffende dienstbetrekking is aangevangen na afloop van de referteperiode, bedoeld in het vijfde lid.
B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

2.
In afwijking van het eerste lid wordt, indien artikel 18 van de WW van toepassing is, onder loon verstaan het in het eerste lid bedoelde loon dat is genoten in de dienstbetrekking waaruit de werknemer werkloos is geworden.
3.
In dit hoofdstuk wordt, indien artikel 18 van de WW van toepassing is, onder loon tevens verstaan de som van het loon, bedoeld in het eerste en tweede lid, indien de werknemer bij één werkgever als bedoeld in artikel 690 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, meer elkaar opvolgende dienstbetrekkingen als bedoeld in artikel 691 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, heeft gehad en deze dienstbetrekkingen in de loonaangifte vanaf de aanvang van de eerste dienstbetrekking worden aangemerkt als één inkomstenverhouding.
C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Indien artikel 3, derde lid, van toepassing is, staat C tevens voor het ziekengeld uitgekeerd tussen de elkaar opvolgende dienstbetrekkingen bedoeld in dat derde lid.
5.
Indien artikel 18 van de WW van toepassing is en de dienstbetrekking of de inkomensverhouding met de elkaar opvolgende dienstbetrekkingen waaruit de werknemer werkloos is geworden, een of meer aangiftetijdvakken kent waarin geen loon is genoten anders dan vanwege verlof, staat D, in afwijking van het eerste lid, voor het aantal dagloondagen van de aangiftetijdvakken waarin loon is genoten of waarin geen loon is genoten vanwege verlof.
D

Artikel 12b wordt als volgt gewijzigd:

2.
In afwijking van het eerste lid eindigt de referteperiode op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de dienstbetrekking is geëindigd, indien de datum van eindiging van die dienstbetrekking is gelegen voor het einde van de referteperiode, bedoeld in het eerste lid.
5.
In afwijking van het eerste tot en met vierde lid, vangt de referteperiode niet eerder dan op 1 januari 2016 aan, indien de werknemer op de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken of op de dag van het ontstaan van een recht op uitkering op grond van de Wazo de leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt. Indien de aanvang van de referteperiode daardoor na het einde van de referteperiode, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, ligt, eindigt de referteperiode op 1 januari 2016.
6.
Het vijfde en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2018.
E

Artikel 12e wordt als volgt gewijzigd:

8.
D staat, in afwijking van het eerste lid, indien de dienstbetrekking waaruit de werknemer ziek is geworden of waaruit het recht op uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wazo is ontstaan, is aangevangen voor 1 januari 2016, voor:
  1. het aantal dagloondagen vanaf 1 januari 2016 tot en met de laatste dag van de referteperiode indien artikel 12b, vijfde lid, eerste zin, van toepassing is en de tweede zin niet; of
  2. het aantal dagloondagen vanaf 1 januari 2016 tot de dag waarop de ziekte is ingetreden of waarop het recht op een uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wazo is ontstaan, indien artikel 12b, vijfde lid, eerste en tweede zin van toepassing is en A, B en C staan in dat geval, in zoverre in afwijking van artikel 12e, eerste lid, voor het loon respectievelijk de vakantiebijslag genoten in die periode.
9.
Het achtste en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2018.
F

Artikel 12h wordt als volgt gewijzigd:

2.
In afwijking van de artikelen 12b tot en met 12f, wordt het dagloon van de gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, van de Wazo, die op grond van artikel 8, onderdeel a, van de ZW voorafgaand aan een uitkering op grond van de Wazo ziekengeld ontving, vastgesteld op:
  1. het vastgestelde en herziene ZW-dagloon, tenzij er met de uitkering op grond van die wet in de vier kalenderweken voorafgaand aan de Wazo-uitkering ander inkomen dan uit de dienstbetrekking, op grond waarvan het recht op ziekengeld is ontstaan is verrekend op grond van artikel 31 van de ZW; of
  2. 100/A van het ziekengeld per dag over de vier kalenderweken voorafgaande aan de Wazo-uitkering, indien er met de uitkering op grond van die wet in de vier kalenderweken voorafgaand aan de Wazo-uitkering ander inkomen dan uit de dienstbetrekking, op grond waarvan het recht op ziekengeld is ontstaan is verrekend op grond van artikel 31 van de ZW. Daarbij staat A voor het uitkeringpercentage van de uitkering op grond van de ZW.
G

Artikel 16, zesde lid, komt te luiden:

6.
Indien een dienstbetrekking is geëindigd door wederzijds goedvinden van partijen, of opzegging, zonder inachtneming van de geldende opzegtermijn, wordt voor de toepassing van het eerste lid factor D verminderd met het aantal dagloondagen gedurende de periode tussen de laatste dag van die dienstbetrekking en de dag waarop de rechtens geldende opzegtermijn eindigt, voor zover die periode in de referteperiode ligt en worden de factoren A, B en C verminderd met al het loon genoten in de aangiftetijdvakken die volledig liggen binnen die periode.

ARTIKEL II

Het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt «19, zevende lid,» vervangen door: 19, tiende lid,.

B

In artikel 1a wordt na «Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten» ingevoegd: , 19, tiende lid, van de Werkloosheidswet.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat artikel I, onderdeel F, onder 1, terugwerkt tot en met 1 juli 2015. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2015, treedt het in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2016, met dien verstande dat artikel I, onderdeel F, onder 1, terugwerkt tot en met 1 juli 2015.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.