Besluit van 9 december 2016 tot wijziging van onder meer het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met een herziening van de opleiding van rechters en officieren van justitie
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 10 augustus 2016, nr. 785282;
Gelet op de artikelen 5d, tweede lid, 5e, 5f, vierde lid, 5g, derde lid, 7, derde lid, 19a, 19b, 45, derde lid, en 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en artikel 145, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 september 2016, nr.W03.16.0224/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken van 5 december 2016, nr. 2001468;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
B
Artikel 1a wordt gewijzigd als volgt:
C
In artikel 2, eerste lid, wordt «artikel 1, onderdeel b, onder 1° tot en met 4°» vervangen door: artikel 1, onderdeel b, onder 1° tot en met 4° en als rechter in opleiding als bedoeld onder 10°.
D
In artikel 2a, eerste lid, wordt «artikel 1, onderdeel b, onder 5° tot en met 7°» vervangen door: artikel 1, onderdeel b, onder 5° tot en met 7° en als officier in opleiding als bedoeld onder 10°.
E
Na artikel 2d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2da
1.
De benoeming in een ambt als bedoeld in artikel 2, achtste lid, van de wet geschiedt in tijdelijke dienst.2.
De benoemingsduur in het in het eerste lid bedoelde ambt is gelijk aan de opleidingsduur bedoeld in de artikelen 6 en 7 van het Besluit opleiding rechters en officieren van justitie.3.
In afwijking van het tweede lid wordt de duur van de in het eerste lid bedoelde benoeming verlengd met de termijn, bedoeld in artikel 36a, tweede lid, indien de opleiding, bedoeld in artikel 2 van het Besluit opleiding rechters en officieren van justitie, eindigt zonder een voordracht voor benoeming als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van het Besluit opleiding rechters en officieren van justitie.F
In de artikelen 2g, eerste lid, onderdeel a, 19a, eerste, tweede en derde lid, 33da, tweede lid, 33fa, tweede lid, en 35d vervalt telkens de zinsnede: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
G
Artikel 2h, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
H
Artikel 3a vervalt.
I
In de artikelen 4 en 8 vervalt na «het gerechtsbestuur» telkens: , en ten aanzien van een rechterlijk ambtenaar in opleiding uitgeoefend door de Raad voor de rechtspraak.
J
Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:
K
In artikel 6d, eerste lid, wordt «De rechterlijk ambtenaar, die is aangesteld of aangewezen voor een bepaalde arbeidsduur, of rechterlijk ambtenaar in opleiding heeft» vervangen door: De rechterlijk ambtenaar die is aangesteld of aangewezen voor een bepaalde arbeidsduur heeft.
L
In de artikelen 6e, eerste en tweede lid, 7, eerste tot en met derde lid, 8a, eerste en tweede lid, 8b, eerste en derde lid, onderdelen b en c en 8c, eerste en derde lid, vervalt telkens de zinsnede: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
M
Artikel 8b wordt gewijzigd als volgt:
N
In artikel 9 vervalt: , en ten aanzien van een rechterlijk ambtenaar in opleiding of een gewezen rechterlijk ambtenaar in opleiding uitgeoefend door de Raad voor de rechtspraak.
O
Artikel 10 vervalt.
P
In de artikelen 33b, eerste, derde en vijfde tot en met zevende lid, en 33c, eerste en tweede lid, onderdeel a, vervalt telkens de zinsnede: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
Q
Artikel 33d wordt gewijzigd als volgt:
R
Artikel 33e wordt gewijzigd als volgt:
S
In artikel 33f vervalt telkens de zinsnede: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
T
In artikel 33g vervalt na «het gerechtsbestuur»: , en ten aanzien van een rechterlijk ambtenaar in opleiding uitgeoefend door de Raad voor de rechtspraak.
U
In de artikelen 33h, eerste en tweede lid, 33j, vierde en vijfde lid, 33k, eerste en vijfde lid en 33l, eerste tot en met derde lid, vervalt telkens de zinsnede: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
V
In artikel 33i vervallen de zinsneden: «onderscheidenlijk rechterlijk ambtenaar in opleiding» en «onderscheidenlijk de opleiding doorbrengt».
W
Artikel 33m wordt gewijzigd als volgt:
X
Artikel 33n wordt gewijzigd als volgt:
Y
In de artikelen 33o, eerste tot en met derde en zesde lid, 33oa en 33ob, vervalt telkens de zinsnede: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.Z
Artikel 33p wordt gewijzigd als volgt:
AA
In artikel 33q vervalt de zinsnede: of de rechterlijk ambtenaar in opleiding gedurende zijn binnenstage.
BB
Het eerste lid van artikel 34 vervalt, alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede lid.
CC
Artikel 34c wordt gewijzigd als volgt:
DD
In de artikelen 34g, derde lid, en 35 vervalt telkens de zinsnede: onderscheidenlijk, indien het een rechterlijk ambtenaar in opleiding betreft, de rector.
EE
In de artikelen 34h, vierde lid, en 36a, derde lid, vervalt telkens de zinsnede: , en ten aanzien van een rechterlijk ambtenaar in opleiding uitgeoefend door de Raad voor de rechtspraak.
FF
In artikel 35f vervalt de zinsnede: of de rector.
GG
In artikel 36, onderdeel a, wordt «vervullen van zijn ambt» vervangen door: vervullen van zijn ambt of het ambt waarvoor hij wordt opgeleid.
HH
In artikel 36b, eerste lid, wordt «artikel 27 van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren» vervangen door: artikel 9 van het Besluit opleiding rechters en officieren van justitie.
II
In artikel 36c, tweede lid, wordt «de rechterlijke ambtenaren» vervangen door: rechters in opleiding, officieren in opleiding en de rechterlijke ambtenaren.
JJ
In de artikelen 38, tweede lid, 38b, 38h en 38i vervalt telkens de zinsnede: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
KK
In artikel 38, eerste lid, vervalt de zinsnede: of een rechterlijk ambtenaar in opleiding.
LL
Het tweede lid van artikel 38a vervalt, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
MM
In de artikelen 38k, eerste lid en 38q, eerste lid, vervalt tekens de zinsnede: en de rechterlijke ambtenaren in opleiding.
NN
De bijlage als bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 2da
ARTIKEL II
In artikel 3, tweede lid, van het Besluit beëdiging en vergoeding buitengriffiers en waarnemend griffiers vervalt de zinsnede: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
ARTIKEL III
Artikel 1, eerste lid, van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke ambtenaren vervalt in het onderdeel betrokkene, onder 1° en 2°, telkens de zinsnede: en de rechterlijk ambtenaar in opleiding in vaste dienst.
ARTIKEL IV
Artikel 2 van het Besluit College van afgevaardigden wordt gewijzigd als volgt:
ARTIKEL V
Het Besluit samenstelling en werkwijze toetsingscommissie uittreding zittende magistratuur wordt gewijzigd als volgt:
ARTIKEL VI
Op rechterlijke ambtenaren in opleiding die op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van dit besluit als zodanig zijn benoemd, blijven de artikelen van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, het Besluit beëdiging en vergoeding buitengriffiers en waarnemend griffiers, het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke ambtenaren, en het Besluit samenstelling en werkwijze toetsingscommissie uittreding zittende magistratuur alsmede de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag vóór de dag van inwerkingtreding van dit besluit, van toepassing.
ARTIKEL VII
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.