Besluit van 26 januari 2017, houdende regels voor de inrichting van en de orde tijdens het politieverhoor waaraan de raadsman deelneemt (Besluit inrichting en orde politieverhoor)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 12 oktober 2016, nr. 2003018;
Gelet op de artikelen 28d, vierde lid, en 61a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 november 2016, nr. W03.16.0330/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 16 januari 2017, nr. 2032152;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 2
De verhorende ambtenaar heeft de leiding over het verhoor en handhaaft de orde binnen het verhoor en de verhoorruimte.
Artikel 3
In de verhoorruimte neemt de raadsman zoveel mogelijk plaats naast de verdachte, en neemt de verhorende ambtenaar zoveel mogelijk plaats tegenover de verdachte en zijn raadsman.
Artikel 4
De raadsman beantwoordt geen vragen namens de verdachte, tenzij met instemming van de verhorende ambtenaar en de verdachte.
Artikel 5
Artikel 6
De raadsman is bevoegd de verhorende ambtenaar erop opmerkzaam te maken:
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 9, eerste volzin, van het Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek komt te luiden:
De officier van justitie en de raadsman van de verdachte worden in de gelegenheid gesteld de uitvoering van een meervoudige confrontatie te volgen en worden in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de meervoudige confrontatie opmerkingen te maken omtrent de te tonen selectie, een en ander zonder dat de meervoudige confrontatie daardoor mag worden opgehouden.Artikel 10
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit inrichting en orde politieverhoor.
Artikel 11
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.