Part of Smart Yellow Suite

WGK004569
Besluit communicatievoorschriften pensioen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Datum uitgave 2 april 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Samenvatting

amvb bevat regels die voortvloeien uit het wetsvoorstel communicatievoorschriften pensioen

Documenten

stb-2015-259 (PDF)

Besluit van 24 juni 2015 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de Wet pensioencommunicatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 april 2015, no. 2015000734;

Gelet op de artikelen 21, vierde lid, 38, tweede lid, 39, tweede lid, 40, derde lid, 41, tweede lid, 42, derde lid, 43, tweede lid, 44, derde lid, 45, derde lid, 46, vijfde lid, 46a, vijfde lid, 48, vijfde lid, 49, vierde lid, 51, tiende lid, 71, zevende lid, 106, achtste lid, 151, zevende lid, en 204, vierde lid, van de Pensioenwet en de artikelen 48, derde lid, 49, tweede lid, 50, tweede lid, 51, derde lid, 52, tweede lid, 53, derde lid, 54, tweede lid, 55, derde lid, 56, derde lid, 57, vijfde lid, 57a, vijfde lid, 59, vijfde lid, 60, vierde lid, 62, tiende lid, 82, zevende lid, 110c, achtste lid, 146, zevende lid, en 198, vierde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 mei 2015, No.W12.15.0127/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 juni 2015, nr. 2015-0000157810,

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van hoofdstuk 2 wordt «38, derde lid» vervangen door «38, tweede lid», wordt «45, tweede lid» vervangen door «45, derde lid», wordt «en 46, vijfde lid» vervangen door «46, vijfde lid, 46a, vijfde lid, 48, vijfde lid, 49, vierde lid, en 51, tiende lid,», wordt «49, derde lid» vervangen door «49, tweede lid», wordt «56, tweede lid» vervangen door «56, derde lid» en wordt «en 57, vijfde lid» vervangen door «57, vijfde lid, 57a, vijfde lid, 59, vijfde lid, 60, vierde lid, en 62, tiende lid».

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2. Informatie over de pensioenregeling
1.
De informatie over de kenmerken van de pensioenregeling en de uitvoering van de pensioenregeling, bedoeld in artikel 21 van de Pensioenwet dan wel artikel 48 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, bevat in ieder geval het volgende:
  1. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling voorziet;
  2. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling niet voorziet;
  3. de wijze waarop pensioen wordt opgebouwd;
  4. de keuzemogelijkheden van de deelnemer of gewezen deelnemer waarin de pensioenregeling voorziet;
  5. de risico’s;
  6. de soorten uitvoeringskosten; en
  7. de beleidsdekkingsgraad met een omschrijving van de gevolgen ervan.
2.
De uitvoerder maakt bij het verstrekken van de informatie, bedoeld in het eerste lid, gebruik van de opschriften en iconen in de volgorde waarin ze staan in laag 1 van de Pensioen1-2-3, zoals deze op de website van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars is opgenomen.
3.
Ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de pensioenregeling wordt de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, en informatie over de jaarlijkse pensioenopbouw, de risico’s en de beleidsdekkingsgraad tevens verstrekt met gebruikmaking van sjablonen die op de website van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars zijn opgenomen.
4.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de opschriften, iconen en sjablonen, bedoeld in het tweede en derde lid.
C

In artikel 3 wordt «artikel 2, eerste lid, onderdeel c» vervangen door: artikel 2, eerste lid, onderdeel e.

D

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Informatie over toeslagverlening
1.
De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 38, eerste lid, onderdeel c, en 44, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel c, en 55, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en artikel 2, eerste lid, onderdeel e, en derde lid, wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen drie jaar waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
2.
De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 39, eerste lid, onderdeel b, 40, eerste lid, onderdeel b, 41, eerste lid, onderdeel b, 42, eerste lid, onderdeel b, 43, eerste lid, onderdeel c, en 45, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet en de artikelen 50, eerste lid, onderdeel b, 51, eerste lid, onderdeel b, 52, eerste lid, onderdeel b, 53, eerste lid, onderdeel b, 54, eerste lid, onderdeel c, en 56, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen vijf jaar waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
3.
De informatie over toeslagverlening die op grond van artikel 46a, eerste lid, onderdeel b, van de Pensioenwet en artikel 57a, eerste lid, onderdeel b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt of beschikbaar gesteld heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen tien jaar waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd en of dit in overeenstemming met het toeslagenbeleid is geweest.
E

