Part of Smart Yellow Suite

WGK004430
Wijziging Reglement rijbewijzen ivm invoering begeleid rijden

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Waterstaat
Datum uitgave 10 juli 2017
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

besluit tot wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden, en een enkele andere wijziging

Samenvatting

betreft definitieve invoering van het begeleid rijden, zodat jongeren al vanaf 17 jaar praktijkexamen kunnen doen voor het rijbewijs B en onder bepaalde voorwaarden (begeleiding) vanaf 17 jaar een motorrijtuig van de categorie B kunnen besturen.

Documenten

stb-2018-71 (PDF)

Besluit van 15 februari 2018, tot wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden, en een enkele redactionele wijziging en van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer in verband met enkele technische aanpassingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 24 november 2017, nr. IENM/BSK-2017/274848, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 110, 110b, eerste lid, onderdelen b en c, 111, eerste lid, onderdeel b, 111a, eerste lid, 111b, 113, eerste lid, 116, eerste lid, 118, tweede lid, 126, vijfde lid, en 163, tiende lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 januari 2018, no. W17.17.0382/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 12 februari 2018, nr. IenM/BSK-2018/13151, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Reglement rijbewijzen wordt als volgt gewijzigd.

A

Onder vernummering van het achtste lid van artikel 5 tot tiende lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

8.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel f, geldt voor bestuurders van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie B de leeftijd van zeventien jaren indien betrokkene in het bezit is van een rijbewijs B en een geldige, aan hem afgegeven begeleiderspas en wordt begeleid door een begeleider.
9.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel f, en het negende lid geldt voor degene die in het kader van begeleid rijden ten behoeve van de rijbewijscategorie B de tussentijdse toets, bedoeld in artikel 70, vierde lid, aflegt de leeftijd van zestien jaren en zes maanden.
B

Onder vernummering van het vierde en vijfde lid van artikel 6 tot zesde en zevende lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

4.
In afwijking van artikel 5, eerste lid, onderdelen d en e, geldt voor de rijbewijscategorie A een minimumleeftijd van 21 jaar indien rijonderricht wordt gegeven ten behoeve van de categorie A in verband met het besturen van een motorrijtuig op drie wielen, niet zijnde een motorrijtuig op twee wielen met aanhangwagen, met een vermogen van meer dan 15 kW.
5.
In afwijking van het eerste lid geldt de in artikel 5, eerste lid, onderdeel f, en negende lid, genoemde leeftijd van 18, respectievelijk 17 jaren niet voor zover degene aan wie rijonderricht wordt gegeven voor de rijbewijscategorie B de leeftijd van zestien jaren en zes maanden heeft bereikt.
C

Artikel 15, eerste lid, onderdeel j, subonderdeel 2°, wordt als volgt gewijzigd:

  1. een installatie om onkruid te bestrijden, met een tankinhoud van ten minste 100 liter, of.
D

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 34, eerste lid, onderdeel b, door «, en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. de afgifte van een begeleiderspas, indien het een aanvraag betreft tot afgifte van een rijbewijs B door een aanvrager die de leeftijd van zeventien jaren, maar nog niet de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt.
E

Artikel 45 komt te luiden:

