Part of Smart Yellow Suite

WGK004578
Wijziging Brra ivm wettelijk verplichte VOG

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 1 juni 2018
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit van ... tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de algemene verplichting van een verklaring omtrent gedrag bij een eerste benoeming tot rechterlijk ambtenaar, alsmede tot herstel van enkele gebreken ten gevolge van eerdere wijzigingen.

Samenvatting

Als het nieuwe artikel 4a van de Wrra van kracht wordt, is een verklaring omtrent gedrag voor iedere eerste benoeming tot rechterlijk ambtenaar verplicht. Het Brra geeft nu aan de minister de bevoegdheid om bij een eerste benoeming tot rechterlijk ambtenaar niet met rechtspraak belast, om een VOG te verzoeken. Dit verzoek mag ook gedaan worden bij volgende benoemingen als dit naar het oordeel van de minister, wegens gewijzigde omstandigheden, gerechtvaardigd is. Om deze laatste bevoegdheid te behouden en het Brra in lijn met de verplichting van artikel 4a te brengen, moet artikel 2f van het Brra worden gewijzigd. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om enkele technische onvolkomenheden te herstellen.

Documenten

stb-2018-455 (PDF)

Besluit van 22 november 2018 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de algemene verplichting tot overlegging van een verklaring omtrent gedrag bij een eerste benoeming tot rechterlijk ambtenaar

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 10 oktober 2018, nr. 2382586;

Gelet op artikel 5d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 november 2018, nr. W16.18.0312/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 19 november 2018, nr. 2412600

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2f van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt gewijzigd als volgt:

1.
In geval van een opvolgende benoeming van een rechterlijk ambtenaar in een ander ambt dan bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet en niet zijnde een ambt als bedoeld in het tweede of derde lid van dit artikel, kan Onze Minister van de betrokkene een verklaring omtrent het gedrag, niet ouder dan drie maanden en afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, verlangen als hij van mening is dat de omstandigheden sinds de benoeming van betrokkene in het eerdere ambt dusdanig gewijzigd zijn dat dit noodzakelijk is.
5.
Het tweede tot en met vierde lid zijn niet van toepassing in geval van benoeming in een ambt als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.