Besluit van 27 november 2014, tot wijziging van het Besluit gebruik meststoffen ter uitvoering van het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 september 2014, WJZ / 14137075, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;
Gelet op de artikelen 6, 7, 10, 11 en 15 van Wet bodembescherming en de artikelen 6.6 en 6.7 van de Waterwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 oktober 2014, nr. W15.14.0325/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 27 november 2014, nr. WJZ / 14193924;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit gebruik meststoffen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 1b, vijfde lid, vervalt.
C
In artikel 2, vierde lid, onderdeel b, wordt de zinsnede «85 kilogram fosfaat» vervangen door: 80 kilogram fosfaat.
D
Artikel 4, vierde lid, komt te luiden:
4.
Het in het derde lid gestelde verbod is niet van toepassing op:- grasland, in de periode van 1 augustus tot en met 31 augustus;
- bouwland, in de periode van 1 februari tot en met 15 februari;
- bouwland, in de periode van 1 augustus tot en met 31 augustus, indien:
- uiterlijk op 31 augustus op de desbetreffende grond een bij ministeriële regeling aangewezen gewas wordt ingezaaid of geplant dat niet eerder dan acht weken na de datum van inzaaien of planten wordt vernietigd, of
- in de desbetreffende grond in het daarop aansluitende najaar bloembollen worden geplant.
E
In de artikelen 4, zesde lid, 7, eerste lid en 8, tweede lid, wordt de zinsnede «de Technische commissie bodembescherming» telkens vervangen door: de Technische commissie bodem.
F
In artikel 4b worden onder vernummering van het achtste lid tot het tiende lid twee leden ingevoegd, luidende:
8.
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op grasland indien de graszode wordt vernietigd ten behoeve van de aanleg en onderhoud van een net als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.9.
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op grasland op zandgrond indien de graszode wordt vernietigd om schade aan het grasland te herstellen en wordt voldaan aan de volgende eisen:- de beschadiging van het grasland is veroorzaakt door droogte of door vraat van emelten of engerlingen;
- de verwachte grasopbrengst zonder herinzaai is naar verwachting tenminste 25% lager dan in een jaar zonder vraat of droogte;
- de totale oppervlakte beschadigd grasland bedraagt tenminste 5% van de oppervlakte grasland die bij het bedrijf in gebruik is;
- een geregistreerd schade-expert bevestigt in een op het bedrijf te bewaren rapport dat is voldaan aan de onder a tot en met c genoemde voorwaarden;
- het voornemen om de graszode te vernietigen wordt minimaal zeven werk dagen voorafgaand aan de daadwerkelijke vernietiging, maar uiterlijk op 31 augustus van het betreffende jaar en na gereedkomen van het onder d bedoelde rapport, gemeld bij Onze Minister van Economische Zaken;
- op de betreffende percelen grasland vindt herinzaai van gras plaats binnen zeven werkdagen na de vernietiging van de graszode, maar uiterlijk op 15 september van het betreffende jaar.
G
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Het in het eerste lid gestelde verbod is in de periode van 1 maart tot en met 31 mei niet van toepassing op het gebruik van drijfmest afkomstig van runderen ter voorkoming van schade aan gewassen door winderosie op bouwland gelegen op zandgrond in veenkoloniaal gebied of op Texel en indien op het perceel een gewas is ingezaaid, geplant of gepoot.H
Bijlage I bij het Besluit gebruik meststoffen wordt vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage.