Part of Smart Yellow Suite

WGK004837
Aanpassing arbeidsvoorwaarden politieambtenaren bij ziekte en andere afwezigheidsvormen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 21 augustus 2017
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en het Besluit bezoldiging politie in verband met enkele aanpassingen met betrekking tot ziekte en andere afwezigheidsvormen

Samenvatting

Dit besluit wijzigt de rechtspositie van de politieambtenaar die wegens ziekte niet, of slechts gedeeltelijk, in staat is zijn functie te vervullen. Het betreft doorbetaling van salaris en toelagen tijdens ziekte gedurende ouderschapsverlof, zwangerschap- en bevallingsverlof alsmede gedurende ziekte door beroepsziekte of dienstongeval en gedurende terminale ziekte.

Documenten

stb-2017-478 (PDF)

Besluit van 5 december 2017, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie en enkele andere besluiten vanwege de vereenvoudiging en verduidelijking van regelgeving betreffende verlof, arbeidstijden en rechtspositie van zieke politieambtenaren, naast enkele overige wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 5 september 2017, Nr. 214319;

Gelet op de artikelen 45, tweede lid, en 47, eerste lid, van de Politiewet 2012 en artikel 60a, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 4 oktober 2017, W03.17.0284/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 29 november 2017, Nr. 2157206;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, wordt «de levenspartner met wie de niet-gehuwde ambtenaar samenwoont – en met het oogmerk duurzaam samen te leven – een gemeenschappelijke huishouding voert» vervangen door: de levenspartner met wie de niet-gehuwde ambtenaar samenwoont en – met het oogmerk duurzaam samen te leven – een gemeenschappelijke huishouding voert.

B

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

C

Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:

8.
Het bevoegd gezag stelt voorafgaand aan ieder kalenderjaar voor de bij hem werkzame ambtenaren een indicatief jaarrooster op, waarin voor iedere ambtenaar wordt vermeld op welke dagen hij zal werken en op welke dagen hij vrij zal zijn in dat kalenderjaar. De ambtenaar kan aan dit indicatieve jaarrooster geen rechten ontlenen.
D

In artikel 13, tweede lid, wordt «artikel 2, vijfde en negende lid, van de Wet aanpassing arbeidsduur» vervangen door: artikel 2, vijfde en tiende lid, van de Wet flexibel werken.

E

Aan artikel 13a wordt een lid toegevoegd, luidende:

7.
Het vijfde lid is niet van toepassing indien de ambtenaar als gevolg van een beroepsziekte of een dienstongeval ongeschikt is zijn arbeid te verrichten.
F

In artikel 14, tweede lid wordt «De aspirant die in deeltijd is aangesteld» vervangen door: De aspirant met een andere betrekking dan een volledige betrekking.

G

Artikel 19 wordt gewijzigd als volgt:

H

De tweede zin van artikel 28a, derde lid, komt te luiden:

Artikel 2, tiende lid, van de Wet flexibel werken is van overeenkomstige toepassing.
I

Artikel 28b wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 2, negende lid, van de Wet flexibel werken is van overeenkomstige toepassing.
5.
Het vierde lid is niet van toepassing indien de ambtenaar een vermindering van het aantal te werken uren niet daadwerkelijk kan genieten wegens ziekte als gevolg van een dienstongeval of beroepsziekte.
J

Artikel 28c, eerste lid, onder b, komt te luiden:

  1. die ouderschapsverlof geniet als bedoeld in artikel 6:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg;
K

Artikel 33 vervalt.

L

In artikel 37, eerste lid, onderdeel d, vervalt «ten hoogste».

M

Artikel 40a komt te luiden:

Artikel 40a
De ambtenaar die calamiteiten- en ander kort verzuimverlof geniet als bedoeld in artikel 4:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg behoudt zijn volledige bezoldiging.
N

Artikel 40b komt te luiden:

Artikel 40b
De ambtenaar die kortdurend zorgverlof geniet als bedoeld in artikel 5:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg behoudt, in afwijking van artikel 5:6, tweede lid, van die wet, zijn volledige bezoldiging.
O

Artikel 41 komt te luiden:

