Part of Smart Yellow Suite

WGK005099
Wijziging Telecommunicatiewet in verband met implementatie richtlijn kostenreductie breedband

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Economische Zaken en Klimaat
Datum uitgave 3 november 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Samenvatting

Implementatie van de richtlijn kostenreductie breedband (richtlijn nr. 2014/61/EU). Hiertoe worden de WION (Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten) en de Telecommunicatiewet gewijzigd. Het betreft een verplichting tot medegebruik van fysieke infrastructuur en tot coördineren van (door de overheid gefinancierde) civiele werken. Deze verplichting wordt opgelegd aan netwerkexploitanten (netbeheerders in de zin van WION). Het doel van deze verplichting is bevordering van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid.

Documenten

stb-2018-73 (PDF)

Wet van 21 februari 2018, houdende regels over de informatie-uitwisseling betreffende bovengrondse en ondergrondse infrastructuur van netten en netwerken ter voorkoming van graafschade en ter bevordering van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid, alsmede wijziging van de Telecommunicatiewet ter bevordering van medegebruik van fysieke infrastructuur en van de gecoördineerde aanleg van civiele werken (Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de implementatie van richtlijn 2014/61/EU van het Europese Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid (PbEU 2014, L 155) maatregelen vergt waardoor medegebruik van bestaande fysieke infrastructuur en coördineren van civiele werken wordt bevorderd teneinde de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid te stimuleren, alsmede dat daartoe uitbreiding nodig is van de bestaande wettelijke informatie-uitwisseling tussen beheerders van netten; dat het wenselijk is de regels voor informatie-uitwisseling over ondergrondse en bovengrondse elementen van netten en netwerken onder te brengen in dezelfde wet; dat gelet hierop de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten wordt vervangen door een wet die ziet op de informatie-uitwisseling omtrent ondergrondse en bovengrondse elementen van netten en netwerken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Na ontvangst van een oriëntatieverzoek als bedoeld in artikel 7, eerste, tweede of derde lid, of van een graafmelding als bedoeld in artikel 8:

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Onze Minister kan voor de situatie dat graafmeldingen die betrekking hebben op graafwerkzaamheden als bedoeld in artikel 8, derde lid, gezamenlijk worden gedaan door tussenkomst van een door Onze Minister aan te wijzen organisatie, bij regeling vrijstelling verlenen van de verplichtingen ten aanzien van de termijnen, bepaald in de artikelen 8, eerste lid, 10, 11, eerste lid, en 13, eerste lid. De vrijstelling kan onder beperkingen worden verleend.

Artikel 15

Artikel 16

Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan ter voorkoming van een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht of om op voorhand de gevolgen daarvan te beperken aan de Dienst alle nodige aanwijzingen geven ten aanzien van de informatie-uitwisseling.

Artikel 17

Artikel 18

De grondroerder meldt schade aan een net als gevolg van zijn graafwerkzaamheden onverwijld aan de beheerder van het beschadigde net.

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Op een gemeente die gegevens heeft ontvangen door toepassing van artikel 20, vierde lid, zijn de artikelen 11 en 19, tweede lid, van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de gemeente de met betrekking tot dat net bekende gegevens verstrekt, met inbegrip van eventuele correcties ingevolge artikel 19, tweede lid.

Artikel 22

De Dienst bewaart gedurende een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen periode gegevens over de uitvoering van de artikelen 6, tweede lid, 7, 8, eerste en tweede lid, 10, 11, 12, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, 13, 17, eerste lid, 19, eerste en tweede lid, 20, met uitzondering van de gegevens, bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, onderdelen a, b en c, en 12, eerste lid, onderdelen a, b en c, en tweede lid, onderdeel a.

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Een bij een geschil betrokken partij volgt de door Onze Minister op grond van artikel 23 genomen besluit op. Onze Minister kan daarbij termijnen stellen.

Artikel 27

Van een besluit als bedoeld in artikel 23, eerste, tweede of derde lid, wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen gebieden worden aangewezen ten aanzien waarvan om veiligheidsredenen kan worden afgeweken van de voorschriften gesteld bij of krachtens hoofdstuk 4. Daarbij kunnen regels worden gesteld over de informatie-uitwisseling omtrent die gebieden of de daarin gelegen fysieke infrastructuur of civiele werken.

Artikel 31

Indien de in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van richtlijn nr. 2014/61/EU nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel 32

Artikel 33

Onze Minister is bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de verplichtingen, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, 6, tweede lid, 11, eerste lid, 12, 15, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 17, eerste lid, 24, 28, eerste, tweede en derde lid, onderdelen a en c, 30, of van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 34

Artikel 35

Deze wet laat onverlet dat de gemeenteraad in het belang van de openbare orde en veiligheid bij verordening regels kan geven omtrent het verrichten van graafwerkzaamheden, waaronder het binden van graafwerkzaamheden aan het hebben van een vergunning.