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5. Informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
1.
De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond van de artikelen 38, eerste lid, onderdeel d, en 44, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel d, en 55, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en artikel 2, eerste lid, onderdeel e, en derde lid, wordt verstrekt heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die in de laatste drie jaar is doorgevoerd.
2.
De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond van de artikelen 39, eerste lid, onderdeel e, 40, eerste lid, onderdeel c, 41, eerste lid, onderdeel d, 42, eerste lid, onderdeel c, 43, eerste lid, onderdeel d, en 45, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet en de artikelen 50, eerste lid, onderdeel e, 51, eerste lid, onderdeel c, 52, eerste lid, onderdeel d, 53, eerste lid, onderdeel c, 54, eerste lid, onderdeel d, en 56, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die in de laatste vijf jaar is doorgevoerd.
3.
De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond van artikel 46a, eerste lid, onderdeel b, van de Pensioenwet en artikel 57a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt verstrekt of beschikbaar gesteld heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die in de laatste tien jaar is doorgevoerd.
F

In artikel 6, onderdeel d, wordt «een korte- of langetermijnherstelplan» vervangen door: een herstelplan of geactualiseerd herstelplan.

G

Na artikel 7 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 7a. Verstrekken informatie voorafgaand aan of bij pensioeningang
De uitvoerder verstrekt degene die pensioengerechtigde wordt voorafgaand aan of bij de pensioeningang in ieder geval informatie over:
  1. het recht te kiezen voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen, bedoeld in artikel 60 van de Pensioenwet dan wel artikel 72 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van opbouw van ouderdomspensioen en partnerpensioen;
  2. de mogelijkheid van afkoop, bedoeld in artikel 66 tot en met 69 van de Pensioenwet dan wel artikel 78 tot en met 80a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een pensioenaanspraak onder de afkoopgrens of een fiscaal bovenmatige pensioenaanspraak;
  3. de mogelijkheid tot of het recht op waardeoverdracht, bedoeld in de artikelen 80, 81, 81a, tweede lid, en 81b, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 88, 89, 89a, tweede lid, en 89b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een aan te wenden kapitaal op de pensioendatum; en
  4. andere keuzemogelijkheden die de pensioenregeling biedt.
Artikel 7b. Rekenregels
1.
Voor de weergave op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario, bedoeld in artikel 45, tweede lid, artikel 46, eerste en derde lid, en artikel 51, eerste lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 56, tweede lid, artikel 57, eerste en derde lid, en artikel 62, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt gebruik gemaakt van de scenariosets, bedoeld in artikel 23b van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en de rekenmethodiek die omschreven is op de website van De Nederlandsche Bank.
2.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de rekenmethodiek.
H

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8. Verstrekken informatie aan deelnemers vrijwillige pensioenregeling
1.
De uitvoerder informeert een deelnemer voorafgaand aan de deelneming in de vrijwillige pensioenregeling over de inhoud van de vrijwillige pensioenregeling, waarbij de artikelen 2 en 3 van overeenkomstige toepassing zijn.
2.
De informatie over de reglementair te bereiken pensioenaanspraken wordt overeenkomstig artikel 9 vastgesteld.
I

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9. Informatie op verzoek over reglementair te bereiken pensioenaanspraken
1.
De opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken bevat:
  1. in geval van een uitkeringsovereenkomst dan wel uitkeringsregeling een opgave van de hoogte van het periodiek uit te keren pensioen vanaf de ingangsdatum van het pensioen;
  2. in geval van een kapitaalovereenkomst dan wel kapitaalregeling een opgave van de hoogte van het voor periodieke uitkeringen aan te wenden kapitaal op de ingangsdatum van het pensioen en een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen op de pensioendatum wanneer het kapitaal daarvoor wordt aangewend; of
  3. in geval van een premieovereenkomst dan wel premieregeling:
    1. wanneer de premie wordt belegd, een indicatie van het te bereiken voor periodieke uitkeringen aan te wenden kapitaal op de pensioendatum met de daarbij gehanteerde veronderstellingen en een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen op de pensioendatum wanneer het kapitaal daarvoor wordt aangewend;
    2. de hoogte van de periodieke uitkering wanneer de premie voor de ingangsdatum van het pensioen reeds daarvoor wordt aangewend; of
    3. de hoogte van het voor periodieke uitkeringen aan te wenden verzekerd kapitaal wanneer de premie voor de ingangsdatum van het pensioen reeds daarvoor wordt aangewend en een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen op de pensioendatum wanneer het kapitaal daarvoor wordt aangewend.
2.
Bij de indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en onderdeel c, onder 1° en 3°, worden de op het moment van het verzoek bij de pensioenuitvoerder geldende tarieven gehanteerd. Bij het verstrekken van de indicatie wijst de pensioenuitvoerder er op dat het risico dat de definitieve pensioenuitkering afwijkt van de indicatie bij de betrokkene ligt.
3.
Bij de in het eerste lid bedoelde opgave wordt ten aanzien van nabestaandenpensioen aangegeven wat de consequenties zijn van de gekozen wijze van financieren.
J

