Besluit van 9 oktober 2019, houdende wijziging van het Kansspelenbesluit in verband met de verlaging van de minimaal verplichte procentuele afdracht ten behoeve van enig algemeen belang en een andere wijziging
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 21 juli 2015, nr. 666588; Directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Wet op de Kansspelen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 augustus 2015, No. W03.15.0257/II);
Gezien het nader rapport van de Minister voor Rechtsbescherming van 4 oktober 2019, nr. 2717092 Directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 2 van het Kansspelenbesluit wordt gewijzigd als volgt:
A
In onderdeel b wordt «De afdracht bedraagt ten minste 50%» vervangen door: De afdracht bedraagt ten minste 40%.
B
Onderdeel i komt te luiden:
- De rekening en verantwoording dient vergezeld te gaan van een onderzoeksverslag en een verklaring omtrent de getrouwheid daarvan, opgesteld door een accountant die is ingeschreven in het in artikel 36, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep bedoelde register, indien de prijzen en premies gezamenlijk een grotere waarde hebben dan € 4.500.
ARTIKEL II
Artikel I, onderdeel A, is niet van toepassing op de vergunning, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen, die vóór inwerkingtreding van dit besluit voor de duur van maximaal twaalf maanden is verleend.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.