Artikel 36

De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 1.2 wordt «De bepalingen vastgesteld bij of krachtens deze wet gelden» vervangen door: Met uitzondering van hoofdstuk 5a gelden de bepalingen vastgesteld bij of krachtens deze wet.

C

In artikel 2.4, eerste lid, wordt de zinsnede «het medegebruik van antenne-opstelpunten, antennesystemen of antennes» vervangen door: het medegebruik van fysieke infrastructuur, fysieke binnenhuisinfrastructuur, toegangspunten, antenne-opstelpunten, antennesystemen of antennes, coördinatie van civiele werken,.

D

De artikelen 3.24 en 3.25 vervallen.

E

Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

5.
De rechthebbende op een toegangspunt of fysieke binnenhuisinfrastructuur is verplicht te gedogen dat daarvan gebruik wordt gemaakt ten dienste van de aanleg van een elektronisch communicatienetwerk met hoge snelheid als bedoeld in artikel 5a.1 wanneer verdubbeling technisch onmogelijk of economisch inefficiënt is, en het medegebruik nodig is voor het aansluiten van gebruikers op dat netwerk.Op verzoek van degene op wie de gedoogplicht rust, maakt de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk ter uitvoering van het zevende lid, onderdeel b, gebruik van ondergrondse voorzieningen, die door degene op wie de gedoogplicht rust of een derde tegen marktconforme prijs en objectieve, transparante, evenredige en niet-discriminerende voorwaarden ter beschikking wordt gesteld, tenzij de aanbieder aannemelijk kan maken dat medegebruik als bedoeld in artikel 5a.3 niet haalbaar is.
9.
De aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk is verplicht om aangelegde kabels die gedurende een aaneengesloten periode van tien jaar geen deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op te ruimen wanneer degene op wie de gedoogplicht rust de aanbieder daartoe een redelijk verzoek doet. De gedoogplicht vervalt op het moment dat een verzoek als bedoeld in de eerste volzin is gedaan.
F

Artikel 5.3 komt te luiden:

Artikel 5.3
1.
De aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk die het voornemen heeft werkzaamheden uit te voeren in verband met:
  1. de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels of netwerkaansluitpunten,
  2. het gebruiken van fysieke binnenhuisinfrastructuur of toegangspunten,
stelt de rechthebbende of de beheerder, bedoeld in artikel 5.2, schriftelijk in kennis van dit voornemen en streeft vervolgens naar overeenstemming over de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.
2.
Indien binnen 2 maanden na de datum van verzending van de schriftelijke kennisgeving geen overeenstemming is bereikt, kan de aanbieder alsmede de rechthebbende of de beheerder, bedoeld in artikel 5.2, binnen 2 weken de Autoriteit Consument en Markt verzoeken een beschikking te geven over de toepasselijkheid van de gedoogplicht of de plaats, het tijdstip en de wijze van de uit te voeren werkzaamheden.
3.
De Autoriteit Consument en Markt geeft de beschikking zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 2 maanden na ontvangst van het verzoek. Artikel 12.5, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de schriftelijke kennisgeving.
G

Artikel 5.12 vervalt.

H

In artikel 5.16, vervalt «, met uitzondering van artikel 5.12,».

I

Na hoofdstuk 5 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

J

In artikel 11a.3, eerste lid, wordt «artikel 3.24, vierde lid» vervangen door: artikel 5a.3, derde lid.

K

Artikel 12.2 wordt gewijzigd als volgt:

3.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien een geschil is gerezen:
  1. tussen netwerkexploitanten of met een derde als bedoeld in artikel 5a.7;
  2. tussen degenen, bedoeld in artikel 5a.3, tweede en derde lid, of met een derde als bedoeld in artikel 5a.7,
inzake de nakoming van een bij of krachtens hoofdstuk 5a op hen rustende verplichting.
5.
Het eerste lid is niet van toepassing op geschillen voortvloeiend uit hoofdstuk 5 van deze wet of geschillen betreffende artikel 5a.6.
L

Artikel 12.4 komt te luiden:

Artikel 12.4
1.
De Autoriteit Consument en Markt kan bij de beslechting van een geschil inzake de nakoming van een bij of krachtens hoofdstuk 5a gestelde verplichting billijke en niet-discriminerende eisen en voorwaarden stellen aan de bij dat geschil betrokken partijen, het medegebruik of de coördinatie.
2.
Indien de Autoriteit en Consument een vergoeding vaststelt voor het medegebruik van fysieke infrastructuur, wordt ervoor gezorgd dat de netwerkexploitant een eerlijke kans heeft om zijn kosten terug te verdienen. Daarbij houdt de Autoriteit consument en Markt rekening met de gevolgen van het medegebruik voor het bedrijfsplan en de investeringen van de netwerkexploitant.
M