Na artikel 9 worden zes artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 9a. Overige informatie op verzoek
1.
Indien sprake is van een premieovereenkomst dan wel premieregeling waarbij de deelnemer tijdens de opbouwperiode de verantwoordelijkheid voor de beleggingen heeft overgenomen verstrekt de uitvoerder op verzoek van de deelnemer en de gewezen deelnemer informatie over alle beleggingsmogelijkheden, de feitelijke beleggingsportefeuille, de risicopositie en de kosten in verband met de beleggingen.
2.
De uitvoerder verstrekt de deelnemer, de gewezen deelnemer, de gewezen partner of de pensioengerechtigde op verzoek:
  1. informatie over het van toepassing zijn van een aanwijzing als bedoeld in artikel 171 van de Pensioenwet dan wel artikel 166 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling; en
  2. informatie over de aanstelling van een bewindvoerder als bedoeld in artikel 173 van de Pensioenwet dan wel artikel 168 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
3.
De uitvoerder verstrekt de deelnemer of gewezen deelnemer op verzoek informatie over de consequenties van uitruil als bedoeld in artikel 60, 61 of 62 van de Pensioenwet dan wel de artikelen 72, 73 of 74 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling voor de deelnemer.
Artikel 9b. Beschikbare informatie over uitvoeringskosten
1.
De informatie over uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 46a, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet dan wel artikel 57a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, betreft:
  1. de administratieve uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 10a, eerste lid;
  2. de kosten van vermogensbeheer, bedoeld in artikel 10a, tweede lid; en
  3. de transactiekosten, bedoeld in artikel 10a, derde lid.
2.
De informatie over uitvoeringskosten die op de website wordt geplaatst betreft:
  1. voor fondsen en premiepensioeninstellingen: de administratieve uitvoeringskosten als bedrag per deelnemer of pensioengerechtigde en de kosten van vermogensbeheer en de transactiekosten als percentage van het gemiddeld belegd vermogen;
  2. voor verzekeraars: de administratieve uitvoeringskosten als bedrag per deelnemer of pensioengerechtigde en de kosten van vermogensbeheer en de transactiekosten:
    1. bij uitkeringsovereenkomsten en kapitaalovereenkomsten dan wel uitkeringsregelingen en kapitaalregelingen, indien de kosten van invloed zijn op de pensioenaanspraak of het pensioenrecht als percentage van het gemiddeld belegd vermogen, en indien de kosten niet van invloed zijn op de pensioenaanspraak of het pensioenrecht, met vermelding dat deze kosten niet zijn opgenomen omdat zij niet van invloed zijn op de pensioenaanspraak of het pensioenrecht;
    2. bij premieovereenkomsten of premieregelingen waarbij de premie wordt belegd tot de pensioendatum als percentage van het gemiddeld belegd vermogen en bij overige premieovereenkomsten of premieregelingen, indien de kosten van invloed zijn op de pensioenaanspraak of het pensioenrecht als percentage van het gemiddeld belegd vermogen, en indien de kosten niet van invloed zijn op de pensioenaanspraak of het pensioenrecht, met vermelding dat deze kosten niet zijn opgenomen omdat zij niet van invloed zijn op de pensioenaanspraak of het pensioenrecht;
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel.
Artikel 9c. Het uniform pensioenoverzicht
1.
Op voordracht van de uitvoerders en na advies van de Autoriteit Financiële Markten stelt Onze Minister de modellen voor het uniform pensioenoverzicht vast.
2.
De modellen voor het uniform pensioenoverzicht worden beschikbaar gesteld op de website van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars.
3.
Een uitvoerder verstrekt een uniform pensioenoverzicht voor deelnemers aan een ieder die in de gehele of in een deel van de voor het uniform pensioenoverzicht relevante periode deelnemer bij die pensioenuitvoerder was.
Artikel 9d. Elektronische informatieverstrekking
1.
Voor de elektronische verstrekking van informatie door middel van een externe berichtenbox wordt MijnOverheid.nl gebruikt.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de elektronische informatieverstrekking.
Artikel 9e. Pensioenregister
1.
Een vermindering van de pensioenaanspraken en pensioenrechten wordt door de uitvoerders binnen vier maanden verwerkt in de gegevens die door middel van het pensioenregister worden verstrekt.
2.
Een andere wijziging van de pensioenaanspraken en pensioenrechten dan bedoeld in het eerste lid wordt door de uitvoerders binnen vier maanden nadat de wijziging in de administratie van de uitvoerders is doorgevoerd verwerkt in de gegevens die door middel van het pensioenregister worden verstrekt.
3.
Het pensioenregister geeft in ieder geval inzicht in de hoogte van het te bereiken pensioen door:
  1. weergave in netto bedragen per maand en in bruto bedragen per jaar;
  2. de mogelijkheid om ter vergelijking het huidige netto inkomen per maand in te voeren.
4.
Met betrekking tot de keuzes ten aanzien van ouderdomspensioen worden in ieder geval de indicatieve gevolgen op het pensioeninkomen getoond van het vervroegen of uitstellen van de pensioeningangsdatum.
5.
Met betrekking tot belangrijke gebeurtenissen worden in ieder geval bij nabestaandenpensioen de gevolgen getoond van overlijden op het moment van de uitvraag, na beëindiging van de deelneming en na pensionering.
Artikel 9f. Fasering pensioenregister
1.
Artikel 9e, derde lid, onderdeel b, wordt gerealiseerd met ingang van 1 januari 2016.
2.
Artikel 9e, eerste lid, en tweede lid, voor zover het betreft een collectieve wijziging, worden gerealiseerd met ingang van 1 maart 2016.
3.
Artikel 9e, vierde en vijfde lid, worden gerealiseerd met ingang van 1 juli 2016.
4.
Artikel 9e, tweede lid, voor zover het betreft een individuele wijziging, wordt gerealiseerd met ingang van 1 juli 2017.
K