Artikel 41
1.
De ambtenaar die ouderschapsverlof geniet als bedoeld in artikel 6:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg, behoudt, in afwijking van die bepaling, over het aantal uren ouderschapsverlof van dertien maal de arbeidsduur per week 75% van zijn bezoldiging, uitgaande van zijn arbeidsduur op het tijdstip waarop het verlof aanvangt.
2.
De ambtenaar is verplicht tot terugbetaling van de met toepassing van het eerste lid uitbetaalde bezoldiging, indien hem tijdens de verlofperiode of binnen een jaar na afloop van het verlof ontslag wordt verleend op aanvraag dan wel niet op aanvraag op grond van aan de ambtenaar te wijten feiten of omstandigheden.
3.
Het bevoegd gezag stemt in met een verzoek om het ouderschapsverlof niet op te nemen of niet voort te zetten van de ambtenaar die als gevolg van een dienstongeval of beroepsziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid. In dat geval wordt het recht op verlof opgeschort.
P

Artikel 41a komt te luiden:

Artikel 41a
1.
De ambtenaar die adoptieverlof geniet als bedoeld in artikel 3:2, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg behoudt, in afwijking van die bepaling, zijn volledige bezoldiging.
2.
Indien de in het eerste lid bedoelde ambtenaar recht heeft op een financiële tegemoetkoming op grond van de Wet arbeid en zorg, en deze tegemoetkoming rechtstreeks wordt uitbetaald aan de ambtenaar, wordt gedurende de periode waarin sprake is van samenloop een inhouding op de bezoldiging toegepast die overeenkomt met het bedrag van deze financiële tegemoetkoming.
Q

Artikel 54a wordt gewijzigd als volgt:

6.
In de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2016 gelden voor de toepassing van het eerste en het tweede lid achtereenvolgens de volgende maximumbedragen:
  1. In 2012: € 150.000,– en € 75.000,–;
  2. In 2013: € 154.020,– en € 77.010,–;
  3. In 2014: € 158.235,– en € 79.120,–;
  4. In 2015: € 159.915,– en € 79.960,–;
  5. In 2016: € 161.040,– en € 80.520,–.
R

Artikel 55 komt te luiden:

Artikel 55
1.
De ambtenaar die zwangerschaps- en bevallingsverlof geniet als bedoeld in artikel 3:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg behoudt, in afwijking van die bepaling, haar volledige bezoldiging.
2.
Indien de in het eerste lid bedoelde ambtenaar recht heeft op een financiële tegemoetkoming op grond van de Wet arbeid en zorg, en deze tegemoetkoming rechtstreeks wordt uitbetaald aan de ambtenaar, wordt gedurende de periode waarin sprake is van samenloop een inhouding op de bezoldiging toegepast die overeenkomt met het bedrag van deze financiële tegemoetkoming.
S

Artikel 60a vervalt.

T

Artikel 68, eerste lid, tweede volzin, komt te luiden:

In gevallen waarin de schade minder bedraagt dan € 226,89 kan de directeur van de Politieacademie de in de eerste volzin bedoelde bevoegdheid uitoefenen jegens een aspirant.
U

Artikel 82a komt te luiden:

Artikel 82a
Dit hoofdstuk, met uitzondering van artikel 98, is niet van toepassing op de directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger.
V

Artikel 90 wordt gewijzigd als volgt:

W

In artikel 94, tiende lid, wordt «een een oordeel» vervangen door: een oordeel.

X

Artikel 95, derde lid, komt te luiden:

De regeling, bedoeld in het tweede lid, wordt getroffen:
  1. bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister, indien het een ambtenaar betreft die een functie vervult waarvoor salarisschaal 18 of hoger geldt;
  2. door de korpschef, indien het een ambtenaar betreft die een functie vervult waarvoor salarisschaal 17 of lager geldt.
Y

In artikel 97 wordt «artikel 90, met uitzondering van het tweede lid,» vervangen door: artikel 90, eerste, tweede en achtste lid.

Z

Na artikel 97 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 98
In geval de directeur van de Politieacademie of zijn plaatsvervanger wordt ontslagen wegens zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen redenen, niet zijnde ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de vervulde functie, kan bij koninklijk besluit een regeling getroffen worden waarbij hem een uitkering wordt toegekend die met het oog op de omstandigheden redelijk is te achten. Deze uitkering zal in geen geval minder mogen zijn dan die welke de directeur van de Politieacademie of zijn plaatsvervanger zou toekomen krachtens het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie in geval van ontslag als daar bedoeld.
AA

Na artikel 99d wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 99e
Een voor de inwerkingtreding van dit artikel door Onze Minister genomen besluit op grond van artikel 95, tweede lid, ten aanzien van een ambtenaar die een functie vervult waarvoor een salarisschaal 17 of lager geldt, wordt indien het op het moment van inwerkingtreding van dit artikel nog niet onherroepelijk is geworden, geacht te zijn genomen door de korpschef.