Aan artikel 12.5 worden twee leden toegevoegd, luidende:

4.
In afwijking van het eerste lid, beslist de Autoriteit Consument en Markt zo spoedig mogelijk doch, behoudens buitengewone omstandigheden, uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van een aanvraag als bedoeld in artikel 12.2 die betrekking heeft op een geschil inzake de nakoming van een verplichting die is gesteld bij of krachtens hoofdstuk 5a.
5.
Indien een aanvraag als bedoeld in het vierde lid, tevens betrekking heeft op de informatie-uitwisseling, bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken beslist de Autoriteit Consument en Markt in coördinatie met Onze Minister op de aanvraag.
N

In artikel 12.9, vierde lid, en 12.10, derde lid, wordt «12.5» steeds gewijzigd in: 12.5, eerste tot en met derde lid.

O

In artikel 15.1, derde lid, wordt «en 5.14 van deze wet» gewijzigd in:, 5.14 en 5a.6 van deze wet.

P

In artikel 20.5 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

Artikel 5.3

Artikel 5a.1

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 5a.2

Onverminderd de in dit hoofdstuk opgenomen verplichtingen omtrent medegebruik en coördinatie gelden de gegeven voorschriften bij of krachtens andere wetten of decentrale regels ter zake van:

Artikel 5a.3

Artikel 5a.4

Artikel 5a.5

Artikel 5a.6

Artikel 5a.7

Artikel 5a.8

Indien een netwerkexploitant of een onderneming als bedoeld in artikel 5a.3, tweede en derde lid, weigert te voldoen aan een verzoek tot medegebruik informeert hij de verzoeker gemotiveerd en schriftelijk over de redenen voor zijn weigering.

Artikel 5a.9

Artikel 5a.10

Artikel 5a.11

Artikel 5a.12

De bij medegebruik of coördinatie betrokken partijen gebruiken informatie die in het kader van medegebruik van fysieke infrastructuur of coördinatie van civiele werken wordt verstrekt, alsmede informatie die gedurende het medegebruik of de coördinatie is verkregen uitsluitend voor het doel waarvoor deze informatie is verstrekt of verkregen. Alle informatie wordt vertrouwelijk behandeld.

Artikel 5a.13

Artikel 5a.14

Artikel 5a.15

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent:

Hierbij kunnen aan de Autoriteit Consument en Markt taken worden opgedragen en bevoegdheden worden verleend.

Artikel 12.4

Artikel 37

De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4 van bijlage 2 komt onderdeel b van de zinsnede met betrekking tot de Telecommunicatiewet te luiden:

  1. de hoofdstukken 5a, 6a, 6b en 12.
B

De artikelen 7 en 11 van bijlage 2 worden als volgt gewijzigd:

2.
de hoofdstukken 5a, 6a, 6b en 12.Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken.

Artikel 38

De Kadasterwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

  1. het bevorderen van de kenbaarheid van de ligging van ondergrondse kabels en leidingen en fysieke infrastructuur alsmede het bevorderen van de oriëntatie over geplande civiele werken in de zin van hoofdstuk 5a van de Telecommunicatiewet;.
B

In artikel 117, zesde lid, wordt «bij de registratie van gegevens, bedoeld in artikel 6 van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, en de uitwisseling of de verstrekking van gegevens, bedoeld in de artikelen 9, 11, 12, 15, 17 en 18 van die wet» vervangen door: bij de registratie van gegevens, bedoeld in artikel 6 van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken, en de uitwisseling of de verstrekking van gegevens, bedoeld in de artikelen 10, 13, 17, 19 en 20 van die wet».

Artikel 39

In artikel 16, vierde lid, onderdelen g en h, van de Organisatiewet Kadaster wordt «Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten telkens gewijzigd in: Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken.

Artikel 40

In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten wordt in de alfabetische rangschikking «de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, de artikelen 2, tweede en derde lid, en 13» gewijzigd in: de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken, de artikelen 2, tweede en derde lid, en 15.

Artikel 41

Op bezwaar en beroep ingevolge de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten dat is ingediend tegen een besluit van voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijven de bij of krachtens de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten geldende voorschriften zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van toepassing.

Artikel 42

De Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten wordt ingetrokken.

Artikel 43

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 44

Deze wet wordt aangehaald als: Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken.

stb-2018-90 (PDF)

Besluit van 21 maart 2018, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 15 maart 2018, nr. WJZ/18032724;

Gelet op artikel 43 van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.