In artikel 10 wordt «en 46, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid,» vervangen door «, 46, tweede lid en 46a, tweede lid, onderdeel d,», wordt «en 57, eerste lid, onderdeel a en tweede lid» vervangen door «, 57, tweede lid, en 57a, tweede lid, onderdeel d» en wordt «artikel 9, eerste en achtste lid» vervangen door «artikel 9a, eerste en derde lid».

L

In artikel 18, eerste lid, en artikel 20 wordt «artikel 4» vervangen door: artikel 4, tweede lid.

M

In artikel 25, derde lid, onderdeel b, wordt «partnerpensioen» vervangen door: partnerpensioen of nettopensioen

N

In het opschrift van hoofdstuk 8 wordt «108a, tweede lid en 151, zevende lid» vervangen door «114, tweede lid, 151, zevende lid en 204, vierde lid» en wordt «en 146, zevende lid» vervangen door «146, zevende lid en 198, vierde lid».

O

In artikel 34, eerste lid, onderdelen a, b en d, wordt «van bijlage A» vervangen door: van de bijlage bij dit besluit.

P

In artikel 36, eerste lid, wordt «38 tot en met 47, 48, met uitzondering van de berekeningen ten behoeve van de kwalitatieve en beeldende maatstaf, 49 tot en met 51» vervangen door: 38 tot en met 51, met uitzondering van de berekeningen ten behoeve van de weergave op basis van scenario’s.

