Besluit van 2 juli 2015, houdende wijziging van het Besluit inburgering in verband met het verhogen van het maximale leenbedrag voor inburgeringsplichtigen en het voorzien in de mogelijkheid van kwijtschelding van het leenbedrag van houders van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor verblijf als familie- of gezinslid bij een houder van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde of onbepaalde tijd of voor verblijf bij een houder van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen met een aantekening inzake internationale bescherming (verhoging leenbedrag en uitbreiding doelgroep kwijtschelding)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 mei 2015, nr. 2015-00000122312;
Gelet op artikel 16, vierde lid, van de Wet inburgering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 juni 2015, nr. W12.15.0157/111);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 juni 2015, nr. 2015-0000161821,
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit inburgering wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4.1a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- het volgen van een alfabetiseringscursus.
3.
Het tweede lid is niet van toepassing op de inburgeringsplichtige, bedoeld in het eerste lid, die rechtmatig verblijf heeft op grond van een:- verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd; of
- verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, verleend onder een beperking verband houdend met verblijf als familie- of gezinslid, voor verblijf bij:
- een houder van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd,
- een houder van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, of
- een houder van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen die is verleend met een aantekening inzake internationale bescherming als bedoeld in artikel 45c, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
B
Artikel 4.13, derde lid, aanhef, komt te luiden:
3.
Aan vreemdelingen als bedoeld in artikel 4.1a, derde lid, die op of na 1 januari 2013 inburgeringsplichtig zijn geworden, wordt volledige kwijtschelding van de schuld ambtshalve verleend indien:.ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.