Part of Smart Yellow Suite

WGK005430
Wijziging van de Warmtewet ivm wegnemen knelpunten

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Economische Zaken en Klimaat
Datum uitgave 14 september 2016
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

Wijziging van de Warmtewet ivm het wegnemen van knelpunten die in de eerste maanden na inwerkingtreding zijn geïnventariseerd.

Documenten

stb-2018-311 (PDF)

Wet van 4 juli 2018 tot wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, mede naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet, wenselijk is om in de Warmtewet enkele wijzigingen aan te brengen ten aanzien van onder andere de reikwijdte en de reguleringssystematiek teneinde de werking van deze wet te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Warmtewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van Hoofdstuk 1 komt te luiden: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN.

B

Artikel 1 wordt vervat in een subparagraaf waarvan het opschrift komt te luiden:

C

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen soorten installaties worden aangewezen die niet worden aangemerkt als een «afleverset voor warmte».
D

Na artikel 1 worden de volgende subparagrafen aan hoofdstuk 1 toegevoegd:

E

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Een leverancier verstrekt de verbruikers:
  1. ten minste eenmaal per jaar een volledige en voldoende gespecificeerde nota met betrekking tot de door hem geleverde diensten, en
  2. een volledige en voldoende gespecificeerde nota na beëindiging van de leveringsovereenkomst.
3.
Ten aanzien van de levering van warmte brengt de leverancier ten hoogste in rekening:
  1. de maximumprijs voor de levering van warmte, bedoeld in artikel 5, eerste lid;
  2. het maximumtarief voor het in gebruik nemen van de afleverset voor warmte, bedoeld in artikel 8, eerste lid;
  3. de eenmalige aansluitbijdrage, bedoeld in artikel 6, eerste lid;
  4. het tarief voor afsluiting, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, en
  5. het tarief voor de meting van het warmteverbruik door middel van individuele meters, bedoeld in artikel 8, vijfde lid, de redelijke kosten voor de meting van het warmteverbruik door middel van individuele warmtekostenverdelers als bedoeld in artikel 8a, eerste lid, of de redelijke kosten voor het berekenen van het warmteverbruik door middel van een kostenverdeelsystematiek, als bedoeld in artikel 8a, tweede lid.
F

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3
1.
Een in Nederland gevestigde leverancier verstrekt een verbruiker, in aanvulling op de gegevens bedoeld in artikel 230m, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, voordat de verbruiker gebonden is aan een overeenkomst tot levering van warmte op duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie:
  1. een duidelijke en volledige omschrijving van de te leveren goederen en diensten en de overeengekomen kwaliteitsniveaus daarvan, welke in ieder geval betrekking hebben op de minimum- en maximumtemperatuur van de te leveren warmte, alsmede de prijzen en voorwaarden waaronder deze goederen en diensten worden geleverd;
  2. een omschrijving van de terugbetalingsregelingen als de geleverde goederen en diensten niet aan de overeengekomen kwaliteitsniveaus voldoen, en
  3. de eisen waar de binneninstallatie van een verbruiker aan moet voldoen om veilig gebruik te kunnen maken van de door de leverancier geleverde warmte.
2.
Artikel 230m, eerste lid, van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing op een overeenkomst tot levering van warmte tussen een leverancier een verbruiker die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
3.
Artikel 230v van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing op de informatieverplichtingen voor leveranciers bedoeld in het eerste en het tweede lid.
G

