Besluit van 6 maart 2020, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten in verband met de toevoeging van enkele schadelijke (stoffen in) kruidenpreparaten en enkele technische aanpassingen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Medische Zorg van 12 december 2019, kenmerk 1550421-192829-WJZ;
Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 8, eerste lid, onderdeel c, en 14 van de Warenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 februari 2020, nr. W13.19.0407/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Medische Zorg van 24 februari 2020, kenmerk 1550415-192829-WJZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Kruidenpreparaten bevatten geen:- aconitine of derivaten hiervan;
- aristolochiazuren of derivaten hiervan;
- atropine of derivaten hiervan;
- colchicine of derivaten hiervan;
- hyoscyamine of derivaten hiervan;
- m- en o-synefrine of derivaten hiervan;
- olie uit Artemisia absinthium (absintalsem), onverminderd de bij artikel 6, tweede lid, en bijlage III, deel B, van verordening (EG) 1334/2008 gestelde voorschriften inzake de toegelaten aanwezigheid van thujon in bepaalde samengestelde levensmiddelen;
- pilocarpine of derivaten hiervan;
- scopolamine of derivaten hiervan;
- strychnine of derivaten hiervan; en
- yohimbe-alkaloïden of derivaten hiervan.
4.
Kruidenpreparaten bevatten per dagelijks volgens de gebruiksaanwijzing te nuttigen hoeveelheid ten hoogste 27 mg p-synefrine.5.
In afwijking van het derde lid mogen kruidenpreparaten olie bevatten die gewonnen is uit de zaden van Ricinus communis, voor zover het voorgeschreven gebruiks- en doseringsadvies, bedoeld in artikel 6, eerste lid, niet leidt tot een hogere inname van deze olie dan 0,4 g per dag.B
Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld over het in het eerste en tweede lid bedoelde gebruiks- en doseringsadvies.C
Artikel 7 vervalt.
D
In de onderdelen I en II van de bijlage vervalt de tweede kolom met daarin de cijfers «1».
E
Onderdeel II van de bijlage wordt als volgt gewijzigd:
Aconitum carmichaelii;Aconitum kusnezoffii;Pilocarpus jaborandi.«Brassica nigra (Zwarte mosterd), behoudens de toepassing in levensmiddelen van het zaad Bryonia alba (Heggerank)».ARTIKEL II
Het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
B
De bijlage wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL III
Rubriek C-22 van de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL IV
In rubriek C-22 van de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten vervalt onderdeel C-22.4.2.
ARTIKEL V
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2020, met uitzondering van de artikelen II en IV, die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.