Part of Smart Yellow Suite

WGK004381
Wijziging Wp 2000 inzake nationale aspecten OV-chipkaart en TLS

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Waterstaat
Datum uitgave 28 maart 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wet van (...) tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met de toevoeging van bevoegdheden van de Minister van Infrastructuur en Milieu ten aanzien van het elektronisch vervoerbewijs en het daarbij behorende beheersysteem

Samenvatting

De wetgeving beoogt om concessieoverstijgende onderwerpen in het belang van de reiziger en een effectieve werking van het OV-chipkaartsysteem (TLS:Trans Link Systems) op te lossen en af te dwingen. De wetgeving wordt uitgevoerd indien concessiepartijen niet (tijdig) of onvoldoende tot effectieve besluitvorming komen op voornoemde onderwerpen. Voorts worden grondslagen voor transparante toegang van alle vervoerders tot TLS (functies) en van andere dienstverleners tot de markt voor OV-betaaldiensten geregeld.

Documenten

stb-2015-346 (PDF)

Wet van 23 september 2015 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met de invoering van delegatiebepalingen voor de regulering van het systeem van vervoersbewijzen, betaalwijzen en betaaldienstverlening in het openbaar vervoer

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om in de Wet personenvervoer 2000 grondslagen op te nemen om in het belang van de reizigers en van een goed functionerende markt voor betaaldienstverlening in het openbaar vervoer regels te kunnen stellen met betrekking tot de concessieoverstijgende onderwerpen van het systeem van vervoerbewijzen en betaalwijzen in het openbaar vervoer;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden in de alfabetische rangorde ingevoegd:

B

In artikel 30 worden het tweede tot en met vierde lid vervangen door twee leden, luidende:

2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en interoperabiliteit van het openbaar vervoer regels worden gesteld over concessieoverstijgende onderwerpen. Deze regels kunnen betrekking hebben op:
  1. de uitgifte, de kwaliteit en de functionaliteit van vervoerbewijzen;
  2. de tarieven, waaronder de vaststelling van maximumtarieven, en vervoervoorwaarden;
  3. de informatievoorziening en klachtprocedures met betrekking tot de onderdelen a en b.
3.
De concessiehouder is verplicht reizigers te vervoeren die beschikken over een voor het concessiegebied geldig vervoerbewijs tegen het daarbij behorende tarief.
C

Na artikel 30 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 30a
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van een goed functionerende markt voor betaaldienstverlening in het openbaar vervoer regels worden gesteld met betrekking tot in elk geval:
  1. de instellingen die elektronische vervoerbewijzen uitgeven, beheren of exploiteren;
  2. toegang van concessiehouders en aanbieders van elektronische vervoerbewijzen of andere betaalwijzen tot de markt voor betaaldienstverlening in het openbaar vervoer alsmede tot de diensten van de in onderdeel a bedoelde instellingen;
  3. op een kostengeoriënteerde basis vast te stellen vergoeding voor de door de in onderdeel a bedoelde instellingen te verlenen diensten;
  4. maatstaven en procedures voor de verdeling van opbrengsten uit het gebruik van elektronische vervoerbewijzen.
2.
Indien uitvoering wordt gegeven aan het eerste lid, onderdelen c of d, wordt bepaald dat:
  1. de berekeningswijzen van de vergoeding en de maatstaven en procedures, bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk onderdelen c en d, de goedkeuring behoeven van de Autoriteit Consument en Markt;
  2. op de voorbereiding van besluiten met betrekking tot de goedkeuring van maatstaven en procedures voor de verdeling van opbrengsten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de toelating van betaalwijzen tot de markt voor betaaldienstverlening in het openbaar vervoer alsmede met betrekking tot de acceptatie van betaalwijzen door concessiehouders.
Artikel 30b
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan de concessiehouders worden opgedragen gezamenlijk een systeem van betaaldienstverlening in het openbaar vervoer in stand te houden, waarbij functionele eisen met betrekking tot het betaalsysteem kunnen worden gesteld, indien de situatie ontstaat of dreigt te ontstaan dat er een niet alle vervoersconcessies omvattend minimaal aanbod van betaaldiensten is.
Artikel 30c
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het beschikbaar stellen, door concessiehouders, aanbieders van elektronische vervoerbewijzen en de in artikel 30a, eerste lid, onderdeel a, bedoelde instellingen, van geanonimiseerde en niet tot personen herleidbare gegevens over de, uit het gebruik van vervoerbewijzen af te leiden, reizigersstromen.
Artikel 30d
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:
  1. de samenwerking en werkwijze tussen concessieverleners en concessiehouders met betrekking tot concessieoverstijgende onderwerpen als bedoeld in artikel 30, tweede lid;
  2. de samenwerking tussen concessiehouders en de in artikel 30a, eerste lid, onderdeel a, bedoelde instellingen.
D