1.
Indien de aanvraag betrekking heeft op de afgifte van een rijbewijs tegen overlegging van een rijbewijs, aan de aanvrager afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, dient bij de aanvraag aan de volgende vereisten te worden voldaan:
  1. behoudens de in artikel 33 genoemde bescheiden wordt bij de aanvraag tevens het door dat gezag afgegeven rijbewijs overgelegd;
  2. in het rijbewijzenregister is ten behoeve van de aanvrager een verklaring van geschiktheid geregistreerd voor iedere rijbewijscategorie waarop de aanvraag betrekking heeft, waarbij de datum van registratie niet langer dan een jaar vóór de aanvraag mag liggen, met uitzondering van de rijbewijscategorie AM, indien
    1. de aanvraag mede betrekking heeft op een der rijbewijscategorieën C, C1, D, D1, E bij C, E bij C1, E bij D of E bij D1,
    2. het overgelegde rijbewijs is afgegeven voor een kortere geldigheidsduur dan de in de staat van afgifte gebruikelijke termijn van geldigheid;
    3. het overgelegde rijbewijs beperkende aantekeningen bevat die niet zijn aangeduid met de geharmoniseerde codes van de Europese Unie;
    4. de aanvrager op het moment van indiening van de aanvraag de leeftijd van 75 jaren heeft bereikt;
    5. de aanvrager op het moment van indiening de leeftijd van 70 jaren heeft bereikt en in het bezit is van een rijbewijs waarvan de geldigheidsduur verstrijkt op of na de dag waarop hij de leeftijd van 75 jaren bereikt;
  3. indien de aanvraag uitsluitend of mede betrekking heeft op de rijbewijscategorie T kan het rijbewijs voor die categorie alleen worden omgewisseld indien het om te wisselen rijbewijs voor de categorie T is aangewezen bij ministeriële regeling.
2.
Het eerste lid, onderdeel b, geldt niet indien de aanvraag betrekking heeft op afgifte van een vervangend rijbewijs tegen overlegging van een rijbewijs, aan de aanvrager afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland
3.
Het over te leggen rijbewijs dient op het moment van de aanvraag hetzij nog geldig te zijn hetzij, indien het zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur, vergezeld te gaan van een door het gezag dat het rijbewijs heeft afgegeven gewaarmerkte verklaring waaruit blijkt dat door dat gezag tegen de aanvrager geen maatregelen van bestuursrechtelijke of strafrechtelijke aard betreffende de beperking, schorsing, intrekking of nietigverklaring van de rijbevoegdheid zijn getroffen en dat bij dat gezag ook overigens geen bezwaar tegen afgifte van een rijbewijs bestaat.
4.
Indien het over te leggen rijbewijs op het moment van de aanvraag zijn geldigheid heeft verloren doordat in een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland een maatregel met betrekking tot het rijbewijs is opgelegd in verband met ontbrekende geschiktheid, respectievelijk rijvaardigheid, is artikel 42, eerste respectievelijk tweede lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat, als op het tijdstip van de aanvraag dan wel uiterlijk op het tijdstip van uitreiking van dat rijbewijs aan de aanvrager blijkt dat er in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruime of in Zwitserland door het daartoe bevoegde gezag aan de aanvrager een verbod is opgelegd om gedurende een bepaalde periode een rijbewijs te verkrijgen, geen afgifte plaatsvindt gedurende die termijn.
5.
Indien het rijbewijs wegens vermissing of diefstal niet kan worden overgelegd worden in plaats daarvan de volgende documenten overgelegd:
  1. een proces-verbaal ter zake van vermissing of diefstal, in Nederland op ambtseed opgemaakt door een daartoe bevoegd algemeen of buitengewoon opsporingsambtenaar, waarin de omstandigheden waaronder het rijbewijs verloren is geraakt of teniet is gegaan, worden omschreven;
  2. een door het gezag dat het rijbewijs heeft afgegeven, gewaarmerkte verklaring waaruit van de afgifte en de geldigheid blijkt en waaruit tevens blijkt dat door dat gezag tegen de aanvrager geen maatregelen van bestuursrechtelijke of strafrechtelijke aard betreffende de beperking, schorsing, intrekking of nietigverklaring van de rijbevoegdheid zijn getroffen en dat bij dat gezag ook overigens geen bezwaar tegen afgifte van een rijbewijs bestaat, tenzij dit reeds op geautomatiseerde wijze is vastgesteld met gebruikmaking van het EU-rijbewijzennetwerk, genoemd in artikel 15 van richtlijn 2006/126/EG.
6.
Indien de aanvraag betrekking heeft op de afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor meer categorieën dan het door de aanvrager overgelegde rijbewijs, dient, behoudens aan de in het eerste of tweede lid genoemde vereisten, bij de aanvraag aan de volgende vereisten te worden voldaan:
  1. in het rijbewijzenregister is ten behoeve van de aanvrager een verklaring van rijvaardigheid geregistreerd voor iedere rijbewijscategorie waarop de aanvraag betrekking heeft en waarvoor het door de aanvrager overgelegde rijbewijs niet geldig is, waarbij de datum van registratie niet langer dan drie jaar vóór de aanvraag mag liggen;
  2. in het rijbewijzenregister is ten behoeve van de aanvrager een verklaring van geschiktheid geregistreerd voor iedere rijbewijscategorie waarop de aanvraag betrekking heeft en waarvoor het door de aanvrager overgelegde rijbewijs niet geldig is, waarbij de datum van registratie niet langer dan een jaar vóór de aanvraag mag liggen, met uitzondering van de rijbewijscategorie AM.
7.
Voor de toepassing van het zesde lid onderdeel a, wordt met een niet langer dan drie jaar vóór de aanvraag in het rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid gelijkgesteld een door het daartoe bevoegde militaire gezag niet langer dan drie jaar voor de aanvraag in het rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid voor het besturen van motorrijtuigen.
8.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een rijbewijs waarop een getuigschrift van vakbekwaamheid of een getuigschrift van nascholing wordt vermeld, dient, behoudens aan de in het eerste, tweede en derde lid genoemde vereisten, bij de aanvraag aan de volgende vereisten te worden voldaan:
  1. de aanvrager overlegt een door de bevoegde autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders aan de aanvrager afgegeven geldige kwalificatiekaart bestuurder;
  2. het door de aanvrager over te leggen rijbewijs is door de bevoegde autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders voorzien van een geldige in die richtlijn bedoelde communautaire code,
  3. de aanvrager overlegt een geldig buitenlands omwisselingscertificaat, dan wel
  4. ten behoeve van de aanvrager is in het rijbewijzenregister een verklaring van vakbekwaamheid of een verklaring van nascholing geregistreerd, waarbij de datum van registratie niet langer dan vijf jaren vóór de aanvraag mag liggen.
9.
Indien de in het voorgaande lid, onder a of c, genoemde documenten wegens vermissing of diefstal niet kunnen worden overgelegd, is artikel 44, zevende lid, van overeenkomstige toepassing.
10.
Indien het in het achtste lid, onder b, genoemde document wegens vermissing of diefstal niet kan worden overgelegd, blijkt uit de gewaarmerkte verklaring, bedoeld in het vijfde lid, onder b, de vermelding van de communautaire code en blijkt tevens dat geen maatregelen van bestuursrechtelijke of strafrechtelijke aard betreffende de beperking, schorsing, intrekking of nietigverklaring van die code zijn getroffen en dat bij dat gezag ook overigens geen bezwaar tegen afgifte van een getuigschrift van vakbekwaamheid dan wel een getuigschrift van nascholing bestaat.
F