Na artikel 3 worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 3a
1.
De leverancier keert aan een verbruiker een compensatie uit bij een ernstige storing in de levering van warmte waarvan de oorzaak gelegen is in:
  1. het warmtenet van de leverancier of de netbeheerder;
  2. de afleverset voor warmte, indien deze het eigendom is van de leverancier;
  3. de aansluiting, of
  4. het inpandig leidingstelsel van de gebouweigenaar.
2.
De leverancier is niet verplicht tot het uitkeren van een compensatie als bedoeld in het eerste lid, indien de storing, bedoeld in dat lid:
  1. het gevolg is van een extreme situatie die niet aan de leverancier of netbeheerder kan worden toegerekend, of
  2. minder dan 24 uur duurt en in een periode van 12 maanden voorafgaand aan de storing zich geen storingen hebben voorgedaan in:
    1. hetzelfde warmtenet van de leverancier of de netbeheerder,
    2. dezelfde afleverset voor warmte, indien deze het eigendom is van de leverancier;
    3. dezelfde aansluiting, of
    4. hetzelfde inpandig leidingstelsel van de gebouweigenaar.
3.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
  1. het bestaan van een ernstige storing als bedoeld in het eerste lid;
  2. de hoogte van de compensatie bij een ernstige storing in de levering van warmte als bedoeld in het eerste lid, die voor storingen van verschillende tijdsduur verschillend kan worden vastgesteld;
  3. het moment van aanvang en beëindiging van de verplichting tot het betalen van compensatie bij een ernstige storing in de levering van warmte als bedoeld in het eerste lid, en
  4. het bestaan van een extreme situatie die niet aan de leverancier of verbruiker kan worden toegerekend als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a.
Artikel 3b
1.
Verbruikers kunnen geschillen die voortvloeien uit een overeenkomst tot levering van warmte, onverminderd de bevoegdheid van de burgerlijke rechter, voorleggen aan een onafhankelijke geschillencommissie.
2.
De procedure bij de geschillencommissie, bedoeld in het eerste lid, dient snel, transparant, eenvoudig en goedkoop te zijn.
Artikel 3c
1.
Een overeenkomst tot levering van warmte kan door een verbruiker door middel van een opzegging worden ontbonden.
2.
Aan een opzegging hoeft door de leverancier geen gevolg te worden gegeven in gevallen waarin:
  1. het technisch niet mogelijk is de levering van warmte aan die verbruiker geheel te beëindigen, of
  2. beëindiging van de levering leidt tot aanzienlijk blijvend nadeel voor een andere verbruiker.
3.
Een leverancier reageert schriftelijk op een opzegging als bedoeld in het eerste lid, en motiveert daarin in voorkomend geval waarom de beëindiging niet kan plaatsvinden.
Artikel 3d
1.
Een gebouweigenaar die eigenaar is van een inpandig leidingstelsel dat wordt gebruikt voor het leveren van warmte aan verbruikers is verplicht:
  1. het inpandig leidingstelsel en de individuele aansluiting van de verbruiker op het inpandig leidingstelsel zodanig te onderhouden dat betrouwbare levering van warmte gewaarborgd is, tenzij de gebouweigenaar en de leverancier hierover andere afspraken maken, en
  2. medewerking te verlenen aan het verzoek van een leverancier om een verbruiker die is aangesloten op zijn inpandig leidingstelsel af te sluiten van het inpandig leidingstelsel door:
    1. zorg te dragen voor de afsluiting van de verbruiker van het inpandig leidingstelsel, of
    2. de leverancier toestemming te geven zorg te dragen voor de afsluiting van de verbruiker van het inpandig leidingstelsel.
2.
Wanneer zich een storing als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, onderdeel d, voordoet in het inpandig leidingstelsel van de gebouweigenaar:
  1. ontvangt de verbruiker een compensatie als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de leverancier, en
  2. vergoedt de gebouweigenaar de leverancier de kosten van de op grond van onderdeel a aan de verbruiker betaalde compensatie, tenzij de gebouweigenaar en de leverancier op grond van het eerste lid, onderdeel a, afspraken hebben gemaakt over het onderhoud van het inpandig leidingstelsel en de individuele aansluiting van de verbruiker daarop die tot gevolg hebben dat de leverancier verantwoordelijk is voor het onderhoud van het inpandig leidingstelsel en de individuele aansluiting van de verbruiker daarop.
H

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a
1.
Indien een leverancier een aansluiting afsluit van een warmtenet of een inpandig leidingstelsel of gedeeltelijk afsluit van een systeem als bedoeld in artikel 5, vierde lid, brengt hij daarvoor ten hoogste een door de Autoriteit Consument en Markt vast te stellen tarief in rekening.
2.
Het tarief, bedoeld in het eerste lid, kan verschillen voor verschillende situaties, afhankelijk van de voor die situaties benodigde inspanning van de leverancier.
3.
Indien de afsluiting van een inpandig leidingstelsel, bedoeld in artikel 3d, eerste lid, onderdeel b, wordt uitgevoerd door de gebouweigenaar die eigenaar is van het inpandig leidingstelsel waarop de binneninstallatie van de verbruiker is aangesloten betaalt de leverancier de gebouweigenaar het tarief, bedoeld in het eerste lid.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
  1. de berekening van de hoogte van het tarief voor afsluiting van een aansluiting van een warmtenet of een inpandig leidingstelsel in de verschillende situaties bedoeld in het tweede lid;
  2. de kosten die een leverancier in rekening kan brengen voor het gedeeltelijk afsluiten van een aansluiting op systemen als bedoeld in artikel 5, vierde lid.
I