Artikel 40a

De ambtenaar die calamiteiten- en ander kort verzuimverlof geniet als bedoeld in artikel 4:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg behoudt zijn volledige bezoldiging.

Artikel 40b

De ambtenaar die kortdurend zorgverlof geniet als bedoeld in artikel 5:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg behoudt, in afwijking van artikel 5:6, tweede lid, van die wet, zijn volledige bezoldiging.

Artikel 41

Artikel 41a

Artikel 55

Artikel 82a

Dit hoofdstuk, met uitzondering van artikel 98, is niet van toepassing op de directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger.

Artikel 98

In geval de directeur van de Politieacademie of zijn plaatsvervanger wordt ontslagen wegens zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen redenen, niet zijnde ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de vervulde functie, kan bij koninklijk besluit een regeling getroffen worden waarbij hem een uitkering wordt toegekend die met het oog op de omstandigheden redelijk is te achten. Deze uitkering zal in geen geval minder mogen zijn dan die welke de directeur van de Politieacademie of zijn plaatsvervanger zou toekomen krachtens het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie in geval van ontslag als daar bedoeld.

Artikel 99e

Een voor de inwerkingtreding van dit artikel door Onze Minister genomen besluit op grond van artikel 95, tweede lid, ten aanzien van een ambtenaar die een functie vervult waarvoor een salarisschaal 17 of lager geldt, wordt indien het op het moment van inwerkingtreding van dit artikel nog niet onherroepelijk is geworden, geacht te zijn genomen door de korpschef.

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdelen z en aa, komen te luiden:

B

In artikel 3bis a, elfde lid, wordt «artikel 17 van het Besluit studiefinanciering 2000» vervangen door: artikel 17, tweede lid, van het Besluit studiefinanciering 2000.

C

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

4.
De operationele toelage wordt in gevallen van ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof of van aangepaste werkzaamheden in verband met zwangerschap van de ambtenaar gesteld op het bedrag dat de ambtenaar in de drie perioden van vier weken, onmiddellijk voorafgaande aan de periode van vier weken waarin de ziekte, zwangerschap- en bevallingsverlof of aangepaste werkzaamheden in verband met zwangerschap zijn aangevangen, gemiddeld aan toelage op grond van dit artikel heeft genoten.
7.
De operationele toelage voor de ambtenaar voor wie de hoogte van deze toelage eerder is vastgesteld met toepassing van het vierde lid, blijft in geval van ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof of aangepaste werkzaamheden in verband met zwangerschap van de ambtenaar, binnen vier weken na hervatting van zijn werkzaamheden ongewijzigd op die hoogte.
8.
De ambtenaar die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, wordt voor de toepassing van het vierde lid geacht volledig ongeschikt te zijn om zijn arbeid te verrichten. Zou de gedeeltelijk arbeidsongeschikte ambtenaar op grond van zijn daadwerkelijk verrichte diensten op grond van de eerste tot en met het derde lid een hogere operationele toelage hebben ontvangen dan overeenkomstig de eerste volzin met toepassing van het vierde lid is vastgesteld, dan heeft hij recht op een additionele toelage ter hoogte van het verschil tussen die twee bedragen.
D

In artikel 15, eerste lid, onderdeel d, wordt «dan wel een aanstelling in een andere functie binnen het eigen korps op eigen verzoek, dan wel een aanstelling bij een ander korps ten behoeve van het uitoefenen van een functie bij een bovenregionale samenwerkingsvoorziening.» vervangen door: dan wel een aanstelling in een andere functie op eigen verzoek.

E

Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:

8.
De toelage voor consignatie wordt in geval van ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof of van aangepaste werkzaamheden in verband met zwangerschap van de ambtenaar gesteld op het bedrag dat de ambtenaar in de drie perioden van vier weken, onmiddellijk voorafgaande aan de periode van vier weken waarin de ziekte, zwangerschap- en bevallingsverlof of aangepaste werkzaamheden in verband met zwangerschap zijn aangevangen, gemiddeld aan toelage op grond van dit artikel heeft genoten.
12.
De toelage voor consignatie voor de ambtenaar voor wie de hoogte van deze toelage eerder is vastgesteld met toepassing van het achtste lid, blijft in geval van ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof of aangepaste werkzaamheden in verband met zwangerschap van de ambtenaar, binnen vier weken na hervatting van zijn werkzaamheden ongewijzigd op die hoogte.
13.
De ambtenaar die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, wordt voor de toepassing van het achtste lid geacht volledig ongeschikt te zijn om zijn arbeid te verrichten. Zou de gedeeltelijk arbeidsongeschikte ambtenaar op grond van zijn daadwerkelijk verrichte diensten op grond van het eerste tot en met het vierde lid een hogere toelage voor consignatie hebben ontvangen dan overeenkomstig de eerste volzin met toepassing van het achtste lid is vastgesteld, dan heeft hij recht op een additionele toelage ter hoogte van het verschil tussen die twee bedragen.
F

In artikel 20a, tweede lid, onderdeel a, wordt «de landelijke korpschef» vervangen door: de korpschef.