Q

In hoofdstuk 8 wordt na artikel 40 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 40a. Publicatie gegevens
1.
De gegevens van fondsen die door de Nederlandsche Bank op grond van artikel 204, derde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 198, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, kunnen worden gepubliceerd, hebben betrekking op
  1. de beleidsdekkingsgraad;
  2. de reële dekkingsgraad;
  3. het vereist eigen vermogen;
  4. het belegd vermogen;
  5. kwartaalrendementen;
  6. de premie;
  7. het aantal deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden;
  8. de toeslagverlening;
  9. de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten; en
  10. de uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, onderdeel a.
2.
De publicatie van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, geschiedt niet eerder dan nadat tien werkdagen zijn verstreken na de dag waarop aan het fonds het besluit tot publicatie bekend is gemaakt.
3.
Bij periodieke publicatie van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks aan het fonds, voorafgaand aan de eerste publicatie in dat jaar, het besluit tot publicatie bekend gemaakt, waarbij vermeld wordt op welke data de gegevens in dat jaar gepubliceerd zullen worden.
4.
Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de publicatie opgeschort totdat de voorzieningenrechter een uitspraak heeft gedaan.
R

Artikel 51a wordt als volgt gewijzigd:

S

Na artikel 52a worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 52c. Overgangsrecht artikel 4
1.
Tot 1 juli 2016 blijft artikel 4, zoals dat luidde voor 1 januari 2016, van toepassing indien informatie over toeslagverlening wordt verstrekt op grond van de artikelen 21 en 45 van de Pensioenwet en 48 en 56 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
2.
Tot 1 januari 2017 blijft artikel 4, zoals dat luidde voor 1 januari 2016, van toepassing indien informatie over toeslagverlening wordt verstrekt op grond van de artikelen 40, 42 en 44 van de Pensioenwet en 51, 53 en 55 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
3.
Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2017.
Artikel 52d. Overgangsrecht reglementair te bereiken pensioenaanspraken
1.
Tussen 1 januari 2016 en 1 juli 2016 verstrekt de pensioenuitvoerder op verzoek van de deelnemer een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken. Artikel 5, tweede en derde lid, zoals dat luidde voor 1 januari 2016, is daarbij van toepassing.
2.
Tot 1 juli 2016 blijft artikel 5, tweede lid, zoals dat luidde voor 1 januari 2016, van toepassing indien informatie over reglementair te bereiken pensioenaanspraken wordt verstrekt op grond van artikel 8, tweede lid.
3.
Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2016.
T

De bijlage behorend bij artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

  1. financieren van terrorisme (artikel 421 van het WvSr);.
  1. financieren van terrorisme (artikel 421 WvSr).

Artikel 2. Informatie over de pensioenregeling

Artikel 4. Informatie over toeslagverlening

Artikel 5. Informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten

Artikel 7a. Verstrekken informatie voorafgaand aan of bij pensioeningang

De uitvoerder verstrekt degene die pensioengerechtigde wordt voorafgaand aan of bij de pensioeningang in ieder geval informatie over:

Artikel 7b. Rekenregels

Artikel 8. Verstrekken informatie aan deelnemers vrijwillige pensioenregeling

Artikel 9. Informatie op verzoek over reglementair te bereiken pensioenaanspraken

Artikel 9a. Overige informatie op verzoek

Artikel 9b. Beschikbare informatie over uitvoeringskosten

Artikel 9c. Het uniform pensioenoverzicht

Artikel 9d. Elektronische informatieverstrekking

Artikel 9e. Pensioenregister

Artikel 9f. Fasering pensioenregister

Artikel 40a. Publicatie gegevens

Artikel 52b. Overgangsrecht artikel 9, tweede lid

Tot het tijdstip, bedoeld in artikel IIA, van de Wet pensioencommunicatie, luidt artikel 9, tweede lid, als volgt:

2.
Bij de indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en onderdeel c, onder 1° en 3°, worden de op het moment van het verzoek bij de pensioenuitvoerder geldende tarieven gehanteerd. De periodieke uitkeringen worden gecorrigeerd voor te verwachten prijsinflatie. Bij regeling van Onze Minister wordt bepaald met welke te verwachten prijsinflatie gecorrigeerd wordt. Bij het verstrekken van de indicatie wijst de pensioenuitvoerder er op dat het risico dat de definitieve pensioenuitkering afwijkt van de indicatie bij de betrokkene ligt.

Artikel 52c. Overgangsrecht artikel 4

Artikel 52d. Overgangsrecht reglementair te bereiken pensioenaanspraken

ARTIKEL II

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.