Part of Smart Yellow Suite

WGK005603
Wijziging BUWAV uitbreiding stage illegale kinderen, au pairs en zakelijke besprekingen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Datum uitgave 28 mei 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Documenten

stb-2015-301 (PDF)

Besluit van 10 juli 2015, houdende aanpassing Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in verband met de termijn van incidentele arbeid voor zakelijke besprekingen, ten aanzien van de uitbreiding van de uitzonderingen van de tewerkstellingsvergunningplicht voor leerlingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven en ten aanzien van de aanpassing van de voorwaarden met betrekking tot de uitzondering op de tewerkstellingsvergunningplicht voor au pairs

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 mei 2015, nr. 0000110101, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onder c, 4, tweede lid, onder c, en 19d, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 1 juli 2015, No. W12.15.0162/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 juli 2015, nr. 2015-0000167991, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, onder b, vervalt: aaneengesloten.

B

Artikel 1f, onder c, komt te luiden:

  1. vóór zijn achttiende verjaardag is gestart:
    1. met een beroepsopleiding bij een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, of bij een instelling die een beroepsopleiding verzorgt waarvan op grond van artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs aan de met goed gevolg afgelegde examens of onderdelen van examens een diploma of certificaat is verbonden, en die in het kader van de beroepsopleidende leerweg, bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs onbezoldigd te werk wordt gesteld op grond van een beroepspraktijkvormingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
    2. met praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 10f, eerste lid van de Wet op het voortgezet onderwijs, en die in het kader van de voorbereiding op het uitoefenen van functies op de arbeidsmarkt, bedoeld in artikel 10f, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, onbezoldigd te werk wordt gesteld;
    3. met een leer-werktraject als bedoeld in artikel 10b1, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, en die in het kader van een beroepsgericht programma als bedoeld in artikel 10b1, tweede lid, onder b, van de Wet op het voortgezet onderwijs op grond van een leer-werkovereenkomst als bedoeld in artikel 10b3, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs of een maatschappelijke stage als bedoeld in artikel 10b1, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs op grond van een stageovereenkomst als bedoeld in artikel 6f, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs onbezoldigd te werk wordt gesteld;
    4. met een entreeopleiding als bedoeld in artikel 10b8 van de Wet op het voortgezet onderwijs, en die in het kader van de kwalificatie voor het eerste niveau van beroepsuitoefening onbezoldigd te werk wordt gesteld op grond van een samenwerkingsovereenkomst als bedoeld in artikel 10b9, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
    5. met het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel van het voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder b, van de Wet op de expertisecentra, en die in het kader van het getuigschrift onbezoldigd te werk wordt gesteld op grond van een stageovereenkomst als bedoeld in artikel 9 van het Onderwijskundig besluit WEC; of
    6. met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs van het voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder a, van de Wet op de expertisecentra, en die in het kader van een leer-werktraject of een beroepsgericht programma als bedoeld in artikel 10b1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, een entreeopleiding als bedoeld in artikel 10b8 van de Wet op het voortgezet onderwijs, of de kwalificatie voor het eerste niveau van beroepsuitoefening onbezoldigd te werk wordt gesteld op grond van een leer-werkovereenkomst als bedoeld in artikel 10b3, van Wet op het voortgezet onderwijs.
C

Artikel 1j, onder a, wordt als volgt gewijzigd:

  1. verblijft in een gastgezin, bestaande uit minimaal twee personen, tot wie de vreemdeling niet in familierechtelijke betrekking staat tot in de derde graad en voor wie deze niet eerder werkzaamheden heeft verricht,
  1. kan aantonen dat een verklaring is ondertekend, waaruit blijkt dat het gastgezin zich er van bewust is, dat de toezichthouders de bevoegdheid, bedoeld in artikel 17 van de wet, hebben;.
D

In artikel 4e, eerste en tweede lid, wordt « en 18, tweede lid, » vervangen door: , 15a en 18, tweede lid, zoals dat artikel luidde op 30 juni 2015, .

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 1, onderdeel D, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dit Staatsblad en terug werkt tot en met 1 juli 2015.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.