G

Artikel 24 komt te luiden:

Artikel 24
Artikel 23 is van overeenkomstige toepassing op de gewezen ambtenaar die ingevolge artikel 39 bezoldiging geniet.
H

In artikel 35, derde lid, wordt «in de Wet voor het reservepersoneel der krijgsmacht» vervangen door: in artikel 12l van de Militaire Ambtenarenwet 1931.

I

Artikel 38 wordt gewijzigd als volgt:

2.
In afwijking van het eerste lid behoudt de ambtenaar zijn aanspraak op 100% van de bezoldiging, indien:
  1. de ambtenaar terminaal ziek is;
  2. de ziekte is veroorzaakt door een dienstongeval of beroepsziekte;
  3. de ziekte is veroorzaakt door orgaandonatie; of,
  4. de ziekte is veroorzaakt door zwangerschap of bevalling.
12.
In geval van samenloop van doorbetaling van de bezoldiging als bedoeld in het eerste lid met inhouding op het salaris als bedoeld in artikel 13a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, of met inhouding op de bezoldiging als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, wordt uitsluitend de bepaling toegepast die de hoogste inhouding op de bezoldiging oplevert.
13.
Indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, aanhef en onderdelen c of d, de ambtenaar recht heeft op een financiële tegemoetkoming op grond van de Ziektewet en deze tegemoetkoming rechtstreeks wordt uitbetaald aan de ambtenaar, wordt gedurende de periode waarin sprake is van samenloop een inhouding op de bezoldiging toegepast die overeenkomt met het bedrag van deze financiële tegemoetkoming.
14.
Voor de ambtenaar die gedurende ten minste vier aaneengesloten weken voor 100% van zijn betrekkingsomvang loonvormende arbeid verricht, vangt bij ongeschiktheid tot het verrichten van deze arbeid wegens ziekte het in het eerste lid bedoelde tijdvak opnieuw aan.
J

In artikel 42 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

K

In artikel 50a Bbp wordt «met uitzondering van de bedragen genoemd in de artikelen 14, 18 en 27» vervangen door: met uitzondering van de bedragen genoemd in de artikelen 14, 18 en 27 en bijlage IV.

Artikel 24

Artikel 23 is van overeenkomstige toepassing op de gewezen ambtenaar die ingevolge artikel 39 bezoldiging geniet.

ARTIKEL III

De Regeling faciliteiten bij afkoop Turkse dienstplicht voor politieambtenaren wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

In artikel 21, derde lid, van het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie wordt «Artikel 18, derde lid, onderdelen a tot en met f,» vervangen door: Artikel 18, derde lid,.

ARTIKEL V

Het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.
In dit besluit wordt onder betrokkene mede verstaan: de directeur van de Politieacademie of zijn plaatsvervanger, die als gevolg van een ontslag wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de vervulde functie werkloos is geworden in de zin van de Werkloosheidswet.
B

In artikel 2a, eerste lid, wordt «artikel 2, derde lid,» vervangen door: artikel 2, derde lid, onderdeel a.

ARTIKEL VI

In artikel 1, onderdeel f, van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994 wordt «artikel 1, onderdeel h, van het Besluit algemene rechtspositie politie» vervangen door: artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit algemene rechtspositie politie.

ARTIKEL VII

Het Besluit Kroonbenoemingen politie wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1
Bij koninklijk besluit worden benoemd, geschorst en ontslagen de ambtenaren die een functie vervullen waarvoor salarisschaal 18 of hoger geldt.
B

Artikel 2 vervalt.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3
De voordracht van een koninklijk besluit tot benoeming, schorsing en ontslag geschiedt door de Minister van Justitie en Veiligheid.

Artikel 1

Bij koninklijk besluit worden benoemd, geschorst en ontslagen de ambtenaren die een functie vervullen waarvoor salarisschaal 18 of hoger geldt.

Artikel 3

De voordracht van een koninklijk besluit tot benoeming, schorsing en ontslag geschiedt door de Minister van Justitie en Veiligheid.

ARTIKEL VIII

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.