Part of Smart Yellow Suite

WGK004468
Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte clienten

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Datum uitgave 28 maart 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte clienten)

Samenvatting

Om goede zorg te verlenen aan personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap, worden regels gesteld over het voorkomen van gedwongen zorg, de regels die gelden als in het uiterste geval toch gedwongen zorg nodig is terwijl de cliënt niet instemt of zich verzet en de regels die gelden bij het geen blijk geven van bereidheid of verzet bij een opname in een accommodatie. Deze regels worden gesteld ter vervanging van bepalingen daarover in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.

Documenten

stb-2018-36 (PDF)

Wet van 24 januari 2018, houdende regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op het verlenen van goede zorg aan personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap uniforme regels te stellen ten aanzien van het verlenen van zorg aan zodanige personen, ook in gevallen waarin zij daarmee niet hebben ingestemd, dan wel zich daartegen verzetten, alsmede ten aanzien van opname en verblijf van zodanige personen in een accommodatie in gevallen waarin zij geen blijk hebben gegeven van bereidheid daartoe, doch zich daartegen ook niet verzetten en in gevallen waarin zij zich hiertegen wel verzetten en in verband daarmee enige bepalingen in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen te doen vervallen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Indien sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 8, derde lid, kan de onvrijwillige zorg worden verleend door de zorgverlener die de werkzaamheden uitvoert in het kader van die geneeskundige behandeling en die als persoon of categorie van personen bevoegd tot het verlenen van onvrijwillige zorg is aangewezen, door de daartoe bevoegde persoon of rechtspersoon van de instelling waar de in artikel 8, derde lid, bedoelde geneeskundige behandeling wordt verstrekt.

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

De zorgaanbieder verstrekt ten minste eens per zes maanden aan de in artikel 60, eerste lid, bedoelde ambtenaren een overzicht van de onvrijwillige zorg die door hem is verleend, onder vermelding van de aard en frequentie daarvan, met daarbij een door het bestuur van de zorgaanbieder ondertekende analyse van de verleende onvrijwillige zorg.

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels gesteld worden betreffende:

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Indien binnen 24 uur na het tijdstip waarop de beschikking van de burgemeester is gegeven, door de daarvoor in aanmerking komende accommodaties nog niet tot opneming is overgegaan, kan de burgemeester na overleg met de inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid in wiens ambtsgebied de gemeente is gelegen, een van de bovenbedoelde accommodaties bevelen de betrokkene op te nemen. De betrokken accommodatie is verplicht de betrokkene op te nemen.

Artikel 35

Artikel 36

De burgemeester stelt de ouders die het gezag uitoefenen, de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel van de cliënt of degene door wie de cliënt voor opname werd verzorgd en de vertegenwoordiger van de betrokkene zo mogelijk op de hoogte van de door hem op grond van artikel 29 gegeven beschikking.

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Indien een machtiging betrekking heeft op een minderjarige die onder toezicht is gesteld, geldt deze als machtiging, als bedoeld in artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 41

Artikel 42

De zorgaanbieder die de zorg verleent in de accommodatie waar de cliënt wordt of blijft opgenomen, doet van deze opname zo spoedig mogelijk mededeling aan:

Artikel 43

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de aanvraag, bedoeld in artikel 25, het verzoek, bedoeld in artikel 26, eerste lid, en de verklaring en de deskundigheid van de arts, bedoeld in de artikelen 26, vijfde lid, onderdeel d, en 30, eerste lid.

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Voor de uitvoering van het bij of krachtens deze wet bepaalde, voor zover van toepassing op personen ten aanzien van wie krachtens enig wettelijk voorschrift Onze Minister van Veiligheid en Justitie medeverantwoordelijkheid draagt, handelt onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 57

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Onze Minister zendt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens om de vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 65

De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

6.
Deze wet is slechts van toepassing op cliënten als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, indien sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van die wet, ten aanzien van die cliënt een verzoek is ingediend als bedoeld in artikel 4, dan wel ten aanzien van die cliënt een machtiging op grond van deze wet is afgegeven. In het geval op grond van deze wet voor de cliënt, bedoeld in de eerste volzin, een machtiging is afgegeven vervalt een eerder op grond van artikel 24, eerste lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten afgegeven machtiging, zodra betrokkenen is in opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.
B

De artikelen 3, 38, 46a en hoofdstuk VIII komen te vervallen.

C

Aan artikel 6 worden twee leden toegevoegd luidende:

6.
De officier van justitie zendt een verzoek, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, tot behandeling waarvan kennelijk een indicatieorgaan, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, bevoegd is, onverwijld door naar het indicatieorgaan in de regio waarin de woonplaats van de persoon gelegen is of ingeval het een machtiging betreft voor een persoon die reeds in een accommodatie, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten verblijft, het indicatieorgaan in de regio waarin de instelling waar de persoon verblijft gelegen is, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender.
7.
De officier van justitie zendt een verzoek, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, met betrekking tot een persoon, van wie hij heeft geconstateerd dat deze zowel een psychogeriatrische stoornis of verstandelijke handicap als een andere stoornis van de geestvermogens heeft, waarvoor ingevolge zijn gedrag en de benodigde zorg, opname en verblijf in een accommodatie, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, het meest aangewezen is, onverwijld door naar het indicatieorgaan in de regio waarin de instelling waar de persoon verblijft gelegen is, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender.
D

In artikel 10, tweede lid, vervalt de zinsnede «, niet zijnde een machtiging in een geval als bedoeld in artikel 3,».