In artikel 74, tweede lid, onderdeel a, wordt na «het gebruik» ingevoegd: en de geldigheid.

E

Artikel 87, vijfde lid, komt te luiden:

5.
In afwijking van het eerste en tweede lid is de Autoriteit Consument en Markt belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde:
  1. krachtens artikel 30a, eerste en derde lid;
  2. bij artikel 63c, vierde, zesde tot en met tiende lid en elfde lid, onderdeel b, voor zover op dat vervoer artikel 87, vierde lid, bij algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2, tweede of vierde lid, van toepassing is verklaard.
F

Artikel 94 komt te luiden:

Artikel 94
De Autoriteit Consument en Markt kan een last onder dwangsom opleggen aan de overtreder van:
  1. regels gesteld krachtens artikel 30a, eerste en derde lid;
  2. artikel 63c, vierde, zesde tot en met tiende en elfde lid, onderdeel b, voor zover op dat vervoer dit artikel, bij algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2, tweede of vierde lid, van toepassing is verklaard, en met uitzondering van openbaar vervoer per trein waarvoor op grond van deze wet Onze Minister het bevoegde bestuursorgaan is.
G

Artikel 96a wordt als volgt gewijzigd:

2.
In geval van overtreding van de regels gesteld krachtens artikel 30a, eerste en derde lid, kan de Autoriteit Consument en Markt een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450.000,– of, indien dat meer is, van 1% van de omzet van de overtreder.

Artikel 30a

Artikel 30b

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan de concessiehouders worden opgedragen gezamenlijk een systeem van betaaldienstverlening in het openbaar vervoer in stand te houden, waarbij functionele eisen met betrekking tot het betaalsysteem kunnen worden gesteld, indien de situatie ontstaat of dreigt te ontstaan dat er een niet alle vervoersconcessies omvattend minimaal aanbod van betaaldiensten is.

Artikel 30c

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het beschikbaar stellen, door concessiehouders, aanbieders van elektronische vervoerbewijzen en de in artikel 30a, eerste lid, onderdeel a, bedoelde instellingen, van geanonimiseerde en niet tot personen herleidbare gegevens over de, uit het gebruik van vervoerbewijzen af te leiden, reizigersstromen.

Artikel 30d

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:

Artikel 94

De Autoriteit Consument en Markt kan een last onder dwangsom opleggen aan de overtreder van:

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 17 juni 2014 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enkele andere wetten in verband de implementatie van richtlijn 2012/34/EU (PbEU 2012, L 343/32) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel E van deze wet, wordt artikel I, onderdeel E, van deze wet als volgt gewijzigd:

ARTIKEL III

In artikel 1, onderdeel 4º, van de Wet op de economische delicten wordt in het onderdeel «de Wet personenvervoer 2000» de zinsnede «19a, tiende lid 30, vierde lid,» vervangen door: 19a, tiende lid, 30, derde lid,.

ARTIKEL IIIA

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL IV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.