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5
1.
De Autoriteit Consument en Markt stelt de maximumprijs vast die een leverancier ten hoogste zal berekenen voor de levering van warmte. Van het besluit tot vaststelling van een maximumprijs wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
2.
De maximumprijs kan per aflevertemperatuur verschillen en:
  1. is gebaseerd op de integrale kosten die een verbruiker zou moeten maken voor het verkrijgen van dezelfde hoeveelheid warmte bij het gebruik van gas als energiebron. Deze kosten worden bepaald met de rendementsmethode;
  2. is opgebouwd uit een gebruiksafhankelijk deel, uitgedrukt in een bedrag in euro per gigajoule, en een gebruiksonafhankelijk deel uitgedrukt in een bedrag in euro.
3.
Het gebruiksonafhankelijk deel van de maximumprijs voor aansluitingen van meer dan 100 kilowatt kan verschillen van het gebruiksonafhankelijk deel van de maximumprijs voor aansluitingen van maximaal 100 kilowatt.
4.
In afwijking van het eerste lid en het tweede lid, onderdeel a, wordt een maximumprijs voor gebruik van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen systeem dat mede dient voor levering van warmte vastgesteld met een bij die maatregel vast te stellen methode.
5.
De maximumprijs, bedoeld in het eerste en vierde lid, treedt in werking op een door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen datum en geldt tot 1 januari van het jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de maximumprijs. Indien op 1 januari de maximumprijs voor dat jaar nog niet is vastgesteld, geldt de laatst vastgestelde maximumprijs tot de datum van inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de maximumprijs voor het volgende jaar.
6.
Na de inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de maximumprijs, bedoeld in het eerste en vierde lid, worden de prijzen voor levering van warmte die hoger zijn dan de maximumprijs van rechtswege gesteld op die maximumprijs.
7.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de elementen en de wijze van berekening van de maximumprijs, bedoeld in het eerste lid, en de indeling in verschillende temperatuurcategorieën, op grond van het tweede lid.
8.
De voordracht voor de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het zevende lid, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
J

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende

Artikel 5a
1.
In afwijking van artikel 2, derde lid, onderdeel a, onder 1°, kunnen een leverancier en een verbruiker overeenkomen dat aan de verbruiker een prijs in rekening wordt gebracht voor de levering van warmte die afwijkt van de maximumprijs, bedoeld in artikel 5, eerste lid, indien de leverancier de verbruiker aantoonbaar een aanbod voor levering van warmte heeft gedaan dat in ieder geval de mogelijkheid bevat om warmte geleverd te krijgen tegen ten hoogste de maximumprijs, bedoeld in artikel 5, eerste lid.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld waaraan het aanbod, bedoeld in het eerste lid, moet voldoen.
K

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Indien door een leverancier bij een verbruiker een eenmalige aansluitbijdrage in rekening wordt gebracht voor een aansluiting op een warmtenet, bedraagt deze bijdrage niet meer dan een door Autoriteit Consument en Markt vast te stellen bedrag.
2.
Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, kan voor verschillende categorieën aansluitingen verschillend worden vastgesteld afhankelijk van de bestanddelen waarvoor de bijdrage in rekening wordt gebracht.
  1. de verschillende categorieën, bedoeld in het tweede lid, en
  2. de berekening van de hoogte van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, per categorie.
L

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8
1.
Een leverancier heeft, met uitzondering van gevallen waarin dit voor de levering van warmte niet noodzakelijk is, tot taak er zorg voor te dragen dat binnen een redelijke termijn en tegen ten hoogste een door de Autoriteit Consument en Markt vast te stellen tarief een afleverset voor warmte in gebruik kan worden genomen wanneer:
  1. een bestaande afleverset voor warmte dient te worden vervangen;
  2. een nieuwe afleverset voor warmte wordt geïnstalleerd in een nieuw gebouw.
Het tarief kan verschillen voor verschillende categorieën en aanvullende functionaliteiten van afleversets voor warmte
2.
Een leverancier heeft tot taak er zorg voor te dragen dat binnen een redelijke termijn aan verbruikers en voor iedere eenheid een individuele meter ter beschikking wordt gesteld door middel van verhuur die het actuele warmteverbruik kan weergeven en die informatie kan geven over de tijd waarin sprake was van daadwerkelijk verbruik, wanneer:
  1. een verbruiker hierom vraagt, tenzij het ter beschikking stellen technisch onmogelijk is of financieel niet redelijk is;
  2. een bestaande meter wordt vervangen, tenzij het ter beschikking stellen technisch onmogelijk is of niet kostenefficiënt is in verhouding tot de geraamde potentiële besparingen op lange termijn;
  3. een nieuwe aansluiting wordt gemaakt in een nieuw gebouw;
  4. een gebouw ingrijpend wordt gerenoveerd.
3.
Indien een meetinrichting die op afstand uitleesbaar is door een leverancier aan een verbruiker ter beschikking wordt gesteld, kan die verbruiker deze meter weigeren. In dat geval wordt door de leverancier een niet op afstand uitleesbare meter ter beschikking gesteld.
4.
Een leverancier leest meetgegevens van een verbruiker, die beschikt over een meetinrichting die op afstand uitleesbaar is, niet op afstand uit indien de verbruiker hierom verzoekt.
5.
Het tarief voor de meting van het warmteverbruik door middel van een individuele meter wordt vastgesteld op basis van het gewogen gemiddelde van de meettarieven voor G6 aansluitingen van de gasmeter van de netbeheerders van de gastransportnetten niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, voor het jaar t.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent:
  1. de eisen waaraan een meetinrichting ten minste voldoet, waarbij ten aanzien van meetinrichtingen die op afstand uitleesbaar zijn in ieder geval regels worden gesteld ten aanzien van de beveiliging van meetgegevens;
  2. de berekening van de hoogte van het door de Autoriteit Consument en Markt vast te stellen maximumtarief voor het in gebruik nemen van een afleverset, en
  3. het vaststellen van categorieën en aanvullende functionaliteiten van afleversets.
7.
Het is anderen dan de desbetreffende leverancier verboden een taak uit te voeren als bedoeld in het eerste en tweede lid.
8.
Een afleverset voor warmte ten behoeve van warmtelevering aan één verbruiker wordt door middel van verhuur tegen ten hoogste het voor die afleverset vastgestelde tarief, bedoeld in het eerste lid, ter beschikking gesteld.
9.
Indien een gebouw waarin zich meerdere woon- of bedrijfsruimtes bevinden verwarmd wordt met behulp van een centrale productieinstallatie voor warmte die zich in het betreffende gebouw of in een nabij gelegen gebouw of bouwwerk bevindt, meet de leverancier de hoeveelheid warmte die de centrale installatie produceert.
M