E

In artikel 14a, tweede lid, onderdeel b, vervalt de zinsnede «, niet zijnde een zwakzinnigeninrichting of een verpleeginrichting,».

F

In artikel 17 vervalt het vierde lid, en wordt het vijfde lid vernummerd tot vierde lid.

G

In de artikelen 34a, eerste lid, 34f, eerste lid, en 34p, eerste lid, vervalt telkens de zinsnede «, niet zijnde een zwakzinnigeninrichting of verpleeginrichting,».

H

In artikel 37b vervallen het eerste lid, de aanduiding «2.» voor het tweede lid, alsmede de zinsnede «, niet zijnde een verpleeginrichting of zwakzinnigeninrichting».

I

In artikel 38a, eerste lid wordt «artikel 37b, tweede lid» vervangen door: artikel 37b.

J

In artikel 39 wordt «artikel 38, 38b of 38c» vervangen door: de artikelen 38b of 38c.

K

In artikel 39a vervalt «38, zesde lid,».

L

In artikel 40, zesde lid, vervalt de zinsnede «38, tweede lid, of».

M

In artikel 41, eerste lid, vervalt de zinsnede «artikel 38, tweede lid, tweede volzin, en vijfde lid, derde volzin,».

N

In artikel 44, tweede lid, vervalt de zinsnede «38, derde lid, tweede volzin».

O

In artikel 45, eerste lid, vervalt telkens de zinsnede «niet zijnde een zwakzinnigeninrichting of verpleeginrichting,».

P

Artikel 53, derde lid, vervalt.

Q

In artikel 56, eerste lid, vervalt in onderdeel a de zinsnede «artikel 38 of» en in onderdeel e «artikel 38, vijfde lid, derde volzin, of».

R

In artikel 69, derde lid, vervallen de zinsneden «38, vijfde lid,» en «dan wel artikel 60».

S

Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:

T

Artikel 70a wordt als volgt gewijzigd:

U

In artikel 72 wordt de zinsnede «artikel 14, 23, 34m, tweede lid, 37, 38, 38a, 38c, 39, 41, 44, 50, 58, 60 of 62» vervangen door: artikel 14, 23, 34m, tweede lid, 37, 38a, 38c, 39, 41, 44, 50 of 58.

Artikel 66

De Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8, eerste lid, komt onderdeel g, te luiden:

  1. personen die in een inrichting verblijven en ten aanzien van wie een rechterlijke machtiging op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen dan wel de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten is gegeven, in afwachting van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen dan wel in een accommodatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.
B

Artikel 12, achtste lid, komt te luiden:

8.
In geval van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van een jeugdige kan de selectiefunctionaris met inachtneming van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen dan wel de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, bepalen dat de jeugdige naar een psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen dan wel naar een accommodatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten zal worden overgebracht om daar zolang als dat noodzakelijk is te worden verpleegd.

Artikel 67

In artikel 5, eerste lid, en artikel 14, eerste lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden wordt na de zinsnede «Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen» telkens ingevoegd: dan wel een accommodatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Artikel 68

In artikel 15, vijfde lid, van de Penitentiaire beginselenwet wordt na de zinsnede «Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen» ingevoegd: dan wel een accommodatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Artikel 69

Artikel 90sexies van het Wetboek van Strafrecht wordt gewijzigd als volgt:

  1. een accommodatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Artikel 70

In artikel 451, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt «degene die de instelling waar de betrokkene duurzaam wordt verzorgd, exploiteert of die daarvan de leiding heeft» vervangen door: degene die zorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Kwaliteitswet zorginstellingen of zorg aangewezen krachtens artikel 1, tweede lid, van die wet aanbiedt.

Artikel 71

Aan artikel 43, tweede lid van de Wet op de rechtsbijstand wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. artikel 38, derde lid en 56, tweede lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Artikel 72

De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 73

In de artikelen 1, onderdeel l, van de Algemene nabestaandenwet, 1, eerste lid, onderdeel k, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 1:1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 44, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en 1, eerste lid, onderdeel f, van de Ziektewet wordt na «de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen» ingevoegd:, de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Artikel 74

In de Bijlage bij de Algemene wet bestuursrecht wordt in onderdeel H, na onderdeel 1, een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  1. Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Artikel 75

Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Indien het bij Koninklijke boodschap van 4 juni 2010 ingediende wetsvoorstel tot vaststelling van de Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) tot wet is of wordt verheven en in werking is getreden of treedt, wordt in artikel 49, eerste en derde lid, de zinsnede «artikel 42, eerste lid» telkens vervangen door: artikel 42.

Artikel 79

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit bepaald tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 80

Deze wet wordt aangehaald als: Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.