WGK005019
Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15
Updates ontvangen over deze regeling? Log in
Overheid.nl - XML - JSON
Type | Wet |
---|---|
Fase | Bekendmaking |
Ministerie | Infrastructuur en Waterstaat |
Datum uitgave | 28 maart 2015 |
Datum inwerkingtreding | - |
Per KB | Ja |
Opschrift
Wet van …, houdende regels over het tijdelijk heffen van tol voor de gehele of gedeeltelijke financiering van de verbinding tussen de A15 en de A20 westelijk van Rotterdam en de verbinding van de A15 met de A12 tussen Bemmel en de A12 tussen Duiven en Zevenaar (Wet tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15)
Samenvatting
Wet voor het kunnen heffen van tol voor de gehele of gedeeltelijke financiering van de aanleg van de Blankenburgverbinding en de ViA15
Documenten
Wet van 2 december 2015, houdende regels over het tijdelijk heffen van tol voor de gedeeltelijke bekostiging van de verbinding tussen de A15 bij Rozenburg en de A20 tussen Maassluis en Vlaardingen en de verbinding van de A15 tussen knooppunt Valburg en de A12 bij Zevenaar (Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om, mede gelet op Richtlijn 1999/62/EG van het Europese Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PbEG 1999, L 187), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij Richtlijn 2013/22/EU van de Raad van 13 mei 2013 (PbEU 2013, L 158), tol te heffen voor twee projecten met het oog op de bekostiging en financiering daarvan;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1 (begripsbepalingen)
Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2 (tolbesluit)
Artikel 3 (tracébesluit geldt als tolbesluit)
Artikel 4 (uitvoeringsplan)
Artikel 5 (toltarief)
Artikel 6 (vrijstelling en ontheffing tolheffing)
Artikel 7 (betalen toltarief)
Artikel 8 (aanmaning bij verzuim betalen toltarief)
Artikel 9 (geen toltarief verschuldigd)
Artikel 10 (vastleggen persoonsgegevens en andere gegevens)
Artikel 11 (opbrengsten naar Infrastructuurfonds)
Artikel 12 (bestuurlijke boete)
Artikel 13 (verval verplichting betalen toltarief bij bestuurlijke boete)
De verplichting tot betaling van het toltarief en de aanmaningsvergoeding, bedoeld in artikel 4:113, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, vervalt als een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 12, eerste lid, is opgelegd.
Artikel 14 (verzuim bestuurlijke boete)
Als de bestuurlijke boete niet binnen de in artikel 12, derde lid, gestelde termijn is voldaan, of niet onmiddellijk is voldaan in een geval als bedoeld in artikel 15, vierde lid, is de verschuldigde van het toltarief, bedoeld in artikel 7, eerste lid, in verzuim voor de bestuurlijke boete, inclusief de daarop te vallen verhogingen, bedoeld in artikel 12, vierde en vijfde lid.
Artikel 15 (voorlopige maatregelen bij staandehouding)
Artikel 16 (handhavingsplan)
Artikel 17 (voorhang handhavingsplan)
Het toltarief, bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt in ieder geval niet eerder geheven dan vier weken nadat het ontwerp van het handhavingsplan, bedoeld in artikel 16, eerste lid, aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Artikel 18 (beroepsgronden)
Het bezwaar- of beroepschrift tegen de bestuurlijke boete kan zich ook richten tegen de verplichting tot het betalen van het toltarief.
Artikel 19 (verslag)
Onze Minister zendt telkens na vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid van deze wet in de praktijk.
Artikel 20 (intrekken Wbm)
De Wet bereikbaarheid en mobiliteit wordt ingetrokken.
Artikel 21 (wijziging Algemene wet bestuursrecht)
De Algemene wet bestuursrecht wordt gewijzigd als volgt:
A
In bijlage 1 (Regeling rechtstreeks beroep) wordt de zinsnede met betrekking tot de Belemmeringenwet Privaatrecht als volgt gewijzigd:
Aa
In de alfabetische rangschikking van artikel 1 van bijlage 2 (Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak) wordt ingevoegd:
B
Artikel 2 van bijlage 2 (Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak) wordt als volgt gewijzigd:
Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15: artikel 2, eerste lid.Artikel 22 (wijziging Wegenverkeerswet 1994)
Artikel 23 (wijziging Wegenwet)
In artikel 14, vijfde lid, van de Wegenwet wordt «de heffing van de mobiliteitstarieven, bedoeld in de Wet bereikbaarheid en mobiliteit» vervangen door: de heffing van de toltarieven, bedoeld in de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15.
Artikel 24 (wijziging Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994)
In artikel 80 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting vervalt «, de bevoegdheid ingevolge de Wet bereikbaarheid en mobiliteit van provincies, gemeenten en waterschappen tot het instellen van het toltarief».
Artikel 25 (inwerkingtreding)
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 26 (citeertitel)
Deze wet wordt aangehaald als: Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15.
Besluit van 8 februari 2016, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 3 februari 2016, nr. IENM/BSK-2015/259201, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 25 van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
Met ingang van 15 maart 2016 treedt de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 in werking.