Artikel 8a wordt als volgt gewijzigd:

5.
Indien een onroerende zaak, die is gebouwd voor inwerkingtreding van dit lid, bestaat uit meerdere woon -of bedrijfsruimten kan de leverancier het individueel warmtegebruik van de verbruiker, zoals gemeten op grond van artikel 8 of artikel 8a, eerste of tweede lid, corrigeren aan de hand van correctiefactoren die door de leverancier zijn vastgesteld met inachtname van de daarvoor gangbare technische normen voor:
  1. de ligging van woonruimten, en
  2. leidingverliezen voor transportleidingen.
N

In artikel 8b wordt, onder vervanging van «en» in onderdeel f door een puntkomma en de punt in onderdeel g door «en», een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. de termijn waarbinnen een nota als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt verstrekt.
O

Artikel 12a wordt als volgt gewijzigd:

2.
De vergunninghouder publiceert een jaarrekening en een bestuursverslag overeenkomstig titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3.
Het bestuursverslag, bedoeld in het tweede lid, bevat tevens betrouwbare en op een inzichtelijke wijze vorm gegeven informatie over:
  1. de door de vergunninghouder bij verbruikers in rekening gebrachte prijs;
  2. de integrale kosten en opbrengsten die verband houden met de levering van warmte, en
  3. de duurzaamheid van de geleverde warmte.
4.
De in het bestuursverslag opgenomen informatie als bedoeld in het derde lid, onderdeel a en b, is voorzien van een accountantsverklaring.
P

In artikel 12c, tweede lid, wordt «De noodleverancier krijgt» vervangen door: Indien de leverancier tevens netbeheerder is, krijgt de noodleverancier.

Q

In artikel 15 wordt na «het toezicht op de naleving van deze wet» toegevoegd: , met uitzondering van artikel 3d, tweede lid, onderdeel b.

R

In artikel 18, tweede lid, wordt na «bij of krachtens de artikelen 2, 5, eerste en vierde lid, 9, eerste lid, 13, 17 en 40» vervangen door: bij of krachtens de artikelen 2, 4a, eerste lid, 5, eerste en vierde lid, 5a, eerste lid, 9, eerste lid, 13, 17, 21, eerste tot en met derde lid en 40.

S

Artikel 19 vervalt.

T

Na artikel 20 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

U

Na artikel 42 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 42a
Artikel 3c is niet van toepassing op een overeenkomst die is gesloten is voor inwerkingtreding van dat artikel.

Artikel 1

Artikel 1a

Artikel 1b

Artikel 3

Artikel 3a

Artikel 3b

Artikel 3c

Artikel 3d

Artikel 4a

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 8

Artikel 21

Artikel 42a

Artikel 3c is niet van toepassing op een overeenkomst die is gesloten is voor inwerkingtreding van dat artikel.

ARTIKEL IA

[vervallen]

ARTIKEL IB

[vervallen]

ARTIKEL II

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

stb-2019-134 (PDF)

Besluit van 26 maart 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 4 juli 2018 tot wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet) (Stb 2018, 311)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 22 maart 2019, nr. WJZ /19065816;

Gelet op artikel II van de wet van 4 juli 2018 tot wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet) (Stb 2018, 311);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.