Aan het slot van Hoofdstuk II wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

G

In artikel 56, derde lid, wordt «achttien jaren» vervangen door: zestien jaren.

H

In artikel 77a, onderdeel a, aanhef, wordt na «Regeling voertuigen» een komma geplaatst.

I

Artikel 104a wordt als volgt gewijzigd:

2.
In afwijking van het eerste lid wordt een rijbewijs op aanvraag en tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief afgegeven aan degene die de leeftijd van zeventien jaren heeft bereikt voor zover:
  1. het betreft een rijbewijs voor het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie B, en
  2. ten aanzien van de aanvrager in het rijbewijsregister is geregistreerd dat ten aanzien van hem een begeleiderspas is afgegeven.
J

Artikel 145, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. geslachtsnaam, voorvoegsels, voornamen voluit, en burgerservicenummer van degenen aan wie een begeleiderspas is afgegeven, alsmede geslachtsnaam, voornamen voluit, geboortedatum en geboorteplaats van de in de begeleiderspas genoemde begeleiders;
  2. nummer en datum van afgifte van begeleiderspassen;
  3. gegevens omtrent het verlies van geldigheid van begeleiderspassen ingevolge artikel 111a, vierde lid, van de wet;
  4. gegevens omtrent de ongeldigverklaring van begeleiderspassen ingevolge artikel 111a, vijfde lid, van de wet.
K

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 152, eerste lid, onderdeel g, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. de aanvraag, de afgifte, het verlies van geldigheid en de ongeldigverklaring van begeleiderspassen.
L

In artikel 198 wordt «artikel 2, vijfde lid» vervangen door: de artikelen 2, vijfde lid, en 49d.

Artikel 49a

Artikel 49b

Artikel 49c

De Dienst Wegverkeer geeft op aanvraag een nieuwe begeleiderspas af:

Artikel 49d

Het is de begeleider verboden te begeleiden, indien:

ARTIKEL II

Het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 12, derde lid, vervalt «of een of meer van de stoffen, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 27, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, artikel 4, eerste lid, van de Spoorwegwet, artikel 41, eerste lid, van de Wet lokaal spoor of artikel 2.12, eerste lid, van de Wet luchtvaart».

B

In artikel 13, tweede lid, wordt «artikel 8, eerste, tweede, derde of vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 27, eerste of tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet, artikel 4, eerste of tweede lid, van de Spoorwegwet, artikel 41, eerste of tweede lid, van de Wet lokaal spoor of artikel 2.12, eerste of derde lid, van de Wet luchtvaart» vervangen door: artikel 8, tweede, derde of vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 27, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet, artikel 4, tweede lid, van de Spoorwegwet, artikel 41, tweede lid, van de Wet lokaal spoor of artikel 2.12, derde lid, van de Wet luchtvaart.

C

In artikel 18, tweede lid, wordt «de artikelen 12, 13, eerste lid, onder d, en tweede lid, en 14 tot en met 17» vervangen door: de artikelen 12 tot en met 17.

ARTIKEL III

Indien de Wet van 25 oktober 2017 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden (Stb. 2017, 424) in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking, met uitzondering van artikel I, onderdeel E, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit is geplaatst.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.